• No results found

Stageverslag Masterstage bij het Scriptorium van de NHL Hogeschool te Leeuwarden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Masterstage bij het Scriptorium van de NHL Hogeschool te Leeuwarden"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag

Masterstage bij het Scriptorium van de NHL Hogeschool te Leeuwarden

S2322609

Master Communicatie en Educatie Albertine Nanninga

Van Speykstraat 49a 9726 BK Groningen 06 48 67 17 88

(2)

2

VOORWOORD

Nu er een eind is gekomen aan mijn masterstage bij het schrijfcentrum op de NHL Hogeschool in Leeuwarden, is het tijd om terug te kijken op de afgelopen maanden. Ik heb tijdens mijn stage niet alleen veel dingen gedaan, maar (gelukkig) ook veel dingen geleerd. Zo heb ik nieuwe dingen geleerd over schrijfcoaching, maar ook over mijn eigen vaardigheden en over het werken op een hogeschool. In dit stageverslag zal ik uitgebreid beschrijven wat ik tijdens mijn stage precies heb gedaan, wat ik heb kunnen betekenen voor het schrijfcentrum, en wat ik heb allemaal heb geleerd.

Hierbij wil ik Jacqueline van Kruiningen graag bedanken voor haar begeleiding en het delen van haar uitgebreide kennis over schrijfcentra en schrijfcoaching. Ook wil ik José Bruining bedanken voor de fijne samenwerking en de nuttige intervisiemomenten. Tot slot wil ik mijn mede-stagiaire Ilse Wilpstra bedanken voor alle goede tips en feedback, voor het fijne samenwerken, maar bovenal voor de leuke en gezellige tijd die we hebben gehad.

Albertine Nanninga

(3)

3

INHOUD

INLEIDING ... 4

HOOFDSTUK 1 – BESCHRIJVING STAGEGEVENDE ORGANISATIE ... 5

1.1 NHL Hogeschool ...5

1.2 Het Scriptorium ...5

HOOFDSTUK 2 – BESCHRIJVING STAGE(WERKZAAMHEDEN) ... 7

2.1 Werkplek ...7

2.2 Voorbereiden evaluatieonderzoek ...7

2.3 Bezoek Academisch Schrijfcentrum Nijmegen ...8

2.4 Uitvoeren evaluatieonderzoek ...9

2.5 Het voeren van schrijfcoachgesprekken ...10

2.6 Een middag mee met José ...11

2.7 Eindpresentatie ...11

HOOFDSTUK 3 – EVALUATIE... 12

3.1 Wat heb ik kunnen betekenen voor mijn stagegever? ...12

3.2 Welke kennis en vaardigheden uit mijn studie heb ik kunnen benutten? ...12

3.3 In welke mate zijn mijn leerdoelen bereikt? ...13

3.4 Welke nieuwe kennis en vaardigheden heb ik opgedaan tijdens de stage? ...14

3.5 Hoe was de aansluiting van mijn opleiding bij de beroepspraktijk? ...15

3.6 Hoe was de begeleiding van de stage? ...15

3.7 Hoe heeft de stage bijgedragen aan mijn carrièreperspectieven? ...15

CONCLUSIE ... 16

(4)

4

INLEIDING

Voordat ik aan de master Communicatie en Educatie begon, heb ik de bachelor Nederlandse Taal en Cultuur gevolgd. Tijdens mijn bachelor kwam ik er al achter dat ik het leuk vind om na te denken over de vraag hoe ik andere mensen zou kunnen helpen bij het verbeteren van hun Nederlands, zowel op het gebied van schrijven als spreken. Ik heb er daarom voor gekozen om in mijn bachelor de educatieve minor te gaan doen, zodat ik mijn tweedegraadsbevoegdheid voor het vak Nederlands kon halen. Dit was een hele leuke en leerzame ervaring, en hierdoor kwam ik erachter dat het adviseren van mensen (of in dat geval het lesgeven aan leerlingen) wel iets voor mij was. Mede daarom heb ik gekozen voor de master Communicatie en Educatie, die gericht is op wat talig communicatiegedrag is en hoe mensen dit leren gebruiken. Binnen deze master vond ik vooral het vak Schrijfadvisering erg leuk, en daarom wilde ik graag een stage zoeken die raakvlakken had met het adviseren over schrijven of het onderzoek doen hiernaar. Vanwege mijn interesse voor dit onderwerp leek het mij bovendien fijn een stageplek te vinden waarbij ik zowel stage kon lopen, als mijn scriptie kon schrijven over een aan schrijfadvies gerelateerd onderwerp.

Ondanks het feit dat ik dit ‘lijstje’ met eisen alleen ooit eens kort met Jacqueline besproken had, attendeerde zij mij (gelukkig) in oktober 2016 op de vacature voor de stageplek bij de NHL Hogeschool in Leeuwarden. In deze vacature was te lezen dat het Scriptorium (het schrijfcentrum) van de NHL een stagiair zocht die evaluatieonderzoek zou gaan uitvoeren, gericht op de ervaringen van studenten, schrijftutoren en medewerkers bij het Scriptorium. Ook viel het meedraaien als schrijfadviseur onder de stagewerkzaamheden. Mijn enthousiasme was gewekt, en na een kennismakingsgesprek met José Bruining en Ilse Wilpstra was het voor José duidelijk dat zij zowel Ilse als mij goed zou kunnen gebruiken bij het Scriptorium. Hierna heb ik nog een gesprek gevoerd met José, Ilse en Jacqueline, over het verdelen van de taken binnen de stage en over praktische zaken. In december en januari heb ik aan mijn stageplan gewerkt, dat eind januari is goedgekeurd door Jacqueline en José, en begin februari zijn Ilse en ik gestart als stagiaires op de NHL Hogeschool te Leeuwarden.

(5)

5

HOOFDSTUK 1 - BESCHRIJVING STAGEGEVENDE ORGANISATIE 1.1 NHL Hogeschool

De NHL Hogeschool is een onderwijsinstelling voor het hoger onderwijs in Nederland. De hoofdvestiging van de school staat in Leeuwarden. Verder heeft de school vestigingen in Groningen en Zwolle en op West-Terschelling. In 2009 is de naam van de school officieel omgedoopt van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden naar NHL Hogeschool. Er studeren zo’n 12.000 studenten aan de NHL, en er werken ongeveer 1200 medewerkers. De NHL biedt rond de 150 opleidingen en cursussen aan. De opleidingen kunnen worden onderverdeeld in de categorieën Economie, Management & Communicatie, Techniek, Lerarenopleidingen, Zorg & Welzijn en ICT. NHL Hogeschool en Stenden Hogeschool hebben het voornemen om te fuseren tot een multicampus hogeschool met vestigingen in binnen- en buitenland. De bestuurlijke fusie zal naar verwachting plaatsvinden op 1 januari 2018, waarna in september 2018 de institutionele fusie rond zou moeten zijn (Website NHL Hogeschool).

Binnen de NHL Hogeschool faciliteert het Learning Centre allerlei cursussen voor studenten. Dit cursusaanbod is groot en varieert van een cursus presentatievaardigheden tot een cursus Photoshop of Surinaams, Spaans of Fries. Het schrijfcentrum (Scriptorium) van de NHL valt als dienst van de Mediatheek officieel ook onder het Learning Centre (Website NHL Hogeschool).

1.2 Het Scriptorium

Een aantal jaren geleden was er bij de NHL een wedstrijd: ‘Teams aan Zet.’ Medewerkers van de NHL konden daar een idee pitchen en daar, wanneer dit idee goed genoeg was, financiering voor krijgen. Ronald Wijnia (teamleider Mediatheek) en Eddie Huitema (medewerker Learning Centre en docent Taalbeheersing) hebben toen het idee van het Scriptorium gepitcht en geld gekregen om dit op te starten. Het Scriptorium is begonnen met de afdeling informatievaardigheden, zodat studenten afspraken konden maken met informatiespecialisten van de Mediatheek voor hulp bij het zoeken naar bronnen en het verwijzen naar bronnen. Een half jaar later is hier ook schrijfcoaching voor en door studenten bijgekomen. José Bruining is vanaf dat moment verantwoordelijk geworden voor het werven van tutoren, omdat zij als docent bij de lerarenopleiding Nederlands al veel contact had met student-assistenten. Zij heeft verschillende studenten geselecteerd die goed konden schrijven en volgens haar geschikt waren als tutor. Met deze studenten is een aantal gesprekken gevoerd, waarna zij vanaf september 2015 aan de slag gingen als schrijftutor. Als locatie voor het Scriptorium is gekozen voor de Mediatheek. Achter de balie van de Mediatheek staat een aantal ronde tafels in een niet-afgesloten ruimte, die gereserveerd zijn voor medewerkers van het Scriptorium.

(6)

6

(7)

7

HOOFDSTUK 2 – BESCHRIJVING STAGE(WERKZAAMHEDEN)

Mijn stage-opdracht was het uitvoeren van een evaluatieonderzoek binnen het Scriptorium. In dit hoofdstuk zal ik beschrijven hoe ik dit heb aangepakt, welke taken ik heb uitgevoerd op de stageplek, en hoe de stage van begin tot eind is verlopen.

2.1 Werkplek

Het Scriptorium is een dienst van de mediatheek, en zoals eerder genoemd is er in de mediatheek een aantal tafels beschikbaar voor tutoren om gesprekken aan te voeren. Het verschilt per week hoeveel gesprekken er gevoerd worden: soms zijn dit er drie of vier, maar soms ook geen een. Het was voor Ilse en mij dus in ieder geval niet mogelijk om twee dagen in de week ‘in het Scriptorium’ een werkplek te hebben, en het bleek ook niet mogelijk om een bureau voor ons te reserveren in de back-office van de Mediatheek. Wel kregen wij op onze eerste stagedag een medewerkerspas, waarmee we overlegruimtes konden openen en voor onszelf konden reserveren. Het reserveren bleek ons toch niet te lukken, maar via José is het uiteindelijk gelukt om tot het eind van onze stage voor twee dagen in de week een ruimte te reserveren.

In de eerste weken van onze stage hebben we gebruik gemaakt van deze overlegruimtes: kleine afgesloten ruimtes (meestal met een slot op de deur) met een ruime tafel, een aantal stoelen en stopcontacten. Het was erg fijn dat we in deze ruimtes rustig konden werken en konden overleggen zonder dat andere mensen last van ons hadden. Toch hadden we na een paar weken enigszins het gevoel alsof we alleen op ons eigen ‘eilandje’ aan het werk waren, zonder dat we verder iemand zagen of zonder dat iemand wist dat wij er waren. Hierover zijn we in gesprek gegaan met José (en Jacqueline). José heeft uiteindelijk vanaf ongeveer eind maart voor ons kunnen regelen dat wij op dinsdag een vaste werkplek (een bureau) kregen bij het Learning Centre. Tot de zomervakantie hebben wij hier gebruik van gemaakt op de dinsdagen, op woensdagen zaten we in de voor ons gereserveerde overlegruimtes.

Het fijne aan de vaste werkplek op de dinsdag was dat we iets meer het gevoel kregen collega’s te hebben, mensen die op onze aanwezigheid rekenden. Anderzijds merkten we dat het toch vooral het ‘idee’ van collega’s en een vaste werkplek was: echte collega’s van ons waren het niet, aangezien wij met onze stageopdracht bezig waren en zij met hun werkzaamheden bij het Learning Centre. Uiteraard valt het Scriptorium onder het Learning Centre, maar in de praktijk waren de werkzaamheden van Ilse en mij en van de collega’s van het Learning Centre niet aan elkaar gerelateerd. Hierbij wil ik benadrukken dat Ilse en ik ons goed hebben gered en goed hebben kunnen werken. Maar ondanks alles was het jammer dat er geen echte mogelijkheid voor ons was om deel uit te maken van een team, en ‘echte’ collega’s om ons heen te hebben die je iedere week treft en waar je mee kunt overleggen.

2.2 Voorbereiding evaluatieonderzoek

(8)

8

eerste weken bezig geweest met het maken van een concreet plan voor mijn evaluatieonderzoek. Hiervoor moest ik een aantal dingen duidelijk hebben, zoals wie ik allemaal bij het evaluatieonderzoek wilde betrekken, en over welke onderwerpen ik hun mening wilde weten.

Omdat ik in de eerste stageweken een aantal schrijfcoachgesprekken heb bijgewoond, kon ik met verschillende tutoren al een kort gesprek voeren over hun ervaringen bij het Scriptorium. Op basis hiervan, op basis van mijn eigen ervaringen in de eerste weken, en op basis van literatuur kon ik verschillende onderwerpen op een rij zetten die onderdeel zouden worden van het evaluatieonderzoek. Ook heb ik het grootste gedeelte van de eerste twee hoofdstukken van het evaluatierapport toen al geschreven: over het ontstaan van schrijfcentra en over de gebruikte onderzoeksmethode. De onderzoeksmethode die ik gebruikt heb is gebaseerd op het artikel van Bell (2000) over het evalueren van schrijfcentra. Aanvankelijk was ik van plan om ook docenten van allerlei opleidingen te interviewen over hun schrijfopvattingen en hun mening over het Scriptorium. Omwille van de tijd heb ik echter besloten om dit achterwege te laten en de volledige focus te leggen op de directe betrokkenen bij het Scriptorium.

Omdat het Scriptorium nog geen groot schrijfcentrum is dat zeven dagen per week ‘draait’, zijn Ilse en ik begin maart op bezoek geweest bij het grootste schrijfcentrum van Nederland: het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN). Dit heeft mij ook erg geholpen om een beeld te krijgen van wat een schrijfcentrum is en wat er allemaal komt kijken bij de organisatie ervan.

2.3 Bezoek Academisch Schrijfcentrum Nijmegen

Op maandag 13 maart zijn Ilse en ik in de trein gestapt naar Nijmegen. Daar zijn we door Griet Coupé en Inge Eijkhout (coördinatoren ASN) verwelkomd, en konden we een kijkje nemen op de plek waar per jaar 2000 schrijfcoachgesprekken worden gevoerd. Griet en Inge hebben ons veel verteld over het schrijfcentrum en de organisatie ervan. Uiteraard waren er grote verschillen te zien tussen het ASN en het Scriptorium. Wat ons opviel en interesseerde was de manier waarop in Nijmegen tutoren getraind worden: vier verplichte trainingen van elk 2,5 uur, en ieder jaar acht tot tien intervisiemomenten. Ook komen de tutoren in Nijmegen van allerlei verschillende opleidingen. Griet en Inge benadrukten dat zij de sociale kant en de gespreksvaardigheden van een student belangrijker vonden dan de taalkennis. Zij hebben dan ook een uitgebreide sollicitatieprocedure, waarbij ze meestal ongeveer twintig sollicitaties binnenkrijgen, waarvan ze zes studenten uitnodigen voor een gesprek en vervolgens twee of drie nieuwe tutoren aannemen. Ook vonden we het leuk om te zien hoeveel en op wat voor manier het ASN bezig is met PR onder de studenten. Ze hebben bijvoorbeeld zowel een Facebook- als een Instagrampagina, die beide beheerd worden door tutoren. Door het geven van dit soort taken aan tutoren, worden zij meer betrokken bij het schrijfcentrum. Ook wordt het ASN gepromoot via korte praatjes door tutoren aan het begin van hoorcolleges.

(9)

9

2.4 Het uitvoeren van het evaluatieonderzoek

Nadat ik me heb ingelezen in de literatuur, gesprekken heb gevoerd met schrijftutoren, het schrijfcentrum van Nijmegen heb gezien en heb gezien hoe alles gaat binnen het Scriptorium, ben ik in maart en april bezig gegaan met het opstellen van de enquêtes voor de schrijftutoren en studenten. De belangrijkste onderwerpen die hierin naar voren kwamen waren: de voorbereiding en de deskundigheid van de tutoren, het verloop van de schrijfcoachgesprekken, de communicatie binnen het Scriptorium, de locatie van het Scriptorium, en de bekendheid van het Scriptorium binnen de NHL. Om te verifiëren of de enquêtes duidelijk genoeg waren en alle relevante onderwerpen bevatten, hebben Ilse, José en Jacqueline de enquêtes gecheckt en voorzien van feedback.

De tutoren heb ik via de mail benaderd voor het invullen van de enquête. Ik heb hen meerdere malen gevraagd de enquête in te vullen, ook via de groepsapp van het Scriptorium. Helaas hebben slechts 7 van de 11 tutoren de enquête ingevuld. Uiteraard is dit erg jammer, maar ik kon hier zelf helaas niets aan veranderen.

De studenten heb ik ook via de mail benaderd voor het invullen van de enquête. Hester van Randen (mediatheekmedewerker) heeft mij de 115 e-mailadressen gegeven van alle studenten die vanaf september 2015 tot en met april 2017 een schrijfhulpverzoek hebben ingediend. Het is helaas niet bekend welke studenten hiervan ook daadwerkelijk een gesprek hebben gevoerd. Dat dit er minder zijn dan 115 blijkt uit het overzicht dat er is van het aantal gevoerde schrijfcoachgesprekken volgens de administratie van het Scriptorium: dit zijn er 102. Ook kan het zijn dat sommige studenten inmiddels al afgestudeerd zijn, dus niet meer op hun studentenmail kijken. Om deze reden weet ik niet exact hoeveel studenten de enquête hebben ontvangen, en hoeveel studenten daarvan daadwerkelijk een schrijfcoachgesprek hebben gehad. Uiteindelijk hebben vijftien studenten de enquête ingevuld.

Verder heb ik voor het evaluatieonderzoek interviews gehouden met José Bruining, Eddie Huitema en Ronald Wijnia. José en Eddie houden zich voornamelijk bezig met het werven en trainen/begeleiden van tutoren. Ronald Wijnia is teamleider van de Mediatheek en daarmee eindverantwoordelijk voor het Scriptorium. Zoals eerder genoemd zijn Ronald en Eddie de drijvende kracht geweest achter het opstarten van het Scriptorium. Naast het feit dat deze interviews bruikbaar waren voor het evaluatieonderzoek, vond ik het heel interessant om deze gesprekken over het Scriptorium te voeren. Het was leuk om samen met deze mensen, die alle drie op een andere manier betrokken zijn bij het Scriptorium, te praten en een kritische blik te werpen op het Scriptorium. Niet om te zeuren over wat allemaal niet goed gaat, maar juist om samen na te denken over verbetering en elkaar daarin aan te vullen.

Nadat ik alle enquêteresultaten binnen had gekregen en nadat alle interviews waren gehouden, ben ik begonnen met het categoriseren van alle resultaten. Op basis hiervan heb ik het resultatenhoofdstuk geschreven in mijn evaluatierapport, met onder ieder deelonderwerp een overzicht van de bijbehorende enquête- en interviewresultaten. Dit resultatenhoofdstuk heeft uiteindelijk geleid tot negen aanbevelingen voor het Scriptorium, voornamelijk gebaseerd op de reacties van tutoren, studenten en medewerkers, maar ook deels op mijn eigen ervaringen, de literatuur en het bezoek aan het Schrijfcentrum in Nijmegen. Deze aanbevelingen zijn:

(10)

10 ▪ Het formuleren van een taakverdeling tussen Ronald, Eddie en José zodat ieder zijn of haar

verantwoordelijkheden en taken duidelijk op papier heeft staan

▪ Het maken van een schema voor tutoren om met elkaar mee te kijken bij gesprekken

▪ Het opstellen van een duidelijke jaarplanning (met daarin onder andere intervisiemomenten en PR-acties)

▪ Het oprichten van een Facebook- en/of Instagrampagina

▪ Het betrekken van de tutoren bij het Scriptorium door hen aan te spreken op hun afwezigheid ▪ Het optimaliseren van de communicatie richting de student, door bijvoorbeeld als tutor in het

eerste mailcontact duidelijk uit te leggen wat de student kan verwachten van het gesprek (en wat niet)

▪ Het bepalen van functie-eisen voor tutoren en het invoeren van een sollicitatieprocedure, waarbij ook studenten van andere opleidingen mogen solliciteren voor de functie van tutor ▪ Het optimaliseren van de locatie van het Scriptorium

In de afrondingsfase van mijn evaluatierapport heeft Ilse het nog een keer helemaal doorgelezen en voorzien van feedback. Overigens hebben Ilse en ik tijdens het werken aan onze stage-opdrachten steeds veel met elkaar overlegd, stukken tekst van elkaar gelezen, en samen nagedacht over de aanpak van beide opdrachten. Dit vond ik erg waardevol. Het evaluatierapport en de uitkomsten hiervan heb ik aan het eind van de stage gepresenteerd aan medewerkers van het Scriptorium, het Learning Centre en de Mediatheek, en tutoren. Hier kom ik in onderdeel 2.7 Eindpresentatie nog op terug.

2.5 Het voeren van schrijfcoachgesprekken

Naast het uitvoeren van het evaluatieonderzoek viel het voeren van schrijfcoachgesprekken ook onder mijn taken als stagiaire van het Scriptorium. In overleg met José, Jacqueline, Ilse en Hester is besloten dat Ilse en ik in de eerste twee maanden van onze stage (februari en maart) zouden meekijken met gesprekken. Ten eerste omdat we op deze manier bij andere tutoren konden kijken hoe een schrijfcoachgesprek verloopt, voordat we er zelf een moesten voeren. Ten tweede omdat ik in diezelfde periode voor mijn scriptie data aan het verzamelen was, waarvoor ik zoveel mogelijk schrijfcoachgesprekken wilde opnemen. Wanneer Ilse en ik dan ook schrijfcoachgesprekken zouden voeren, zou ik deze niet kunnen opnemen waardoor ik minder data zou hebben. Ik heb in februari en maart in totaal acht schrijfcoachgesprekken bijgewoond.

(11)

11

heel leuk om deze schrijfcoachgesprekken te voeren en ik had het gevoel dat ik de student goed kon helpen. Helaas zijn er verder geen schrijfhulpverzoeken binnengekomen.

2.6 Een middag mee met José

Naar aanleiding van het gesprek begin maart met José en Jacqueline over het gebrek aan ‘echte’ collega’s en over de vraag of Ilse en ik wel een goed beeld zouden krijgen van het werken op een hogeschool, hebben wij eind maart een middag met José meegekeken bij een cursus Spelling en een cursus Stijl. Ik vond het heel leuk om José een keer van deze kant te zien, niet als stagebegeleider maar als docent. De colleges had ze creatief ingericht met veel afwisseling, en verschillende testjes met Socrative. Hoewel dit soort cursussen niet voor iedereen verplicht zijn, waren er bij beide cursussen ongeveer twintig studenten aanwezig, die gemotiveerd meededen. Omdat ik zelf een paar maanden in het onderwijs heb gewerkt het afgelopen jaar, vond ik het interessant om te zien hoe José studenten gemotiveerd kreeg, omdat ik weet hoe saai en nutteloos sommige mensen spelling- of stijlregels kunnen vinden.

2.7 Eindpresentatie

Op dinsdag 20 juni hebben Ilse en ik onze eindproducten gepresenteerd. Een leuk detail is dat de belangrijkste aanbeveling uit mijn evaluatierapport het invoeren van een training voor tutoren was, en dat Ilse hier mooi op aan kon sluiten door te vertellen over de trainingslijn die zij heeft ontworpen en die vanaf volgend jaar gebruikt kan worden voor het opleiden en trainen van tutoren.

Bij de presentatie waren de volgende mensen aanwezig: José, Ronald, Eddie, Hester, Margriet (mediatheekmedewerker), Erna (medewerker Learning Centre) en twee tutoren. Ilse en ik hebben eerst kort verteld wat we hebben gedaan tijdens de stage. Hierna heb ik uitgelegd hoe schrijfcentra zijn ontstaan, welke schrijfcentra er in Nederland zijn en wat een schrijfcentrum precies is. Vervolgens heeft Ilse verslag gedaan van ons bezoek aan het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen. Daarna heb ik mijn evaluatieonderzoek gepresenteerd, waarbij ik kort aandacht heb besteed aan de onderzoeksmethode, en uitgebreid aandacht heb besteed aan de resultaten en aanbevelingen. Tot slot heeft Ilse haar trainingen (voor een gedeelte) gepresenteerd en toegelicht.

(12)

12

HOOFDSTUK 3 - EVALUATIE

3.1 Wat heb ik kunnen betekenen voor de stagegever?

Bij het opstarten van het Scriptorium twee en een half jaar geleden, moesten veel keuzes snel gemaakt worden omdat er ‘ineens’ financiering was voor een schrijfhulpcentrum. Er was op dat moment geen tijd om alles tot in de puntjes uit te denken. Het Scriptorium is toen snel van de grond gekomen, en draait nu gelukkig goed. Toch was er behoefte aan een evaluatie: hoe vinden tutoren, studenten en medewerkers dat alles nu gaat, en wat kan er beter? Volgens José is de pilotfase inmiddels wel voorbij, en is het daarom nu tijd om te kijken naar verbeterpunten. Het feit dat ik dit evaluatieonderzoek kon uitvoeren had voor de betrokkenen bij het Scriptorium twee voordelen: zij hoefden het zelf niet te doen én er kon iemand met een objectieve (academische) blik kijken naar de situatie, zonder bevooroordeeld te zijn. Door het uitvoeren van het evaluatieonderzoek heb ik kritisch kunnen meedenken over de organisatie en de diensten van het schrijfcentrum. Ik denk dat dit voor het Scriptorium erg waardevol was.

Verder mondt mijn evaluatierapport uit in concrete aanbevelingen, waar men komend jaar direct mee aan de slag kan. Door het evaluatieonderzoek zijn verschillende zaken naar boven gekomen die duidelijk verbeterd zouden kunnen worden. Deze zaken heb ik niet alleen benoemd, maar daarbij ook aangegeven hoe deze concreet verbeterd zouden kunnen worden. De organisatie van het Scriptorium is zich door dit evaluatieonderzoek bewust geworden van zowel wat er op dit moment niet goed gaat als hoe dit beter zou kunnen. Tevens is door het evaluatierapport duidelijk geworden welke aspecten op dit moment wel positief beoordeeld worden, dus waar niets aan veranderd hoeft te worden.

Na afloop van de eindpresentatie is door meerdere medewerkers van het Scriptorium benoemd dat dit evaluatieonderzoek voor hen erg waardevol is, en dat ze blij zijn met de nieuwe inzichten die het hen heeft opgeleverd. Hierdoor heb ik er vertrouwen in dat zij volgend jaar met de aanbevelingen aan de slag zullen gaan, waardoor het Scriptorium verbeterd kan worden. Ik vond het leuk en leerzaam om in dit proces van verbetering een belangrijke rol te spelen.

3.2 Welke kennis en vaardigheden uit mijn studie heb ik kunnen benutten?

Ik heb tijdens deze stage op verschillende manieren kennis en vaardigheden uit mijn studie kunnen benutten. Wat betreft kennis heb ik vooral veel verschillende soorten kennis over het voeren van een effectief schrijfcoachgesprek gebruikt. Voornamelijk tijdens het vak Communicatieadvisering (specialisatie Schrijfadvisering) is dit onderwerp veel aan de orde gekomen. Bij dat vak hebben we verschillende onderzoeken gelezen over schrijfcoaching, hebben we zelf een schrijfcoachgesprek gehouden, opgenomen en geanalyseerd, en hebben we zelf een schrijftraining ontworpen. Al deze kennis heb ik, direct of indirect, kunnen gebruiken tijdens de stage.

(13)

13

Schrijfadvisering, dit heeft mij geholpen in het formuleren van een duidelijk en onderbouwd advies.

Verder heb ik tijdens mijn studie geleerd een kritische houding aan te nemen. Ik heb in de afgelopen jaren geleerd niet zomaar iets voor waar aan te nemen: ik kan me herinneren dat we vaak voor de meest goede of bekende wetenschappelijke onderzoeken moesten proberen kritische vragen te verzinnen. Door deze kritische houding was ik in staat onderbouwde ‘kritiek’ te leveren op het Scriptorium, en kritisch (in de positieve zin van het woord) mee te denken over verbeterpunten. Het feit dat ik binnen mijn opleiding al veel samen heb gewerkt met andere studenten zorgde er (onder meer) voor dat de samenwerking met Ilse soepel is verlopen.

3.3 In welke mate zijn mijn leerdoelen bereikt?

Hieronder volgt een overzicht van de leerdoelen zoals ik die heb opgesteld in mijn stageplan in januari. Per leerdoel geef ik aan in hoeverre ik dit leerdoel heb bereikt.

▪ Ik kan (effectieve) schrijfcoachgesprekken voeren

Aan het begin van de stage had ik verwacht meer schrijfcoachgesprekken te voeren dan ik uiteindelijk heb gedaan. Op dat moment wist ik nog niet hoeveel gesprekken ik zou kunnen voeren. Zoals eerder benoemd zijn Ilse en ik vanaf begin april ingezet als schrijftutor. Helaas kwamen er vanaf dat moment niet veel aanvragen voor schrijfhulp meer binnen. Hoewel ik de weinige gesprekken die ik gevoerd heb wel erg leerzaam vond, heb ik mezelf in de praktijk niet heel erg kunnen ontwikkelen in het voeren van schrijfcoachgesprekken. Wel heb ik veel schrijfcoachgesprekken bijgewoond, en heb ik (bijvoorbeeld wanneer ik het met Ilse over haar trainingen had) nagedacht over de invulling van schrijfcoachgesprekken. Hierdoor heb ik extra kennis opgedaan over schrijfcoachgesprekken en het voeren ervan. Ik zou kunnen stellen dat ik door al die kennis uiteindelijk toch in staat ben effectievere schrijfcoachgesprekken te voeren.

▪ Ik weet hoe schrijftutoren het beste voorbereid kunnen worden op een coachgesprek Hoewel Ilse meer dan ik bezig is geweest met de voorbereiding van schrijftutoren, heb ik hier zelf het afgelopen half jaar ook veel over geleerd. Doordat vanuit de enquête onder tutoren en vanuit verschillende interviews duidelijk werd dat de voorbereiding van tutoren beter kon, heb ik met onder andere José en Eddie hierover gepraat en meegedacht. Ook heb ik door het bezoek aan het schrijfcentrum in Nijmegen nieuwe dingen geleerd over het voorbereiden van tutoren, en doordat Ilse veel met dit onderwerp bezig was gaf zij mij ook nieuwe inzichten.

▪ Ik kan een gedegen evaluatieonderzoek uitvoeren

(14)

14

▪ Ik weet hoe ik een goede enquête op kan stellen

Voor het opstellen van de enquêtes van het evaluatieonderzoek heb ik gebruik gemaakt van het boek van Dijkstra, Ongena en Loosveldt (2014). Hiervan heb ik bijvoorbeeld geleerd dat je in je enquêtes moet zorgen voor duidelijke en ondubbelzinnige antwoordopties, en dat je je respondenten duidelijk moet proberen te maken waarom het relevant is dat zij de enquête invullen. Ondanks het feit dat de enquête niet heel veel reacties heeft opgeleverd, ben ik wel tevreden over de manier waarop ik de enquête heb opgesteld. De resultaten van de enquête waren bruikbaar voor het evaluatieonderzoek, en het was duidelijk hoe de antwoorden op de vragen geïnterpreteerd moesten worden.

▪ Ik kan met collega’s binnen een organisatie samenwerken

Hoewel de samenwerking met José, Ronald, Eddie en de medewerkers van het Learning Centre goed was, hebben Ilse en ik geen hele directe collega’s gehad tijdens de stage. Daarom heb ik ook niet de kans gekregen om veel met collega’s samen te werken. Wel heb ik intensief met Ilse samengewerkt, en heb ik al met al met veel verschillende mensen contact gehad voor het uitvoeren van het evaluatieonderzoek. Toch kan ik niet zeggen dat ik het bovenstaande doel echt heb bereikt, omdat bleek dat dit op de stageplek niet mogelijk was.

3.4 Welke nieuwe kennis en vaardigheden heb ik opgedaan tijdens de stage?

Zoals eerder genoemd heb ik tijdens de stage geleerd om een evaluatieonderzoek op te stellen en uit te voeren. Ook heb ik geleerd om onderbouwd advies te geven aan een organisatie. Verder heb ik veel kennis opgedaan over hoe schrijfcentra kunnen worden opgestart, en over wat er allemaal komt kijken bij het draaiend houden van een schrijfcentrum. Daarnaast vond ik het leerzaam om eens te zien hoe onderwijs op HBO-niveau gegeven wordt (bij de cursussen van José), omdat ik zelf misschien ook ooit van plan ben om op HBO-niveau les te gaan geven. Tot slot heb ik, ondanks het feit dat wij als stagiaires misschien geen directe collega’s hadden, geleerd om onderdeel uit te maken van een organisatie en contacten te leggen met verschillende andere werknemers binnen de NHL.

3.5 Hoe was de aansluiting van mijn opleiding met de beroepspraktijk?

De aansluiting van mijn opleiding bij de beroepspraktijk vond ik heel goed. Zoals ik in onderdeel 3.2 al heb benoemd heb ik vooral erg veel gehad aan het vak Communicatieadvisering. Ook kon ik kennis en vaardigheden gebruiken die aan bod zijn gekomen bij Academisch Schrijven I en II, zowel op het gebied van schrijven als op het gebied van presenteren. Bovendien sloot de onderzoeksstage goed aan op alle onderzoeksvaardigheden die ik in mijn opleiding heb geleerd. De mix van theorie en praktijk binnen de bachelor en master die ik heb gevolgd is naar mijn mening goed. Doordat ik binnen de bachelor Nederlands de educatieve minor heb gevolgd en daarmee onderdeel heb uitgemaakt van een organisatie, en doordat ik in mijn master ook op verschillende manieren onderzoek en praktijk met elkaar heb verbonden, had ik het gevoel op zowel theoretisch als praktisch gebied genoeg ‘bagage’ te hebben.

3.6 Hoe was de begeleiding van de stage?

(15)

15

zowel bij mij als bij José, is de intervisie die oorspronkelijk in april zou plaatsvinden verplaatst naar mei. Dit verklaart de wat langere periode tussen de laatste twee intervisiemomenten. Tijdens de intervisies bespraken we met José het verloop van de stage. Vooral tijdens de eerste twee intervisiemomenten ging het veel over praktische zaken zoals een account en een werkplek. Tijdens de laatste twee intervisies hebben we het gehad over hoe het eindproduct eruit kwam te zien en hoe ver we waren met de uitvoering hiervan. Wanneer we ergens niet uitkwamen wat betreft de uitvoering van de stageopdracht, bespraken we dit ook tijdens de intervisiemomenten.

José gaf ons veel vrijheid in het uitvoeren van de stageopdracht. Daarom hebben wij behalve de intervisiemomenten weinig begeleiding gehad, afgezien van het feit dat José voor ons de praktische zaken met betrekking tot de stage heeft geregeld. Dit had als gevolg dat er een zelfstandige werkhouding van ons werd verwacht. Het was fijn dat ik Ilse had als mede-stagiair, zodat we veel konden overleggen over de aanpak van onze stage-opdracht. Hoewel wij ons goed zelfstandig hebben gered, zou het voor een eventuele volgende stage misschien wel goed zijn als er een iets duidelijkere stagebegeleiding aanwezig is, bijvoorbeeld iemand die ook daadwerkelijk je collega is en die je vaak ziet. Ik heb het zelf echter niet als heel vervelend ervaren dat dit tijdens onze stage niet het geval was.

3.7 Hoe heeft de stage bijgedragen aan je carrièreperspectieven?

(16)

16

HOOFDSTUK 4 – CONCLUSIE

(17)

17

BRONNENLIJST

Bell, J. H. (2000). When hard questions are asked: Evaluating writing centers. The Writing Center

Journal. 21(1), 7-28.

Dijkstra, W., Ongena, Y., & Loosveldt, G. (2014). Onderzoek doen met vragenlijsten. Een praktische

handleiding. Amsterdam: University Press.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Al deze persoonlijke ervaringen, opgedane kennis, ontwikkelde vaardigheden en behaalde inzichten zijn een waardevolle toevoeging op mijn carrière. Tevens heb ik in

2.1 Ondersteuning in de productie van het context programma Something Shared 7 2.2 Organiseren van expositie Something Archived voor Something Raw 8 2.3 Ondersteunen bij het

Wanneer het object voor je staat op de tafel kan besloten worden of de barcode aan het object zelf vastgemaakt kan worden, of dat het er bijgelegd moet worden!. Voorbeelden waar

Zoals eerder genoemd doet deze afdeling fondsaanvragen voor verschillende projecten en zijn er particuliere begunstigers aan het fonds verbonden in de vorm van Vrienden en

Ik heb me tijdens de stage ook beziggehouden met het schrijven van artikelen en korte stukjes tekst voor de website van het HCL, de Facebook-pagina van de Leeuwarder

In overleg met mijn stagebeleidster, Petra Links, bij de stagegevende instantie heb ik besloten leerdoelen op te stellen aan het begin van de stage, zodat ik tijdens

Het gaat dan volgens Solove niet over alle persoonlijke informatie, maar slechts over het type informatie dat over- heden zullen verzamelen, zoals

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of