• No results found

VOORBEELD 2: DUINDOORNSTRUWELEN

Bijlage 2: ANB-richtlijn 2006/04

Agentschap voor Natuur en Bos Centrale Diensten

ANB-richtlijn 2006/04

Koning Albert II-laan 20 te 1000 BRUSSEL Tel. 02-553 81 02 - Fax 02-553 81 05 www.natuurenbos.be

Datum :

5 oktober 2006

Betreft: Criteria voor het creëren van open plekken in het bos en

voor het beheer van bestaande open plekken in het bos

Deze ANB-richtlijn vervangt Bos & Groen dienstnota 2001/2 ‘Visie van het Bosbeheer op de creatie van open plekken binnen de bossfeer en de uitvoering van kleinschalige ontbossingen ten behoeve van natuurontwikkeling.’

Deze ANB-richtlijn zal later verwerkt worden samen met de bestaande ‘Richtlijnen voor de beoordeling van een uitgebreid bosbeheerplan’, d.d. 5 januari 2004, tot één ANB-richtlijn betreffende de goedkeuring van bosbeheerplannen.

De criteria voor de adviesverlening m.b.t. ontbossingen ten behoeve van natuurontwikkeling zullen opgenomen worden in de ANB-richtlijn met betrekking tot de toepassing van het Bosdecreet, art. 90bis (Bos & Groen dienstnota 2005/02).

***

Het creëren van open plekken in het bos is in principe enkel mogelijk indien dit voorzien wordt in een goedgekeurd uitgebreid bosbeheerplan (zie hierover ANB-richtlijn 2006/01). Dit betekent dat de beoordeling van een voorstel voor het creëren van open plekken in het bos volledig kadert binnen de procedure voor de goedkeuring van een uitgebreid bosbeheerplan.

In sommige gevallen kan het creëren van open plekken ook vergund worden via een beperkt bosbeheerplan (één of enkele open plekken <0,5ha in een privé-bos) of via een machtiging in toepassing

In hoofdstuk I worden, in afwachting van een nieuwe ANB-richtlijn rond de goedkeuring van bosbeheerplannen, enkele aspecten van de procedure besproken.

Hoofdstuk II omvat dan de criteria zelf. De beoordeling gebeurt via het doorlopen van een denkschema. Hierbij wordt bij elke stap verwezen naar het punt van de inhoudstabel van het bosbeheerplan (conform bijlage I van het BVR van 27 juni 2003 betreffende de beheerplannen van bossen) waar de op dat ogenblik relevante informatie te vinden is.

Hoofdstuk III omvat heel kort enkele richtlijnen met betrekking tot het beheer van bestaande open plekken in het bos.

Hoofdstuk I: enkele procedure-aspecten m.b.t. creëren van open plekken en het beheer van

bestaande open plekken, zoals opgenomen in een uitgebreid bosbeheerplan ………4

I.1. Informeel overleg, voorafgaand aan het doorlopen van de administratieve procedure. ... 6

I.2. Ontvangstmelding en beoordeling van de volledigheid van het ontwerp-bosbeheerplan ... 6

I.2.1. Algemeen ... 6

I.2.2. toegepast op ‘creëren van open plekken’ ... 7

Hoofdstuk II: criteria voor het creëren van open plekken in het bos ... 8

II.1. Beoordeling van de doelstellingen: zie bosbeheerplan, 3.2 Beheerdoelstellingen m.b.t. de ecologische functie... 8

II.2. Beoordeling van de beheermaatregelen: zie bosbeheerplan 4.8 open plekken ... 9

II.2.1. KWANTITATIEVE AFWEGING... 9

II.2.2. AFWEGING M.B.T. DE MEERWAARDE VAN EEN OPEN STREEFBEELD T.O.V. BOSVEGETATIES ... 11

A. Wat is de ruimtelijke context (cf. 1.3, 1.4.2, 1.7 van het ontwerp-beheerplan)? 11 B. Wat is de historiek van de locatie (cf. 2.1 van het ontwerp-beheerplan)? 12 C. Wat is de abiotische situatie van de locatie (cf. 2.1, 2.2 van het ontwerp beheerplan)? 13 D. Wat is de uitgangssituatie en welke potenties zijn aanwezig m.b.t. bosvegetatie (cf. 2.3.1., 2.3.2 van het ontwerp beheerplan)?...10

E. Wat is de uitgangssituatie en welke potenties zijn aanwezig m.b.t. niet-bosvegetaties (cf. 2.3.3. van het ontwerp-beheerplan)? 15 F. Wat is de uitgangssituatie en welke potenties zijn aanwezig m.b.t. fauna en flora (cf. 2.3.3., 2.3.4. van het ontwerp-beheerplan)? 16 G. Zijn er overige elementen die pleiten voor behoud van de bosvegetatie? 17 II.2.3. AFWEGING M.B.T. DE REALISATIE VAN HET STREEFBEELD... 18

A. Op welk schaalniveau worden de doelstellingen van het streefbeeld gerealiseerd? 18 B. Hoe gebeurt de praktische uitvoering en de opvolging? 20 II.2.4. EINDBEOORDELING CREËREN OPEN PLEKKEN: SCHEMA ... 21

Hoofdstuk I: enkele procedure-aspecten m.b.t. creëren van

open plekken en het beheer van bestaande open plekken,

zoals opgenomen in een uitgebreid bosbeheerplan

Indienen beheerplan Na 1 maand: Ontvangstmelding Binnen de 30 dagen: Consultatie van de bevolking. (30 dagen) Bij bosgroep of Bosbeheer. Ontvankelijk Onontvankelijk Terugsturen met melding van redenen.

Ontwerp-BHP en verslag consultatie afgeven bij bosbeheer.

(max. 30 dagen na consultatie) Toekennen registratienummer.

Goedkeuring BHP

Niet in orde: (aangetekend schrijven) Afkeuring

6 maanden tijd voor aanpassingen Nodige wijzigingen doorgeven

aan de opsteller

Consultatie

De aankondiging dient te gebeuren binnen 30 dagen na ontvangstmelding in minstens één regionale krant. Het BHP wordt ter inzage gelegd bij de bosgroep of het Bosbeheer.

Inhoud:

- welk bos + korte beschrijving beheerdoelstellingen

- plaats + uren voor inkijken

- begin- en einddatum

- vermelden: ‘Gedurende deze periode kunnen opmerkingen en/of bezwaren schriftelijk gericht worden aan de bosgroep of het Bosbeheer.

De bosgroep/het Bosbeheer maakt een dossier op met een bewijs van de aankondiging en een kopie van de ingediende opmerkingen/bezwaren. Dit wordt bezorgd aan de opsteller van het BHP. Deze maakt een verslag van de conultatieronde: op welke manier werd wel of waarom werd niet rekening gehouden met opmerkingen/bezwaren.

Eventueel binnen de maand beroep aantekenen bij het Comité. -Openbaar bos in VEN of SBZ:

advies Natuur (30 dagen)

- Bos in beschermd landschap: advies M&L (geen termijn vastgelegd)

6 maanden

I.1. Informeel overleg, voorafgaand aan het doorlopen van de

administratieve procedure.

Om het doorlopen van de administratieve procedure voor goedkeuring van het bosbeheerplan vlot te laten verlopen is overleg op voorhand tussen de opsteller en het Bosbeheer sterk aan te raden. Op die manier weet de opsteller nog voor het officieel indienen van het beheerplan wat verwacht wordt en grote knooppunten kunnen dan tijdig gedetecteerd en eventueel vermeden worden.

Volgende overlegmomenten zijn aangewezen: - bespreking van de bestandsindeling

- overlopen beheerdoelstellingen

- bespreking van het ontwerp beheerplan (nog voor het officieel ter goedkeuring ingediend wordt).

Voor beheerplannen van openbare bossen in VEN of SBZ, is het aangewezen om al vanaf het moment van de vaststelling van de beheerdoelstellingen Natuur bij het overleg te betrekken.

I.2. Ontvangstmelding en beoordeling van de volledigheid van het ontwerp

bosbeheerplan

I.2.1. Algemeen

Conform Art. 7 van het BVR van 27 juni 2003 betreffende de beheerplannen van bossen wordt een ontwerp beheerplan in eerste instantie beoordeeld op ontvankelijkheid en volledigheid. Het Bosbeheer dient binnen een termijn van één maand een ontvangstmelding te bezorgen aan de indiener, waarin ofwel het beheerplan voor verdere behandeling wordt aanvaard of waarin wordt gemeld welke ontbrekende gegevens er nog aan het Bosbeheer moeten bezorgd worden.

Bij uitgebreide bosbeheerplannen is het beheerplan pas helemaal volledig als ook het verslag van de consultatieronde aan het beheerplan is toegevoegd en de indiener zo nodig het ontwerp beheerplan aangepast heeft aan de resultaten van de consultatieronde (art.8, §3). Pas dan wordt het registratienummer meegedeeld.

Voor de beoordeling van de volledigheid van het beheerplan verwijst het BVR betreffende de beheerplannen van bossen naar de bijlage I van het besluit. De beoordeling van de volledigheid heeft enkel als doel vast te stellen of het beheerplan alle nodige gegevens bevat om te kunnen beslissen over goedkeuring of niet-goedkeuring. De inhoudelijke beoordeling van het beheerplan gebeurt pas later, eventueel na ontvangst van de ontbrekende gegevens, op basis van de ‘Richtlijnen voor het beoordelen van uitgebreide bosbeheerplannen’, d.d. 5 januari 2004.

Een ontwerp beheerplan kan dus volledig zijn, ook al is het onmiddellijk duidelijk dat het Bosbeheer het niet ongewijzigd zal kunnen goedkeuren (omdat bij voorbeeld niet aan de criteria voor duurzaam bosbeheer voldaan is). Het is belangrijk hier correct over te communiceren met de indiener. Bij de ontvangstmelding kan aan de indiener bij voorbeeld worden meegedeeld dat het beheerplan ontvankelijk

en volledig is, maar dat het bij een eerste lezing al duidelijk is dat om die en die reden het beheerplan niet ongewijzigd zal kunnen goedgekeurd worden.

I.2.2. toegepast op ‘creëren van open plekken’

- Is het voorgestelde beheer voldoende concreet en transparant?

Worden de doelstellingen m.b.t. het creëren van open plekken duidelijk omschreven (voor welke soorten, vegetatietypes, beheerkeuzes en timing)?

Een gefundeerde structurele opbouw van de beheervisie m.b.t. het creëren van open plekken wordt verwacht (zie ook § 3.2 beheerdoelstellingen m.b.t. de ecologische functie).

Er dient enerzijds een koppeling van het voorgestelde beheer met de ruimere landschappelijke omgeving plaats te vinden. Anderzijds dienen de globale richtlijnen op niveau van het beheerplan zo concreet mogelijk naar streefbeelden en ingrepen op perceelsniveau te worden vertaald.

In geval van procesmatig beheer dienen deze streefbeelden en de beoogde verhouding bos/open vegetatie op het niveau van de volledige zone met procesmatig beheer te worden beschreven.

Bij het creëren van open plekken moet de verhouding aan vegetatietypes (bos, hooiland, ruigte, …) bij de na te streven situatie duidelijk weergegeven zijn.

- Is het duidelijk in welke mate en op welke manier de CDB worden nagestreefd?

Kan uit het beheerplan afgeleid worden of tijdens de looptijd van het beheerplan wordt voldaan aan de criteria duurzaam bosbeheer?

Dit veronderstelt een duidelijke en kwantitatieve analyse van de uitgangssituatie, en een weergave hoe deze ten gevolge van de voorziene beheermaatregelen zal evolueren.

Hoofdstuk II: criteria voor het creëren van open plekken in