• No results found

Algemeen (beleids)kader

In document Criminele samenwerkingsverbanden (pagina 69-72)

In de intensiveringsprogramma’s van het OM staat de programmatische aanpak centraal. Alle bij de aanpak betrokken partners (politie, OM, etc.) leveren vanuit hun eigen mogelijkheden een bijdrage aan het voorkomen en bestrijden van georganiseerde criminaliteit. De eerste

stap in die programmatische aanpak wordt professionele informatieverzameling voor het zicht op de aard en omvang van de criminaliteit genoemd, op basis waarvan afgewogen be-slissingen kunnen worden genomen over de opsporingsprioriteiten op nationaal en regionaal niveau. Dit vraagt – zo wordt erkend door de opstellers van de intensiveringsprogramma’s – om een cultuuromslag omdat het verzamelen van informatie en het opstellen van een pro-bleemanalyse niet voor elke professional vanzelfsprekend is. De kern van deze cultuuromslag moet resulteren in een blik op interventiemogelijkheden die breder is dan alleen een straf-rechtelijke aanpak en in het samen kiezen van een op elkaar afgestemde effectieve interven-tiestrategie waarbij elke partner gebruikmaakt van de eigen wettelijke mogelijkheden.145 Het strafrecht kan daarbij – zo is de gedachte – een groot vliegwieleffect hebben, in die zin dat het met interventies mogelijke oplossingen mede in gang kan zetten.146 Belangrijke pijlers van deze aanpak zijn (1) het aangaan van samenwerkingsverbanden, informatie uitwisselen, we-gen en sturen; (2) innovatief opsporen en vervolwe-gen, waarbij gezamenlijke interventiestrate-gieën worden uitgewerkt; (3) uitbrengen van bestuurlijke rapportage; (4) denken in barrières en barrièremodellen en (5) het oprichten van Taskforces. Wij verwachten deze lijnen terug te zien op de verschillende deelgebieden, óók waar het gaat om de specifieke aanpak van csv’s. In de afgelopen jaren worden de algemene beleidskaders steeds meer gericht op efficiency in het aanpakken van misdaadgroepen om de georganiseerde criminaliteit terug te dringen, maar in bredere zin wordt ook ingezet op maatschappelijke effecten, zoals het verslechteren van het criminele ondernemingsklimaat in Nederland. Het strafrecht beoogt daarnaast mede de integriteit en het interne toezicht in economische sectoren te versterken.147 Daarbij is de keuze gemaakt om capaciteit in te zetten op de grootste maatschappelijke problemen van georganiseerde criminaliteit, niet noodzakelijk op onderzoeken met de hoogste succeskans en het grootste aantal verdachten. Het uitgangspunt is dat in de probleemgerichte benade-ring van ondermijnende criminaliteit de geïntegreerde aanpak de standaardwerkwijze moet zijn, zodat niet vanzelfsprekend voor het strafrecht gekozen wordt.148 Verder is een verande-ring dan wel verbreding van focus te zien, van csv’s naar een meer subjectgerichte benade-ring, maar ook om steviger in te zetten op sleutelfiguren van een csv (zie ook hoofdstuk 2 en 5). Dit wordt gaandeweg de facilitatorsaanpak genoemd, waarbij opsporing en vervolging worden gericht op de belangrijkste personen binnen de csv. Dat hoeft niet een leider te zijn, maar kan ook de facilitator zijn die diensten of expertise levert. Daarnaast wordt bijzondere aandacht gericht op het afpakken van crimineel vermogen.149 In het Jaarbericht OM 2015 komt er een element bij: inzetten op het tegengaan van een toenemende druk op bestuurders die zich sterk maken tegen georganiseerde criminaliteit tegen en intimidatie van toezichthou-dende ambtenaren, om ervoor te zorgen dat personen met een publieke taak ongestoord hun

145 Openbaar Ministerie (2010) (Stand van zaken intensiveringsprogramma’s).

146 Openbaar Ministerie (2010) (Functioneel parket doet zaken met maatschappelijk effect).

147 Zie bijvoorbeeld ook weer: Openbaar Ministerie (2013), p. 5.

148 Openbaar Ministerie (2011), p. 3 en Openbaar Ministerie (2013), p. 11.

werk kunnen blijven doen.150 Deze (beleids-)ontwikkelingen passen in de overkoepelende am-bitie van het OM om een effectieve bijdrage te leveren aan een veilige en rechtvaardige sa-menleving.151 Het aandeel van het strafrecht aan die maatschappelijke betekenis is correctie en afkeuring van crimineel gedrag, rechtdoen aan slachtoffers en herstel van geleden schade. In deze ambitie is voorts uitgesproken dat het OM gericht is op samenwerking: strafrechtelijke interventie krijgt meer betekenis en effect als ze onderdeel is van een integrale, probleemge-richte aanpak. Het strafrecht kan dienen als hefboom om andere partners in de keten effec-tiever te laten optreden, door verbetering van hun informatiepositie of door potentiële wets-overtreders tot normnaleving te prikkelen. In andere gevallen is het strafrecht de stok achter de deur die andere organisaties nodig hebben om effectief op te treden.152 Ook wordt, zoals eerder gezegd, aan het strafrecht wel een ‘vliegwieleffect’ toegekend. Wat ontbreekt in deze meer algemene beleidsstukken is de ambitie om zoveel mogelijk verdachten in een csv-on-derzoek voor de rechter te brengen en zodoende een bestraffing door middel van strafopleg-ging te bereiken.

Deze beleidslijnen en kaders lijken goed te zijn ingebed in de organisaties van het OM en de politie. Aan de hand van online interviews onder professionals bij de politie en het OM is gevraagd een rangschikking te maken van de aspecten van effectiviteit bij de aanpak van csv’s. Aan de geïnterviewden zijn vijftien aspecten voorgelegd, met daarbij de vraag hoe belangrijk zij deze vanuit hun praktijkervaring vinden voor de effectiviteit van de aanpak van criminele samenwerkingsverbanden (zie Bijlage 1, Figuur 1). De uitkomsten laten over het geheel geno-men vooral veel overeenkomsten zien in wat de geïnterviewden bij politie en OM als meest en minst belangrijke aspecten beschouwen. Daarin zijn beleidslijnen van het OM duidelijk te herkennen. De professionals van politie en OM vonden de meest belangrijke aspecten: ▪ Een geïntegreerde aanpak, waarbij betrokken partners gezamenlijk steeds bekijken welke

interventie(s) (strafrechtelijk, bestuursrechtelijk, fiscaal of anderszins) het meest passend is/zijn;

▪ Een goede samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de betrokken overheidsorga-nisaties/de ketenpartners;

▪ Een aanpak die specifiek gericht is op het verzwakken/verstoren of kapot maken van een crimineel samenwerkingsverband.

Als een ander belangrijk aspect – vooral door de geïnterviewde OM’ers – wordt een aanpak beschouwd die specifiek gericht is op het afpakken van criminele verdiensten. Opvallend is dat als minst belangrijk worden gevonden (1) het zoveel mogelijk verdachten (in een csv-op-sporingsonderzoek) voor de strafrechter brengen en (2) een zo lang mogelijke gevangenisstraf voor verdachten uit een csv-onderzoek (Bijlage 1, Figuur 1). In de paragrafen hierna wordt

150 Openbaar Ministerie (2015), p. 9.

151 Openbaar Ministerie (2013), p. 4-5. Zie ook het OM-document ‘Perspectief op 2015’.

onder meer aandacht besteed aan de vraag of het algemene beleid waar het gaat om aspec-ten van effectiviteit op de verschillende deelgebieden wordt teruggezien.

In document Criminele samenwerkingsverbanden (pagina 69-72)