• No results found

Genickschussecke; aangezien die inrichtingen elders min of meer identiek ingericht waren, lijkt de conclusie dat er een centrale opdracht voor gegeven is, verantwoord

In document 1939-1945 D E E L 8 (pagina 61-70)

1 Hans Marsalek:

Die Geschichte des Konzentrationslagers Mauthausen. Dokumentation

(

19 7 4

). P-

1 6 1

.

HET D U IT S E SYSTEEM

Mauthausen is ook een kamp geweest waar niet-Russische krijgsgevangenen vermoord zijn.

Die krijgsgevangenen stonden onder de bescherming van de al genoemde Geneefse conventie. Op de voor hen geldende regels komen wij in het volgende hoofdstuk terug - wij willen hier slechts vermelden dat het aan krijgsgevangenen volkenrechtelijk tocgestaan was (en is), uit hun gevangen­ schap te ontvluchten; mislukte die vlucht en vielen zij weer in handen van de mogendheid die hen vasthield, dat mochten zij voor hun poging niet excessief gestraft worden. Hoeveel Geallieerde krijgsgevangenen in de jaren 39- 43 hl totaal een vluchtpoging gewaagd hebben, is niet bekend, maar er is aanleiding om te veronderstellen dat het er zovelen waren dat de maat­ regelen die van Duitse kant nodig waren (grote opsporingsacties, extra- scherpe bewaking van de kampen), door de Duitse machthebbers als een hinderlijke last werden gevoeld; begin februari '44 werd namelijk door het

Oberkommando der Wehrmacht (naar wij aannemen: op instructie van Hitler

persoonlijk) bepaald dat Geallieerde krijgsgevangenen, die bij hun vlucht gegrepen waren, ter liquidatie naar Mauthausen gevoerd moesten worden. Buiten deze actie (die de naam 'Aktion Kugel’ kreeg) vielen de Britse en Ame­ rikaanse krijgsgevangenen, behoudens dan dat zij, als zij opnieuw gegrepen waren, voorlopig naar aparte detentie-oorden moesten worden overgebracht. Hitler en het Oberkommando der Wehrmacht vreesden kennelijk dat, als bekend werd dat ook Britten en Amerikanen vermoord werden, represailles ge­ nomen zouden worden tegen Duitse krijgsgevangenen in Britse en Ameri­ kaanse handen. D e kansen op ontdekking waren overigens gering, want de

Aktion Kugel werd in diep geheim uitgevoerd: met betrekking tot de slacht­

offers werd aan de Wehrmachtauskunftstelle, die inlichtingen placht te geven aan het Internationale Rode Kruis, bericht dat zij ontvlucht en spoorloos verdwenen waren.

Onder de Britse krijgsgevangenen vielen er toch slachtoffers, namelijk vijftig1, maar dit optreden tegen hen had in zoverre met de Aktion Kugel niet te maken dat Mauthausen er geen rol in speelde.

1 Eind maart '44 slaagden zes-en-zeventig officieren en onderofficieren van de

Royal Air Force, onder wie de Nederlander B. van der Stok, er in, te ontsnappen

uit hun kamp te Sagan dat dicht bij de Oder ligt. Slechts drie hunner wisten Engeland te bereiken: van der Stok en twee Noren die bij de R A F dienden. Van de overigen werden vijftien naar Sagan teruggevoerd, drie in een ander krijgs­ gevangenenkamp en vijf in Sachsenhausen opgesloten; de resterende vijftig werden

A K T I O N K U G E L ’

Tussen maart ’44 en februari '45 zijn in totaal minstens ca. vierduizend- zevenlionderd z.g. K(ugel)-Haftlinge in Mauthausen om liet leven gebracht, soms doordat men hen in de Genickschussecke doodschoot, soms doordat men hen aan uithongering bloot stelde, soms doordat men hen vergaste. De mecsten hunner waren (als toevoeging als het ware op de oorspronkelijke instructies) toch weer Russische militairen die gevangen genomen waren na de grote liquidatie-acties die wij eerder beschreven en die uit allerlei werkkampen waren ontsnapt; hoeveel Russische slachtoffers er gevallen zijn en hoeveel slachtoffers tot andere nationaliteiten behoord hebben, weten wij niet precies; er zijn in elk geval onder die slachtoffers minstens zestien uit hun kamp ontvluchte Nederlandse officieren geweest: één die begin april '44, zes die begin mei met een nekschot afgemaakt zijn, v ijf die eind februari '45 zijn vergast en minstens vier die in de tussenliggende maanden om het leven gebracht zijn.

W ij voegen nog toe dat in Mauthausen begin september '44 zeven-en- veertig personen die door Engelse o f Amerikaanse geheime diensten uit­ gezonden waren dan wel met die diensten contact hadden gehad, op gruwe­ lijke wijze vermoord zijn; tot hen behoorden enkele tientallen Nederlanders die wij als directe o f indirecte slachtoffers van het Englandspiel moeten zien - meer hierover in deel 9. W ij merken nu slechts op dat men de moord op de Englandspiel-agcntcn zien moet als een uitvloeisel van weer een ander geheim bevel van Hitler dat medio oktober '42 uitging, het z.g. Kommando-

befehl; dit hield in dat leden van de Britse Coniniando-cenh.cd.cn (kleine

groepen die verrassings-aanvallcn uitvoerden op door Duitsland bezette kusten) ‘bis auf den letzten Mann niederzumachen’ waren1 - hieronder vielen evenwel blijkens een nader bevel dat extra geheim moest blijven (de ontvangers moesten het hun toegezonden exemplaar terstond vernietigen) ook leden van ‘ Sabotagetrupps’ die door U-Boote aan land waren gezet, en

‘Fallschirm-Agenten . ‘Sollte sich’, aldus de slotzin van dit nadere bevel, ‘die Zweckmassigkeit ergeben, aus Vernehmungsgründen einen oder zwei Mann zunachst noch auszusparen, so sind diese nach ihrer Vernehmung sofort zu er- schiessen.’ 2

door de Gestapo doodgeschoten. Bevel tot deze oorlogsmisdaad kwam, schijnt het, van Hitler persoonlijk.

Van der Stok was de man geweest die, zoals wij in deel 5 hoofdstuk 10 (in de paragraaf ‘Een weg via het strand’) beschreven, als Engelandvaarder het plan ont­ wikkeld had waarop mr. S. E. Hazelhoff Roelfzema had voortgewerkt.

1 Hitler: Bevel, 18 okt. 1942 (Ncur. doc. PS-498, IM T, dl. X X V I, p. 100-02). 2 Hitler: Bevel, 18 okt. 1942 (a.v., PS-503, a.v., p. 117-20).

HET DUITSE SYSTEEM *

Behalve oorden van executie waren de concentratiekampen ook oorden van uitroeiing: uitroeiing van Joden en Zigeuners. Zij vond in hoofdzaak plaats door vergassing en de meeste slachtoffers behoorden tot de z.g. RSJM -transporten: dat waren de transporten die van Berlijn uit door Eichmann en zijn staf (Referat I V B 4 van het Reichssicherheitshauptamt) georganiseerd werden. E r zijn evenwel ook buiten de -RSfL4-transportcn om Joden en Zigeuners omgekomen. De Einsatzgruppen hebben in de bezette delen van de Sowjet-Unie (daartoe behoorden ook het vroegere oostelijke deel van Polen en de vroegere Baltische republieken) naar schatting meer dan een miljoen Joden en ca. dertigduizend Zigeuners vermoord, hoofdzakelijk door hen en masse neer te schieten; zij hebben ook wel gebruik gemaakt van vergassingsauto’s : gesloten vrachtauto’s waar uitlaatgassen in de laadruimte gevoerd worden. Diezelfde auto’s zijn gebruikt in Joego­ slavië waar ca. zestigduizend Joden en ca. dertigduizend Zigeuners om het leven gebracht zijn. Voorts zijn naar schatting vijf-en-dertigduizend Joden geliquideerd in het concentratiekamp Stutthof (bij Danzig) dat aanvankelijk niet onder de Inspektion der Konzentrationslager ressorteerde, en is naar schatting een half miljoen Joden te gronde gegaan in de ghetto’s in Oost- Europa; tenslotte zijn vele tienduizenden Joden die, na aankomst met een R S iL4-transport, ‘normaal’ in de concentratiekampen ingeschreven waren, hetzij in die kampen gestorven o f vermoord (in Auschwitz-Birkenau veelal nadat zij bij een z.g. selectie voor de gaskamers aangewezen waren), hetzij te gronde gegaan in het kader van de evacuatie-transporten die in de zomer van '44 begonnen. De slachtoffers van de Endlösung die onmiddellijk voor de gaskamers bestemd waren, werden evenwel, als zij in het desbetreffende kamp aankwamen, niet ingeschreven o f op andere wijze geregistreerd (ook al hun persoonlijke papieren werden vernietigd): mede daarom staan hun precieze aantallen niet vast.

E r zijn vier concentratiekampen geweest die uitsluitend als vernietigings­ kamp gefungeerd hebben; eén, Chelmno (Duitse naam: Kulmhof), lag in

Getieral-V E R N I E T IG IN G S K A M P E N

II. Concentratiekampen met een speciale functie in het kader van de Endlösung

Chelmno, Treblinka, Sobibor en Belzee waren louter vernietigingskampen. Voorts waren er gaskamer complex en in de concentratiekampen Auschwitz-Birkenau, Majdanek en Stutthof. Het Altersghetto Theresienstadt komt in hoofdstuk 7

HET D U IT S E SYSTEEM

gouvernement. In enkele van deze kampen was, zoals wij in ons deel 5 (hoofd­

stuk 12, inleidende paragraaf) al opmerkten, een groot deel van de leidende SS-functionarissen gerecruteerd uit de staven van de v ijf z.g. Tötungs-

anstalten voor krankzinnigen welke in Duitsland in de periode ’ 39-’40 in

werking gesteld waren (het werden er later zes).

Chclmno begon in december '41 te functioneren. In dit kamp werd gebruik gemaakt van de vergassingsauto’s der Einsatzgruppen en van een gaskamer. De Poolse commissie voor oorlogsmisdaden schatte na de oorlog het aantal Joodse slachtoffers op meer dan driehonderdduizend, de Duitse justitie is later tot een lager cijfer gekomen: minstens honderdtwee-en-vijf­ tigduizend. Men moet dit verschil aldus interpreteren dat de Duitse justitie onweerlegbare gegevens bezat waaruit het cijfer 152 000 resulteerde; dat be­ hoeft op zichzelf nog niet te betekenen dat de Poolse schatting onjuist is. Het kamp in Chelmno werd eind maart '43 buiten bedrijf gesteld.

V oor de oprichting en het in bedrijf houden van de kampen Belzee, Sobibor en Treblinka werd in het Generalgouvernemcnt door de Höhere

S S - und Polizeiführer in het district Lublin, SS-Gruppenführer Odilo Globoc-

nic (tevoren Gauïeiter van de Nazipartij in Wenen), een aparte staf gevormd. Die staf kreeg de aanduiding ‘Einsatz’ (of ‘Einsatzstah’) ‘Reinhard’ (het begrip ‘Reinhard’ was vermoedelijk ontleend aan Heydrichs voornaam), de leiding van die staf werd aan een SS-Sturmhannfiihrer toevertrouwd, Hermann Höfle1 , en onder deze was SS-Oberführer Christian W irth werkzaam als

Inspektor des SS-Sonderkommandos des Einsatzstabs Reinhard. W irth was een Kriminalkommissar uit Stuttgart die (hetzelfde geldt voor talrijke leden van

de Einsatzstah) sinds de winter van '39 op '40 in Duitsland veel te maken had gehad met het liquideren van krankzinnigen. Hij verdeelde zijn Sonder-

kommando over de drie genoemde kampen. Voor die kampen stonden geen

vergassingsauto’s ter beschikking; er werd gebruik gemaakt van diesel­ motoren welker uitlaatgassen de gaskamers vulden. In Belzee arriveerden de eerste transporten in maart '42, in Sobibor in mei, in Treblinka in juli.

In Treblinka kwam het begin augustus '43 tot een opstand van de gevan­ genen die er, op straffe van onmiddellijke liquidatie, hulpwerkzaamheden moesten verrichten; ca. zeshonderd hunner wisten te ontvluchten van wie evenwel niet meer dan veertig als onderduikers o f guerrillastrijders het

1 Höfle was de man te wiens behoeve, zoals wij in hoofdstuk 2 vau ons vorige deel vermeldden, door de Höhere SS - und Polizeiführer te Krakau eind september '43 aan Rauter gevraagd werd o f Rauter hem kon helpen, ‘nach jahrelanger Arbeit

ganz andere Eindriicke zu gewinnen’, doordat hij een functie in Nederland zou

einde van de oorlog haalden. Treblinka bleef tot eind augustus, wellicht tot oktober '43 in gebruik; toen moest een Kommando van ca. dertig Joden dc gebouwen afbreken en op de plaats waar het kamp gestaan had, ter camouflage een boerderij bouwen. Nadien werden de leden van dit K0111-

mando doodgeschoten.

In Sobibor, waarheen tussen begin maart en eind juli '43 ruim vier-en- dertigduizend Joden uit Nederland gedeporteerd zijn (later in dit deel zullen wij veel meer over Sobibor schrijven), kwam het midden oktober '43 tot een opstand. Ca. driehonderd Joden wisten toen te ontsnappen. Omstreeks vijf-en-dertig hunner bleven in leven. Het kamp werd na die opstand gesloopt.

Na dc opstanden in Treblinka en Sobibor werden de leden van het

SS-Sonderkommcmdo des Einsatzstahs Reinhard samen met een deel van de

bewakers (onder hen Ockraïners en Litauers) naar Triest, Udine en Fiume overgeplaatst; zij hebben ook in die streek duizenden van het leven beroofd: Italiaanse Joden en Italiaanse en Joegoslavische verzetsstrijders.

W at de aantallen slachtoffers in de drie genoemde kampen betreft: in Belzee zijn vermoedelijk meer dan zeshonderdduizend mensen door ver­ gassing om het leven gebracht, in Sobibor meer dan tweehonderdvijftig- duizend, in Treblinka volgens de Duitse justitie negenhonderdduizend maar volgens de Poolse stationschef van het spoorwegstation Treblinka (dic geheime aantekeningen bewaard heeft) één miljoen tweehonderdduizend. E r hebben zich onder deze slachtoffers, voor het overgrote deel Joden, volgens schatting ruim vijftigduizend Zigeuners bevonden.1

Vermeld zij nog dat het een neventaak was van dc Einsatzstah Reinhard 0111 de bezittingen waarmee de slachtoffers aankwamen, te verzamelen, te sorteren en aan Duitse instanties ter beschikking te stellen. Uit de Duitse rapporten hieromtrent, die bewaardgebleven zijn, blijkt dat de verzamelde munten, bankbiljetten, deviezen, edele metalen, juwelen en andere waardc- volle voorwerpen bijna 180 min Rm opgebracht hebben en dat o.m. het

Reichswirtschaftsministerium, de Volksdeutsche Mittelstelle en de Reichsjugend- fiihrung 825 goederenwagons met diverse voorraden ontvangen hebben.

Het is een heel touwtrekken geweest wie de buit in ontvangst mocht nemen; zo hebben bijvoorbeeld het SS-Wirtschafts- und Verwaltungshauptamt en Himmler meer dan een jaar lang onderling gecorrespondeerd over de

1 Deze slachtoffers onder de Zigeuners moet men optellen bij die waarvan wij in ons vorige deel in hoofdstuk 1 1 melding maakten. Daar maakten wij melding van omstreeks tachtigduizend vermoorde Zigeuners - er zijn dus in totaal, naar schatting, honderddertigduizend (of althans een aantal van die orde van grootte) geliquideerd c.q. omgekomen.

HET D U IT S E SYSTEEM

vraag wat er precies gebeuren moest met 127 000 heren- en dameshorloges welke de Aktion Reinhard opgeleverd had.

Naast de vier vernietigingskampen die wij noemden, zijn er twee geweest die tegelijk vernietigingskamp èn concentratiekamp waren: Majdanek in het Generalgouvernement (zie de kaart op pag. 55) en Auschwitz-Birkenau dat in Ost-Oberschlesien lag, een door Duitsland in '39 geannexeerd deel van Polen.

Het concentratiekamp Majdanek (in de Duitse stukken heet het ‘K L Lu-

bliri) werd in september '42 mede als vernietigingskamp in gebruik ge­

nomen. Het gebied waar het kamp lag, werd in de zomer van '44 door het R od e Leger bevrijd. De Poolse commissie voor oorlogsmisdaden schat dat er toen, naast vele anderen, omstreeks tweehonderdduizend Joden om het leven gebracht waren (die schatting heeft Billig in zijn belangrijke werk over de concentratiekampen tot twee-en-zeventigduizend verlaagd). Even­ als in Belzee, Sobibor en Treblinka vond de vergassing in Majdanek in vrij primitieve gaskamers plaats die op een dieselmotor aangesloten waren.

Auschwitz-Birkenau is het enige kamp geweest waar in het kader van de

Endlösung op grote schaal gebruik gemaakt is van blauwzuurgas; dat was als

industrieel preparaat (Zyklon B) in Duitsland verkrijgbaar en werd in die tijd o.m. door de Waffen-SS toegepast bij de vernietiging van ongedierte in barakken, kazernes e.d.; men kon er ook textielgoedcren mee zuiveren van kleerluizen. Zyklon B was een product van de Deutsche Gesellschaft für

Schadlingsbekampfmg GmbH, een firma in Frankfort, die het product via

twee handelsfirma’s (een in Frankfort, een in Hamburg) in de handel bracht. Dicht bij het plaatsje Auschwitz (Pools: Oswiecim) werd, zoals wij al in deel 5 beschreven, begin '40 een oude Oostenrijkse kazerne als concen­ tratiekamp ingericht: Auschwitz I. Het kamp moest plaats bieden aan ca. tienduizend gevangenen, maar al in de tweede helft van '40 werd, niet ver daarvandaan, bij het gehucht Birkenau (dat met de grond gelijkgemaakt werd), een gebied van 40 vierkante kilometer geëvacueerd: daar zou Ausch­ witz II (Birkenau) komen. De Lagerkommandant nu van Auschwitz, Höss, kreeg in de zomer van '41 persoonlijk opdracht van Himmler (Himmler had begin maart '41 Auschwitz I geïnspecteerd), een grote Vemichtungsstelle voor Joden te laten bouwen, en toen Eichmann korte tijd later Auschwitz bezocht, kwamen hij en Höss tot de conclusie dat in die Vemichtungsstelle gebruik gemaakt moest worden van gas. W elk gas?Begin september'41 werd in Auschwitz I een aantal Russische krijgsgevangenen om het leven gebracht doordat men hen in kelders opsloot en daar Zyklon B naar binnen wierp. De krijgsgevangenen stierven vrijwel onmiddellijk. Toen stond voor Eichmann en Höss vast hoe de Endlösung in Auschwitz-Birkenau verwezen­

A U S C H W I T Z - B I R K E N A U

lijkt zou worden: met blauwzuurgas. E r werd eerst een gaskamer ingericht in het cellengedeelte van een van de barakken (dat waren uit steen opge­ trokken gebouwen) van Auschwitz I, vervolgens in het Krematorium van dat kamp - alleen al in de herfst van '41 werden er ca. tienduizend Russen van het leven beroofd. ‘ Über die Tötung der russischen Kriegsgefangenen an

und für sich machte ich mir damals’, aldus Höss in zijn na dc oorlog in gevan­

genschap geschreven memoires, ‘keine Gedanken. Es war befohten, ich hatte

es durchzuführen. Doch ich muss offett sagen, auf mich wirkte diese Vergasung beruhigend, da ja in absehbarer Zeit mit der Massen-Vernichtung der Juden begonnen werden musste . . . Mir graute immer vor den Erschiessungen, wenn ich an die Massen, an die Frauen und Kinder dachte.’1

Voor het vergassen van Joden werden in '42 op het terrein van Auschwitz II (Birkenau) twee nieuwe bouwsels in bedrijf gesteld: het eerste, Bunker I, in januari, het tweede, Bunker II, eind juni. Voor beide bouwsels was gebruik gemaakt van boerenhoeven die bij het egaliseren van het grote terrein dat men voor het kamp Birkenau bestemd had, gespaard waren.

Bunker I kon ca. achthonderd slachtoffers bevatten, Bunker I I ca. twaalfhon­

derd. E r waren in de twee Bunker in totaal v ijf gaskamers.2 In de zomer van '42 kregen evenwel de firma Huta in Kattowitz en de firma Topf und

Söhne in Erfurt opdracht, in Birkenau vier nieuwe grote installaties te

bouwen, de Krematoria II, III, IV en V (de installatie in Auschwitz I heette nadien Krematorium I).

D e Krematoria I I en II I waren gebouwen van één verdieping waar men tezamen in 24 uur ca. drieduizend lijken kon verbranden. Aan elk van beide crematoria was een onderaardse ruimte vastgebouwd met enkele gaskamers en daarvóór grote ontkledingskamers. De gaskamers in beide Krematoria kon­ den ca. drieduizend mensen bevatten. Vermeld zij nog dat van de lente van '44 a f bij deze Krematoria I I en I I I het eindpunt lag van een spoorweg- aftakking van de lijn uit Auschwitz naar Krakau.

In de Krematoria I V en V waren de ontkledingskamers, de gaskamers en de ruimte voor de lijkverbranding in één gebouw ondergebracht. Hoeveel mensen die gaskamers konden bevatten, is niet bekend, maar dc capaciteit van de Krematoria I V en V was geringer dan die van I I en III: samen bijna zestienhonderd lijken per 24 uur.

1 R . Höss: Kommandant in Auschwitz. Autobiographische Aufzeichmmgen (1958), p. 122-23. 2 Bij zijn bezoek aan Birkenau op 17 juli '42 zag Himmler Bunker I I in werking.

In document 1939-1945 D E E L 8 (pagina 61-70)