• No results found

Samenvatting: Neem ook de cultuurhistorische wegen en paden op. Veel historische wegen hebben hun sporen in het landschap achtergelaten. Sommige hadden een specifieke functie zoals

kerkenpaden, trekwegen of doodwegen.

Reactie PS: De provincie Utrecht kent inderdaad wegen en paden met bijzondere cultuurhistorische waarde. Maar het geheel van historische wegen en paden betreft geen samenhangende ruimtelijke structuur. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt primair bij gemeenten. Waar historische wegen en paden onderdeel uitmaken van een historische buitenplaatszone, structuren van militair erfgoed, een agrarisch cultuurlandschap of een archeologische zone, hebben we ze wel opgenomen. Denk bijvoorbeeld aan de N237 als structurerend element van de buitenplaatszone Amersfoortse weg. In de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht, bedoeld als handreiking voor gemeenten, worden diverse historische wegen en paden beschreven.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 015

Samenvatting: Hoe wil de provincie de cultuurhistorische potenties in het Kromme-Rijngebied beter benutten en aantrekkelijker maken voor recreatie en toerisme? Zorg ervoor dat dit geen bedreiging of zelfs aantasting van cultuurhistorische elementen gaat vormen.

58 Reactie PS: In ons ruimtelijke beleid stimuleren wij gemeenten in algemene zin cultuurhistorische waarden in de door ons als waardevol aangegeven gebieden zorgvuldig mee te wegen bij (het beoordelen van) plannen, dus ook in het kader van recreatie en toerisme. In het Kromme-Rijngebied willen we bereiken dat het rijke cultureel erfgoed beter beleefbaar en toegankelijk wordt voor een breed publiek. We willen met name inzetten op de 'parels' uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie, zoals de forten en hun directe omgeving.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 034, 209

Samenvatting: Neem in de PRS de molenbiotopen van traditionele windmolens op. Voor de instandhouding van deze monumenten is een goede windvang en zichtbaarheid cruciaal. (34)

Verplicht via de PRV de bescherming van molenbiotopen in bestemmingsplannen. De molenbiotopen horen bij de Cultuurhistorische hoofdstructuur en dus op de kaart. (209)

Reactie PS: Wij beperken ons voor cultuurhistorie tot gemeentegrens-overstijgende waardevolle structuren en nemen geen puntlocaties op. Daarbij komt, dat gemeenten sinds 1 januari 2012 op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht zijn om cultuurhistorische waarden mee te wegen in hun ruimtelijke plannen. Molens en molenbiotopen vallen als 'puntlocaties' daarmee onder de verantwoordelijkheid van de betreffende gemeente.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 086

Samenvatting: Bij de ontwerp-PRV is een aantal bijlagen met o.a. cultuurhistorische kaarten bijgevoegd. Wat is de functie van deze bijlagen? Het is natuurlijk een essentieel verschil of bij het opstellen van de plannen met de waarden rekening wordt gehouden of dat alleen in de toelichting aan die waarden aandacht wordt besteed.

Reactie PS: De kaart met cultuurhistorische waarden geeft de exacte begrenzingen aan van de gebieden waarvoor artikel Cultuurhistorische hoofdstructuur uit de PRV geldt en maakt

onlosmakelijk deel uit van de PRV. De PRV is namelijk een digitale verordening, waarbij de kaart de toegang is tot de artikelen. De PRV-Bijlage cultuurhistorie bevat een overzicht van de gebieden per erfgoedthema waarvoor artikel Cultuurhistorische hoofdstructuur geldt en geeft daarmee een nadere invulling van de in algemene bewoordingen geformuleerde cultuurhistorische waarden in het artikel en de toelichting. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen moet conform dit artikel rekening worden gehouden met de cultuurhistorische waarden van provinciaal belang en dat moet blijken uit de bij het ruimtelijk plan behorende toelichting.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 100

Samenvatting: Volgens PRV-artikel Cultuurhistorische hoofdstructuur kunnen gemeenten ruimtelijke ontwikkelingen toestaan mits de cultuurhistorische waarde van buitenplaatsen wordt behouden en versterkt. Voeg aan de toelichting hierop toe dat lokaal en regionaal beleid in overeenstemming moet zijn met onderliggende beleidsnota’s van de provincie Utrecht, zoals de Cultuurhistorische Atlas, de Kwaliteitsgidsen Utrechtse landschappen en de Uitvoeringsagenda historische

Buitenplaatsen.

Reactie PS: De Cultuurhistorische Atlas en de Kwaliteitsgidsen voor de Utrechtse Landschappen bevatten geen ruimtelijke regelgeving, maar zijn bedoeld als handreiking en toelichting bij de regels zoals die zijn geformuleerd in de PRV. Als zodanig wordt er ook naar deze documenten verwezen.

Onze Uitvoeringsagenda Historische Buitenplaatsen is uitsluitend een voor de provincie bindend beleidsdocument.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 147, 205

59 Samenvatting: In de structuurvisie 2005-2015 is het behoud van het industrieel erfgoed opgenomen, in de ontwerp-PRS niet. Het ondersteunen van de herontwikkeling van industrieel erfgoed en het versterken van de ensemblewaarde, kunnen juist de culturele ambitie van de provincie versterken.

Daaraan is nog toe te voegen dat bij de inbreidingsgebieden een cultuurhistorische inbreng van groot belang is. Neem daarom de relatie tussen streekgebonden industriële ensemble-waarden en de provincie op. Het gaat niet alleen om financiële ondersteuning, het gaat minimaal ook om de toetsende rol bij de gemeentelijke plannen of het flankerend beleid in de ruimtelijke ordening en woningbouwambities. (147) Ook de geschiedenis van industrieel erfgoed moet zichtbaar en tastbaar blijven en meegenomen worden naar de toekomst. Met name herbestemd erfgoed kan een drager zijn van transformatie en gebiedsontwikkeling. Daarnaast kan industrieel erfgoed ook een rol spelen op het gebied van bevordering van deelname aan cultuur en technisch onderwijs. (205)

Reactie PS: Gemeenten zijn sinds 1 januari 2012 op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht cultuurhistorische waarden mee te wegen in hun ruimtelijke plannen. Wij beperken ons in het algemeen tot gemeentegrens-overschrijdende waardevolle structuren. Industrieel erfgoed valt als 'puntlocatie' daarmee geheel onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Wij beseffen dat er in een beperkt aantal gevallen wel degelijk sprake is van (gemeentegrens-overschrijdende) ensembles van industrieel erfgoed, maar we hebben ervoor gekozen om niet op basis van deze uitzonderingen toch een provinciaal belang industrieel erfgoed aan te wijzen. Ook binnen het overige provinciale erfgoedbeleid, zoals verwoord in de Cultuurnota 2012-2015, leggen we geen prioriteit bij (herbestemming van) industrieel erfgoed.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 168, 273

Samenvatting: Erken de waarde van de eeuwenoude cultuurhistorische ontwikkeling van de Soester Eng, en met name van het Zuidelijk deel daarvan. Dit is een open akkerbouwlandschap en het oudste cultuurhistorisch monument van Soest. Breng dit onder in een nieuwe categorie: 'Cultuurhistorische Waarden buiten de CHS'. Dit biedt ook de toegekende Aardkundige Waarde ruggensteun. (168) Tijdens de hoorzitting heeft de indiener als extra argument ingediend: Geef ruggensteun vanwege steeds weer optredende bedreigingen. Is beschermd dorpsgezicht sinds 1992 en dit is net weer een stapje extra/hoger.

De PRS is terughoudend over de kwaliteiten binnen de bebouwde kom, met uitzondering van een deel van de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten. Voor Soest zou dit moeten gelden voor de Soester Eng, welke een van de voorste heuvels is van de steile kant van de Utrechtse Heuvelrug met een eigen agrarische rol in de geschiedenis, maar deze ontbreekt op de waarderingskaart. (273)

Reactie PS: Bij de selectie van agrarische cultuurlandschappen is het accent gelegd op grote landschappelijke eenheden met een nog hoge structurele gaafheid. De Soester Eng bezit een

belangrijke cultuurhistorische waarde voor de agrarische geschiedenis van de provincie, maar is door verstedelijking verre van gaaf te noemen en is bovendien redelijk klein in omvang. Het middels ruimtelijke plannen behouden en versterken van de cultuurhistorische waarde van de Soester Eng is een taak van de gemeente die daar al haar rol oppakt via het beschermd dorpsgezicht.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 209

Samenvatting: Geef in de PRS weer hoe de provincie de ruimtelijke samenhang tussen de

afzonderlijke elementen van het cultureel erfgoed bewaakt. Mogelijke spanning met ontwikkelingen zitten bijvoorbeeld bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Oostflank van Utrecht-stad (Uithof, A27, NHWL, ontwikkeling Laagraven).

Reactie PS: Ruimtelijke samenhang tussen de afzonderlijke elementen van het cultureel erfgoed was en is uitgangspunt van de provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS). Dit uitgangspunt blijft ook als generiek ruimtelijk erfgoedbeleid gehandhaafd. Alleen hebben wij in de PRS ons specifiek gericht op vier thema’s. Voor wat betreft de Utrechtse oostflank komen de thema’s militair erfgoed

60 en buitenplaatsen samen en zullen wij die ook in hun samenhang inbrengen bij nieuwe

ontwikkelingen.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 209

Samenvatting: In de PRS ontbreekt het verband tussen het cultuurhistorische en het

landschappelijke belang. Ruimtelijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden zijn nauw met elkaar verbonden. Neem in de kaart Landschap de categorie ‘CHS agrarisch cultuurlandschap’ over en breid deze uit met álle waardevolle cultuurhistorische landschappen (dit is breder dan het Groene Hart). Benoem in art 2.8, lid 2C dat in de kwaliteitsgidsen de cultuurhistorische waarden beschreven zijn.

Reactie PS: Vanzelfsprekend is er verband tussen ruimtelijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Dit blijkt uit bijvoorbeeld de tekst bij landschap en ook uit de Kwaliteitsgids Utrechtse Landschappen. Wel hebben wij ervoor gekozen de PRS en PRV thematisch op te stellen en per beleidsterrein de voor dat terrein meest logische keuze te maken. Voor cultuurhistorie hebben we besloten tot een thematische benadering, waarmee wij focus aanbrengen in het ruimtelijk

erfgoedbeleid en meer recht kunnen doen aan de specifieke aspecten van de cultuurhistorische kwaliteiten. Het is aan ons zelf en aan andere partijen, zoals gemeenten om in de realisatie van de PRS de lijnen weer bij elkaar te brengen.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 227

Samenvatting: Verruim PRV-artikel Cultuurhistorische hoofdstructuur en verklaar het van toepassing op alle historische buitenplaatsen en dit niet specifiek te koppelen aan de buitenplaatszones. Het doel is om historische buitenplaatsen meer ruimte te bieden om nieuwe economische functies te ontwikkelen voor de instandhouding van de buitenplaats. Voorbeelden zoals in de toelichting genoemd zijn dus niet gekoppeld aan op kaart aangegeven zones, maar aan datgene wat je wilt behouden: alle historische buitenplaatsen.

Reactie PS: De PRV beperkt zich tot regels die noodzakelijk zijn om het provinciale ruimtelijk belang te beschermen. De samenhangende, historisch waardevolle, vaak gemeentegrenzen overschrijdende, structuren vallen onder dat belang. De buiten de samenhangende buitenplaatszone liggende

buitenplaatsen niet. Die beschouwen we als een lokaal belang. Het staat de gemeenten uiteraard vrij om daarvoor een overeenkomstig beleid te formuleren, mits het provinciaal belang niet wordt geschaad.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 232

Samenvatting: De verplichting om bijvoorbeeld voor archeologie en cultuurlandschappen de

cultuurhistorische waarden te behouden en te versterken is zodanig algemeen geformuleerd dat het voor zowel de provincie als de gemeente geen houvast biedt. Daarnaast is het gebied Kockengen-Kamerik-Zegveld zowel cultuurhistorisch waardevol, als landbouwkerngebied, zonder handvatten te geven hoe hiermee om te gaan. De Wet ruimtelijke ordening verplicht toch al om in

bestemmingsplannen te onderbouwen hoe met cultuurhistorie en archeologie is omgaan. De provinciale rol zou daarom vooral stimulerend en participerend moeten zijn.

Reactie PS: Inderdaad zijn gemeenten sinds 1 januari 2012 op basis van het Besluit ruimtelijke ordening verplicht cultuurhistorische waarden mee te wegen in hun ruimtelijke plannen. Wij beperken ons tot vier erfgoedthema's die betrekking hebben op gemeentegrens-overstijgende cultuurhistorisch waardevolle structuren. Daarvoor geven wij in de PRV aan om welke specifieke kenmerken het gaat. In de bijlage Cultuurhistorie beschrijven wij deze voor de verschillende gebieden, en de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT) biedt desgewenst een nadere toelichting. Wij willen bevorderen en bewaken dat gemeenten op een eenduidige wijze omgaan met de betreffende cultuurhistorisch waardevolle structuren. Het is een taak van

61 gemeenten om in de praktijk de verschillende belangen af te wegen. Dit geldt ook voor

cultuurhistorische waarden enerzijds en landbouwbelangen anderzijds, waarbij het overigens onze overtuiging is dat deze belangen in de praktijk niet zo tegenstrijdig zijn als ze misschien lijken.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 210, 236

Samenvatting: Hou vast aan de strategieën voor de CHS uit het Streekplan 2005-2015 'Veilig stellen', 'Eisen stellen' én 'Actief versterken'. Deze maakten het mogelijk om binnen de CHS adequaat te kunnen sturen. Nu wordt voor alle waardevolle cultuurhistorische structuren, met uitzondering van het 'archeologische erfgoed', ingezet op 'behoud door ontwikkeling'. Hiermee is het onduidelijk hoe bij bepaalde ontwikkelingen specifiek met die waarden rekening zal worden gehouden. De

beschrijvingen in de bijlage bij de PRV zijn vrij globaal en er ontbreken ook daarin feitelijk (harde) kwaliteitseisen/toetsingscriteria, terwijl deze o.a. voor de SLW wel degelijk al beschikbaar zijn.

Daarnaast zou bij eventuele ruimtelijke ontwikkelingen binnen 'historische buitenplaatsenzone' behalve kwaliteitseisen, ook nadrukkelijk als eis moeten worden gesteld dat voor een dergelijke ontwikkeling ook de economische noodzaak aangetoond wordt.

Reactie PS: Onze ervaring is dat 'eisen stellen' en 'veilig stellen' als ruimtelijke beschermingsregimes voor de meeste gemeenten juist onvoldoende richtinggevend en onderscheidend waren. ('Actief versterken' richtte zich met name op provinciaal beleid zelf.) In de nieuwe PRV geven we daarom expliciet aan dat gemeenten in hun ruimtelijke plannen rekening moeten houden met de

cultuurhistorische waarden van de vier genoemde erfgoedthema's. In de toelichting bij de artikelen geven we aan om welke kenmerken het per thema gaat, en in de PRV-bijlage en in de

Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT) verfijnen we dit nog voor de verschillende zones per thema. Naar ons idee scheppen we dus aanzienlijk meer duidelijkheid dan voorheen. We kiezen voor 'minder maar beter' en laten meer over aan gemeenten zelf. Inderdaad creëren we ruimte voor ontwikkeling van economische kostendragers voor het beheer van buitenplaatsen, maar wat daadwerkelijk mogelijk en wenselijk is, zal per geval moeten worden beoordeeld. Daartoe zullen wij om te beginnen een aantal business cases uitvoeren. Het is geenszins de bedoeling de aanwezige cultuurhistorische en andere waarden opzij te schuiven.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 210, 236

Samenvatting: Op de kaart: 'Cultuurhistorie' moeten binnen de stedelijke gebieden van Zeist niet alleen de buitenplaatszones worden aangegeven, maar ook de overige in cultuurhistorische opzicht waardevolle gebieden, zoals o.a. de villaparken.

Reactie PS: Vanuit de rolverdeling binnen de ruimtelijke ordening richten wij ons in de PRS op gemeentegrens overschrijdende structuren. Alleen voor deze gebieden zijn wij eventueel bereid ons juridisch instrumentarium in te zetten, als de betreffende cultuurhistorische waarden naar ons idee onvoldoende worden geborgd. Villaparken vallen hier niet onder. Voor het overige laten wij meer verantwoordelijkheid aan gemeenten.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 210, 236

Samenvatting: Hou voor cultuurhistorie de grenzen aan zoals deze ook al op de bij het Streekplan 2005-2015 gevoegde kaart waren aangegeven en die feitelijk hun oorsprong vonden op de analyses in de rapporten: 'Niet van Gisteren (Provincie Utrecht, 2002)' en met name in: 'Tastbare tijd

(Provincie Utrecht, 2005)'.

Reactie PS: Niet van Gisteren' en 'Tastbare Tijd' blijven sturend voor ons eigen erfgoedbeleid en blijven ook een handreiking en inspiratiebron voor anderen. De digitale versie van 'Tastbare Tijd', de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht (CHAT), wordt zelfs ter gelegenheid van de nieuwe PRS geactualiseerd. In de PRS en PRV focussen wij op vier erfgoedthema's en geven wij meer expliciet dan voorheen aan welke cultuurhistorisch waardevolle kenmerken gemeenten moeten

62 meewegen in hun ruimtelijke plannen. Alleen voor deze gebieden zijn wij eventueel bereid ons juridisch instrumentarium in te zetten, als de betreffende cultuurhistorische waarden naar ons idee onvoldoende worden geborgd. Voor het overige laten wij meer verantwoordelijkheid aan

gemeenten.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 256, 258

Samenvatting: Neem de fietsroute van Zeist naar Bilthoven over de oude spoorlijn op, zowel uit recreatief als uit cultuurhistorisch en EHS perspectief. Deze route, die niet samenvalt met bestaande wegen en voorzieningen, vormt zowel qua route als qua vorm een zeer herkenbaar element van de oude vervoersstructuur die tot ontwikkeling van zowel Zeist als Bosch en Duin heeft geleid.

Reactie PS: De provincie Utrecht kent wegen en paden met bijzondere cultuurhistorische waarde, waaronder de fietsroute van Zeist naar Bilthoven over de oude spoorlijn. Maar het geheel van historische wegen en paden betreft geen samenhangende bovenregionale ruimtelijke structuur. De verantwoordelijkheid voor het borgen van dergelijke cultuurhistorische waardevolle elementen ligt daarmee primair bij de betreffende gemeenten.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 276

Samenvatting: De PRS biedt weinig aanknopingspunten ten aanzien van de historische planologische ontwikkeling. De verstedelijkingstrend heeft vooral vanuit de stad Utrecht plaatsgevonden. Relatief jong zijn de ontwikkelingslijnen in de richting van Vreeswijk en Schalkwijk. Hoe verhoudt dit zich tot het Groene Hart en het waardevol geachte rivierengebied?

Reactie PS: Voor cultuurhistorie concentreren wij ons op vier ruimtelijk relevante erfgoedthema's.

Wij geven gemeenten richtlijnen om daar in hun ruimtelijke plannen op een eenduidige manier mee om te gaan. Voor het overige is het primair de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf om

cultuurhistorische waarden te borgen in hun ruimtelijke plannen. In de kwaliteitsgidsen worden de structuren van het landschap van het Groene Hart en het Rivierengebied duidelijk beschreven. Bij nieuwe ontwikkelingen vragen wij om hierbij aan te sluiten en de kwaliteit van het landschap te versterken.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 276

Samenvatting: Cultuurhistorie wordt in de PRS te weinig gepositioneerd als de drager van de drie pijlers. Het erfgoed is niet alleen gebaat bij 'bescherming' en 'behoud' maar met name bij integratie in de huidige maatschappelijke ontwikkeling. Het moet worden meegewogen bij elke ruimtelijke ingreep.

Reactie PS: Wij zien cultuurhistorische waarden als een belangrijke drager van ruimtelijke kwaliteit.

Gemeenten zijn op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) sinds 1 januari 2102 verplicht om in al hun ruimtelijke plannen rekening te houden met aanwezige cultuurhistorische waarden. Als provincie concentreren we ons op een viertal ruimtelijke thema's die betrekking hebben op gemeentegrensoverschrijdende structuren. Behoud door ontwikkeling is daarbij ons uitgangspunt.

Wij zijn het dus van harte met de indiener eens dat erfgoed niet alleen gebaat is bij bescherming, maar idealiter ook een rol speelt bij (maatschappelijke) ontwikkeling.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 276

Samenvatting: De 'cultuurhistorische hoofdstructuur' betreft een 'statische' inventarisatie van 'op dit moment' (cultuur)historisch waardevol geachte gebieden. Een belangrijk gegeven bij ruimtelijke ontwikkelingen, maar het gevaar bestaat dat cultuurhistorie hiermee toch sectoraal gepositioneerd wordt. Relaties met bijvoorbeeld economische ontwikkelingen dreigen door een dergelijke sectorale benadering onderbelicht te blijven.

63 Reactie PS: Wij zijn ons ervan bewust dat de wijze waarop cultuurhistorische waarden behouden en zichtbaar gemaakt kunnen worden, in de praktijk verschillend kan uitpakken. Dit is onder meer afhankelijk van andere gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en vergt een belangenafweging per geval. De systematiek van de PRV, waarbij het kaartbeeld leidend is, maakt in één oogopslag duidelijk met welke andere provinciale belangen men in een gebied te maken heeft. Voor het geval de praktijk aanleiding geeft het ruimtelijk erfgoedbeleid te herijken, kan daar gedurende de looptijd van de PRS uitvoering aan worden gegeven.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 276

Samenvatting: Voor cultuurhistorie is het in de PRS onduidelijk in welke richting de 'instandhouding' gezocht moet worden. Het zal in deze voor gemeenten een hele toer worden om dergelijke

aangelegenheden planologisch en financieel correct te regelen in een bestemmingsplan.

Reactie PS: Het uitgangspunt van het ruimtelijk erfgoedbeleid is niet instandhouding op zich maar 'behoud door ontwikkeling'. Het is inderdaad voor gemeenten niet altijd een eenvoudige opgave

Reactie PS: Het uitgangspunt van het ruimtelijk erfgoedbeleid is niet instandhouding op zich maar 'behoud door ontwikkeling'. Het is inderdaad voor gemeenten niet altijd een eenvoudige opgave