• No results found

Application for permission to reproduce should he made in writing, giving details of the proposed reproduction.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Application for permission to reproduce should he made in writing, giving details of the proposed reproduction."

Copied!
118
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• •

v

MMETA 0831 SHELF NUMBER MICROFORM:

Thisfilm is supplied by the KITLVonly on condition that neither it nor part of it is further reproduced without jirst obtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge for such reproduction. If the material filmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also he requiredfor such reproduction.

Application for permission to reproduce should he made in writing, giving details of the proposed reproduction.

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, itsl ·tend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

ndien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men

schriftelijk aan te vragen.

(2)
(3)

BIBLIOTHEEK KITLV

111111111111111~111111111111111111111111111111111111111

01951407

,

..

, ~

... I

Jf)

U '-

(4)

ROMAN DOOR

HERMAN SALOMONSON

DE REIS

ZONDER EINDE

AMSTERDAM

L. J. VEEN'S UITGEVERSMAATSCHAPPIJ N.V.

(5)

!

I

a'

.

I

I

DOOD

(6)

VEREENIGDE

CULTUURONDERNEMINGEN N. V.

Heden ontvingen wij tot onze diepe droefenis het bericht van het plotseling overlijden te Batavia van onzen Echtgenoot,

Vader, Behuwdvader en Grootvader

ABRAHAM LANGELAAN

TEL.·ADRES: VERCU CODES: 8ENTLEY·A.8.C.

Onderwerp: • • • •

AMSTERDAM. 14

April

1926

SINGEL 226

Officier in de orde van Oranje Naasau

in den leeftijd van 58 jaren.

,6-GraveniJa!Je, 13 April 1926 E. L. LANGELAAN-OE BELFORT ELINE LANGELAAN

Amerdjoort,

G.OVRTY-LANGELAAN R. N. O. OVRTY MAVO

P'oorhur!J.

MR. A. LANGELAAN

S. LANGELAAN-VAN HOUTEN

Huize "Princenhage". Park Zorgvliet Verzoeke geen rouwbeklag Eenige en algemeene kennisgeving

Met leedwezen geven wij kennis van het overlijden van onzen oudsten medewerker, den Heer

ABRAHAM LANGELAAN

Super.Intendent der Vereerugde CuItuurondememingenN.V.

Officier in de orde van Oranje Nassau

Directie en Commissarissen der Vereenigde Cultuurondernemingen N.V.

p.p. W. STAM. agent Batapia

AmAerdam 13 April 1926

I

(Verzoek. bil antwoordte ".rmelden)

Hoofd"ertegenwoordlglnll

Nr. 436 S-G

Mevrouw de Wed.E.L.Langelaan-De Belfort Huize Princenhage

Park Zorgvliet

's Gravenhage Hooggeachte Mevrouw,

Het is onze Directie een behoefte U en Uw kinderen,namens Commissarissen on- zer Vennootscbap,de uitdrukking te doen geworden van onze gevoelens van innige deelneming bij Uw verlies.

Wij hebben Uw wensch te eerbiedigen,en heb- ben wij dus geen gevolg kunnen geven aan

ons voornemen U persoonlijk ons rouwbeklag te komen aanbieden. U gelieve wel onze verzekering te aanvaarden,dat de nagedach-

tenis van den Heer A. Langelaan bij ons in hoogen eerbied zal voortbestaan.

Wij hebben hem veel te danken, zijn ijver, groote kennis en energie is steeds onze zaken ten goede gekomen,en zullen wij deze nimmer vergeten.

U de beste krachten toewenschend bij het dragen van dit verlies,

verblijven

wij

met de meeste hoogachting, UEd' s dw. drs.

Vereenigde Cultuurondernemingen N.V.

(7)

Mevrouw de Wed.E.L.Lange1aan-De Belfort Huize Princenhage

Park Zorgvliet

I

s Gravenhage Hooggeachte Mevrouw,

Hierbij hebben wij de eer U te be- richten dat

~,ingevolge

opdracht van wij- len Uwen echtgenoot gedurende diens leven, U per medio dezer op de gebruikelijke wijze het bedrag ad.Fl.1250.- (eenduizendtwee- honderdvijftig gulden/ cts/.) remi tteeren en dit ten laste brengen van salaris en tan- tieme*) van wijlen Uwen echtgenoot over het loopende jaar.

Wij geven uitvoering aan onze con- tractueele verplichting jegens

w~len

den heer A.Langelaan tot uitkeering van zijn salaris aan zijn weduwe gedurende acht maanden, volgende op de maand van zijn overlijden.

Teneinde tot een gemakkelijke rege- ling te komen van eventueel in Indie

100-

pende verplichtingen van wijlen Uwen echt- genoot, stellen wij U voor de gebruikelijke halfmaandelijksche remises voorloopig te continueeren,waarna wij, na afwikkeling van

*) eventueele

HUIZE PRINCENHAGE

PARK ZORGVLIET

's GRAVENHAGE.

15

April

1926 zaken door ons kantoor te Batavia,U onder overlegging van rekening en verantwoording het eventueele saldo mogen remitteeren volgens Uw geeerde aanwijzingen.

U zoudt ons verplichten ons zoo

mogel~k

naam en adres op te geven van den notaris en/of wettelijk gevolmachtigde van wijlen Uwen echtgenoot, opdat wij ons met hem in verbinding kunnen stellen,en blijven

~

gaarne tot Uwen dienst voor al hetgeen noodig mocht blijken bij afwikkeling van zaken.

Met de meeste hoogachting, Uw dw. drs.

Vereenigde Cultuurondernemingen N.V.

Lie"e Dee,

Ecbt lief "aft je om dadelijk te JCbrij"en. Je he.t}rijpt dat bet hericbt dat Bram zoo in.ee~guloNen id ond eer; heeLe drukte beeft gege"efI..

Op bet oogenhlik zijn aLLe kinderen bier.

Gu

en Roh hebhen Maud meegehracbt, ze id een heeLJje maar "reedelijk druk. Ik heh geen tijd om aLLe hrie"en te heantwoorden maar Aatje zorgt "oor gedrukte kaarten. We weten nog dleedd niet wat Bram beeft gemankeerd. In bet telegram telegrafeerden ze "an bartIJerlamming maar hij mijn weten beeft bij daar nooit eerder aan gedu/ekeld. Enfin we zuLLen bet wel later "ernemen. Gedane zaken nemen geen /eeer. Bram dCbreef zoo weinig, maar dtel je "oor, e"en "oor bet tele.t}ram bad Lien een hriefje "an bem gebad waarin bii dCbreej dat hij plan had in bet najaar met "erloj te komen. We badden het er gidtera"ondIwg o"er,

E.

L. L.-DE

B.

GEN N.V.

AMSTERDAM,

14 April 1926

SINGEL 226

VEREENIGDE CUL TUURONDERNEMI

Onderwerp:

Rem. t.

b.

v.

Mevr. de Wed.

L. -

De

B.

Verzoeke biJ antwoordte vermeldan) H_fdverceoenwoordlolnp

Nr.

436 S-G

TEL••AD"ES: VERCU CODES: 8ENTlEY.A.8.C.

(8)

boe vreenûJ hij "an

OfllJ

allemaal wad. In "yftien jaar wad bij niet over geweldt, altijd dprong bet op bet laaldte oogefwlik weer af door de zaken. Ald je my' "raagt beeft bij zicb doodgewerkt. Hy' zou de kinderen nauwely'kd berkenJ beMen. Suze "an Aatje verwacbt bun eerdte tegen balf AugudlUtJ. Zeg lieverd ik beh geen tijd, er id ZOOl/ul te hedpreken en te regelen en &b moel morgen weer naar zijn garni- zoen, dUd dank ik je maar ecbt bartely'k "oor je lieven hrief,

ik

beantwoord geen een anJere, veel liifd van je Lien.

P,S. Wat je dCbrijfl over boe ik acbterblijf kan ik nog niet be- antwoorden, we beMen er nooil ietd van geweten en wacbten

we

maar af -- dag-dag.

Huize Princenhage was, in het jaar 1926, een moderne villa, Een modearchiteet had haar in de na-oorlogsche jaren gebouwd in een soort vriendelijken renaissance-stijl. De roode baksteen contrasteerde genoegelijk met de diep-groene open- geslagen jalousieën en klimop bedekte een deel van den gevel.

Gelegen in een wel-onderhouden tuin, waar de rozen in dit vroeg seizoen nog in beschermende stroo-verpakking stonden, wekte het huis een indruk van zelfgenoegzame rust en soli- diteit.

Op 13 April 1926, anderhalf uur nadat het telegram uit Indië was aangekomen, werden de groene jalousieën gesloten, zooal~dat anders des zomers geschiedde, wanneer de familie op reis was gegaan.

De thans overledene, Abraham Langelaan, had het huis nooit gezien. In het najaar van 1911 was hij voor het laatst weg-gereisd naar Java. De oorlog had zijn voornemens om terug te keeren belemmerd, en toen de vrede in Europa ge- teekend was maakten de wijzigingen in de handelsconjunc- tuur en de wereld der cultures zijn vertrek onmogelijk.

Zoo treurde dan de villa met de gesloten luiken om den onbekenden heer des huizes, die ergens ver-weg ten grave was gedragen, onder een laaiende zon, in vettige roode aarde.

Aldus bezien was het eerbetoon slechts een formaliteit, en het was alsof de roode baksteen en de slingerende klimop in haar vriendelijke contrastwerking de beteekenis der gesloten ialousieën probeerden te compenseeren.

10

In de huiskamer straalde de kristallen kroon valsch in het door de jalousiespleten invallend zonlicht.

De nakomelingen van Abraham Langelaan waren hier bij- een.

Aan tafel zat, recht tegenover het uitgespreide telegram, zijn weduwe.

Mevrouw Eline Langelaan, geboren De Belfort was vijftig jaar oud. Maar het leven, dat aan haar onaandoenlijkheid was voorbijgegaan, had nauwelijks sporen achtergelaten in haar zachte, bijna meisjesachtige trekken. De stemmige donkere japon die zij zooeven, om haar kinderen te ontvangen, uit haar garderobe te voorschijn had gehaald, sloot strak om haar slanke figuur.

Men zou de versluierde uitdrukking harer oogen voor smart hebben kunnen houden, indien men die oogen ooit an- ders gezien had dan met dien vochtigen schijn onder de lange donkere wimpers.

Zooals zij daar zat, rechtop en onberispelijk, zou men eer- bied kunnen koesteren voor haar zelfheheersching onder zoo dramatische omstandigheden; indien daar niet dat vreemd- afwezige was, dat dood-formeele van het kanten zakdoekje tusschen haar slanke vingers en de wijze waarop zij op zach- ten toon en zonder glimlach een meisje van vijf jaar, datop den grond speelde, vermaande:

... Nu stil Maud.. ,1 De groote menschen moeten praten...

Het kind boog het hoofd na een snellen blik naar haar vader.

Deze, Rob Durty, zat naast zijn schoonmoeder en nam, met het potlood in zijn weeke blanke hand, de houding aan van ernstige assistentie.

Voor hem lag een blad papier, dat den onvoleindigden eer- sten regel bevatte van een overlijdens-advertentie.

Zijn strooblond, bleek hoofd steunde in zijn linkerhand en de gansche houding van zijn, correct in de attila der blauwe huzaren gebombeerde, lichaam drukte een uiterste geestes-in- spanning uit.

... Heden ontvingen wij telegrafisch bericht. .., begon hij voor de twintigste maal, en staarde toen na-prevelend in het ledig voor hem.

Gee, zijn vrouw, rukte plotseling ongeduldig het papier voor hem weg, zoodat het scheurde.

11

(9)

13 - Aatje-precies. zeide Gee nog terwijl ze de correctie aan- bracht.

Er heerschte even stilte.

- Wat wonderlijk toch. zeide Rob Durty opeens, dat er zoo heelemaal niets te doen is...

- Wat bedoel je...?vroeg zijn vrouw dadelijk scherp, en, wat verschrikt door haar uitdaging, ging hij, even stamelend voort:

- Ik bedoel...ikdenk er aan hoe het was toen mijn vader stierf... Een gedoe en geregel van je welste... Begrafenison- dernemers, en regeling van dit en dat, brieven, circulaires...

een grafsteen en zoo...

Het laatste voegde hij er aarzelend bij, want hij voelde dat hij plotseling het perspectief opende van dat eenzame graf, ver-weg in de tropen.

- Daar moet toch wat aan te doen zijn... daar kunnen we toch wat aan doen...? meende hij weifelend.

Mevrouw Langelaan knikte.

- Als we maar eerst nader bericht hebben.

- Vader is al begraven, legde Aatje op de canape zacht- jes zijn vrouw uit. Dat gebeurt in Indië altijd denzelfden dag nog... Je begrijpt, die hitte en zoo... Ze drukte zijn hand en sloot de oogen. Ze wist niets van Indië, dat de geheimzinnige achtergrond vormde van Aatjes jeugd.

- Vreeselijk, fluisterde ze - praat er alsjeblieft niet over.

- Maar die circulaires, hield Rob trouwhartig vol -- dat kunnen we toch nog wel doen.

En na een snellen blik op zijn vrouw, ging hij voort:

- Tenminste als we niet onder de advertentie zetten "Ee- nige en algemeene kennisgeving" ...

Eline Langelaan. die al dien tijd aan de theetafel bezig was geweest. kwam met een kopje in elke hand naar voren.

- Laten we dat er dan nog maar bij zetten. meende ze.

terwijl ze een kopje voor haar moeder plaatste.

Haar toon klonk zoo vermoeid alsof ze bedoelde te zeg- gen dat daarmee ook deze moeilijkheid practisch opgelost zou zijn.

- Wat zouden ze in Indië gedaan hebben... 7 vroeg Aatje voor zich heen.

- Wat zou je vader gewild hebben...?fluisterde Suze.

"

- Hier, zeide ze, -- zóó moet je het doen...

Ze trok hem ook het potlood uit de hand en hij staarde ont.

daan naar haar nerveus, snel gekrabbel op het gescheurde blad...

- Als Rob wat zal doen, zeide ze halfluid, terwijl ze op.

schreef: "tot onze innige droefenis.. ." -- dan duurt het altijd uren ..

GeeDur~leek op haar moeder, maar al wat aan deze ver.

stild was tot onaandoenlijkheid, scheen bij haar in het con.

trast eener ontoombare dynamiek te zijn omgeslagen.

Terwijl Mevrouw Langelaan den indruk maakte alsof zij alles en iedereen gadesloeg zonder ooit haar persoonlijkheid te willen mengen in wat er voorviel, bemoeide haar dochter zich schier met alles wat in haar buurt kwam.

-- Wat zijn je voorletters ook weer Suze 7, riep ze onder het schrijven naar haar schoonzusje dat met Aatje op de ca- nape zat... en zonder het antwoord afte wachten ging ze, schrij- vend voort - 0 ja, alleen maar S S. Langelaan-van Hou- ten ... Ik had er bijna bij geschreven "en kind..."

Ze lachte schril, en Suze peuterde, met een instinctieve beweging, aan het sjawltje om haar schouders dat haar ver- gevorderden staat aan het oog onttrok.

- Verzoeke van rouwbeklag verschoond te blijven... punt ... klaar, zeide Gee zelfvoldaan. - Aatj , kijk eens of er nog wat aan mankeert...

De eenige zoon van wijlen Abraham Langelaan verliet de canape om het blad aan te nemen.

- Was vader niet... acht en vijftig...? vroeg hij. na- dat hij het aandachtig had doorgelezen - je zet hier zes en vijftig...

Allen keken naar mevrouw Lien, van wie het antwoord komen moest. Ze staarde nadenkend voor zich uit, fronste de wenkbrauwen en bewoog de lippen...

- Ik was negentien toen ik trouwde... Bram was negen jaar ouder... dat was in zes-en-negentig...

Gee had bliksemsnel een rekensom in de marge van den advertentietekst gemaakt, en riep met iets van de triomf eener snelrekenaresse:

- Accoord... Aatje heeft wéér gelijk... achtenvijftig.

Langelaan ging weer naast zijn vrouw zitten.

12

(10)

- Moeten we niet ieder voor ons aan onze kennissen

hri· ? G

sc }ven.... vroeg ee.

- Natuurlijk, zeide haar man, en we bedanken met ge- drukte kaarten voor de condoleances en de bloemen...

- Wat bloemen...? vroeg Gee terwijl ze hem strak-be- straffend aankeek.

Hij kreeg een kleur en stamelde iets van ...och, nee, natuur- lijk niet..•

- Er is voor bloemen gezorgd in Indië... voor ons allemaal

zeide Aatje. '

Zijn moeder bracht het kanten zakdoekje naar de oogen.

Van den wand keek een portret van Abraham Langelaan op allen neer.

Het stelde hem voor als een groote, breedgeschouderde

~~nmet martiale knevels. Zijn gelaat scheen verweerd, maar ZIJn oogen waren zacht en er lag iets vragends in.

Ze kenden hem allemaal van dit portret, aan de hand van ver-vervaagde herinneringen, geleid door wat zij be- grepen uit zijn spaarzame brieven en uit wat hun moeder vertelde.

Het portret van Abraham Langelaan zag op hen neer, en ze zagen hem aan door de oogen van de vrouw van wie hij zoovele jaren gescheiden had geleefd.

Ze bevroedden allen het geheim eener echtelijke disharmo- nie en eerbiedigden haar verzwijgen.

Mevrouw Lien sprak weinig over haar man... want ze zou zoo bitter weinig te vertellen hebben gehad.

. Nog altijd had ze het gevoel dat hij als een soort stormwind 10 haar le~enwas gekomen, en zooals zij daarvan gewaagde voor de k10deren l.~ek het een ver en wonderlijk avontuur, waarvan het huweliJk de ontnuchterende voortzetting was ge- worden.

- Toen ik een meisje was van negentien, ... aldus placht Mevrouw Langelaan haar herinnering aan te vangen...

Dan vernam men van het Batavia uit de negentiger jaren.

Volgens haar beschrijving was dat een vrooIijke stad geweest.

I?e huizen rondom het Koningsplein straalden des avonds van licht. Er werd open tafel gehouden voor vrienden en kennis- sen... Men reed in caleches en andere voertuigen, bespannen met Australische paarden. Bedienden zaten voor en achterop, 14

en liepen nu en dan naast de paarden om die met kwasten van vliegen te bevrijden.

Op vrije dagen reed men rondom het plein waar muziek werd gemaakt.

Er waren danspartijen en muzikale avonden en sociëteits- feesten en schouwburgvoorstellingen...

Haar kinderen lachten bij de beschrijving van haar uit- gaanstoüetten uit die dagen en droomden mee in haar roman- tische beschrijvingen van het verkeer met buitenlanders wan- neer vreemde oorlogsschepen op bezoek kwamen. Dit was de bonte achtergrond, zonder innerlijk leven, die mevrouw Lan- gelaan, zelve dochter van een Resident uit een der woningen rondom het Koningsplein, te geven wist van haar ontmoeting met Abraham Langelaan...

Een forsche blonde vreemdeling... een planter, een man uit het bergland... Hij was met verlof te Batavia, en aanstonds had ze hem uitverkoren boven alle anderen... boven de vlotte cavaliers der danspartijen, boven de romantische marine-offi- cieren, boven de hoffelijke ambtelijke ondergeschikten haars vaders.

Mevrouw Langelaan legde nadruk op de vrijwilligheid ha- rer keuze, en bleef haren Bram beschrijven als de begunstigde, die den eerepalm had weggedragen. Dit stadium van de ge- schiedenis vormde den overgang tot het tweede deel, dat de geschiedenis bevatte harer eerste huwelijksjaren...

...Men moest het zich goed voorstellen wat het beteekende uit de zooeven beschreven omgeving van vreugde en vertier en feest te worden overgebracht naar de eenzaamheid eener berg-onderneming.

Pakkend waren nu, in contrast met het voorafgaande, haar beschrijvingen van de ontberingen die men zich daar te ge- troosten had... tochten per rijtuig en te paard, petroleumlicht en beperkte mogelijkheden van gezellig verkeer en voedsel- voorziening...

Zoo nu en dan daalde zij, in haar vertelling, met Bramaf naar de groote stad, terug in haar omgeving... en dan zoo ver- eenzaamd, zoo vervreemd, zoo achtergebleven bij de mode en de onderwerpen van conversatie.

Bij deze passages was het gewenscht en gebruikelijk ge- worden dat men deernis gevoelde voor de vrouw die aldus 15

(11)

17

2 De reis zonder einde

Deze periode had in de kinderen voor immer het beeld vastgelegd van den machtigen, desondanks niet gansch begrij- pelijken vader, den vader die alles schenkt wat voor geld te koop is en op een onverklaarbare wijze achterhoudt wat men, vaag, gewenscht zou hebben: de gave van zichzelf... Sinds zijn vertrek naar Indië, in 1911, toen de mei jes veertien en twaalf en Aatje een jongen van negen was geweest, was de vader weggereisd, en het eenmaal gevestigde beeld van den materiee1en tooverman was allengs verteekend door hetgeen uit de visie der moeder was overgenomen.

Had zij zich, toen een vrouw van 35, die bezorgd was voor haar gezondheid en in Indië niets terug wist te vinden van de glorie der oude dagen (de gevierde dochter van den Resident) door haar man verlaten gevoeld? Uit haar r d lijke verkla- ringen bleek dit niet. Hij was immers om dringende zakelijke redenen vertrokken. Hij was telkens van plan geweest tot hen weer te keeren, en zou het stellig hebben gedaan, wanneer hij niet in hun aller materieel belang daarginds was vastgehouden.

Toen waren de oorlogsjaren er tus chen gekomen...

Daarna die van de groote conjunctuurschommelingen...

Wie het verhaal hoorde zag Langelaan als een man in de kracht van zijn leven, vol vreugde over zijn arbeid en derzel- ver resultaten... en slechts bleven vragen over...

Waarom was het gezin hem niet gevolgd ...?

Maar daar was dan toch de oorlog geweest... En daar was de leeftijd der kinderen 0 de zorg voor hun goede opvoeding, die in Europa kon worden geleid en daarginds niet.

Het was alles aanvaardbaar en volkomen logi eh... ook dat Mevrouw Langelaan haar kinderen niet alleen had willen achterlaten.

Wanneer zij hier zweeg scheen het een wreede lotsbe- stemming, met de uiteindelijke bitterheid van dit afscheid zon- der laatste weerzien...

Bram Langelaan' s zachte oogen van het portr t aan den wand, de martiaal opgestreken knevel van een die den strijd met het leven had aangedurfd, leverden den commentaar. Een commentaar die intusschen niet gansch verklaarbaar was door het ontbreken van een schakel in de geschiedenis, en wel een onontbeerlijke.

En dat was de levens-achtergrond van Bram Langelaan haar leven ten offer had gebracht aan den arbeid van den man

. Bramz~.lfvoelde zich immers (dat moest men begrijpen)

u:

dle feestelijke sta~~-omgeving niet..erg thuis. Een man als hij verlangde naar ZlJn bergen en ZlJn theetuinen. Maar men moest óók g<?ed begrijpen wat dat voor haar beteekend had, en waarom ZlJ nu en dan zonder hem bij kennissen te Batavia logeeren bleef.

~u kwamen ook de geboorten der kinderen inde geschie- dems voor...

Eline in '97, reeds een jaar na het huwelijk. De geboorte h~d plaats on~ermoeilijke oms~ndigheden,op de onderne- mlDg... Twee Jaar daarna Gee tje ... maar deze in de stad evenals die van Aatje die drie jaar daarna had plaatsgevonden'

Aatje had zijn moeder bijna het leven gekost en daaromwa~

voor haar krachtsherstel in 1902 besloten tot een verlof in Europa.

- !k was toen nog pas 26... placht mevrouw Langelaan vol deerms te vertellen, met een zucht, alsof ze hierin de droefenis s~menvattevan ~en v~rspi1de jeugd. Intusschen sloten zich hier de eerste hermnenngen van Eline aan.

.. De reis ~aarEuropa... een aaneenschakeling van wonder- liJke ervarmgen, geconcentreerd op een wondervader die in staat was alle genietingen te produceeren en alle we~schen te verwezenlijken.

Na acht maanden was vader naar Indië teruggekeerd doch eerst in 1904 was het gezin hem gevolgd. '

Eline was toen zeven jaar, Gee vijfen Aatje een kind van twee.

. Geen hunner was echter in s~aat geweest om de beschrij- Vlngen van het leven van ontberlDg op een berg-onderneming te toetsen aan de ervaring, want Langelaan was toen be- noeud tot super-intendent met zetel te Batavia.

In 1~10 waren allen tezamen naar Europa vertrokken en deze relS was het hoogtepunt van de herinneringen aan den vader.

Met

gouden sleutels had hij de poorten van de vreugde voor h.~nallen ontsloten. Men had in Zwitserland gereisd en Pa- rlJS bezocht, men was te Londen geweest en in de Holland- sche N oordzee.badplaatsen, en alles was geschied in groot- schen, gullen stijl.

16

(12)

zelf. Zijn rol in de geschiedenis vangt eerst aan bij zijn triom- fantelijken intocht in het prille meisjesleven van zijn vrouw.••

Hij was toen acht en twintig en reeds negen j:"l~rin Indië.

Zijn herkomst bleef beperkt door vage aandUldmg: op ne- gentienjarigen leeftijd was hij in Indië aangekomen uit een dorp in oord-Holland. De aanduiding gaf hem de aureool van iemand naar den stijl van Jan Pieterszoon Coen, en te- vens gaf ze een nadere waarde aan de daad van Lien de Belfort, dochter van den Resident van Batavia, afstammelin- ge van een oud Fransch geslacht, die hem haar hand had ge- geven en boven allen uitverkoren.

Er was nooit iets van bekend geweest of hij nog levende familieleden had. De glans van het in de tropen overgebrach- te wapen der De Belforts was nimmer verdoft door inniger aanraking met de familie in Noord-Holland...

De vermenging der geslachten Langelaan en De Belfort op het verre territorium van N ederlandsch Oost-Indië be- hoeft nog eenige verklaring aan de hand van den achtergrond der telgen in welke ze plaats had.

Abraham was de eenige zoon van vroeg-gestorven ouders die te Medemblik een kleinhandel in brandstoffen hadden ge- dreven. Hij zelf was op negentienjarigen leeftijd naar Indië vertrokken. Zijn eenig familielid, een sedert lang overleden oom van moederszijde, had hem daar een kleine betrekking weten te verschaffen en zich, met deze hulp, aangenaam ge- kweten geacht van alle verdere verplichting tot of bemoeienis met dit zusterskind.

De Resident De Belfort was een afstammelinginhet der- de geslacht geweest van zekeren René de Belfort, een Zuid- Fransch edelman die, om redenen die in geen kroniek staan aangeteekend, aan het einde der achttiende eeuw naar Oost- Azië was uitgeweken en daar zijn bloed had gemengd met dat van het vreedzaam Inheemsch volk dat hij er aangetroffen had en bemind.

In hoogen ouderdom was hij overleden op een buitenplaats in de omgeving van Batavia en toen zijn lichaam onder het luiden van de slavenbel was uitgedragen, was een aanzienlij- ke stoet den vader, grootvader, overgrootvader en landheer gevolgd op zijn laatsten tocht.

Zijn kinderen en kindskinderen hadden zich over Java ver- 18

spreid en vermenigvuldigd. Zij waren deels teruggevallen in de levensomstandigheden der voorouders van moeder zijde, deels gehuwd in kringen van den landbouw, den koophandel en de landsadministratie.

Zij waren vermaagschapt geraakt aan N ederlandsche ge- slachten en voerden hun familie-eigenschappen van drift en pronkzucht gaarne terug tot de stamlijst der Fransche edel- lieden, met welke zij alle contact verloren hadden.

Terwijl in Frankrijk het geslacht van De Belfort uitstierf en de stam-burcht onder de roeringen van het land afbrandde en het landbezit uiteenviel tot kleine boerderijen, ontplooide zich de N ederlandsch Indische tak met de vruchtbaarheid die zij had herwonnen door de enting op een ander volk.

De vader van Lien de Belfort was een statige grijsaard geweest, wiens aristocratische figuur in de herinnering was gebleven der oude Batavianen.

In zijn uiterlijk soigneerde hij de reminiscentie aan den Zuid- Fransehen edelman, tot wiens exotisme ook die trekken her- leid werden welke de bloedmenging in een ver voorgeslacht ook ter verklaring zouden kunnen hebben.

Deze concentratie van familietrots op de mannelijke lijn, deze eeredienst van het magisch blazoen der De Belfort's, was sterk van invloed geweest op de jonge Eline, eerst Lientje, daarna Lien, die zich om dubbele redenen had afgewend van de afstamming in de moederlijke lijn, waaraan noch eere was te behalen ten aanzien van de Indische stam-mo der, noch uitde afkomst harer eigen moeder die uit een brave Hollandsche amb- tenaarsfamilie was ontsproten die den naam Hakstroo voerde.

Mevrouw Lien had, instinctief, als moeder harer kinderen, in haar gemoed de superioriteitswaan ener De Belfort gedragen.

De eer waarmeezij zich als telg van dat geslacht gewapend wist tegen altijd mogelijke onderschatting, had zij ook haar kinderen willen meegeven.

Het eenige beletsel daartegen was, dat deze Langelaan ge- heeten waren, zoodat de glorie der adellijke Fransche af- stamming slechts in de tweede hand kon worden geldend ge- maakt; jarenlang was het haar lievelingsdenkbeeld geweest dat de kinderen den naam De Belfort aan dien van Langelaan zouden toevoegen.

Hiertegen waren echter, behoudens bezwaren van piëteit 19

(13)

jegens den vader, ook moeilijkheden van tweeledigen prac- tischen aard gerez n. In de eerste plaats toch zou de samen- kopp ling der namen vreemd hebben geklonken en voorts kon bezwaarlijk het argument worden aangevoerd dat de naam De Belfort anders zou uitsterven. Want deze werd veelvul- dig aangetroffen in de lagere ambt lijke rangen en tot zelfs op de naamborden van huisjes in of op de grens van de kam- pongs der Inheemschen.

Zoo was dan de stempel van Langelaan blijven rusten, ook wat het uiterlijk betrof, op het zonder hem vereenigd ge- zin in Holland.

Zij droegen zijn naam en leefden in materieelen zin bij zijn gratie, van zijn werkkracht, schoon zonder veel belangstelling voor de bronnen die deze werkkracht voedden of die welker productie door zijn werkkracht werd gaande gehouden.

N och Aatje, die junior op een advocatenkantoor was, noch de blonde huzaar Duri-y, hadden eenige notie van den omvang en den aard der werkzaamheden van hun vader en schoonva- der. En ook de dames hadden zich daarin weinig verdiept.

Maar elke eerste van de maand, en medio elke maand, ver- schenen aanzienlijke remises, terwijl bovendien een blanco- crediet t€fr be chikking van Mevrouw Langelaan-De Belfort stond bij de Cultuur-Bank.

Toen Huiz Princenhage aangekocht moe t worden - dat was gewee tin 1921, toen de Indische cultures een tijd van buitengewonen bloei doormaakten ---- was een telegrafisch verzoek voldoende geweest voor het verschaffen der extra- middelen, en in de schriftelijke bevestiging der remise had Abra- ham Lang laan zich bepaald tot den nuchteren wen eh, dat deze villa, eenmaal, hij wist niet te bepalen wanneer, zou strekken tot veraangenaming van zijn ouden dag in den familiekring.

Het lot had het echter anders gewild.

* * *

Mevrouw Langelaan verschikte haar dooreengestrengelde vingers om het kanten zakdoekje, en het was alsof zij een aanduiding maakte van een wanhopig gebaar van wringen harer handen, toen zij zuchtie:

____ En wie kan ons zeggen hoe we achterblijven...? Niemand wist een antwoord.

---- Papa was immers schatrijk, zeide Eline, aldus haar ei- gen twijfel en vrees bekampend.

---- Wat weet jij daarvan...? vroeg Gee scherp.

- En jij dan... 1

Rob Durty probeerde het begin van een twist te smoren.

- Men zou toch zeggen, meende hij aarzelend, dat, gezien naar hetgeen hij altijd voor ons heeft gedaan...

Hij dacht aan twee paarden die zijn schoonvader, op ver- zoek van zijn vrouw, nog het vorig jaar voor hem bekostigd had.

En Gee, die dezen gedachtengang bij de anderen vreesde, leidde aanstonds af:

- En toen Aatje drie jaar geleden hoofdpersoon moest zijn van de maskerade...

Zoo wisten zij snel, ieder van den ander, iets van het re- cent genotene te memoreeren.

Van den wand keek Abraham Langelaan op hen neer, en in zijn zachte weemoedige oogen lag geen antwoord.

Er was slechts een zekerheid die zij collectief gevoelden:

namelijk dat hun groote, altijd zonder veel bedenken aan- vaarde materieele zekerheid plotseling was weggevallen.

De zwijgende verte, de duizenderlei mogelijkheden, de drei- gende verrassingen, vervulden hen van angst.

Het was opeens alsof zij zich allen eerst nu, en nimmer gedurende die vijftien jaren sinds hun man en vader was weg- gereisd, door hem verlaten gevoelden.

En in hun angst en onzekerheid zwol dat gevoel van ver- latenheid en onmacht aan tot den lichten wrok waarin zij nu van hem spraken.

- Hij zal toch wel alle maatregelen genomen hebben... 1 veronderstelde Lien hoopvol, en in haar toon was reeds de twijfel bespeurbaar.

- Natuurlijk... natuurlijk, troostie Rob.

- Wie is zijn notaris ... is er een testament...?vroeg Aatje.

Lien haalde haar schouders op, en in het gebaar lag een verwijt aan den overledene.

- De Vereenigden zullen toch wel inlichtingen kunnen ge- ven...?waagde Gee.

Aatje zou er heen gaan.

N aar Amsterdam.

Den volgenden morgen reeds.

21

(14)

11

DE SCHULD-VRAAG VEREENIGDE

CULTUURONDERNEMINGEN N.V.

Ingevolge Uw geeerd

ve!z~ek

namens erven-Langelaan,en ter bevest1g1ng van

o~s

aangenaam onderhoud op 14 dezer.hebben wij de eer U hierbij eenige voorloop1ge gege- vens te verstrekken over den vermogenstoe- stand van wijlen onzen Heer Abraham.. Lange-..

laan voor zooverre onze

maatschap~~

daarbij

betr~kken

is.Blijkens de ons ten.d1enste staande gegevens van onze

r~lat1e

de ..Cul- tuurbank N.V.stond de reken1ng !an Wijlen den Heer L. bij deze bankinstel11ng per ultimo December j.l.debet voor een bedrag van Fl.346.249,23 cents (driehonderdzes-.

enveertigduizend

tweehonderdnegenenveer~~g

gulden/23

Cts).Daartegenover.wa~

door wij- len den Hr.L.zijn gansche bez1t 1n aandee- len onzer maatschappij tot een

t~taal

van 850 aandeelen ad nominaal eendu1zend gul- den in pand gegeven.

TEL.-ADRES: VERCU CODES: BENTLEY-A.B.C.

Voorts is ons bekend dat het per- ceel Koningsplein Zuid 23,te Batavia, in het jaar 1904 door wijlen den Hr.L.aange- kocht voor de somma van rond Fl.120.000

(eenhonderdtwintigduizend gulden), en dat ZEd.tot zijn overlijden heeft bewoond nog op zijn naam staat ingeschreven en vrij is van hypothecaire lasten. Hoogerbedoelde aandeelen werden in een destijds door wijlen den Hr.L.met de Cultuurbank aangegane

overeenkomst,in gemeen overleg gedeponeerd bij de Javasche Bank te Batavia.

Vastgesteld kan dus worden dat het deel van den boedel dat

wij

kunnen overzien een groote overwaarde aantoont,alhoewel deze momenteel niet liquide is.

Gelijk wij U meedeelden hebben

wij

Me- vrouw de Weduwe Langelaan-de Belfort heden geschreven en hebben wij REd. bericht, dat wij gaarne ter beschikking staan voor ver- dere afwikkeling van zaken,waartoe wij als- dan een overzicht zouden moeten hebben van nog loopende verplichtingen,vorderin- gen etc. ter vaststelling van het eventueel eindsaldo.

Voor de gegevens die onze directie te Batavia ter beschikking staan zal zij, naar zij ons telegrafisch opdroeg UEd.te berichten, ten spoedigste een opstelling doen maken door haar accountants en zullen

wij

U die doen toekomen.

In ons onderhoud hebt U gevraagd om specificatie van het debet-saldo van wijlen den Heer L.bij de Cultuurbank.Voor zoover

wij

betrokken waren in het ontstaan van deze positie kunnen wij U berichten, dat daarop voorkomt een post van Fl.l20.000 ui thoofde van den aankoop van hoogergenoemd perceel Koningsplein Z.23 te Batavia, ver- hoogd met rente op rente sinds 11 Augustus 1904,alsmede diverse deposities van Me- vrouw Langelaan-de Belfort te

I

s-Gravenhage in den loop der jaren o.m. tot aankoop van het door REd. bewoond perceel Huize Prin-

AMSTERDAM.

27 April 1926

SINGEL 226

WelEdelgestrengen Heer Mr. A. Langelaan jr.

Prinses Mariannelaan 6 Voorburg Den

Onderwerp:

Erven Langelaan

(Verzoeke bil antwoord te vermelden) Hoofdvertegenwoordiging

Nr.

436

S-G

(15)

cenhage aldaar,etc.etc.alles uiteraard onder tegenboeking van diverse stortingen van wijlen den Heer L. bij de Cultuurbank, die UEd.of UEd. 's gevolmachtigde afschrift van rekening zal doen geworden.

In het vertrouwen U hiermede voor- loopig voldoende te hebben ingelicht,

verblijven wij met de meeste hoogachting, Uw dw. drs.

Vereenigde Cultuurondernemingen N.V.

p. p.

Aatje had den brief gevonden toen hij thuisgekomen was uit de stad. Langs het weggetje tusschen de velden was Suze hem tegemoet gewandeld.

Ze deed dat altijd bij dragelijk weer.

Dan stapte hij van de fiets, en arm in arm liepen ze, met de silhouette van den Haag achter zich naar hun buitenhuisje.

Het landweggetje langs de Binckhorst lag door een stuk nog ongeschonden weiland tusschen Voorburg en den Haag, wier bebouwingen elk jaar verder werden uitgelegd en die eenmaal stellig ook dit gebied zouden annexeeren.

Dan zou het weggetje een straat zijn.

Nu kende Aatje nog elk gat, elke uitholling van het wegdek.

Hij had een zekere routine ont"vikkeld in het vermijden der plassen en het nemen der bochten zonder op den weeken berm te geraken, of met zijn voorwiel in de diep-ingedroogde karre- sporen.

Elke thuiskomst was hem nog een feest.

Wanneer hij Suze in de verte zag aankomen viel alle ver- moeienis van den langen werkdag in de stad van hem af. Dan snelde hij haar vertrouwde silhouette tegemoet en dan beving hem alle vreugde om het ge tichte huis, waar hij gelukkig was.

Want dit huwelijk was hem een openbaring geworden na

zijn vreemde jeugd. Het was de late ervaring geweest van een huiselijk leven dat hij nooit tevoren in dien simpelen vorm had leeren kennen.

Hij wist geen voorbeeld van dit vertrouwelijk samenzijn, van de rust en den eenvoud binnen eenvoudige muren.

Voor zijn jeugd was de ruimte geweest in het groote Bata- viasche huis, dan de omgeving van pensions en daarna de statigheid van "Princenhage" met al zijn nieuw-aangebrach- te weelde die geen achtergrond van traditie had.

Dit huisje in Voorburg beteekende voor hem een gevestigde traditie, misschien een die uit een ver verleden was hersteld.

WantinAatje was het sterkst van alle kinderen het ver- langen naar eenvoud en werk en simpele waarachtigheid. Hij had ernstig gestudeerd, en ook al zijn andere ondernemingen, zoo zijn sport als zijn genoegens en reizen, waren gestimuleerd geweest door zijn drang tot weten en zuiver onderscheiden, het vinden van den bodem der dingen, waarbij, meer dan de menschen, zijn boeken hem tot gids waren geweest, en de wil en de beschouwingen die hun Ie en in hem hadden gevormd.

Van alle Langelaans gevoelde Aatje het diepst het gemis van den vader, en juist daardoor was hij het die dat het aller- minste uitsprak. Het was niet een wrok tegen den afwezige, doch eerder het stil en bedeesd treuren om de hand die hem nimmer leiding had gegeven, ook en vooral toen hij daaraan de meeste behoefte had gevoeld. Hij voelde zich inderdaad door den vader verlaten, en meer dan de anderen, omdat de enorme materieele compensaties waarmede zich de vader van verre, als een groteske Sinterklaas, in zijn afwezigheid de- monstreerde, niet den minsten indruk op hem maakten. Zijn materiee1e behoeften waren zoo gering...

In de statigheid van de studentenmaskerade was hij eerder door zijn reputatie van zeer gefortuneerd jongeman gesleept dan door zijn smaak er in gedreven. En zelfs deze functie die het middelpunt was geweest van een uitgelaten feest, had hij vervuld met een ern t en toewijding, die, geheel ten onrechte, van buiten af aan hem waren toege chreven als hooghartig- heid en een zoo volkomen vereenzelviging van zijn gedachten- leven met de door hem voorgestelde persoon - een machtig vorst uit het verleden -- dat niemand begrepen had, dat hij zoo onbedorven uit het avontuur getreden was, en zelfs eoke-

25

(16)

-. --- ~

Ie maanden daarna een schitterend doctoraal examen

had

af- gelegd. Dit had de roep van buitengewone knapheid, die hem omgaf, nog versterkt.

.W a~t d~ze ~as het, ~e n;'-eer dan die van bijzondere be- mmneli}kheld zIJn reputatie uItmaakte en als zoodanig van de studentenwereld op de maatschappij was overgebracht. Zon- der moeite had hij een functie gekregen op een groot advoca- tenkantoor, waar mannen met ambitie werkten, die gaarne speculeerden op zijn relaties en kennis.

In dienzelfden maskerade-tijd had hij Suze van Houten ontmoet. Zij was de eenige dochter van een generaalswedu- we zonder geld, die de partij aanlokkelijk had gevonden. Suze had, uit een tamelijk vreugdeloos leven van eenig kind uit een laat huwelijk, in hun huis de stille toewijding binnengebracht die zij tot dusver aan haar jongemeisjesvertrek had gewijd, en aan de studieboeken die zij ontijdig had losgelaten met het perspectief van dit jonge huwelijk.

Zij was haar schoonfamilie onbevangen en vriendelijk tege- moet getreden en de critiek van Aatjes zusters was, door haar onopgemerkt, langs haar afgegleden.

Voor haar schoonmoeder koesterde zij een plichtmatige en overigens negatieve waardeering. Deze was niet meer dan de doublure harer eigen moeder die nimmer haar vertrouwde geworden was.

En Aatje was het centrale punt van haar adoratie geworden.

Zij verwachtte nu zijn kind.

En stil om dit onbegrijpelijke zat zij thuis en wachtte op hem, zinnend op de toekomst, waarvan zij zich geen verder beeld kon scheppen dan dat eene: het kind in haar armen.

Den vader had ze nooit gezien, doch ook in hun gecombi- neerde leven had Langelaan zich consequent gedemonstreerd als de bron van alle aardsche mogelijkheden: hij had met gulle hand hun huis betaald en hun inrichting en hun huwelijksreis, maar zijn brieven waren kort geweest: niet meer dan de uit- drukking van zijn verlangen hen spoedig te mogen zien.

• • •

.- De briefligt thuis, zeide ze, gearmd met hem opwande- lende.

.- Zoo,

ze'de

hij.

En tusschen hen herrees de gedachte aan den vader, zooals ze die den vorigen avond samen hadden ontwikkeld: twee jonge menschen, beiden ontijdig door hun vaders verlaten, en op den drempel van een nieuwe wereld, waarin zij zelf ouders van een nieuw geslacht stonden te worden.

.- Ik blijf altijd bij je, had Suze gezegd.

Ze hadden een wereld voor zich.

Dank zij den vader die alles mogelijk maakte.

Want tot die rechtvaardige conclusie waren ze gekomen...

zonder warmte.

Ze constateerden het feit dat ze Langelaan dank ver- schuldigd waren.

Ze waren jong, maar hun generatie was niet sentimenteel.

Ze kwamen niet tot de slotsom dat zij elkander ookin armoe- de gelukkig zouden weten te maken. Ze hielden rekening met de bestaande factoren en op die basis hadden ze getracht de beteekenis die Abraham Langelaan in hun leven vervulde vast te stellen.

.- Hij betaalde, had Aatje gezegd, en daarmee meende hij zich van iedere verdere verplichting ontslagen.

Suze voelde wel dat dit de verbittering moest zijn die haar schoonmoeder, ongewild, in haar bedroefd zwijgen, op de kin- deren moest hebben geënt.

Ze had gezegd dat de vrouw den man had te volgen; dat was de belofte bij het huwelijk. En daarin had zijn moeder dan toch gefaald, meende ze.

.- Het was voor ons, voor onze opvoeding, hadAatje gezegd.

En zoo waren het dan weer de omstandigheden geweest, de onbegrijpelijke en grillige wendingen van het lot, die deze voortdurende afwezigheid en daardoor die verwijdering had- den doen ontstaan.

.- Hij heeft hard gewerkt, zeide Aatje, en toch schijnt hij veel minder rijk te zijn geweest dan we allemaal hebben ge- dacht.

Het bedrag van zijns vaders schuld had indruk op hem ge- maakt. Hij wist niet wat het beteekende schulden te hebben.

Hij b.~taald~,van zijnsva~~rsgeld .en het bescheiden bedrag dat~} verdIende, stIpt al ZI}n rekemngen en hij legde nog wat te ZIJde.

Hij had nooit anders gedacht dan dat Langelaan slechts te

27

(17)

putten had gehad uit een rijke bron, waarvan ze allemaal mee-genoten.

Het terloops genoemde bedrag had hem de visie geopend van een man die, gebogen over de gegevens omtrent zijn ver- mogenstoestand, voor allen geheim hield dat alles wat hij afstond, hun inkomens, het groote huis in Zorgvliet een last en een druk in zijn leven beteekende.

Dat was dus de goudstroom die uit Indië was aangerold:

~en koste van een schuld, die opgeloopen was van jaar tot Jaar.

Ze hadden allen genoten en zijn zorgen niet gekend, want ongetwijfeld moest hij die gehad hebben.

Over dien kant van zijn leven had zijn moeder hem nooit gesproken. Ze had zich soms, terloops en meer tot zichzelf afgevraagd, hoe Langelaans levenswijze daarginds zou zijn en dikwijls had haar veronderstelling, dat hij met andere oude vrienden jaar in jaar uit in de Soos bleefpraten, de gedachte in hem gewekt van die oudere studenten, die steeds weer van ge- neratie tot generatie afdalen in een abnormaal geprolongeerde kroeggezellighe'd, die de autoriteit bezitten van de oudste grappen, de oudste reminiscenties van de studentenstad en de oudste relaties in dat wereldje.

Bij het naar huis reizen, gisteren uit Amsterdam, was voor het eerst, schuchter, de gedachte in hem opgekomen dat er iets onrechtvaardigs kon zijn in de constructie die zijn moeder voor hem had opgesteld.

Sinds korten tijd kende hij het leven nader: de advocaten- practijk had hem, zelfs voor de bescheiden taak die hem daar- in alsnog was toebedeeld, een andere wereld laten zien, een wereld van diep-treffende en schrille realiteiten achter het scherm van den schijn van allen dag.

Hij had gefailleerden ontmoet, die de spanning van jaren uitzuchtten in de eindelijk in volle zwaarte vastgestelde cata- strophe; hij had in hun bez(lrgde trekken en harde oogen de sporen herkend van dagen en nachten vol angst... van ge- spannen hoop op uitkomst die nimmer was gekomen .

Wat had zijn vader, daarginds, te dragen gehad? . Maar aanstonds had hij die gedachte weer verworpen.

Te diep, te onomstootelijk was, in zijn omgeving, het beeld gesuggereerd van den onaandoenlijke, den sterke, die zijn 2

krachten voor zichzelf hield en lechts een aalmoes wierp naar hen met wie een levensverbintenis bestond.

En Suze's pleidooi had die bitterheid niet doen verd·wijnen.

Ze hadden afgesproken dat hij de familie nog niets zou zeggen, voorde toegezegde ruwe cijfers voor hem zouden liggen.

Nu wachtten ze thuis...

Ze spraken niet verder, maar hun beklemming steeg naar- mate ze het huisje naderden. Een late namiddagzon gloorde rood in de ruiten tusschen den klimop.

Aatje liet zijn vrouw voorgaan door het tuinhekje en loods- te toen zijn fiets naar binnen.

Met dezelfde gedachte liepen ze samen naar den brief die op tafel lag.

Suze keek hem gespannen aan terwijl hij las...

En na de lectuur sprak hij niet aanstonds, doch floot tus- schen de tanden en zeide voor zich heen:

... Erger dan ik kon vermoeden...

... Erger... Kom... pleitte ze.

Hij ging op den tafelrand zitten en zijn gebaar was dat van een advocaat die een geval toetst aan vaststaande normen:

... Een man met bijna drie en een halve ton schuld, waar- voor hij rente moet betalen, met een huis van ruim een ton, waarvan geen cent b taald is... zoo iemand heeft geen andere bezittingen, of hij moest gek zijn. Anders had hij die vrij ge- maakt...

... Maar hoe weetje nu... Je hebt geen notie van het testa- ment...

Hij klopte op den brief:

... Dit is zijn testament. .. schulden en verpande aandeelen tegenover elkander... Een onverantwoord lijke opportunisti- sche situatie... at ze in beurskringen noemen een" po itie" ...

W eet je...7 Opgenomen g lden tegenover speculatieve fond- sen... groote huizen in Batavia en den Haag en schulden...

Wat zijn die aandeelen waard 7 Vroeger stonden ze 300 en 400 en hooger... en nu 7 Een speculatief bezit .

... En als hij nu groote levensverzekeringen had ? Hij keek haar verrast aan...

... Dat is natuurlijk mogelijk.

Zijn blik ontmoette geen vreugde in haar oogen.

(18)

31 Hij was in een stoel gaan zitten en staarde naar buiten.

Suze zat aan tafel en las aandachtig den brief dien hij had

losgelaten. . . . .

- Maar is er dan met over...? nep ze meens, met lets triomfantelijks ..., Aatje, kijk dan toch, wanneer je de schuld nu aftrekt van de aandeelen, die zoo hoog staan en je rekent het huis... Dan zijn er misschien wel tonnen over... tonnen en tonnen...

Het was niet de vreugde om het geld, het was ook niet de vreugde om de aanwijzing tot rechtvaardiging van den zwij- genden doode, het was niet anders dan een troost, een blijde tijding die ze Aatje wilde geven in zijn klaarblijkelijken angst.

Hij wendde zich naar haar toe, en er kwam wat zachts achter zijn lorgnetglazen :

- Maar kind... wat zijn aandeelen waard ...?Kunnen we ze verkoopen...? In zulke hoeveelheden...? Een incourant fonds noemen ze dat... Er is nauwelijks vraag naar. En wie bepaalt de waarde van het huis...?Een groot kostbaar huis...

ikken dat huis toch... Ik herinner het mij ...

Aatjes herinnering: Vader had hen, in 190~, toen ~~t jonge gezin hem weer naar Indië gevolgd was, triomfanteliJk in het huis binnengeleid.

In zijn herinnering was het een sprookjeshuis, met wijdsche galerijen en onafzienbare marmeren ruimten.

Dat alles was gereedgemaakt, door vader, terwijl hij met Mama en de zusjes naar Indië reisde.

Ze hadden het aanvaard zooals ze gewoon waren alles van hem te aanvaarden.

Zes jaar later waren ze allen naar Europa gegaan: de tri- omftocht, met vader, door een wereld die aan hun voeten lag, die hij kocht en hen als speelgoed toewierp. En in 1911 had hij, alleen, door den plicht geroepen, den terugtocht aanvaard naar Indië, naar zijn werk, naar het huis...

... "dat ZEd, tot aan zijn overlijden bewoond heeft" ...

zeide de brief immers, of iets dergelijks.

Schuchter knoopten zich de gedachten in Suze's hoofd.

De eenzame man in het groote huis. Het huis dat hij zoo- veel jaren geleden had toebereid tot de ontvangst van zijn gezin, dat er met hem had gewoond en dat er van was wegge- reisd om er nimmer meer terug te keeren.

Dit waren geen gedachten over den vader, maar beschou- wingen over een "positie".

--- Je hebt misschien gelijk, zeide hij. Misschien zie ikhet te somber in.

Hij had willen zeggen: misschien beoordeelikhem te hard, maar hij kon niet.

Hij vreesde de catastrophe en zijn angst dreef de gedach- ten voort. Wat was de beurswaarde der aandeelen...? Ze waren in de laatste weken gezakt van 182 tot 177... Kon niet anders zijn dan een technische beurs-fluctuatie... Maar som- migen fluisterden over dreigende conjunctuurwijzigingen voor de Indische cultures, speciaal de suiker en de rubber... Daar- om had hij de fondsen speculatiefgenoemd ... Niemand kon iets voorzien, en ze dienden tot onderpand voor een enorme schuld.

De angst voor de armoede dreef hem verder.

--- Men behoeft een erfenis niet te aanvaarden, overwoog hij hardop.

Hij klampte zich aan al zijn juristenkennis vast om niet te worden meegetrokken met den vader, die, wellicht in nood, was ondergegaan... van wien ze nog niet eens wisten hoe hij gestorven was... En niet hoe hij had geleefd...

Het tuinhekje piepte en de silhouette van den krantenbe-

zorger ging buiten voorbij. ..

Terwijl hij de krant ontplooide beefden zijn vingers, en ZIJn oogen zochten haastigl~ngsde cijf~rk?lom~e';\. ..

--- Zie je... honderdVlerenzeventig rIep hiJ wt, alsof hiJ een ontdekking had gedaan, alsof hij een argument had gevonden voor zijn ergste vermoedens.

Beschuldigingsmateriaal tegen den vader.

Suze wist niets aan te voeren.•.

Maar de angst deed hem de tegenargumenten zelf vinden.

- Tja... de heele beurs is wat slap, overwoog hij~ -- dit behoeft niets speciaals te beteekenen voor de V ereemgden...

- Je denkt toch niet datj~ vader iets voelde aankomen•.•

dat hij iets gedaan heeft...?

Ze stonden tegenover elkander en gevoelden zich tegelijk beschaamd.

Tegenover hun vermoedens, hun twijfel, hun beschuldigingen was niet anders dan het zwijgen... ; het zwijgen van de ruimte, van de wereld, van den vader die niet meer spreken zou...

30

(19)

33

3 De reIl zonder einde

Hij zeide lieve dingen, vriendelijke woordjes, zooals men tegen een kind spreekt.

En toen ze zich aan hem vastklemde, en, onmachtig om het complex van haar gedachten voor hem te formuleeren ... die rare gedachten aan den man in zijn groote huis en de kinderen die groot geworden waren en verdwenen... snikte ze alleen dat ze bang was...

.- Aatje, wat zal er gebeuren...?

Tegenover haar hulpeloosheid voelde hij zich opeens krach- tig.

.- Wat drommel, wat er gebeuren zal. ..?Wel, ik zal ze alles vertellen en dan zalikdatzaakje regelen... dat beloof ik je...

Ze keek hoopvol door haar tranen tot hem op.

Nu bewonderde ze hem.

En wie bewondert is niet meer bevreesd.

Ze gingen samen eten, en hij vertelde van allerlei, en ze wist dat hij haar onderwijl bezorgd bleef waarnemen.

Maar ze spraken niet meer over de zaken en ook niet over den vader.

Suze ging vroeg naar bed, en Aatje bleef tot laat cijferen, met den brief voor zich en de dagelijksche beurscourant.

Zij kwamen, hij ontelbare cigaretten rookend aan zijn schrijftafel, cijferend en rekenend en dan weer met gefronsd voorhoofd voor zich uitstarend in den blauwen rook, en zij in de witte slaapkamer, wakker, kijkend naar de dansende schaduwen van takken tegen het gordijn, en vorschend naar zakelijke dingen die ze tenslotte toch weer niet begreep, tot dezelfde conclusie...

Hun gedachten gingen naar hetzelfde, on-onderscheidba- re eind-doel: den vader... Het was, alsof diens zwijgende ge- stalte rees tusschen het complex van materieele vraagstukken en hun vermoeide hoofden. Hij droeg zijn geheim: het geheim van zijn verlatenheid en van de hunne.

Hij verklaarde niets en hij wees geen weg naar uitkomst.

Zooals hij zwijgend had geschonken, had hij hen. zwijgend, verlaten.

En wat hij overliet en wat zijn zachte oogen bleven sugge- reeren was de gedachte aan het vaderschap... de gedachte van de wakende rijpheid over het ontluikend leven: het groote nieuwe dat immers Aatje en Suze voor de naaste toekomst

32

Daar was zijn portret in haar gedachten: dezach~eoogen...

Misschi n hadden die al die jaren in het groote hws rond~e­

waard met de herinnering aan een vrouw, aan spelende kID- deren: zijn laatste. nimmer aan hun groei geverifieerde waar-

nemingen. .

Ach men moet bedenken dat Suze in gezegende omstandIg- heden

~erkeerde

en dat de gedachte aan een huis en kinderen haar gemakkelijk ontroerde...

Die liet haar niet los... Die was onweerstaanbaar: ...een groot marmeren huis en het ge-klik-klak van kindervoeten over de marmeren vloeren en de galm van kindervreugd door de galerijen...

Alweer gedachten van een jonge vrouw in zeer bijzonderen

psychischen toestand. . . . .

En wellicht sentimenteel ook... Het IS gevaarliJk eIgen ge- dachten op te leggen aan een ander individu.

Maar Aatje was zoo stil en nadenkend. En d~ zon stond nu zoo gloeiend rood, heel laag boven den verr.eneID~er,e??e gloed viel binnen door de vensters van hun vrIendeliJk~UI Je.

Alles in de kamer scheen er rose door... ook de brIef op tafel. De ontplooide brief lag, als een plek bleek bloed, op het donkere tafelkleed.

De stilte werd beklemmend. Het was alsof ze iets droeg van naderend onheil, ook over dit vredig huis, waarin tot dusver geen conflict was binnengedrongen.

Suze voelde het met dat vreemd instinct van aanstaande moeders: het conflict kwam binnen, het kwam aan de hand van den twijfel in den verren vader, die niets meer tot zijn rechtvaardiging had aan te voeren. . . .

.- Ze zullen woest zijn... Mama en de meISJe .. :' zeIde Aatje opeens voor zich heen. Zijn woorden wekten 10 Su~e de herinnering aan harde woorden, aan felle debatten 10

Princenhage ... zooals ze die in dit jaar eenige malen had aan- gehoord, en waarbij ieder tegenover alle anderen stond met een denkbeeld waaraan hij zich vastklampte.

Zoo zou het zijn als Aatje de uiteenzetting. gaf.. ..~n ~e v.~­

der zou niet veilig zijn voor hun oordeel. .. met velhg In ZIJn eigen huis...

Ze begon zachtjes te huilen.

Aatje sprong op en sloeg zijn arm om haar schouder.

(20)

tezamen hadden. Wat was in wezen, en ontdaan van alle redelijke verklaring, het essentieele van dit vaderschap...?

Twee kinderen waren ze, die het niet begrepen... Die er hun conceptie van hadden die ze, geboren uit hun ontijdig verlies, in de volle mate van hun verlangen wilden doen gel- den voor het nieuwe leven, waarvoor zij tezamen de ver- antwoordelijkheid droegen. Dat was de gedachte aan het beschermend vaderschap: de gedachte aan een vader die niet zou wegreizen of ontijdig sterven, een vader tot wien men alles kon zeggen en die alles begrijpen zou, wien men zijn nooden kon brengen en zijn boosheden en afdwalingen te voeten kon leggen, in de zekerheid vergeven te zullen worden .

Zoo wilde Suze dat Aatje voor het kind zou zijn . Zoo nam Aatje zich voor te zullen zijn voor het kind...

Al wat zij zelfpijnlijk hadden gederfd, zou hun kind geschon- ken worden. Zij voelden hun ongeboren kindje als een toe- vertrouwd pand, en zij namen zich voor dat te beschermen en te koesteren.

Stil stond de nacht om het huisje der jonge menschen: een nacht uit de milliarden nachten die door menschen zijn doorwaakt... waarin menschen gestorven zijn en geboren.

Met de blikken vooruit waakten ze, en ze wisten niet uit welke ondoorgrondelijke bronnen van kracht ze hun gedach- ten voedden.

Ergens ver weg, onder geel maanlicht en miryaden van ster- ren, op een doodenakker waar de vuurvliegjes dansten en een koorvaninseetenschril zong, rustte, inden derden nacht na zijn dood, het arme lichaam van Abraham Langelaan, die ook een- maal een jongemanwas geweest, eneen vader, die eenwa~rach­

tig vader had willen zijn. Het was eenen dezelfde geest, dIe over hem vaardig was geweest, die thans'waakte in zijn eenigen zoon.

Diep-duister en onnaspeurbaar rustte het geheim over?e we- reld vol zorgen, vol illusie, vol streven en angst, waann men niet kan voorzien hoe de zooninopstand komt tegen den vader, innood, in begeerte eninhetverlangen van den nuchteren dag...

En over een verre duistere zee bracht in die uren een groot, lichtend schip de laatste boodschap van Abraha~

Langelaan aan de zijnen: door de bemiddeling van N otans Mr.

J.

L. Havinga te Batavia.

34

III

REKENING EN VERANTWOORDING

NOTARISSEN Alr.

J.

L. Havinga en B. van der Sloot

Balavia,

16

April

1926

Alevrouw de lPeduwe E. L. Langelaan

geboren De Belfort, '" Gravenhage.

Hooggeachte Alevrouw,

Wij bebben iJe eer U bierbij te bericbten iJat wij per geliJ'ke mail, al" aangeteekende zending, notarieel afdChri/t aan U doen toegaan pan het tedtament van wijlen iJen Heer Abrabam Langelaan, overle- den op

13

dezer, iJat onder onze berudting id.

Wij wen«hen U de goede ontvang"t dezer zending loe.

Naar wiJ' van de iJirectie van de Vereenigde CuLtuurondernemingen N. V. albier mochten vernemen, heift genoemde directie zicb reedd met Uwen vertegenwoordiger in verbinding gedteliJ terzake van de af- wikkeling van loopende /lerplichtingen en vorderingen pan wijlen Uwen ecbtgenoot biJ' deze maaldehappij.

Een ond verdlrekte /loorloopige opgave pan de rekening-courant /lan wiJten den beer Langelaan bij ziJ'n maat«bappij wijdt uil, dal een poldoende daldo aanwezig id voor betaling van nog loopende «buld- porderin.'len, rekeningen en de kOdlen /lan de begrafenid, includiif een eenvoudige grafdteen die wij, ingevolge Uw telegrafidCbe wentJCben, hebben doen vervaariJigen en plaattJen.

De Vereenigde Cu/tuurondernemingen bebben zicb VOOrld bereid perkLaard de kOdten van onderboud van de woning aan bel Koningd- plein voor le «bieten in afwacbting van Uw be4Chikkingen aangaan- de genoemd perceeL.

BiJ' onderzoek bleek de "taat van bet dak zoodanig dal reparatie dringend noodig id.

De inpentari" id, conform uw opiJracht, niet in /lendutie gebracbl.

De permoedeliJ'ke opbrengdt /lan het een en ander kan worden ge- taxeeriJ op f 4500 lot f

6000.

Invenlaridlijdten zijn opgemaakt en de privé-arcbiepen deugiJeliJ'k verzegeliJ.

GeliJ'k wij Uwen vertegenwoordiger Mr. A. Langelaan te 'd-Gra-

(21)

37 Enfin Aatje kwam terug met een lIerdChrikkelijk lIerbaal dat ahdO- luut waar hleek te zijn. Bram bad reU<1acbtige «bulden. Hij bad een reuzenhuid dat bij .woit hetaald beefteneen heel pak aandeelen IIan de

J7

ereenigden die by' gelcocht betft in de mooie jaren IIoor 400 en meer percenten en die nu. acbteruit bollen.

We welen niet waar we aan toe zijn. We zitten met dure huizen in Batallia en in den Haag en zullen on.,IIre~ely'/cmoeten hekrimpen.

Bram bad al zijn leve1l<Jllerzekerin!,en IIerlcocht.

Naar nu bet allerergJte. 0 Dee, lk kan er wel dag en nacht om huilen. Niet alleen dat bij al die IIerzekeringen IIerkocbt betft, maar hy' heeft er een gehOUden en die Wad niet IIoor OfU maar lloor een men<JCb waar geen IIan Ond nog ooit den naam IIan beeft geboord, een juffrouw Henny Box in Batallia.

Heh jij daar ooit oller hooren Jpreken? Dee, je kunt het me nu wel IIerlellen, al heh je bet me middCbien afty'd willen hedparen.

Wie wad die IIrouw.•. ? Ik hegrypnu.alled. Daarom, om die IIrouw dtelde hij ieder jaar weer zyn ollerkomdt uit. Die IIrouw liet bem nietlod en daalvoor liet hy' mij en de kinderen bier maar wacbten al diejaren.

Dee, Jpreek er met niemand oller.

We hehhen giJlerenallond weer met alle kinderen heraadJlaagd.

Ze waren woedend op bun IIader OIIer die IIrouw. De bemel weel wat ze nog allemaal meer uit bem hetft weten te dlaan. Je kan geen men<JCb in de wereliJ lIertrouwen. We widten geen raad. Toen iJ einde- ljjk h~lotendat Aatje naar Indië zal gaan omall~ te regelen. We iJurllen die notariJden geen IIolmacht gellen, Je weet niet waartoe men-

«ben in Jtaat zyn, alJ je nu weer zooieLJ boorl aL, IIan Bram met die IIrouw, Het iJ IIoor Aatje een beel ding want ze IIerwacbten een hahy zooaL, je weet tegen bet eind IIan den zomer, maar dan boopt hij terug te zY'n. En Suze hegrypt wel dat ze hem niet mag tegenhouden want beliJIIoor OfU allemaal een lelleMkw~tie. Aatje iJ de naam- drager en de eenige man en hij iJ advocaat dUd gaat bij. DatiJook heler IIoor di«relie in lIerhand met die IIrouw. Hij kan de nageJachte- niJ IIan Bram nog boog houden en anderd Icomt all~ op Jtraat, je weel boe ze praten in Indië. Zoo weet de heele SOOJ het. Nu moel ik eindigen want er iJ geen einde aan de drukte en alle ellende. AlJ ik naar Bram zijn portrel ky'/c liraag ik: hoe beb je OM dàt kunnen aandoen...

Dag lielle Dee, praat bierOller met niemand, lleel litfJ lIan je Eline.

Huize Pri.ncenhage Park Zorgllliet

, d Grallenhage,

9

Alei 1926 lIenhage, op diend telefJrafidChe informatie lIan

15

dezer reedd behhen bericbt, iJ OM hij onderzoek gehleken, dat het leven IIan wijlen Uwen echtgenoot niel IIerzekerd wad.

Wel bebben in den loop der jaren eenige poliddtn .geloopen, maar deze zy'nducc~diellely'k afgekocbt en IIeNallen, heboudend een enkele, ongelleer twee jaren geleden gedloten ten heboeve lIan Afej. Henny Box, alhier, en waafllan de waarde aan HED. iJ uitgekeerd.

Waar door wijlen den beer Langelaan geenerlei andere he«hik- king iJ getroffen terzake lIan de IItrtegenwoordiging zijner helangen dan de aanwy'zing lIan Ond kantoor alJ gevolmacbtigden, zien wij

Uw IIerdere ifUtructi~ tegemoet.

Hel eenlloudigdte ware dat eNen-Langelaan OfU IItXJrzien IIan een gezamenly'ke notarieele lIolmacbt, aan de band waafllan wy'all~kun- nen doen wat zij Ond ter afwikkeling lIan zaken wen«ben op te dragen.

Wy' willen dit dCbrY'IIen niet eindigen alllorenJ U en de Uwen uit- drukking te geven IIan onze gelloelend IIan diepen rouw hij bet onller- wacbt heengaan IIan Uwen ech~genoot, lIader en hebuwd-Ilader, met wien lange perdOonly'ke en zakelijke handen lIan IIriend«bap en waar- during OfU IIereenigd hebhen gebouden.

Zijn nagedacbteniJ zal dteedd hij OfU in eere en groote hewondering blijllen Iloortleven.

Alet de meeJte hoogacbting bebhen wij de eer te zy'tl Uw dW. Drn.

Notariddtn Alr.

J.

L. Hallinga en B. IIan der Sloot.

Lieve Dee,

Sind" mijn hritf pan een kleine maand geleJen hen ik er niet

toe

gelcomen je te «hrijllen, maar er iJ zoOlleel geheurd dat we er alle- maal ellendig IIan zijn. Wie had lcu.nnen denken dat Bram OfU zoo zou achterlaten alJ hij gedaan beeft. We hebhen nooit eenig idee gehad pan zijn zaken en zijn lIermogen. Dadelijk na zijn dood id Aatje gaan dpreken met de VereenigiJen. Hij Jprak Stam en Dirkdtn die IIolgefU Aatje al zoo lIerlegen iJeden. Ze hehhen allehei IIrot{}er met Bram gewerkt in Batallia en wiJten natuurlijk lIeel meer lIan zijn levendWijze en doen en laten dan wij.

36

(22)

Gedurende de tweede familie-reunie inHuize Princenhage had de vooralsnog vaag omlijnde figuur van Mejuffrouw Henny Box als zwijgende beklaagde gestaan tegenover de rechtbank der erven-Langelaan.

Zij had zich niet verdedigd of doen verdedigen, en de eenige getuige à décharge die was opgekomen, was een getuigenis van den heer Stam (gedurende gespannen aandacht der fami- lieleden door Aatje aan de telefoon geroepen). Op een recht- streeksche vraag naar de identiteit van betrokkene had hij geantwoord haar persoonlijk nimmer ontmoet te hebben, doch wel te weten dat zij als steno-typiste bij het Bataviakantoor werkzaam was geweest.

Omtrent leeftijd en innerlijke en uiterlijke kwaliteiten had hij echter geen uitsluitsel kunnen geven.

De besprekingen hadden zich bewogen rondom het voort- durend terugkeerend recitatief dat hier dus de aap uit den mouw was gekomen, en varianten daarop:

De weduwe in diepe gegriefdheid,

Eline meer geïnteresseerd dan zij bekennen wilde, Gee scherp-afkeurend,

Rob Durty bleek en droevig hoofdschuddend over z66veel verdwaling, en tegelijk ook weer groot-moedig-vergevensge- zind, zooals mannen dat elkander verplicht zijn tegenover de meedoogenlooze critiek der vrouw op hun verdolingen.

Aatje had er zich toe bepaald op verdienstelijke wijze een hypothetisch betoog op te bouwen over de mogelijke conse- quenties die een jarenlange onwettige verhouding tusschen wijlen zijn vader en deze vrouwspersoon in pecuniairen z!n gehad zou kunnen hebben tot schade van de familie.

En Suze was niet aanwezig geweest, zoodatzij niet op de hoogte was van het staande de bijeenkomst gevallen besluit, dat Aatje naar Indië zou vertrekkenals algemeen gevolmach- tigde van erven om orde op de zaken te stellen en tegelijk de persoon Box en haar eventueelen aanhang, buiten het geding te stellen.

Aatje had toegestemd. Hij was gezwicht voor de nood- zakelijkheid.

En pas onderweg drong de volle consequentie van het be- sluit tot hem door: Suze alleen in het huisje te Voorburg, g durende de zwaarste maanden van haar zwangerschap.

38

Ongetwijfeld zou hij tijdig terug kunnen zijn voor de beval- ling...

Maar dan toch...

Hoe zou hij het haar zeggen 7

Zijn gedachten hierover verdreven geheel de andere in- drukken uit deze bijeenkomst.

Toen hij den brief van de notarissen had toegelicht, en daarbij zijn notities over het vermoedelijk saldo dat ter be- schikking van erven zou staan had overgelegd, was dit alles bijzaak geworden in verhouding tot de onthulling inzake de levensverzekering ten voordeele van deze Henny Box.

Al wat nog aan vormelijke piëteit de tongen had beheerscht in de oordeelvelling over den vader was opeens weggevallen.

De angst dat men, ondanks al het in den loop der jaren ge- notene, toch nog te kort gekomen zou zijn bij de uiteindelijke afrekening, en dat dit het rechtstreeksch gevolg was van de verfoeilijke genegenheid van den vader tot deze onbekende, dreef hen, in een kruisvuur van opmerkingen en minachtende kwalificaties, tot de consequentie dat men bestolen was, dat de vader een zwakkeling en een overspelige, of op zijn minst genomen een dwaas was geweest, die zich had laten inpalmen, en daardoor zijn eerste en fundamenteele verplichtingen tegen- over vrouwen kinderen had verzuimd.

Het was de angst die hen dreef tot een zoo hard oordeel over den gestorvene als tevoren nooit was uitgesproken, en het was ook de angst die de stimulans vormde welke Aatje naar Indië dreef, uit zijn huis en van zijn vrouwen het nieuwe leven dat in haar was ontstaan.

Reeds was een telegram naar de Indische notarissen afge- zonden, waarin Aatjes algemeene volmacht was aangekondigd en tevens zijn spoedige komst. Reeds was een hut besproken bij de Amsterdamsche reederij, en in een gulheid die de fami- lie onder normale omstandigheden wel nimmer betracht zou hebben, was hem een ruim crediet toegestaan voor al zijn onkosten.

Inclusief die van zijn gezin .- de arme Suze met haar aan- staande baby --' gedurende zijn afwezigheid.

Natuurlijk deed Aatje het als zoon en niet als advocaat, zoodat hem een honorarium uitdrukkelijk werd ontzegd.

39

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er staat een tekening bij: Gusta, met open mond starend naar haar gewonde vinger terwijl het bloed tot onderaan de bladzijde druppelt, en de twee broers een beetje

Reproduced with permission of the copyright owner.. Further reproduction prohibited

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te

Par sept heures devant lTlon hcure, au tour du temps sonore vers les dagop' de Bourou-Boudhour : Quand des Yeux dorment, d'autres d'aurore ont páli aussi doux que

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

«n: roa§ ein ©chmager, maä ihr eigener ffiater nicht fertig betommen fonnte. ÜJleerberg: ®er pc. unmillfürlich auf, meil. aJJeerberg: Qa, ba§ begreife id), benn bu mugt e§ hier

Man nehme einen Chinesen, und der euro- päische Magen befindet sich in den besten Händen. Trotzdem schien es für uns nicht leicht, jenes Rezept zu befolgen. Denn