• No results found

De makkelijke manieren van mevrouw Van Deyl

In document Cissy van Marxveldt: Een biografie (pagina 195-200)

Begin november 1917 verscheen in het Nieuwsblad van den Boekhandel een adver- tentie van uitgeverij Sijthoff waarin een nieuwe roman werd aangeprezen: Game − and Set!, geschreven door Cissy van Marxveldt. Het was geïllustreerd door de impressionistische schilder François Hogerwaard, die ook tekeningen voor Pano- rama leverde.464 Dit boek was volgens de uitgever geschikt als ‘lectuur voor oudere

meisjes, en ook de jonge vrouw zal ervan genieten’. Het kostte ingenaaid 2,40 en gebonden in prachtband 2,90 gulden (respectievelijk ongeveer 15 euro en 16 euro). Voor meisjes en jonge vrouwen uit de arbeidersklasse was het dus onbetaal- baar. Maar voor hen was dit boek ook niet bedoeld – tenminste, niet in de eerste plaats. Dit was Van Marxveldts eerste gepubliceerde roman, en die was duidelijk op elementen uit haar eigen leven en op haar idealen gebaseerd. In een exemplaar van het boek dat Van Marxveldt op 5 december 1917 aan haar vriendin Jo Wout- man-Hissink gaf, schreef ze een opdracht: ‘Aan Joop, die voor mij geweest is wat Lies voor Henny was.’

Henny – kort voor Henriëtte − is het achttienjarige ik-personage van de ro- man. Samen met haar vriendin Lies van Deyl is ze vanuit de provincie naar Am- sterdam verhuisd, waar ze allebei op een kantoor werken. Niet omdat ze het geld nodig hebben, zoals Henny aan een collega uitlegt, maar omdat er thuis, in de provincie, zo weinig te doen valt. ‘’t Is zo saai op het dorp,’ zegt Henny, nadat ze eerst heeft verteld dat de vader van Lies veearts is en de hare een houthandel heeft, en dat hun vaders genoeg verdienen om een gezin te onderhouden. ‘Ik vooral had zoo weinig te doen thuis, ik verveelde me dood. En nu hebben we ons werk. ’t Is

463 Volgens de gegevens van de burgerlijke stand in het Standsarchief in Amsterdam. 464 Zie http://www.corkint.info/html/anderen_hogerwaard.htm., geraadpleegd op 6 mei 2016.

wel niet altijd even prettig, maar het geeft toch meer voldoening dan zoo thuis te blijven hangen, en echt op den man te wachten.’ Wat dat betreft zijn Henny en Lies tot op zekere hoogte ‘nieuwe vrouwen’: ze willen werken omdat ze zich anders vervelen, maar echt noodzakelijk vinden ze het niet.

Game – and Set! bestaat uit verschillende verhaallijnen. De eerste is de zoek- tocht van de vriendinnen naar een ideaal kosthuis. De tweede is een onverkwik- kelijke leugenpartij, waarbij Henny een frivole en – zoals aan het einde van het verhaal blijkt – ordinaire en leugenachtige collega wijsmaakt dat zij verloofd is met de broer van Lies. Dat leidt tot verschillende complicaties die het verhaal een moralistische ondertoon geven. De derde verhaallijn gaat over een verliefdheid tussen Henny en een jonge student, die vooral op het tennisveld wordt uitgeleefd. Nadat Henny’s frivole collega een breuk heeft veroorzaakt tussen Henny en haar geliefde, keert Henny terug naar haar ouderlijk huis om daar haar vader met de boekhouding te helpen. Het verhaal eindigt met een verzoening tussen Henny en haar vriend, die haar daarna ten huwelijk vraagt.

De eerste verhaallijn verbindt de andere twee, en is biografisch gezien het inte- ressantst. Na twee akelige ervaringen met volkse ‘juffrouwen’ (de ene is vies en kan niet koken, de andere heeft een zoon die drinkt) vinden Henny en Lies met hulp van Lies’ moeder een ideaal kosthuis. Hun nieuwe verhuurster, mevrouw (dus niet juffrouw) Nietveld is de weduwe van een officier. Zij lijkt opvallend veel op mevrouw De Munck, die eveneens weduwe was, weliswaar niet van een officier, maar van een ambtenaar. Net als mevrouw De Munck heeft mevrouw Nietveld een dochter en een studerende zoon, die in de roman respectievelijk Gesina en Bob heten – Bob is de student met wie Henny zich aan het eind van de roman verlooft. Mevrouw Nietveld is net als Hermine de Munck moederlijk en gastvrij. Van Marxveldt gebruikte verschillende ervaringen uit de Grensstraat in het ver- haal, zoals het incident van het vaasje dat op de hoed van mevrouw De Munck terechtkwam.465

Dat Van Marxveldt haar ervaringen in de roman verwerkte is op zich natuur- lijk niet opmerkelijk, maar de manier waarop ze dat doet is dat wel. Alles in de roman is net een tikje mooier en grootser dan in Van Marxveldts eigen leven, zoals de sociale en financiële positie van de ouders van Lies en Henny. Ook de vrijetijdsbesteding van de hoofdpersonages − tennis – is net iets ‘hoger’ dan Van Marxveldts eigen vrijetijdsbesteding toen ze nog als correspondente werkte. In die tijd ging ze op haar vrije dagen met haar vriendinnen wandelen, fietsen of roeien, maar van tennissen rept ze niet in haar brieven naar huis. Verder maken verwijzingen naar Franse, Engelse en Duitse gedichten en Shakespeares drama’s duidelijk dat de hoofdpersonages een klassieke opleiding hebben genoten.466 Ook

op muzikaal gebied kennen ze hun klassieken, zoals blijkt uit een passage waarin Henny Lieder ohne Worte van Mendelssohn speelt.467

Net als Emma en Victor de Munck deden, ruziën ook Bob en Gesina voortdu- rend met elkaar, maar Gesina is wel erg zeurderig, meer dan Emma was. Tenmin- ste, als je weer op Setskes brieven aan haar ouders afgaat, waarin Emma overigens ook niet altijd even gunstig wordt afgeschilderd. Gesina heeft een lijzige stem en is ‘saai en zwaar op de hand’,468 ze is mager en ziet er ‘reform-achtig’ uit.469 Als

Bob een keer in navolging van Shakespeares Hamlet ‘Falsity, thy name is woman’ uitroept, voegt hij daaraan toe: ‘Nee Gesina, dat hoef jij je niet aan te trekken, want jij bent geen woman.’470 Gesina is sociaaleconomisch gezien gelijk aan Hen-

ny, maar wat haar karakter en uiterlijk betreft een antiheldin, die Henny’s goede kwaliteiten beter doen uitkomen.

Ook een bezoek van Lies’ moeder aan Henny en Lies werpt licht op de sociale positie van de beide hoofdpersonen. Mevrouw Van Deyl is een ‘smaakvolle, stati- ge’ verschijning, en zo deftig dat ze de juffrouw van het tweede kosthuis zenuw- achtig maakt: ‘Toen [de juffrouw] een scheurtje in het witte tafelkleed ontdekte,

466 Van Marxveldt 1917: 107. ‘And Brutus is an honourable man,’ zegt de hoofdpersoon op p. 153 467 Panorama, 1 mei 1916: 107.

468 Van Marxveldt 1917: 99. 469 Van Marxveldt 1917: 109. 470 Van Marxveldt 1917: 117.

schoof ze er gauw een schaal op, en ook zette ze een vaas met bloemen op tafel alsof ze dat altijd gewend was te doen.’471

Als mevrouw Van Deyl Lies en Henny meeneemt naar een restaurant, wordt de volle portee van haar status duidelijk. Het restaurant is, om te beginnen, van het betere soort. ‘Om ons heen,’ vertelt Henny, ‘hoorden we het gezellig geklik-klak van vorken en messen, een zacht geroezemoes van stemmen. Ook uit de neven- zaaltjes kwam gedempt praten en lachen tot ons. Op ons tafeltje stonden in een klein, slank vaasje een paar anjers, en een electrisch lampje goot door een zacht-ro- ze ballonnetje een feeëriek licht over het witte tafellaken, de wijnglazen, vonkte speelsch in den diamanten ring van mevrouw Van Deyl.’472 De hele ambiance, het

menu incluis, laat de elegantie en de sociale positie van Lies’ moeder, die gekleed is in een eenvoudige maar indrukwekkende zwartfluwelen japon, tot haar recht komen. Van Marxveldt laat Henny uitgebreid vertellen wat ze aan kostelijkheden eten en hoe voornaam mevrouw Van Deyl zich in deze omgeving toont:

Wat was het heerlijk weer eens glanzend-gedekte tafels te zien, met bloemen, en wijn te zien parelen in de kristal-heldere glazen met hun groenen en rooden weerschijn. - Mevrouw Van Deyl zocht langzaam, met veel zorg, de grootste lekkernijen uit.

‘Houd-je van tong, Henny? Lies is er dol op, dat weet ik.’ ‘O ja, mevrouw.’

‘Mooi zoo - dan ben ik er nu bijna, geloof ik. Kijk eens,’ ze wees met haar vinger bij, ‘eerst een hors d’oeuvre, dan, ja wat voor soep, kerry, schildpad…’ ‘Hè nee, moeder, veel te scherp.’

‘Nu, zeg ’t dan maar.’

‘Goed, laat eens kijken… Pouletsoep, daar houdt Henny ook van. Vindt u dat goed?’

‘Prachtig. Dan eerst een croquetje, en dan tong nietwaar, verder aardappelen

471 Van Marxveldt 1917: 82. 472 Van Marxveldt 1917: 85.

met kalfsbiefstuk en andijvie. Ja Henny, ’k heb goed onthouden, dat je daar zoo veel van houdt. Dan kip of eend, wat hebben jullie liever? ’t Kan mij niet schelen. Goed - kip, met compôte, gemengde compôte maar, hè? Veel ananas, Henny? Goed kind, ‘k zal het zeggen. IJs? Een plombière? Jij mocca Lies? Uitstekend. En voor toe-tje, slagroom met confituren dunkt me.’ - Ze wenkte een kellner, bestelde. Wat een gemakkelijke manieren had ze.473

De opsomming van het menu, de beschrijving van het restaurant en de kleren en sieraden van mevrouw Van Deyl illustreren tot in detail de karakteristieken en ide- alen van de hogere middenklasse zoals die in de tweede helft van de negentiende eeuw was ontstaan. Status en klasse worden niet alleen gedefinieerd door afkomst, opleiding en inkomen, maar ook door materiële zaken als de grootte en de ligging van huizen, de inrichting, kleren en voedsel.474 Daarnaast zijn in de roman ook

minder concrete zaken als taal, houding - zoals de ‘gemakkelijke manieren’ van mevrouw Van Deyl - een graadmeter voor klasse en status, net als haar flair om met verschillende mensen op verschillende wijzen om te kunnen gaan.475

In Game − and Set! nemen de vaders van Henny en Lies een ondergeschikte positie in.476 We krijgen te horen dat ze solide banen hebben, maar dat is het dan

wel zo ongeveer. Over het leven van mevrouw Van Deyl lezen we des te meer. Meer dan zes bladzijden lang laat Van Marxveldt haar personage herinneringen ophalen aan haar kostschooltijd in Engeland, waarbij ze uitvoerig ingaat op het kattenkwaad dat zij en de andere leerlingen uithaalden. Maar als Henny uitroept hoe enig haar zo’n kostschooltijd lijkt, reageert mevrouw Van Deyl gereserveerd.

473 Van Marxveldt 1917: 86.

474 Vgl. Chamberlain: ‘An understanding of the semiotic of class will include […] material indicators as well: the location, size, type, and cost of housing; clothing; the type and number of such goods as household appliances, furnishings and “luxuries”; the type of food eaten, and so on’. (1997: 38.) Vgl. ook Montijn 2003: 43.

475 Vgl. Montijn 2003: 14-39.

476 Volgens Chamberlain heeft dit te maken met het ideaal van huiselijkheid van de middenklasse; het huis was het domein van de vrouw, die daardoor het ideaal van de middenklasse belichaamde. Zie Chamberlain 1977: 39.

‘Ja, betrékkelijk,’ zegt ze. ‘'k Vond het destijds heel aardig. Maar nu zou ik toch Lies of Zus niet naar kostschool willen hebben. ’k Weet niet, de meisjes worden er zoo helemaal niet geschikt gemaakt voor het werkelijke leven. ’t Is alles zoo luchtig en vluchtig. Och, ik was eenig kindje, woonde in een stad, ging, toen ik van kost- school kwam, veel uit. Dat paste aan bij mijn kostschoolleventje. Maar neem nu jullie eens. Je zou terug komen in ons dorp, dat heel gezellig is.’ Die laatste opmer- king is ironisch bedoeld, en doet Henny rillen. ‘Zie je wel?’ reageert mevrouw Van Deyl, ‘Je zou je er absoluut niet meer op je plaats voelen, ontevreden worden, heel ontevreden zelfs. En dan zou ook een werkkring, zooals je dien nu hebt, tegen- staan: ’t Zou een te groote tegenstelling zijn met het luxe-tijdje op kostschool.’477

Je kunt je afvragen wie hier spreekt. Van Marxveldt gebruikte duidelijk haar ervaringen in Bath, maar mevrouw Van Deyl spreekt een stuk negatiever over haar kostschooltijd dan Van Marxveldt zelf ooit deed, door op de ‘onwerkelijkheid’ van het kostschoolleven te wijzen. Is mevrouw Van Deyl de oudere dame die Van Marxveldt wilde worden, elegant, rijk, stads en met genoeg levenservaring om het vrolijke leven in een Engelse kostschool te kunnen relativeren? Of gaat het hier ook over Van Marxveldt zelf, die het na haar tijd in Bath moeilijk vond om zich aan het leven in Friesland aan te passen, en die inmiddels misschien neerkeek op haar werk als correspondente? In elk geval speelt stand een grote, zo niet de groot- ste rol in Game − and Set. Stand wordt in de roman bepaald in relatie tot mensen die duidelijk niet ‘op stand’ zijn, zoals de volkse hospita’s en Henny’s ordinaire, leugenachtige collega, en tot op zekere hoogte ook door het verschil tussen stad en provincie. Echt op stand is in deze roman alleen mevrouw Van Deyl, die in de stad geboren is, in Engeland op kostschool heeft gezeten, en precies weet wat hoort en wat niet, of het nu over eten gaat, conversatie, kosthuizen, meubels, kleren of de omgang met lagere standen. Daarmee weerspiegelt ze in elk geval de sociale aspi- raties van Setske en Leo.

In document Cissy van Marxveldt: Een biografie (pagina 195-200)