• No results found

5.1/1 Algemene beleidslijn verstedelijking zienswijze van: 008

Samenvatting: Pleidooi voor keuze voor knooppunten als centraal verstedelijkingsprincipe.

Reactie PS: In ons ruimtelijk beleid hanteren wij een voorkeursvolgorde bij stedelijke ontwikkelingen, gebaseerd op de duurzame verstedelijkingsladder van het Rijk. In essentie houdt de

voorkeursvolgorde in: eerst de mogelijkheden van herstructurering of transformatie, dan de mogelijkheden in de nabijheid van halten en knopen van het OV - netwerk, dan de overige

mogelijkheden in het stedelijk gebied (binnen de rode contouren), en als laatste uitbreiding. Uit deze volgorde mag worden afgeleid dat ook wij de ontwikkeling en benutting van knooppunten van groot belang vinden. Hier liggen uitstekende kansen voor een koppeling van stedelijke ontwikkelingen en een goede (OV-)bereikbaarheid. Het benoemen van de keuze voor knooppunten als het centrale verstedelijkingsprincipe gaat ons echter een stap te ver: een strikte toepassing ervan zou kunnen leiden tot het missen van kansen bij andere binnenstedelijke ontwikkelingen en dit vinden wij ongewenst. In het kader van de Ontwikkelingsvisie NV Utrecht is al wel gekeken naar extra

verdichtingsmogelijkheden in de nabijheid van knooppunten en haltes van het openbaar vervoer. De resultaten hiervan zijn meegenomen bij het bepalen van het binnenstedelijke programma per gemeente.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 026

Samenvatting: Welke andere afwijkingen van plannen van BRU, Eemland en andere samenwerkingsverbanden bevat dit ontwerp? Waar is de toelichting?

Reactie PS: In onze Structuurvisie geven wij aan welke ruimtelijke ontwikkelingen wij voorzien in onze provincie. Hoewel de opgenomen stedelijke programma’s in overleg met de gemeenten tot stand zijn gekomen, kunnen ze afwijken van plannen en visies van gemeenten en

samenwerkingsverbanden. Een toelichting op al deze afwijkingen voert te ver. Voor zover hierover zienswijzen zijn ingediend is onze toelichting te vinden bij de stedelijke programma’s in deze Nota van beantwoording (5.5. e.v.)

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 086

Samenvatting: De lacune in Rijksbescherming, zoals het wegvallen van de bescherming van het Nationaal Landschap Groene Hart, kan alleen worden opgevangen door een nog actievere planologische rol van de provincie, bijv. bij de ontwikkeling en regionale afstemming van

woningbouwlocaties en bouwprogramma’s en het schrappen van overbodige locaties zoals Vianen Hoef en Haag.

Reactie PS: Ook na het wegvallen van het Rijksregime op het gebied van de ruimtelijke ordening nemen wij een actieve planologische rol in het behoud van de landschappen en de afstemming van uitbreidingslocaties. Dat geldt ook voor het beschermingsregime voor het landschap Groene Hart. De locatie Vianen-Oost is in de Voorloper Groene Hart opgenomen als transformatiezone waar mogelijk stedelijke functies een plaats kunnen krijgen en tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit van de

kernrandzone verbeterd kan worden. In die zin past Hoef en Haag dus ook bij het interprovinciale Groene Hartbeleid. Wij zijn bovendien van mening dat de ontwikkeling van Hoef en Haag

noodzakelijk is. Zie ook onze reactie onder 5.2/2.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 097, 232, 233, 284

74 Samenvatting: Als daar goede redenen voor zijn moet het ook mogelijk zijn om buiten de rode contour te bouwen. Met name bij Zegveld wens om meer woningen te bouwen (232). PRS en PRV dienen de mogelijkheid tot flexibiliteit te bieden, vooral voor de kleine kernen is dit nodig. Provincie moet actief meedenken met de verbetering van de kernrandzones gericht op lokaal maatwerk. (233).

Kleine kernenbeleid is opportuun en vraagt om specifieke aandacht. Graag aandacht voor specifieke beleidsonderwerpen die de leefbaarheid ondersteunen en versterken en actie door provincie.

Instandhouden leefbaarheid moet kunnen leiden tot geringe overschrijding rode contour (233).

Beleid voor vitaliteit van de kleine kernen ontbreekt, deze staat behoorlijk onder druk. Met name voor Hekendorp is het voor de vitaliteit van belang om enige woningen te bouwen (97). Bij de uitwerking van het beleid m.b.t. kleine kernen graag verkennen welke mogelijkheden er zijn voor maatwerk. Gedacht wordt aan voorzieningen op het gebied van sport en onderwijs of

maatschappelijke voorzieningen en bereikbaarheid per openbaar vervoer (284).

Reactie PS: Wij zijn het met indieners eens dat de leefbaarheid in kleine kernen bijzondere aandacht verdient. Dit hebben we ook aangegeven in de PRS (5.1). Uitbreiding van de kern met een aantal woningen biedt meestal geen structurele oplossing. Er zal gezocht moeten worden naar andere oplossingsrichtingen. Dit betreft maatwerk per kern. De kadernota Binnenstedelijke Ontwikkeling geeft uitwerking aan de provinciale belangen ‘voldoende op de behoefte aansluitend woningaanbod’

en ‘optimaal gebruik binnenstedelijke ruimte’. Hierin is als specifieke ambitie opgenomen

‘toekomstbestendige binnenstedelijke kwaliteit’. Bij de verdere uitwerking hiervan zal ook aandacht zijn voor de leefbaarheid in kleine kernen. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan

oplossingsrichtingen die verder gaan dan de fysieke uitbreiding van de kern. Ons beleid voor de kernrandzones ( 6.2) biedt mogelijkheden om, als daarmee de ruimtelijke kwaliteit van de kernrandzone wordt versterkt, stedelijke functies toe te voegen, mits kleinschalig en passend.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 100, 116, 126

Samenvatting: Verheugd over uitgangspunt om tenminste tweederde van de opgaven voor wonen en werken binnenstedelijk te realiseren en de beleidslijn om de ontwikkeling van nieuwe

bedrijventerreinen uitsluitend te beschouwen in relatie tot herstructurering (100). Steunen de hoofdkoers richting binnenstedelijke woningbouw. Realisatie stuit echter op knelpunten waar- zeker bij grote transformatielocaties - nog geen oplossing voor is. Het teruggelopen bouwtempo, met name in Leidsche Rijn, zorgt voor grote financiële risico’s, waardoor gemeente niet in staat is nieuwe risicovolle gebiedsontwikkelingen aan te gaan. Focus noodzakelijk, gerichte ondersteuning

(financieel, regelgeving) kan helpen. Graag geven wij hier samen met de provincie invulling aan. Op termijn noodzaak om de verstedelijkingskoers in de Noordvleugel als geheel tegen het licht te

houden (116). Wij onderschrijven de hoofdlijnen, uitgangspunten en voorgestelde keuzes als het gaat om de focus op binnenstedelijke ontwikkelingen en mede daardoor het beschermen van de

waardevolle landschappen in de provincie (126)

Reactie PS: De instemmende reacties op onze hoofdkeuze voor binnenstedelijke ontwikkeling nemen wij voor kennisgeving aan. Wij erkennen de door indiener (116) beschreven problemen en willen die graag samen oppakken. In het kader van de actualisatie van de Gebiedsagenda is dit ook een

aandachtspunt en zullen we dit als NV Utrecht partners samen inbrengen. In de PRS hebben wij opgenomen dat we de stedelijke programma’s elke vier jaar willen herijken; in dat kader zien wij ook uw opmerking met betrekking tot het tegen het licht houden van de verstedelijkingskoers van de Noordvleugel als geheel.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 209, 210, 236

Samenvatting: Benoem de stappen van de duurzame verstedelijkingsladder in de PRV (209).

Duurzame verstedelijkingsladder niet alleen in de toelichting maar ook direct in de PRV verankeren (210, 236)

75 Reactie PS:210, 236 Om zorgvuldig ruimtegebruik te bevorderen, neemt het Rijk een ladder voor duurzame verstedelijking op in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Omdat de ladder in het Bro wordt geregeld, kan het niet (nog eens) in de PRV opgenomen worden. Wel wordt er in de

toelichting bij de PRV verwezen naar de ladder. Het Rijk werkt momenteel aan een handreiking voor het werken met de ladder.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 235

Samenvatting: Indiener pleit voor grootschalige woon- en werkruimte in nabijheid sneltram IJsselstein en Zevenhoven, het kasteel Overvliet en Lopikerkapel.

Reactie PS: De nieuwe grootschalige uitbreidingslocaties voor woningbouw die in de PRS en PRV zijn opgenomen, komen allen uit de Ontwikkelingsvisies NV Utrecht (2009). De door indiener

voorgestelde locatie maakt daar geen deel van uit. In het proces van de totstandkoming van deze ontwikkelingsvisie zijn diverse mogelijke uitbreidingsrichtingen onderzocht. Zie ook onze reactie onder 5.2/2.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 250

Samenvatting: Bij ontbreken van duidelijke ondergrond vindt indiener de kaart (Wonen en Werken) onduidelijk.

Reactie PS: De PRS en PRV zijn opgesteld als digitale plannen. Via de provinciale plannenviewer, bereikbaar via www.puzzelenmetdeprovincie.nl, kunt u kiezen welke ondergrond u wilt en indien gewenst inzoomen.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 264

Samenvatting: In de visiekaart en de kaart ‘Wonen en Werken’ ontbreekt de ambitie zoals

beschreven in Hoofdstuk 2: ‘voorgenomen ontwikkelingen 2028’. Op de kaart ‘Wonen en Werken’ is de inzet op kennisintensieve en diensteneconomie niet terug te vinden.

Reactie PS: Wij hebben gepoogd om de voorgenomen ontwikkelingen zoals geschetst in H2 PRS, voor zover mogelijk te verbeelden op de visiekaart. De kaart ‘Wonen en Werken’ verbeeldt uitsluitend de beleidsobjecten die zijn opgenomen in de PRS en PRV. Daar is de inzet op kennisintensieve en diensteneconomie inderdaad niet uit af te leiden.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 210, 236, 273

Samenvatting: Bij binnenstedelijke verdichting zorgvuldig rekening houden met de daar aanwezige kwaliteiten, zoals de binnenstedelijke groenstructuur (210, 236) . Verstedelijking zoveel mogelijk koppelen aan haltes en knopen van OV-netwerk: OV is slechts een deelindicator van leefbaarheid, beter is het om hier enkel bereikbaarheid te noemen. ‘Functiemenging draagt bij aan de vitaliteit van het stedelijk gebied’ is niet algemeen van toepassing, het hangt sterk af van de functies die gemengd worden, de bestaande ruimtelijke en sociale structuur etc. Bij ‘Kwaliteit van het stedelijk gebied’

rekening houden met vergrijzing, ontgroening en (lokale) krimp. De kwantitatieve benadering is niet voldoende om tot een duurzame ruimtelijke inrichting te komen. Maatschappelijke trends en ontwikkelingen, sociaal-culturele behoeften, waardeoriëntatie etc., kortom kwalitatieve elementen worden steeds belangrijker voor duurzame ontwerpen (273).

Reactie PS: Naar onze mening kan binnenstedelijke ontwikkeling de stedelijke kwaliteit versterken, wanneer er aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan. Afhankelijk van de locatie (wat kwaliteit is, is locatie-afhankelijk), zijn er verschillende aspecten waarmee rekening gehouden moet worden.

Elementen die daarbij een rol spelen zijn genoemd in de matrix in paragraaf 3.4. Hieronder vallen uiteraard ook binnenstedelijke groenstructuren. Overigens vinden wij de binnenstedelijke kwaliteit primair de verantwoordelijkheid van gemeenten, wij zien voor onszelf een stimulerende rol in deze.

76 Wij willen gemeenten waar mogelijk ondersteunen bij het realiseren en behouden van kwaliteit. In de Kadernota Binnenstedelijke Ontwikkeling en Wonen (PS, april 2012) is de ambitie

‘Toekomstbestendige binnenstedelijke kwaliteit’ ook opgenomen, als uitwerking van de PRS. Daarin is ook een groot aantal ontwikkelingen genoemd die belangrijk zijn voor dit complexe werkveld.

Hierbij is onder andere gekeken naar politiek-bestuurlijke, maatschappelijke, demografische en economische ontwikkelingen.

Wij zijn het met indiener (273) eens dat voor leefbaarheid bereikbaarheid in het algemeen van belang is. Het koppelen van verstedelijking aan haltes en knooppunten van OV heeft positieve effecten: enerzijds kan het draagvlak voor het OV worden vergroot, hetgeen een gunstig effect heeft op de exploitatie van de OV-lijn, anderzijds kan het autogebruik worden tegengegaan wat een gunstig effect heeft op de leefbaarheidsindicatoren zoals luchtkwaliteit, veiligheid e.d. Wij zijn van mening dat met functiemenging monotone wijken worden voorkomen, waardoor er zowel overdag,

‘s avonds als in het weekend levendigheid ontstaat. Zodoende stellen wij dat functiemenging in z’n algemeenheid bijdraagt aan de vitaliteit in het stedelijk gebied. Uiteraard dient bij functiemenging de lokale situatie in acht te worden genomen en functies gemengd worden die voor het betreffende gebied passend zijn.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

5.1/2 systeem rode contour algemeen zienswijze van: 086, 209

Samenvatting: Onjuist dat rode contouren zijn verlegd rond deels nog te realiseren

uitbreidingswijken (Marickenzijde) en bij sommige kleine kernen, bestaande sportvelden en groene voorzieningen aan de rand van de kern dienen buiten de contour worden gebracht teneinde bebouwing te voorkomen (86). Pleidooi om bestaande sportvelden en groene voorzieningen aan de rand van de kernen buiten de rode contour te houden c.q. te brengen (209)

Reactie PS: Bij het trekken van de rode contouren hebben wij alleen die uitbreidingslocaties in de rode contouren opgenomen, waarvoor tenminste een ontwerp-bestemmingsplan is vastgesteld.

Voor de locatie Marickenzijde is er een vastgesteld bestemmingsplan, zodat deze locatie binnen de rode contouren is opgenomen. Bij bestaande sportvelden en (stedelijke) groene voorzieningen hebben wij ons bij het bepalen van de rode contouren vooral laten leiden door de ruimtelijke verschijningsvorm (b.v. hoeveelheid bebouwing) en situering. Als de sportvelden / groene

voorzieningen aan meerdere zijden door bebouwing zijn omgeven en integraal onderdeel uitmaken van het stedelijk gebied, dan zijn zij doorgaans opgenomen binnen de rode contouren. In de overige gevallen vallen zij buiten de rode contouren.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 209

Samenvatting: Op tal van plaatsen is de rode contour ‘terloops’ vergroot, waarmee extra bouwmogelijkheden worden gecreëerd (Eemnes, Achterveld, Amerongen, Den Dolder, Huis ter heide, Nieuwegein)

Reactie PS: De rode contouren geven het stedelijk gebied aan. Hierbij gaat het niet alleen om bebouwing voor wonen en werken, maar ook om andere stedelijk gelieerde functies. Indien er voor een uitbreiding voor wonen en werken tenminste een ontwerp - bestemmingsplan is opgesteld, hebben wij deze uitbreiding opgenomen binnen de rode contouren. Naar onze overtuiging hebben wij daarmee op een zorgvuldige en inzichtelijke wijze de rode contouren bepaald en is er van het

‘terloops vergroten van de rode contour op tal van plaatsen’ geen sprake. De indiener heeft naast deze algemene opmerking ook bezwaren tegen de specifieke ligging van een aantal contouren. Deze bezwaren komen bij de betreffende kern ter sprake.

Besluit PS: geen aanleiding tot aanpassing.

zienswijze van: 210, 230, 232, 236, 256, 258

77 Samenvatting: Niet verder knagen aan de rode contouren. Helderheid zorgt voor minder

conflictueuze plannen en procedures. Het ter discussie kunnen stellen van de rode contouren zet de deur open voor verstedelijking van het buitengebied (210). De werkwijze met rode contouren schept helderheid en duidelijkheid. De aangegeven werkwijze in de PRS bij kleinschalige ontwikkelingen (Ja, mits) geeft mogelijkheden maar onduidelijk blijft wat met kleinschalig wordt bedoeld. (230) We gaan er van uit dat de herijkingen ons de kans geven de rode contour in de looptijd van de PRS te kunnen aanpassen dan wel nieuwe uitbreidingslocaties mogelijk te maken, ten behoeve van het behoud van de vitaliteit van de kernen (232). Het lijkt er op dat provincie veel flexibeler met rode contouren wenst om te gaan dan voorheen. Dit zet de deur open naar verdere verrommeling van het landelijke gebied ondanks integrale visie op de kernrandzone (210, 236). In de PRS en PRV moet zeer strak worden vastgehouden aan de rode contouren, dus in beginsel geen ontwikkelingen buiten de rode contouren, tenzij-. (256, 258)

Reactie PS: Wij nemen met instemming kennis van de positieve opmerkingen over de rode

contouren en over de verwachting dat 80% van de verstedelijkingsopgave binnen de rode contouren zal plaatsvinden (210, 230, 236, 256, 258). Een aantal indieners (210, 236,256, 258) maken zich echter wel zorgen over de flexibiliteit m.b.t. de rode contouren en de mogelijkheden in de kernrandzone. Enkele indieners menen dat de tekst in paragraaf 5.1: ‘voor kleinschalige rode ontwikkelingen buiten de contouren bieden wij via algemene regels ook ruimte zonder verdere procedure (ja, mits)’ leidt tot verrommeling en de deur open zet voor verstedelijking. Daarnaast zou de 4 - jaarlijkse herijking teveel flexibiliteit bieden. Wij hanteren de systematiek van de rode

contouren om binnenstedelijke ontwikkeling te stimuleren en het buitengebied te beschermen tegen ongewenste verstedelijking. Dit hebben wij ook verwoord in de PRS en in regels vertaald in de PRV. In de kernrandzone is ons beleid gericht op versterking van de kwaliteit van de kernrandzone. De kernrandzone is een dynamische zone, waar de dynamiek wordt aangewend om de kwaliteiten te verhogen. Daarbij kunnen ook kleinschalige rode ontwikkelingen aan de orde zijn, mits uit een visie blijkt dat op deze wijze ook daadwerkelijk sprake is van kwaliteitswinst van de kernrandzone.

Hiervoor is geen aparte procedure (voorheen de ontheffing) meer nodig, zodat de administratieve lasten van provincie en gemeente beperkt blijven. Op deze wijze benutten wij de kansen die er in de kernrandzone liggen, en beschermen wij tegelijk nog steeds het buitengebied tegen ongewenste verstedelijking. Naar onze overtuiging is er van de deur open zetten voor verstedelijking dan ook geen sprake. Wel zijn wij het met de indieners eens dat de tekst onder 5.1. hierover (‘zonder verdere procedure, ja, mits’) niet helemaal helder is. De gemeente moet immers wel onderbouwen hoe de voorgestelde ontwikkeling bijdraagt aan een verhoging van de ruimtelijke kwaliteit van de

kernrandzone. Wij zullen dit onder 5.1 in de PRS verduidelijken. Bij de vierjaarlijkse herijking actualiseren wij waar nodig de ligging van de rode contouren. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een gemeente voor een uitbreidingslocatie inmiddels een (ontwerp)-bestemmingsplan heeft. De meerwaarde van deze actualisatie is dat wij steeds blijven beschikken over actuele rode contouren.

In ons verstedelijkingsbeleid richten wij ons primair op de mogelijkheden binnen bestaand bebouwd gebied. Wij zijn het met de indiener (232) eens dat de leefbaarheid in kleine kernen bijzondere aandacht verdient. Kortheidshalve verwijzen wij hier naar de reactie onder 5.1/1.

Besluit PS: PRS aanpassen door in paragraaf 5.1 onder ‘stedelijk gebied en rode contouren’: ‘(ja mits)’

te vervangen door ’mits dit aantoonbaar leidt tot vergroting van de ruimtelijke kwaliteit’.