• No results found

50

4.3.5 Opstellen van de interviewvragen

De probleemanalyse geeft weer dat de beoogde doelgroep docenten in het basis- en voortgezet onderwijs zijn en wat voor kenmerken deze doelgroep heeft. De stap die gezet moet worden om de globale onderzoeksvraag te ontleden in deelvragen wordt in dit hoofdstuk beschreven. Om een systeem te ontwerpen die aan de hand van de User-Centered Design principes gehanteerd wordt, is het een vereiste om de gebruiker in elke fase van het project mee te nemen. Eén van de eerste informatiebehoeftes dat onderzocht moet worden is om de beoogde doelgroep, die bestaat uit een aantal gebruikers, te interviewen. Kijkend naar de probleemstelling en doel van de opdracht beschreven in de probleemanalyse, wordt de opdracht vooralsnog gehanteerd en als volgt beschreven:

De eindelijke User Interface dat ontworpen moet worden bevat alle functionele en niet- functionele eisen van docenten uit het basis- en voortgezet onderwijs. De vraag die hierbij gesteld kan worden betreft of docenten in een schoolsituatie andere eisen en wensen hebben dan reguliere consumenten die fotojaarboeken samenstellen. De conclusies uit dit onderzoek moet uitwijzen of deze stelling correct gesteld is en welke eisen ten grondslag ligt voor het te ontwerpen User Interface.

Doordat het onderzoek gericht is op docenten in Nederland, is er voor gekozen om de vragen in het Nederlands te stellen. De vragen richten zich wat betreft het ontwerp voornamelijk op de werkwijze, werkzaamheden en gebruikte informatie systemen. Daarnaast is het gewenst om te analyseren of er gebruik gemaakt wordt van directe of indirecte concurrenten.

Op deze manier is er getracht te weten komen wat de werkzaamheden zijn om een fotojaarboek samen te stellen, in wat voor omgeving dit gebeurt en om te weten te komen welke informatie systemen er gebruikt worden om de fotojaarboeken te maken. De onderzoeksvraag wordt daardoor opgedeeld in een aantal deelvragen, om zodoende een volledig en helder beeld te creëren dat vervolgens de conclusies van de onderzoeksvraag in kaart brengt.

Doordat de User Interface gericht is op docenten in Nederland, is er voor gekozen om de vragen in het Nederlands te stellen. De vragen richten zich wat betreft het ontwerp voornamelijk op de werkwijze, werkzaamheden en gebruikte informatie systemen. Daarnaast is het gewenst om in de vraagstellingen te analyseren of er eventueel gebruik gemaakt wordt van directe of indirecte concurrenten. Op deze manier is er getracht te weten komen wat de werkzaamheden zijn om een fotojaarboek samen te stellen, in wat voor omgeving dit gebeurt en om te weten te komen welke informatie systemen er gebruikt worden om de fotojaarboeken te maken. De onderzoeksvraag wordt daardoor opgedeeld in een aantal deelvragen, om zodoende een volledig en helder beeld te creëren dat vervolgens de conclusies van de onderzoeksvraag in kaart brengt. Aantal onderwerpen 1 Aantal onderzoeksvragen Opstellen interviewvragen Aantal deelvragen

Tijdsbestek interview 1 – 2 uur 5 13

Afbeelding 4.8: Tabel met daarin het aantal onderzoeksvragen, onderwerpen, deelvragen en tijdsindicatie van een interview.

“Onderzoek te doen naar de behoeften van docenten in het basis- en voortgezet onderwijs. Hieruit wordt een User Interface voor een fotojaarboek systeem ontworpen die gebruikt gaat worden door docenten in het basis- en

De deelvragen moet een gezamenlijk antwoord geven op de onderzoeksvraag. Hierbij is gedacht aan de verschillende facetten van het productieproces zoals het verzamelen van informatie, verwerken van informatie, het implementeren van sponsoren. Vanuit de onderzoeksvraag zijn onderstaande deelvragen opgesteld;

De gestelde deelvragen worden opgedeeld in zes verschillende onderdelen. De gedachte hierachter is dat het tijdsbestek van een interview gemiddeld 1 tot 2 uur in beslag neemt en voor de respondent als moeizaam of intensief ervaren kan worden. Door de vragen onder te verdelen moet het voor de respondent vooraf inzichtelijk worden welke vragen en welke onderwerpen er gedurende het interview behandeld gaan worden. Dit moet er voor zorgen dat de respondent zich op zijn / haar gemak voelt en alvast kan voorbereiden op de vragen. De rode draad van het interview blijft hierdoor inzichtelijk. De zes onderdelen waarin de deelvragen gesteld zijn, zijn ontleed vanuit de onderzoeksvraag. De zes onderverdelingen van de deelvragen zijn als volgt:

51

Nr. Vragen

Aan welke functionele en niet-functionele eisen moet het fotojaarboek systeem voldoen, zodat docenten in het basis- en voortgezet onderwijs dit op een gebruiksvriendelijke en makkelijker manier kunnen gebruiken?

Onderdeel

Onderzoeksvraag

1

Op welke wijze verzamelen docenten in het basis,- en voortgezet informatie zoals; teksten, afbeeldingen, knutselwerkjes, video’s om vervolgens een fotojaarboek samen te kunnen stellen? Wat bevalt er aan de huidige werkwijze? (positieve punten)

Wat ontbreekt er aan de huidige werkwijze? (knelpunten c.q. verbeter punten)

Wanneer (tijdstip) beginnen docenten in het basis,- en voortgezet onderwijs informatie te verzamelen om de fotojaarboeken samen te stellen?

Wat is het budget om fotojaarboeken samen te kunnen stellen? (Ouders, kinderen, school, gereserveerd potje)

Hoeveel tijd zijn de docenten momenteel kwijt bij het maken van een fotojaarboek? Zou u interesse hebben in een gesponsord fotojaarboek?

Hoe ver mag sponsoring reiken? (Denk aan advertenties, kortingsbonnen, inschrijfformulieren) Waar laten docenten in het basis,- en voortgezet de fotojaarboeken afdrukken?

Wat voor opties en functionaliteiten bevallen er aan het huidige systeem (positieve systeemeisen)

Wat voor opties en functionaliteiten bevallen er niet aan het huidige systeem (knelpunten, ontbreken van opties)

Hoe worden fotojaarboeken samengesteld en afgegeven? (afgedrukt, digitaal gemaakt of wellicht een combinatie van beiden)

Wat is / zijn de belangrijkste factoren waar docenten in het basis,- en voortgezet onderwijs voor kiezen om een fotojaarboek samen te stellen. (Denk aan; prijs, gebruiksvriendelijkheid product, effectiviteit, snelheid, mogelijkheden, kwalitatief product, service)

Zijn er nog punten die niet behandeld zijn of heeft u toevoegingen?

Deelvraag / Overige punten

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

Deelvraag / Werkwijze en het verzamelen van informatie Deelvraag / Werkwijze en het verzamelen van informatie Deelvraag / Werkwijze en het verzamelen van informatie Deelvraag / Tijd & Budget

Deelvraag / Tijd & Budget

Deelvraag / Tijd & Budget Deelvraag / Sponsoring Deelvraag / Sponsoring Deelvraag / Concurrentie Deelvraag / Systeem Deelvraag / Systeem Deelvraag / Systeem Deelvraag / Systeem

Afbeelding 4.9: Bovenstaand de deelvragen die ontleend zijn uit de onderzoeksvraag. De vragen en onderdelen moeten antwoord geven op de onderzoeksvraag.

Nr.

Werkwijze en het verzamelen van informatie Tijd & Budget

Sponsoring Concurrentie Systeem Overige punten Onderdeel 1 Betrekking op Verdienmodel / opdrachtgever

Directe en indirecte concurrenten / opdrachtgever Fotojaarboek systemen (functionele eisen) Out of the box informatie / onderwijsniveau Niet-functionele eisen / opdrachtgever

Niet-functionele eisen (mentaal model / heuristieken) 2

3 4 5 6

Afbeelding 4.10 Hierboven een verdeling van de onderdelen die betrekking hebben op de vragen die vanuit de probleemanalyse, het literatuuronderzoek, concurrentieanalyse en de opdrachtgever gesteld zijn.

52

4.3.6 Bevindingen uit de interviews

De bevindingen uit het respondentenonderzoek brengt gemengde resultaten teweeg. Een belangrijk argument voor de manier waarop docenten in het basis- en voortgezet onderwijs op een bepaalde manier handelen blijkt dat tijd een cruciale rol speelt. De docent handelt in iedere situatie anders en wordt mede bepaald door de eigen kennis en faciliteiten die in de omgeving aanwezig zijn.

Het samenstellen van een fotojaarboek is voor elke docent een specifieke en duidelijke opdracht. Opvallend is dat elke docent zich in een andere situatie bevindt en naar andere informatie systemen grijpt. Deze situatie is onder andere medebepalend, samen met de tijd, voor het samenstellen van een fotojaarboek. De docenten krijgen vanuit de school een missie mee, maar de invulling is naar eigen creativiteit in te vullen. Er zijn geen overeenkomsten binnen het basis- en voortgezet onderwijs te ontdekken, behalve de invulling van tijd en creativiteit.

Als we de antwoorden van het respondentenonderzoek vergelijken met het literatuuronderzoek en de concurrentieanalyse blijkt het dat er overeenkomsten te ontdekken zijn. Het literatuuronderzoek laat zien dat door de jaren heen de actualiteit qua vormgeving en beeldmateriaal overeenkomt met de fotojaarboeken anno 2013. Naast de vormgeving wordt

het standaard Nederlands papierformaat A5 in de meeste gevallen gebruikt als formaat van

het fotojaarboek. De overeenkomsten met de concurrentieanalyse laten zijn dat de docenten de fotojaarboeken laten drukken bij zowel de direct als indirecte concurrenten. Opmerkelijk is dat er meer gebruik gemaakt wordt van de indirecte concurrenten. Dit kan te maken hebben met de bekendheid van de bedrijven voor de consumenten.

De vraag welke concrete conclusies hier nu uit getrokken kunnen worden om te gebruiken voor de systeemeisen zijn te beantwoorden. Eén van de belangrijkste argumenten omtrent de invulling van het systeem is dat alle respondenten aangegeven hebben dat het toekomstig fotojaarboek systeem ‘simpel’ en ‘makkelijk’ in gebruik moest zijn.

De websites zoals Albelli, Enquetemaken.be, HEMA die als voorbeelden werden gegeven

zijn, na evaluatie, niet zozeer minimalistisch vormgegeven en in Usability termen makkelijk in gebruik. Waarom worden de websites volgens de respondenten dan als simpel en makkelijk in gebruik beschouwd? De invulling van een simpel systeem wordt hiermee gelijkgesteld als een bruikbaar systeem. Dit kan te maken hebben met het feit dat de respondenten de systemen kennen, eerder gebruikt hebben en ermee toevertrouwd zijn. De vertrouwde omgeving zorgt er, onafhankelijk van de computerervaring, voor dat de websites makkelijk en simpel in gebruik zijn en derhalve aansluiten aan het mentaal model van de gebruiker.

4.3.7 Conclusies uit de interviews

Gedurende de invulling van het respondentenonderzoek zijn de nodige problemen aan het licht gekomen. In mijn veronderstelling was een selectie van 10 respondenten voldoende om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Uiteindelijk hebben slechts 3 respondenten het volledige interview doorlopen en 11 respondenten korte antwoorden gegeven op een selectief aantal vragen. De respondenten zijn via meerdere kanalen getracht te zoeken. Voorafgaand het respondentenonderzoek heb ik deze risico’s in kaart gebracht en meerdere plannen bedacht voor het verkrijgen van respondenten.

Uitvoering respondentenverwerving plan A

Via mijn opdrachtgever heb ik een lijst van 14 respondenten gekregen. De combinatie van deze respondenten bestond uit een aantal docenten en directeuren uit het basis- en voortgezet onderwijs. Er is geen onderscheid gemaakt tussen het openbaar of Christelijk onderwijs. Deze respondenten heb ik vervolgens ge-e-maild en telefonisch benaderd. Via de e-mail kreeg ik als antwoorden te lezen dat de scholen geen fotojaarboeken maken of uit kostenoverwegen geen fotojaarboeken meer maken. De respondenten hebben daarnaast wel aangegeven dat er elk jaar klassenfoto’s worden gemaakt. De uitkomsten van het telefonisch benaderen van de respondenten gaf veelal dezelfde antwoorden. Hierbij moet wel vermeld worden dat 2 basisscholen fotojaarboeken maken, maar spijtig genoeg geen interesse toonde voor het meewerken aan het onderzoek. De rede die hiervoor werd gegeven betrof enerzijds desinteresse en anderzijds gebrek aan tijd. De uitvoering van plan A heeft niet het gewenste respondentenaantal opgeleverd.

Uitvoering respondentenwerving plan B

Mocht plan A om enige rede niet uitvoerbaar of behaald zijn, werd plan B geïnitieerd. In mijn sociale kringen zijn er een aantal docenten geweest die zowel volledig als onvolledig meegewerkt hebben aan de invulling van het onderzoek. Twee zussen die werkzaam zijn op het basis- en voortgezet onderwijs hebben meegewerkt aan de invulling van dit onderzoek. Daarnaast heeft een docent van het Maris college in Den Haag voldoende inzicht geboden in de werkzaamheden omtrent de invulling van het fotojaarboek. De uitwerkingen van de interviews kan geraadpleegd worden in bijlage C van het analyserapport.

53