• No results found

De betrokkenheid en actieve participatie van stakeholders

In document ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME (pagina 118-121)

In de metafoor “we are building a bridge over troubled water” is “de brug” het nieuw didactisch concept voor het vakonderdeel “Maat & Ritme”, het product dat haar ingang moet vinden in het muziekonderwijs op de pedagogische instituten. Uitgaande van de onderzoekresultaten wordt verondersteld dat dit product ook geschikt is voor andere instellingen die binnen- en buitenschoolse muziekonderwijs aanbieden. Om het product te kunnen “aanprijzen” is een implementatiescenario nodig dat het karakter heeft van een marketingstrategie. De strategie is erop gericht de stakeholders een eenduidig beeld te geven van de doelstelling van de innovatie.

Waarvoor staat het begrip stakeholder? Volgens de definitie van Freeman (in Hooge et al. 2004) is een stakeholder van een organisatie elke groep of persoon die de doelbereiking van die organisatie kan beïnvloeden of door die doelbereiking van de organisatie zelf beïnvloed wordt. Als we het doel van de interventie bekijken, heeft deze definitie zondermeer betrekking op de beïnvloeding van de leraren en studenten. De leraren leren met de lessenserie meer invulling geven aan de verschillende rollen (“educatief ontwerper”, “rolmodel”, “facilitator”, “assessor”) terwijl de studenten generieke vaardigheden leren. Dit is de vertaling van de definitie naar de werkelijkheid.

Verschillende bronnen halen in hun beschrijving over stakeholders de opvatting van Clarkson (1995) aan die een onderscheid maakt tussen primaire en secundaire stakeholders. Laan, Ees en Witteloostuijn (2007) en Su, Mitchell en Sirgy (2006), bijvoorbeeld, geven aan dat de voortgang van een bedrijf sterk beïnvloed wordt door de primaire stakeholders. Dit is te vergelijken met het bestendigen van het cyclisch proces van innovatie en implementatie in

109 het onderwijs door de primaire stakeholders. De secundaire stakeholders hebben volgens de auteurs een geringe mate van beïnvloeding. Zij letten op de reputatie van een bedrijf en de doelen die zij realiseren (Laan et al. 2007).

11.2.1 Primaire stakeholders

Binnen de context van het onderzoek op de pedagogische instituten en de inrichting van het Surinaamse onderwijs, kunnen vier groepen stakeholders worden geïdentificeerd (fig. 8.1): de inspectie VOS (1) en de directies van de pedagogische instituten (2), de leraren (3) en de studenten (4). De betrokkenheid en actieve participatie van deze stakeholders vormt het fundament voor de implementatie. Door de prominente plaats die zij in het gehele onderzoek (analyseonderzoek en praktijkonderzoek) innemen worden zij hier de primaire stakeholders genoemd. Daarom is reeds vóór de aanvang van het analyseonderzoek systematisch gecommuniceerd met directeuren van de pedagogische instituten en de leiding van de Inspectie VOS met de bedoeling informatie te genereren en toestemming te verkrijgen voor het analyseonderzoek en tevens bij te dragen aan de veranderingen in de gesignaleerde verlegenheidsituatie. De M.O.A leraren muziek (respondenten) van de vier pedagogische instituten te Paramaribo zijn vóór de aanvang van het feitelijk analyseonderzoek regelmatig geconsulteerd waardoor zij goed zijn voorbereid. Zij hebben met de ondersteuning van hun respectieve directies meegewerkt aan het analyseonderzoek zelf.

Om de betrokkenheid en actieve participatie van de stakeholders te bestendigen, moet er aan enkele randvoorwaarden worden voldaan. Ten eerste moet de doelstelling van de innovatie duidelijk zijn. Dit is kort samengevat het verbeteren van het onderwijzen en leren van een specifiek vakonderdeel. Voor het vakonderdeel “Maat & Ritme” moet het product – de “brug” tussen de verlegenheidsituatie en de gewenste situatie – in de vorm van een lessenserie enerzijds de muziekleraar uitdagen meer invulling te geven aan de verschillende rollen (“educatief ontwerper”, “rolmodel”, “facilitator”, “assessor”) en anderzijds bijdragen aan de ontwikkeling van de generieke vaardigheden van de studenten. De student staat bij de innovatie centraal (McKenzie et al. 2005), maar is er tegelijkertijd ruimte voor de professionele ontwikkeling van de leraar. Ten tweede moeten de opvattingen van de stakeholders over de kwaliteit van het product onderzocht worden: hoe denken zij daarover?

Rogers (1983, p. 211–232) noemt de volgende factoren die het succes van innovatie bepalen. De factoren zijn vertaald naar een programma van eisen (Tabel 11.1) waarmee de stakeholders de kwaliteit van het product kunnen ijken (assesseren). Door hierover open te

110 communiceren, kunnen allerlei concerns die een succesvolle implementatie in de weg staan tot een minimum worden beperkt. Vooral dit laatste is een belangrijke voorwaarde om de betrokkenheid en actieve participatie van de stakeholders te bestendigen.

11.2.2 Secundaire stakeholders

In de afgelopen tien jaar heeft zich een netwerk (fig. 8.2) van personen ontwikkeld die als leerkracht/leraar/docent direct betrokken zijn bij het muziekonderwijs in Suriname. Uit persoonlijke communicatie en observatie blijkt dat het netwerk op basis van persoonlijke preferenties in stand wordt gehouden (uitwisseling van informatie, kennis en samenwerking). Hoewel dit netwerk op persoonlijke preferenties is gebaseerd, is zij als groep van secundaire stakeholders voor implementatie van vernieuwingen in het muziekonderwijs van eminent belang. In deze context zijn de secundaire stakeholders (leerkrachten/leraren/docenten) meestal aan twee of meerdere instellingen verbonden die muziekonderwijs aanbieden. Zij zijn in verschillende hoedanigheden ook actief in het muziekleven en komen zij elkaar bij allerlei evenementen en gelegenheden tegen. Het is ook zo dat er binnen dit netwerk een zekere mate van bereidheid is geconstateerd om ideeën en suggesties van gezaghebbende personen uit het muziekonderwijs serieus te overwegen.

Uit strategische overwegingen is bij de voorbereiding van de interventie er bewust voor gekozen gezaghebbende personen die deel uitmaken van het netwerk in de focusgroep te betrekken (fig. 11.2), omdat het verwachtbaar is dat zij de intenties tot implementatie van dit nieuw product zullen door communiceren. Er wordt ook rekening gehouden met de wijze waarop deze stakeholders zich profileren. Rogers (1983) beschrijft de volgende typen. De “trendvolgers” (“early adopters”), zij staan open voor nieuwe ontwikkelingen en aarzelen niet om een nieuw product uit te proberen. De “trendschouwers” (“early majority”) informeren eerst naar de resultaten. De groep “trendwachters” (“late majority”) lopen achter de feiten aan en wachten totdat het product zijn nut heeft bewezen. De “trendschuwers” (“laggards”) blijven het liefst in hun “comfort zone” en ageren tegen elke vorm van vernieuwing. In het

Tabel 11. 1 Programma van eisen volgens de “Attributes of Innovation” van Rogers (1983, p.211–232)

Criteria Standaard

Verwachting Het product biedt meer voordelen ten opzichte van het oorspronkelijk product.

Compatibiliteit Het product is in overeenstemming met bestaande waarden, normen, ervaringen (uit het

verleden) en persoonlijke behoeften.

Complexiteit Het product is toegankelijk en gemakkelijk te gebruiken.

Uitproberen Het product kan in een kort tijdbestek aan een test onderworpen worden.

Observeerbaarheid Het is eenvoudig de resultaten van het product voor derden (belangstellenden) zichtbaar

In document ANTON DE KOM UNIVERSITEIT VAN SURINAME (pagina 118-121)