• No results found

AFDELING 2: EEN NIEUW AANSPRAKELIJKHEIDSREGIME VOOR EEN GOED

C. TOELICHTING

II. EEN NIEUWE VEILIGE HAVEN IN ARTIKEL 17 DSM-RICHTLIJN

3. GEBRUIK VAN FILTERTECHNOLOGIE

146. De DSM–richtlijn stelt niet expliciet dat de OCSSPs filtertechnologie kunnen of moeten aanwenden om tegemoet te komen aan hun verplichtingen in Artikel 17(4) DSM–richtlijn. Toch kan de verplichting om ervoor te zorgen dat bepaalde beschermde werken niet beschikbaar zijn enkel maar wijzen in de richting van filtertechnologie.646

147. Ten eerste werd in het Voorstel van de Commissie voor de DSM–richtlijn expliciet verwezen naar dergelijke technologie.647 Inderdaad, het toenmalig Artikel 13(1) Voorstel stelde

642 C., ANGELOPOULOS, S, SMET,“Notice-and-fair-balance: how to reach a compromise between

fundamental rights in European intermediary liability”, Journal of Media Law, 2016, 266-301.

643 Supra §9-12. 644 Ibid

645 Supra §109.

646 G., SPINDLER, “Copyright law and internet intermediaries liability” in C., MARKOU, P., JOUGLEUX, T.,

PRASTITOU-MERDI, T., SYNODINOU (eds.), EU Internet Law in the Digital, Springer, 2020, (3) 16.

647 Artikel 13(1) IBidVoorstel (Comm.) voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake

dat OCSSP’s moeten “voorkomen dat op hun diensten door rechthebbenden aangewezen werken of andere materialen beschikbaar worden gesteld”.648 Deze maatregelen, zoals het

gebruik van effectieve technologieën voor herkenning van inhoud,649 zijn passend en

evenredig.”650 Waarom de bepaling niet is opgenomen in de finale tekst is ietwat onduidelijk.

Evenwel was erg veel controverse ontstaan met betrekking tot het expliciet toelaatbaar stellen van filtertechnologie, zowel onder rechtsgeleerden651 als Europese parlementsleden.652

148. Ten tweede is er geen andere mogelijkheid dan filtertechnologie te gebruiken om op adequate wijze inhoud te deactiveren of verwijderen.653 Zeker gezien het feit dat de OCSSP’s

gericht zijn op de eerder grote namen tussen de online tussenpersonen, is het gezien de hoeveelheid aan informatie veelal onmogelijk om iedere inbreuk aan een menselijke controle te onderwerpen.654

149. Ten derde heeft de Commissie op verscheidene ogenblikken medegedeeld dat het de ontwikkelingen van herkenningstechnologie aanmoedigt en dergelijke technologie een belangrijke rol zal spelen in de strijd tegen illegale activiteiten op het internet.655 Dat laatste

was zowel gericht op auteursrechtelijke inbreuken als terroristische propaganda, haatspraak, kinderporno en dergelijke meer.656

150. Ten vierde vereist overweging 70 DSM-richtlijn dat OCSSPs een klacht- en schadevergoedingsmechanisme moet instellen waar gebruikers kunnen optreden tegen genomen beslissingen met betrekking tot hun uploads.657 Dergelijke klachten moet expliciet

onderworpen worden aan een menselijke toetsing.658 A contrario kan de afwezigheid van

dergelijke term in Artikel 17 (4) DSM afgeleid worden dat geen daar geen menselijke toetsing vereist is.

151. Tot slot hebben verschillende parlementsleden inmiddels verklaard dat met Artikel 17(4)(b) wel degelijk het gebruik van filtertechnologie wordt geïmpliceerd.659

648 Ibid

649 Eigen cursivering 650 Supra (n. 647).

651Supra (n. 150), Supra (n. 250), Supra (n. 351).

652https://juliareda.eu/eu-copyright-reform/censorship-machines/ 653 Supra §49 654 Ibid 655 Ibid 656 Ibid 657 Overw. 70 DSM-richtlijn 658 Ibid 659 Supra (n. 250).

D. TUSSENTIJDSE CONCLUSIE

152. Artikel 17 DSM-richtlijn licht de OCSSPs uit het toepassingsgebied van Artikel 14 eCommerce–richtlijn. De handelingen van OCSSPs worden gekwalificeerd als mededeling of beschikbaarstelling aan het publiek, waardoor OCSSPs bij het verlenen van toegang tot auteursrechtelijk beschermde werken op hun platform een primaire aansprakelijkheid riskeren. Derhalve dienen zij licentieovereenkomsten af te sluiten met rechthebbenden. Lukt dat niet, dan dienen zij aan verplichtingen te doen in de vorm van een cascadesysteem waarbij alles in het werk wordt gesteld om inbreuken te detecteren en voorkomen. Dat laatste zal veeleer, hoewel niet expliciet gesteld in de richtlijn, geschieden via filtertechnologie.

153. Artikel 17 DSM–richtlijn heeft duidelijk mankementen uit de eCommerce–richtlijn proberen remediëren. Artikel 17 DSM–richtlijn legt immers strengere regels op wat betreft het verkrijgen en de inhoud van meldingen en tracht de positie van de gebruikers te verbeteren aan de hand van verplichte uitzonderingsgronden en een klachtenmechanisme. Op die manier dienen eventuele inperkingen op uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en informatie recht te worden gezet.

154. Toch laat ook Artikel 17 DSM – richtlijn veel vragen na. Zo is het toepassingsgebied bijzonder onduidelijk en specifieert het artikel niet via welke technologie de verplichtingen kunnen en moeten worden uitgevoerd.

III. TUSSENTIJDSE CONCLUSIE

155. Hoewel de notice–and–take–down–systemen een primordiale rol spelen in de werking van de aansprakelijkheidssystemen uit Artikel 14 eCommerce–richtlijn en Artikel 17 DSM – richtlijn, worden zij onvoldoende gereguleerd. Dat op zekere hoogte tracht Artikel 17 DSM – richtlijn hieraan tegemoet te komen door de afzenders van meldingen te beperken tot rechthebbenden. Evenwel is van een geharmoniseerde procedure geen sprake. Ook hier wordt dergelijke procedure overgelaten aan de Lidstaten. Uit ervaring met de eCommerce – richtlijn blijkt echter dat Lidstaten de artikelen uit de richtlijnen vaak verbatim overnemen. Om die reden wordt een specifieke procedure niet uitgewerkt en worden weinig waarborgen ten aanzien van de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting en informatie ingebouwd.

156. De notice–and–stay–down mechanismes, waarbij inbreuken niet enkel moeten worden verwijderd, maar eveneens moeten worden voorkomen, sukkelen met hetzelfde probleem. Ook hier wordt onvoldoende geregeld omtrent de procedure die gevolgd moet worden, alsook de draagwijdte van de maatregelen. De enige echte limiet betreft Artikel 15 eCommerce – richtlijn die stelt dat een algemeen toezicht verboden is en voortvloeit uit de vrijheid van meningsuiting en informatie. Artikel 15 eCommerce – richtlijn biedt echter geen indicatie op zich van hoe een bepaalde maatregel eruit moet zien. Voor beide systemen wordt enkel bepaald wat niet mag en niet wat mogelijks wel kan, noch hoe ver een bepaalde maatregel kan gaan voor de vrijheid van meningsuiting en informatie in het gedrang komt.

157. Bij gebrek aan voldoende interne, secundaire richtsnoeren werd teruggegrepen naar de grondrechten in het Handvest, zoals in de volgende afdeling duidelijk wordt.

AFDELING 3: JURIDISCH KADER VRIJHEID VAN