• No results found

Af.S. Tromp

.Alei 1926

TUMCben Genua en Port Said Mijn liePe 17rouw,

Bij alle nieuwe en bernieuwde indrukken diMd mijn toch n~g zoo plotdeling lIertrek, i" er in de eerdle plaald de,geiJ~~bt~ aanj~U, en telkend bet denken watje nu wel zult doen, etgenlljk tedere muumt.

Ik ben dankbaar dat je op het laaldte oogenhlik tocb llOf} he~t willen bCdluiten bij je moed~r te gaan won~n. I~ zou he~/llet tut-houden hij de gedachte dat Je daar alleen lil bUld zou 7tllen. Ook ald we gebruik hadden gemaakt IIan het aanhod IIan ElUle om zoo-lang bij je te zijn, zou ik niet ge:uJt zijn, want~Ilderdeze 0'rl.dlan-digheden A{,ama aLLeen te lalen ~n dat,fj~ooteIUUJ zou ook Illet IIer-anlwoord Zijn. ,fjeweCdt. jlffaar Eltne zal Je w~l g~ed geko~pen bekben met alletijdelijke.,,!a~tregelen11001' de afwe7tgbetd (poltltebewaklllg, gad, water, electncdeLt, de pOdt enz.). Al" tk er aan del,lk breekt me bet koude zweel uit. We hadden het allemaal zoo keung opgezet en bel liep zoo bCdl en hel zag er uit of hel nooit zou veranderen toen.

opeenJ dit kwam. " ..

Ik IIoel me zoo raar incompleet zonder JOU, en zoo wt mijn ge-wone doen weggedleurd. Een men«k rekenl er altijd op dat hel altijd maar zoo door zal gaan ald hij hel beeft ingeric!Jl, en bij de,fJ~oote

«bokken in OnJ lellen heJe/fen we pad hoe brOOd dal allemaal td en boe we aliijd klaar moelen "laan om de d.la,r;en op le vangen. ..

Alaar nu geen lIerder gezeur. Ik zal je lil dagboek.llorm dCbrljllen wat er gebeurt.

17an de rei., dChreif ik je al. Het moment dat de bootw~!!"oerbad ik bet een tikje te kwaad. A/aar,ze heb~enaan bO~,:dwijze maat.

regelen, ze kennen de meiMe/Jen utl ervarUlg. Dadelijk klonk er een gong en. we werden. aan de luncb geroepen. . . .

Dat geeft je hel gevoel lid van een gemeendCbap te zijn, ZO~telJ ald een kOdldChool, en dat id een beetje hou-IIadt in de gapende I'llunle.

Died greep ik de trapleuning en daalde af naar de ee~zaal, waar de tafeldCbikking nog "ongeregeld" bleek d.W.Z. dal tedereen nog Dit was een immers volkomen Europeesche trein, met

bestemming Basel, waar hij had over te stappen om Genua

te

bereiken.

Zijn reisdoel week af van het rechtstreeksche doel van den trein en van den gezichtskring zijner medereizigers.

Langs deze zelfde rails was hij zijn huwelijksleven inge-reisd. Plotseling bedacht hij dat het rythmisch stooten der wielen op de rail-Iasschen alzoovele momenten van zijnbestaan had begeleid. De rails lagen er ten dienste van het snelver-keer en niemand kon van tevoren bepalen welke krachten hem andermaal zouden drijven langs dien weg. Hij sliep dien nacht weinig, doch schreef met potlood een langen brief aan Suze, dien hij in alle vroegte te Basel in de bus wierp.

Dienzelfden morgen arriveerde hij te Genua en de roes van het reizen viel van hem af toenhij, na een rit in een schomme-lende taxi, langs een loopbrug het schip betrad. Hij kw~m indit toekomstig tehuis van eenige weken door een opemng in den zijwand die toegang gaf tot een lagen doorgang en een beknopt trappenhuis, waar hij aanstonds dien eigenaardigen geur herkende van vernis en verf en boenwas en koperpoets-goed diein welonderhouden passagiersschepen pleegt te han-gen, waar het stof van den vasten wal geen regelmatigen toegang heeft.

Men bracht hem naar zijn hut, men stelde hem een pakje telegrammen ter hand, en tot het tweede loeien van den scheepshoorn bleef hij, ijverig gebogen ove\" zijn kleine schrijf-tafel, een tweeden langen brief aan Suze schrijven.

Toen het schip zich langzaam van de kade verwijde~de leunde hij over de reeling, en voelde alleen nog behoefte zl.ch aanstonds weer aan het schrijven te zetten, een langen bnef die over vier dagen te Port Said aan de post zou kunnen worden toevertrouwd...

48

oogen dionden ondankd al zijn luid gelach zoo onnoemelijk doJ dat ik er akelig van werd.

Nu bet gezelJCbap aan taJel. Kapitein-dtoe/ ledig, en hooddCvnp dat de gezagvoerder zich liet eXCUdeeren.

-- Vanwege de gellaarlijke klippen, lacble een ,lJoeiJig uitziende man die naadt me zat.

Nag ik bem even voordtellen: luitenant-kolonel Haagend, inJan-teridt, lubtblauwe oogen in een jongendacbtig gezicbt, dportiif, on-gecomplueerd.

Naadt bem lJ/ellrouw Haagelldo' wat je noemt een uitgegroeid meidje. Blond, een tikje lIerlegen, tocb weer plotdelin,lJ onllerwacbt ondeugend. Hij bebanoelt baar ald een kameraad, dlaat baar op den dCbouder en doet precied wat ze wil.

Naadt baar id de ledige kapiteind-zetel.

Aan mijn rechterband zit een oudere mijnheer, genaamd Van der Hoellen, en nog ietd er achter. Hij id directeur lIan een bank en gaat een rcid maken langd zijn IndidChe en dziatidCbe kantoren. ZeLf-bewUdte man. lJ/ellrouw Haa,qend id een beetje heduudd 1I00r zijn con-lIerdalie, die zeer gemakJcelijk ij. Ze durJt bem niet aan op de uitdagende manier waarop ze waarJChijnlijk de colle.ga' d lIan haar man le li;f gaat. Haagend zelf lIerdUd Van der Hoellen lIan een aandoenli;'ke onbellangenbeid, reedd dadelijk half en half op het IndidCbe tuloyeeren aJ.

Hi;' merkt niet dat Van der Hoellenaandionddgerederveerd(Vordtald er grappen worden gemaakt en dat bij daarop beelemaalniet ingaat.

Van der HOePen kijkt Haagend aan met un .qezi.cht alJoJ bi;' zeggen wil: Groot kind Jat je bent, wat weet je lIan de werelJ...

?

Telldlolle, ltûJdCben Van der HO~lIen en den ledigen kapileinddloel eerdtnietJ, en op bet allerlaalJle oogenblik, ald een dOOrt werllelwind in geel-met-donkerbruin een jonge mellfouw.

Schrik niet Suze: een allerhekoorli;'kdle jonge IIrouw.

Wij mannen allemaalollereind, en ook mellrouw HaageM dtond op; 1I00r de kennidmaking.

De Afatire d' Hotel trok baar dloel achleruil en 1I00r we onze na-men haoden kunnen zeggen riep ze al, ademlOOd :

...Den eerdten dag de bule al te laat... neemt u me niet kwali;'k, maar die kofJerd...

Toen ze(Jen we allemaal onze namen, en zij zeide, wat ik alti;'d gek lIind, aid een IIrouw zicb zelf 1I00rdtelt:

JU

G" b

. "

...".m ellrOLLW Ijd ert, ...

51 kon gaan zitten waar bij wilde en dat men nog niet zijn plaald kreeg

toebedeeld.

Ik kwam terecht in een boek, bij drie kereld: twee jonge die damen waren en een oudere man. We dlelden ond aan elkander 11001' met bandjed-dChudden en zoo. Ik bupaar je de conllerdatie. Trouwend de twee jonge mannen zeiden baadt nieid doch alen bardnekJcig en enorm lIee/. De oudere beer id een rechter uit Soerabaya en bij IIroeg dadelijk toen bij mijn naam hoorde of ik een zoon lIan lIader wad, dien bij goed had gekend. Hij zei niet meer dan enkele Jormeele dingen oller lIader en dChreeuwde opeelld IIreuelijk bard langd mijn oor dat het zoutllocbtig wad, waarop een dloet lIan Inlandxbe hedienden en HollanddCbe bofmeedlerd lIerdCbrikl in beweging kwam.

We namen mel de gebruikelijke plicbtpleging (knik met bel boofd enz,) afdCbeid en na een korte wandeling oller bel dek ging ik naar mijn hut om uit te pakken. Wel beiJankt lielle dCbat voor alle lIer-raddingen in mijn koJJerd. Ik trof aan: drie boeken welke gebeel naar mijn dmaak gekozen, een reuzendoód-cigarellen die ik niet zou hebben durllen dmokkelen ald ik geweten bad dat ze er in zaten, een dOOd chocola en eindelOOd lIeel pepermunt. Bepaald dCbilterend wad mijn toiletkoffer lIoorzien. Een 1101ledige kapperdwinkel. Nerci goeierd, dat je zoo fiOOl' me bezig bent qeweedt. Ik ruimde al mijn goed zoo neljed in de kadlen dat je tevreäen mei me geweldt zou zijn.

Toen .9in9 ik met een van de boekel' op mijn bed liggen en bedpeurde dat ik door de treinreid en alle emolie een boel dlaap wad tekorl-gekomen... Ik dliep zooald ik nog nooit beb gulapen. Het dCbuillende water langd bet dCbip en betlicbte gedreun van de machined wiegen je in dlaap. Lanqd bet plafond trokken de licbtdCbampen die de zee wurkaatdte, en bet wad allemaal zoo dpookacbtig vreemd. Ik werd pad wakker door geklop op mijn deur, en bet dCbemerde al. Daar wac1 de Mat/re d' Hotel die me nameM den kapitein kwam inllituren bij bet diner aan zijn laJel plaald te komen nemen, betwelk bartelijk aallllaard. Je begrijpt vanwaar de eer komt: Langelaan beleekent vracbten, vrachten beleekenen 1I00rdeeliloor de maatdCbappij, dUd doet de maatdCbappij wat boffelijkd terug.

Ik deed mijn blauwe pak aan want je kleedt je niet hijzonder den eerdten allond aan boord. Dat id een dOort reid-gewoonte.

Voor bel eten dtaple ik de bar binnen, waar de recbter uit Soera-haya dadelijk Hallo tegen me riep en me een borreloJfreerde, Hij zat enorm opgewekte lIerbalen te lIertellen van zijn lIerloJ, dat klaar-blijkelijk een dood jacbtpartij acbter lIermaak wad geweedt, en zijn 50

Jlfevrouw Haa.fJeftd zei: "Aangenaam", met een geuwongen glimlach en vreedelijk onderzoekende oogen. .

De overdte had een glimlach lIan genoegen lIan oor tot oor, en rtep ieLJ lIan:

" ...Jaja, uie pakkerij en al die damedloiletten..."

Waarop mellrouw Haagend hlikdelndnel he~ toilel lIan j}fevrouw Gijdherti taxeerue, en dtellig uachl aan haar etgen .fJarderohe. en wal ze al uie weken zou aandoen. Ze werd er hepaald humeurtg IIan:

geen concurrentie lIol te houden. . . .

Jlfijnheer Van uer HOellen ze.tte zijn brd rec~ten ':;eek, langd iJe dpijdkaart, naar het naamkaarlje opme~~ouw GYd,herlt d hord~~den naam te verifieeren. Die zei~~ hem blIJkha'!,r metd, ant hij bOOd met een hofjelijk gehaar iJe dpYdkaart aan zijn,~uurv~ouwaan. ..

Tegen alle verwachting zeide. mevrouw GYdbertt aalWankellJ'Ic weinig. Ze nam echter alled en tedereen onbevangen en dCherp op.

Ze heantwoordue ue gerederileeriJheiu"~~ Van uer Hoeven. me~een nog lIeel grooter redelVe, lachte lIrienuelyk maar een heelje ut! ue hoogte om ue opmerkingen lIan den jeugdigen overdte, intereddeerde zich klaar6lijkelijk weinig lIoor je echtgenoot en knoopte telldlo~te

een allercharmantdt gedprek aan met j}fellrouw Haagelld, dte, klaarblijkelijk uit het lIeli) gedlagen, i/~,monodyllah:n. antwoordue.

Jlfijnheer van der Hoellen atau een fynproeller: wetntg en na heraad.

De overdte en zijn IIrouw aten deugdelijk en metg~noegen•.

Jlfevrouw Gijdherti at vrijwel nield, en hau al jrutt voor ztch toen ik nog een dtukfadant voor me hau.

Heterogener /lezeldChap heb ik ze,!en hij' elkaar gezien ..

Jlfevrouw Gij'dherli wad ue eerdte ute OpdioM. Neen, ze wdde geen koffie, ze ging rechtdtreekd naar haar hut. De heeren dtoMen op en hogen en mevrouw Haagelld zeiiJe hoorbaar tegen haar man:

--- Heeft ze zich alleen daalVoor zoo mooi aangeklee()...? De overdte lachte.

Jlfijnheer Van der Hoeven deeiJ of hij nield gehoord had en nam

ellen later afdCheiu. .

In den rookdalon uronk ik eell kopje kojfie met de HaageM en die ik bartelijke, aardige, onbedOlven '!fCndChen vin!J. , .

Hij' praatte oller den dielldl en zy over de kmderen ihe ze til

Holland hadden achtergelaten. .. .

Natuurlijk kwam vervolgend het gedprek op mellrouw GIJdb~rtt.

en toen bogen ze zich allehei vertrouwelijk naar me Oller, en wldlen lot mijn IIerbazing alled OIIer haar ie vertellen,

52

Ik ruumeer: duiker-auminidtrateurdllrouw. Rent

af

en aan tUd-dCben IMië en Holland. Echtgenoot een rUdtige, prettige man. Zij telkend aL1 een hlikdemfliLJ verdChijneM aan het dOCiaal firmament te Soerabaya en Batavia.

"Arme Gij'dherti" zeggen de mendChen.

De overdte zegt: "Een lankmoedige idioot.. ."

De rechter kwam er hij zitten en widt er het zij'ne hij te voegen.

Och Suze, wat zouje je verlleelden geërgerd hebben oller datgeklef:1.

Je hent altijd erg hoogmoedig in je verkeer met mendChen, en

mtd-«bien heb je wel gelijk ook.

Het id zoo'n raar idee van je weg te varen met vreemden, prateM (X1er vreemden, kiekjed hekijkend van kin{}eren die ik ,nooit van mij',!

leven gezien heh. Ik zou er nietIoe kunnen komenJÖUW portret Utt mijn zak te halen.

. Het zijn, dacht ik na al dat gepraat... verloren levenduren ZOMer

JOU ...

En met een ontevreden gevoel ga ik naar hed...

Zondagmiddag... Wat een raar iuee uat bet Zondag id. Hoe

i.1

het weer nu in den Haag ...

?

Benje '!"et moeder in het hOdCh ga,!-,n waMelen? KOMen jullie naar Schellenmgen? De Zondag wad altijd iJe dag voor jou en mij .damen. Di~id een verloren ?Ond'!.g: Zoolang we fJetrouwu zijn hen tk nog noot! een Zondag met hIJ je ge(veedt.

Ik merk pad dat het Zondag id uooruat ik het uitreken. Want we zijn op zee en de zee id ' d ZoMa.9d net ald andere dagen.

Vroeg opgutaan en rondgew~nUelu. Op, bet dportdek waren .de lwee jongelui lIan ue lunch lIan gLdteren hezLg. Samen ge-deklenntdu en ge-ping-pongu. Nog dieper gevoel vanverlo~~n ua.9 voor Onddame~.

Spelletju gedaan tot half tien, Daarna ontbyt. Alleen. Ik k.an ,!Let klelden aan het onthijl. Weet je wel datje me zoo ongezelltg vmut

,d morgend... ?

Daarna lag de dag ald een groot gat voor me,

--- Jlforgen, zeide d~rechter, dien ik op het ,dek ontmoette.

--- Goeie mor-gen, rtepen ue Haagend zonmg, aldof we ouUe ken-nidden waren.

We verklaaruen oller en weer uat we uildtekend gedlapen hauuen en liepen een eiMje damen op.

j}fevrouw Haagend wad zeernieuwdgier~g naar ue uren ~aarop de dtrij'kkamer open zou zij'n. want al baar japonnen waren m ue kof-jerd deerlijk gekreukt. vertelde ze.

De informatie naar de tJlrijkkamer-mogelijkheden hield hen in tJpanning en dreef ben te1l<Jlolle van mij weg.

Op het promenade-dek 1I0nd ik, onder plaidtJ uitgulrekt in een langen Jtoel,mevroUiI/ GijtJberti. Ik boog en wilde voorbijgaan toen ze me wenkte, en een tJtoel naatJt zicb aanweu.

- U loopt u. zichtbaar te lIeNelen, tJtelde ze lIatJt.

Ik bekende. Ze lIerklaarde zicb mijn lotgenoote.

- A/aar, voegde ze er aan toe, bet gezelJChap lIan gitJterallond aan tafel, tJ!.emt boopllollloor de toekomtJt.

Ik keek haar aan. Haar toon lIerbaaNJe me en 1I00ral de manier waarop ze mij, nadat we gitJteren IIrijwel geen woord gewitMeld had-den, in lIertrouwen nam met een duidelijke critiek op onze gemeen-JCbappelijke tafelgenooten.

Ondankd mezelf moetJt ik lacben.

Het wad een 1I0lkomen onllerwacbt bondgenooldcbap.

Poor we tien minuten getJproken hadden, had ze met een ver-bi/tJterend gemak en een onbegrijpelijke openbartigbeid alle gedacb-ten uitguproken die mij aan tafel badden bezig gebouden. Ze bleek aUu opgemerkt, geclatJtJificeerd en geanalY<Jeerd te hebben. .Mijnheer Pan der Hoellen noemde ze iemand die zicb alleen lIeiLig 1I0elde acbter een breed bureau-minitJlre en met een portier bij de anti-cbamhre.

Zijn diner-collllerdatie noemde ze de anti-chamhre van zijn zwarte zieL.

Pan melIrouw Haa,gen<J zeide ze niet andertJ dan dat ze, om deze op baar gemak te dteLLen, lIanavond dezelfde japon van gitJteren aan zou doen.

A/et den overtJte mout men, meende zij, oppatJ<Jen, aangezien deze dOort mannen aciJter bun gemoedely'kbeid een zoo ,9roote mate van onlvlamhaarheiJ bezillen dat deze, behouden<J op H.B.S.-baû, met alle zorg tc,gen explodie mout worden buchermd.

- En ikzelf? IIroeg ik behaagziek.

- U...? IIroeg ze, en keek me zeer direct aan...

- Ubent een geJChikt, goed opgePoed jongmenJeh, en ik hoop dat ik op deze reitJ een heeleboel gemak en ook wat gezelLigbeid van u zal mogen genieten. Waarop ze mij verzocbt uit de bihliotheek een boek 1I00r haar te balen. Ze liet de keud aan mij over, en ik nam wraak door haar een romannetje lIan De Cobra te brengen.

- We hebben bLy'kbaar niet iJenzelfden dmaak 1I00r lectuur, zeide ze toen ze den titel had gezien,

Ik verklaarde dat ik gedacbt had haar dpecialen dmaak le hebben

geraden. Daarop "'aA zy' bepaald lIinnig en zeide dat ik niet lIeel men<JChenkenni.1 had. Aan de lunch praaUe ze onafgebroken met Pan der HOePen oller ParY"'.

Suze, ik hoop dat ik je niellleNeel met mijn lIerbalen . .Maar ik wil zoo graa.9 dat je beelemaal met me meeleeft en je moet me nel zoo uitgebreid terugdChrij"en.

Ik poel me zoo kinderachtig hedrotfd vanmiddag. Ik zie zoo op legen iJie lange reid. Ik zou zoo graag aLleJ met jou damen belellen en betJpreken.

Toen ik daarnet naar my'n hut ging om te «brijven zeide de rechter:

--- Schrijf maar aan uw IIrouw. Ik boop iJat u bet zult llolbouden.

We beginnen allemaal zoo Y'lIerig.

En bij vertelde me een lIerbaal: er watJ eend een zeeman die tien jaren lang op alle wereldzeeën rondzwierf. Hij bezocbt IIreemde lan-den en Ilo/ken, en elken avond dacht hij', oMer lan-den lIer«ben indruk lIan nieuwe allonluren: wat zal ik dtrakd aû ik tbu.idkom mijn moeder lIetl te lIerteLLen bebben.

Toen bij na tien jaren tbuidkwam, ombeltJde bij' ziJ'n moeder, en zeide: dag moeder, en ging aan tafel zitten en ZWee.9 verder.

Liej,Jte... zal ik ook eenmaal zoo thuidkomen? A/et da.'l-Suze zal al bet belangriJ'ke gezegd ziJ'n, maar er id ieder oogenhlik zoo-lleel waarin ikje zou. wiLLen laten deelen. De recbter zc,ql ook dat hij' in. predenlie lIan zy'n IIrouw nooil oller dingen dpreekl die bij op reid zonder baar hetft beleefd. Dan. beeft ze bet gevoel dat ik naadl baar Leef, zegt hij. Het kan. zijn. Het id niet miJ'n lIerlangen wat dan ook . te belellen zonder jou... En daarom debryf ik dtrakd weer, miJ'n fiePe

engel...

Dinsdagmorgen. --- ik lad de laatdie regel en bemerk dat ik je in. twee dagen. niet heb .geJChrellen. Pandaag ,gaat de pod/lloor Port Said dicht en ik neem een langen lijd om je verder le lIerleLLen.

DUd te be,ginnen bij Zondagavond. De kapitein kwam aan tafel.

Tevoren bood hij OM ald nieuwe lajelgadten een borrel aan in Je bar.

GeJebikte ronde zeeman, met een mengeling van boffelijke manieren en zeeman<J-ruwbeid. Ditmaal wad het, mitJtJChien ook onder den inJJloeiJ lIan de cocktailtJ werkelijk een aLLergezelligtJt diner, De cap-tain beeUe alle padtJa,qierd welkom en de maatdcbappij «bonk cbam-pagne die niel kwaad wad.

.J/ellrouw Haagend en me"roUlI,1 GijJherli IIer«ben n aLLebei in

57

De Tromp voer door de golf van Suez. Ter weerszijden strekten zich de zandige kusten met troosteloos. rossig en grauw gebergte zonder teekenen van mensch of leven.

Het schip voer den wind dood en er lag een loome hitte over de dekken.

Matrozen waren bezig de zonnezeilen te spannen. en men bouwde in het voorschip aan den zwembak.

Aatje. geleund naast mevrouw Gijsberti. aan de

Aatje. geleund naast mevrouw Gijsberti. aan de