• No results found

DE FAMILIE VAN BROECHOVEN TOT OMSTREEKS 1570

2.2 Afkomst naar de huidige inzichten

De Bossche Van Broechovens hebben hun wortels in Sint-Oedenrode. Een genealogisch verband tussen dit geslacht Van Broechoven en het geslacht Broeckhoven, genoemd naar het Huis Broeckhoven bij Tilburg, en waarop in de eerder geciteerde verklaring ten behoeve van Anton-Ferdinand van Broechoven Gzn. wordt gedoeld, is alleen al uit het oogpunt van het gevoerde wapen onwaarschijnlijk en moet in elk geval dateren van vóór 1300.98 De Bossche Van Broechovens voerden vanouds een wapen met drie molenijzers in het schild (2-1) en daartussen gecentreerd een posthoorn, terwijl de Tilburgse familie een gaande leeuw in het schildhoofd als wapen voerde.99

Bij de beschrijving van de afkomst en activiteiten van de familie Van Broechoven maken we een opsplitsing in twee delen, en wel de wortels van de familie en de activiteiten in

92 Van Son, ‘De geslachten van Broechoven’, 77-79.

93 ABB, R 2. 94 ABB, R 2. 95 sH, R 1291, f300, 3 september 1518. 96 sH, R 1269, f55, 30 november 1501. 97 sH, R 1267, f44, 1499.

98 Cöp, ‘Het geslacht Broeckhoven’, 108-117, 182-192 en 193-199.

99

De Roever, ‘De familie van Broeckhoven’, 480; Cöp, ‘Het geslacht Broechoven’, 108; Verreyt en Juten, ‘Noordbrabantsche zegels’, jrg. 6, 163-165.

41

Sint-Oedenrode tot het vertrek naar ’s-Hertogenbosch, en de Bossche periode tot omstreeks 1570. De betrokkenheid van de familie bij de parochie van Erp hebben we ondergebracht in bijlage 2.

Schema 1: Nakomelingen Andries van Broechoven (DVC).100

Andries van Broechoven

Jan van Broechoven ∞ Hille

Gielis van Broechoven ∞ (1395) 1e Catharina dv Rutger van der Donc

(1400) 2e Margriet dv Gysbert Wyeroc (alle kinderen ex (2) Gysbert van Broechoven

Johan van Broechoven Peter van Broechoven

Marten van Broechoven ∞ Richmoet dv Peter Janssoen Andries van Broechoven

Wouter van Broechoven ∞ Margriet dv Gysbert van der Leest

Rudolf van Broechoven, investitus te Erp

Jan van Broechoven, investitus te Erp Dirck van Broechoven ∞ Hillegond

Andries van Broechoven, priester

Christina van Broechoven ∞ Wouter van Beeck Hillegond van Beeck ∞ Engelbert Vos Jacob van Broechoven

Jan van Broechoven, nastelmaker in Grave (?)

Jan van Broechoven, priester en persoon te Erp Gysbert van Broechoven

Dirck van Broechoven

Elisabeth van Broechoven ∞ Anton van Escharen Aleyd van Broechoven

Christina van Broechoven Yda van Broechoven ∞ Goyaert Jan Ruys

Gertruyt van Broechoven ∞ Henrick Aert Gielissen Christina van Broechoven ∞ Peter van Heylesem

Henrick Peter van Heylesem Aleyd van Broechoven

Catharina van Broechoven ∞ Ludolf Claas Gielis Gielis van Broechoven

Jan van Broechoven Dirck van Broechoven Dirck van Broechoven ∞ Geerborg Dirck van Broechoven

Andries van Broechoven, pitancier en kanunnik te Berne Yda van Broechoven

Aleyd van Broechoven

2.2.1 De Van Broechovens in Sint-Oedenrode

De Meierijse generaties van de familie van Broechoven zijn weergegeven in schema 1. De oudste vermelding van Van Broechoven in de Meierij staat in het leenregister van Brabant uit 1312: Andreas, filius Broechovens [tenet = houdt in leen] I hovam terre apud Rode.101 Het betreft hier een aanzienlijke hoeve en Andries moet op grond van dit bezit zeker tot een van de belangrijkere mannen in Sint-Oedenrode gerekend worden. Deze in Sint-Oedenrode

100

De personen die dikgedrukt staan, krijgen in de tekst expliciete aandacht.

42

gelegen hoeve omvatte huyse ende hove mit xii mudzaet102 gheerstlants ende met vijf

buenderen beempts ende broeke al in eenen stucke gheleghen tusschen tgoet ten bogaert aen deen sijde, ende tgoet ten nuwenhuys aen dandere.103 Uit het afschrift van het tweede

leenboek (Spechtboek), daterend uit omstreeks 1374, blijkt dat het goed dan al via Jan Andrieszn. van Broechoven is overgegaan op Gielis, de zoon van Jan Andries.104

Op basis van – voornamelijk – Bossche schepenprotocollen traceerde Van Son als kinderen van ‘Andries Broechovens soen’: Jan, Dirck, Andries, Yda en Aleyd.105

Van de drie zonen volgde Jan zijn vader op als leenman van de hertog. Andries wordt in 1383 genoemd als pitancier en tussen 1395 en 1410 als kanunnik en proost van de norbertijnen in Berne (bij Herpt).106 Dirck, zoon van Andries van Broechoven, transporteerde omstreeks 1383 meerdere goederen.107

Van Son aarzelt om Rudolf Rover van Broechoven als zoon van Andries te bestempelen, omdat hij in geen enkele akte de aanduiding tegenkwam ‘Rudolf zoon van Andries van Broechoven’. Tegelijkertijd vond hij de aanduiding van Rudolf als oom (avunculus) van Gielis Jan Andries een te summier bewijs.108 Toch zijn er additionele argumenten om de opstelling van De Roever uit 1891 te volgen en Rudolf als broer van Jan Andries van Broechoven op te nemen in het genealogische schema. Op de eerste plaats past Rudolf wat leeftijd betreft beter in het schema als broer van Jan Andries dan als broer van diens vader Andries. Bovendien is het zeer waarschijnlijk Dirck, de kleinzoon van Rudolf, die in 1534 als voogd optrad van de onmondige Wouter, zoon van Gielis Jan Andries van

Broechoven. Ook werden meerdere onroerend goedtransacties tussen de nakomelingen van Jan Andries en Rudolf gedaan. De plaatsing van Rudolf in het genealogische schema is wezenlijk omdat hij de eerste Van Broechoven was die pastoor van de kerk te Erp is geweest. Via zijn nakomelingen bleef de familie tussen omstreeks 1360 en 1640 nauw verbonden met de parochiekerk van Erp.109 De meesten van hen hadden natuurlijke kinderen, een destijds algemeen geaccepteerd verschijnsel, en er kan zonder twijfel worden gesproken van een pastoorsdynastie.110 De Van Broechovens waren niet alleen in het bezit van het

patronaatsrecht van de Erpse parochie – het recht om de persoon of investitus te benoemen die ervoor verantwoordelijk was dat de zielzorg werd uitgeoefend – maar ook waren meerderen van hen investitus of persona. Wie van de familieleden daadwerkelijk over het patronaatsrecht heeft beschikt, is niet geheel helder. Als bezitters zijn – uitgaande van de koppeling tussen het patronaatsrecht van de parochiekerk van Erp en de cijns van Tartwijk111 – bekend: Jan Rudolf van Broechoven, zijn zoon Dirck, diens zoon Andries, de kleinzoon van Dirck (= Henrick Peter van Heylesem), en vervolgens toch weer een Andries en anderen, die in 1501 hun rechten overdroegen aan Jasper van Escharen. Ook de laatste kan geaffilieerd zijn aan de Van Broechovens.112 In 1554 blijkt het collatierecht van de cijns van Tartwijk in handen te zijn van Hillegond Wouterdr. van Beeck. Zij was een dochter van de natuurlijke dochter – Christina – van de in 1502 overleden en hiervoor al genoemde Andries Dirckzn. van

Broechoven, en het is deze Christina die in 1501 wordt vermeld als gerechtigde in (een deel

102 Spierings, Het Schepenprotocol, 189; 1 mudzaat komt overeen met ongeveer 2 ha.

103

BHIC, Strick Griffier, f281, denombrement 1440.

104 ARAB, R 543, f138.

105 Van Son, ‘De geslachten van Broechoven’, 78.

106 Van Bavel, Regestenboek, 123-124; sH, R 1179, f 253.

107 sH, R 1176, f234v; sH, R 1180, f475.

108

sH, R 1186, f 188, 8 oktober 1383.

109 Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom, III, 600-607; Meuwese, Erp, gemeente en parochie 41, 48.

110 Bijsterveld, Laverend tussen Kerk en wereld, 124-128.

111

Meuwese, Erp, gemeente en parochie, 40.

43

van) het patronaatsrecht.113 In bijlage 2 is uitgebreider ingegaan op de betrokkenheid van de Van Broechovens bij de Erpse parochie en de genealogische samenhang van de diverse familieleden.

De familie van Broechoven was dus als leenman in het bezit van de hoeve Ten

Vernhout. Vernhout was niet alleen de naam van het leengoed maar ook de naamgever aan

een van de zes wijken waaruit Sint-Oedenrode sinds 1403 bestond.114 Naast Verrenhout en Bosch waren dat: de Oude Vrijheid; Olland en Houthem; Nijnsel en Vressel; Eerde en

Vressel; én Bersselaar. Sinds die tijd viel het grondgebied samen met dat van de parochie van Rode. Van de zes kapittels in de Meierij was er één – bestaande uit acht kanunniken –

verbonden aan de collegiale kerk van Sint-Oedenrode.115 Iedere wijk had een burgemeester, met name voor het beheren en ophalen van de belastingen. Justitie en politie waren in handen van een door de heer benoemde schout en zeven jaarlijks (her)benoemde schepenen.

Volgens de leenregisters van 1355 en 1374 bezat Jan Andries van Broechoven het eerder genoemde tgoed ten Vernhout in Rode St. Ode. In 1368 verpachtte Jan het voor een periode van drie jaar aan Jan van den Espendonc – dat jaar mogelijk schepen van Sint-Oedenrode – en diens zoon Willem.116 Maar begon in die tijd ook de oriëntatie op het commerciële centrum van de Meierij en tevens een van de vier hoofdsteden van het

hertogdom? Niet alleen de mud rogge moest immers in ’s-Hertogenbosch worden geleverd, maar in 1368 – het jaar waarin hij ten Vernhout verpacht – kocht Jan ook de helft van een huis in de Orthenstraat, en kort daarop verwierf hij nog 1/3 deel van hetzelfde huis.117 Jan Andries van Broechoven overleed voor oktober 1383.118 Hij was getrouwd met ene Hille, die als moeder van hun zoon Gielis wordt vermeld.119 Behalve Gielis had Jan Andries van Broechoven in ieder geval nog een dochter Yda.120

Gielis is waarschijnlijk omstreeks 1355 geboren. In 1377 wordt hij samen met zijn vader genoemd in een Bossche schepenakte.121 Hij maakte in oktober 1395 huwelijkse voorwaarden met domicella Katharina, dochter van Rutger van der Donc.122 Als partijen in het contract traden op Yda en Gielis, kinderen van wijlen Johannes, zoon van wijlen Andries van Broechoven, en Goessen Moedel van der Donc. Het huwelijk met Katharina zal slechts kort hebben geduurd. In of vóór 1400 hertrouwde Gielis met Margriet, dochter van Gysbert Wyeroc. Deze veronderstelling is gestoeld op het feit dat Gielis van Broechoven en Margriet in 1434 vijf volwassen zonen hebben, en dat hij in 1400 een aantal erfgoederen kocht van Jan Gysbert Wyeroc.123 Gielis volgde zijn vader op als bezitter van het leengoed ten Vernhout en trad in juli 1409 op als testamentair executeur van de eerder genoemde heer Rudolf van Broechoven, administrator / pastoor van de kerk in Erp, en oom van de genoemde Gielis.124

113 sH, R 1364, f524, 27 juli 1554; Meuwese, Erp, gemeente en parochie, 41.

114 Heesters, Sint-Oedenrode, zwerftocht door een boeiend verleden, 67.

115

Van de Meerendonk, Tussen Reformatie en Contra-Reformatie, 66.

116 sH, R 1175, f 179, 15 maart 1368; Koomans, ‘Lijst van schepenen’, 55.

117 sH, R 1175, f012, 29 januari 1369; sH, R 1175, f092, 9 februari 1368.

118 sH, R 1186, f188, 8 oktober 1383.

119 Van Son, ‘De geslachten van Broechoven’, 77.

120 sH, R 1180, f371, oktober 1395. 121 sH, R 1176, f32v, 3 september 1368. 122 sH, R 1180, f371, oktober 1395. 123 sH, R 1205, f123v, 26 november 1434; sH, R 1182, f265, 1400. 124 sH, R 1186, f188, 16 juli 1409.

44

Figuur 2.1: Zegelafdruk van Gielis van Broechoven uit Sint-Oedenrode (links, BHIC,

dorpsarchief Sint-Oedenrode) en zegelstempel van Rogier van Broechoven Pzn. (rechts, Het Noordbrabants Museum, ’s-Hertogenbosch).

Naar alle waarschijnlijkheid was deze Gielis Jan Andries van Broechoven in 1404 schepen van Sint-Oedenrode en hangt zijn schepenzegel aan een schepenbrief uit dat jaar.125 Dit schepenzegel – drie molenijzers met in het hart een jachthoorn – is tevens een van de pijlers voor het bewijs van de genealogische relatie tussen de Van Broechovens van het goed

ten Vernhout in Rode St. Ode en de Bossche schepenfamilie Van Broechoven. Het was ook

deze Gielis die het betreffende goed in 1410 voor de schepenbank in ’s-Hertogenbosch verkocht aan Rutger van Geldrop.126 Ook dit kan wellicht worden gezien als een voorbode

voor het opduiken van de Van Broechovens in ’s-Hertogenbosch enkele decennia later. Kort daarna verkocht Gielis aan dezelfde Rutger van Geldrop de helft van een veld nabij het voorgaande goed.127

Hoe zag het uit zes wijken bestaande Sint-Oedenrode er economisch uit ten tijde dat Gielis van Broechoven zijn goederen verkocht en de familie haar vizier op de hoofdstad richtte? In 1438 telde Sint-Oedenrode 467 huizen ofwel zo’n 2300 inwoners. De groei stagneerde echter, en in 1472 werden er slechts 436 huizen geteld en in 1496 364.128 Op handelsgebied kende het in de vijftiende eeuw twee jaarmarkten en een weekmarkt. Zolang Sint-Oedenrode een belangrijk bestuurscentrum was, woonden er veel edelen. Maar nogal wat gegoede poorters verlieten het dorp gedurende de late Middeleeuwen, vooral in de tijd dat ’s-Hertogenbosch een steeds belangrijker bestuurs- en handelscentrum werd.129

De bevolkingsgroei van de Meierijse hoofdstad in de vijftiende eeuw laat dit ook zien. Schuttelaars schat op basis van haardentellingen het inwonertal van de stad ’s-Hertogenbosch (inclusief de Vrijdom) in 1438 op 14.700, in 1473 op 12.000 en in 1496 op 17.600.130 De hoofdstad was daarmee in 1438 zesmaal zo groot als Sint-Oedenrode en groeide – overigens

125 BHIC, toegang 7633, Archief Sint-Oedenrode 1232-1810, R 903.

126

sH, R 1186, f332v, 14 februari 1410.

127 sH, R 1186, f460.

128 Heesters, Sint-Oedenrode, zwerftocht door een boeiend verleden, 99.

129

Kuijer, ’s-Hertogenbosch, stad in het hertogdom, 136-162.

45

na een grotere dip omstreeks 1473 – bovendien veel sneller. Het is alleszins aannemelijk dat ook de familie Van Broechoven – behorend tot de Peellandse bovenlaag – zich aangetrokken voelde tot de uitdagingen en mogelijkheden die ’s-Hertogenbosch blijkbaar bood.

De wettige kinderen van Gielis Jan Andries van Broechoven volgen uit een tweetal akten uit 1434, waarbij Margriet als weduwe van Gielis het vruchtgebruik van een stuk land in Erp overdroeg aan haar kinderen Gysbert, Johan, Peter, Marten en Andries.131 Het bestaan van een wettige zoon Wouter – in november 1434 nog onmondig – volgt uit een akte op dezelfde pagina van de protocollen. Daarnaast wordt onder Sint-Oedenrode tussen 1424 en 1428 nog een aantal keren een natuurlijke zoon Jan genoemd.132 Ten minste twee van Gielis’ kinderen, Marten en Wouter, vertrokken naar ’s-Hertogenbosch. De overigen konden we tot nu toe niet traceren. Hoe het Marten en zijn nageslacht verging, komt in paragraaf 2.2.2.1 aan de orde.

Het identificeren van Wouter was problematisch, omdat er in de tweede helft van de vijftiende eeuw twee personen waren die aangeduid werden als Wouter Gieliszoon van Broechoven. De ene was kramer van beroep, huwde met Margaretha Gysbertdr. van der Leest en bezat een huis in de Orthenstraat naast dat van Marten. Gezien het feit dat deze Wouter Gielis wat later zijn intrede deed in de Bossche omgeving en een dochter had met de naam Margaretha – wellicht naar Wouters’ moeder genoemd – lijkt deze als eerste in aanmerking te komen.133 De tweede Wouter Gieliszoon van Broechoven trouwde met Elisabeth de Wael (dochter van Bartholomeus Gerardzn. de Wael en Rutgera van Geldrop). De laatstgenoemden zijn beiden omstreeks 1461 reeds overleden.134 Hun zoon Henrick was op het einde van de vijftiende eeuw via vererving nog korte tijd in het bezit van het voormalige Van Broechoven-goed ten Vernhout.135 Via Henrick kwam het in handen van de voorouders van de Bossche

schepenfamilie De Jeger en wordt het ook wel genoemd Jonker Jegers Hoeve.136 2.2.2 De Van Broechovens in ’s-Hertogenbosch

Dat de Bossche schepenfamilie voortkomt uit de Meierijse Van Broechovens is, naast de aansluiting van de naam en toenaam van Marten Gielis van Broechoven, vooral gestoeld op de gelijkenis van het wapen dat werd gevoerd: drie molenijzers 2 -1 en een gecentreerde posthoorn. Daarbij komen het terugkeren van de naam Rudolf als zoon van Marten Gielis van Broechoven en de naamgeving van de kinderen van deze Rudolf: Martinus, Petrus, Egidius,

Gysbertus en Andreas.137 Rudolfs Meierijse grootvader Gielis Jan Andries gaf zijn zonen de namen: Ghisbertus, Johannes, Petrus, Martinus, Andreas en Wolterus.138 Ten slotte pleit voor de directe relatie tussen de Bossche en Meierijse Van Broechovens dat juffrouw Aleyd van Hambroec, dochter van Gysbert Wyeroc en dus een tante van Marten, zoon van Gielis Jan Andries van Broechoven en Margriet Gysbertdr. Wyeroc, in 1445 optrad als koopster van een erfcijns uit het huis dat Marten in de Orthenstraat in ’s-Hertogenbosch had verworven mét de bepaling dat de cijns na Aleyds dood aan Marten zou toekomen.139

Vier generaties gingen voorbij voordat de familie Van Broechoven haar grote en definitieve doorbraak kende in ’s-Hertogenbosch. Het waren immers Henrick en Rogier, de zoons van Peter Gielis Gielis Marten van Broechoven, die vanaf de jaren zeventig van de

131 sH, R 1205, f123v, 26 november 1434.

132 sH, R 1196, f34v, 4 februari 1427.

133 sH, R 1271, f404v en f405, 28 juni 1503.

134 BHIC, ILVB, toegang 1232, R 119, f116, 1457, en f179v, 1461.

135

sH, R 1265, f291, 1496; BHIC, Strick Griffier, f281.

136 De Visser, ‘De grafzerk van Heijlwich van Raasen’, 10.

137 sH, R 1294, f27, 31 december 1520.

138

sH, R 1205, f123v, 26 november 1434.

46

zestiende eeuw een invloedrijke politieke posities verwierven. In het vervolg van dit hoofdstuk worden deze generaties kort beschreven.

Schema 2: Nakomelingen Marten Gielis Jan Andries van Broechoven (DVC).140

Martinus van Broechoven ∞ Richmoet Petersdr. Janssoen

Gielis van Broechoven ∞ Elisabeth dv Henrick Willem Melissen en Gertruyt van de Kerckhoff Henrick van Broechoven ∞ 1e Johanna Jan Arnt Eghens en 2e Mathea dv Jacob van Driel en Christina Goessen de Wolf

Gielis van Broechoven ∞ Henrica dv Henrick van Aerle en Aleyd Gerard van der Heyden Gielis van Broechoven

Peter van Broechoven ∞ Judith Rutgerdr. van Doorne en Mechteld van Hengstum

Anna van Broechoven

Amelis van Broechoven ∞ Aleyd Ludolfdr. Buck

Willem van Broechoven ∞ Christina Bernartdr. Janssen van Overmeer Richmoet van Broechoven ∞ Mr. Ewout Mallants

Aleyd van Broechoven ∞ Marcellis Jan Arnt Eghens Geertruyt van Broechoven ∞ Claas Henrickzn. van Beeck Margriet van Broechoven ∞ Jordanus van Boert

Rudolf van Broechoven ∞ Elisabeth Peterdr. Heeren

Marten van Broechoven ∞ Margriet Henrickdr. van Uden Rudolf van Broechoven

Johanna van Broechoven ∞ Henrick Jan Eelkens Peterke van Broechoven ∞ Jasper Jans Beck

Margriet van Broechoven ∞ Henrick Jans van Meyelsfoort Henrick van Broechoven

Beatrix van Broechoven ∞ Dirck Arnoldzn. Diercks Peter van Broechoven ∞ Yda Jandr. van der Zydewinden Gielis van Broechoven ∞ Anna Jacobdr. Willems Gysbert van Broechoven ∞ Yda

Andries van Broechoven Dirck van Broechoven Maria van Broechoven

Elisabeth van Broechoven (religieuze) Richmoet van Broechoven (religieuze) Elisabeth van Broechoven (begijn)

Gysbert van Broechoven (nat. zoon)

2.2.2.1 Marten Gielis van Broechoven

Vanaf het midden van de vijftiende eeuw kende ’s-Hertogenbosch gedurende 75 jaar een vrij constante toestroom van nieuwe poorters en een gestage bevolkingstoename tot ongeveer 19.000 inwoners (intra muros) omstreeks 1525.141 De stad was begiftigd met veel privileges en kende een breed scala van meer dan zeventig ambachtsactiviteiten.142 Wat handel betreft was zij via een weekmarkt op de eerste plaats gericht op de verzorging van de eigen

bevolking en het achterland. De stad had verder een viertal jaarmarkten, die een belangrijke

140 De personen die dikgedrukt staan, krijgen in de tekst expliciete aandacht.

141

Hanus, Affluence and inequality, 80; Hoekx, Kroniek van Molius, 91.

47

rol speelden voor de inkoop van grondstoffen en de afzet van het surplus aan maakproducten van de ambachtsnijverheid. De groei van de handel in brede zin en de opkomst van de

homines novi – de nieuwe klasse rijken voortkomend uit de groep grote kooplieden – zouden

in de tweede helft van de vijftiende eeuw zichtbaar worden vooral onder invloed van de verdichting van de jaarmarktencyclus en het toenemende belang van de Antwerpse en Bergen op Zoomse jaarmarkten. Dit was in grote lijnen de situatie toen de Van Broechovens in de vijftiende eeuw hun intrede deden in ’s-Hertogenbosch.

Marten, de eerste Bossche Van Broechoven, werd tussen 1443 en 1495 in ten minste vijftien akten van het Bosch’ protocol genoemd. Hij werd altijd aangeduid als Marten, zoon van wijlen Gielis van Broechoven. Vanaf 1470 werd aan zijn achternaam steeds alias

cangieter toegevoegd. Martens geboortejaar zal kort voor het jaar 1410 liggen, daar hij in

1434 niet als onmondig wordt aangemerkt.143 In 1442 betaalden Marten van Broechoven ende

Richmoet sijn wijf intredegeld voor het lidmaatschap van de Illustre Lieve Vrouwe

Broederschap.144 Richmoet overleed in of kort voor 1481 en haar echtgenoot Marten in 1496.145

In juni 1443 kocht Marten van Broechoven een erf met erop staande gebouwen, 22 ¼ voet breed en 58 voet lang, in de Orthenstraat in ’s-Hertogenbosch.146 Dit is het pand dat de familie minimaal drie generaties bewoonde. In de eerste jaren na de aankoop vestigde Marten daarop enkele cijnzen. Maar al in 1456 kocht hij een cijns uit een naast zijn eigen pand

gelegen huis en in 1470 maakte hij een overeenkomst met zijn buren over de herinrichting van zijn eigendom.147 In 1458 kocht hij een cijns uit een huis in de Postelstraat.148 In 1481 was hij kennelijk eigenaar van het betreffende huis en sloot hij een akkoord met de buurman om aan een stenen muur te mogen aanbouwen.149

Marten van Broechoven was evenals zijn zoons Gielis en Rudolf kannengieter van