• No results found

Bachelor stageverslag

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bachelor stageverslag"

Copied!
151
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Kunstgeschiedenis

Annemieke Huisman

S2590395

VERZETSSTRIJDERSLAAN 96 +31646450190

Bachelor

stageverslag

(2)

Voorwoord

In mijn derde studiejaar besloot ik wegens omstandigheden een jaar langer over de bachelor Kunst- en Architectuurgeschiedenis te doen. Dit vanwege een druk studiejaar waar ik onder andere ik een bestuursfunctie vervulde binnen de studievereniging Meander. In mijn vierde jaar kon ik daarom meer ervaring opdoen in de praktijkwereld en erachter komen hoe de museumwereld in elkaar stak. Een stage in een museum was een logische keuze. Een aantal eisen aan deze stage was dat het museum redelijk in de buurt zijn moest, zodat ik niet te veel hoefde te reizen en niet hoefde te verhuizen. De stage moest het liefst in een redelijk groot en bekend museum plaatsvinden. Al snel viel mijn keuze op de drie grote musea in het noorden: het Groninger Museum, het Drents Museum en het Fries Museum. Mijn eerste keus was het Fries Museum. Zij hadden namelijk sinds een paar jaar een nieuw gebouw voor hun museum en hebben in de aanloop naar de Culturele Hoofdstad 2018 drie grote publiekstrekkende tentoonstellingen (Sir Lawrence Alma Tadema, Mata Hari en Escher). Hierdoor leek mij dit museum aantrekkelijk om stage te lopen en er zou zeker genoeg te doen zijn. Ik twijfelde nog om mijn stage te laten plaatsvinden op de conservatorenafdeling of op het collectiebeheer.

Op 9 september heb ik een mail opgesteld en verstuurd naar het HR- departement van het Fries Museum. Hierin stelde ik de vraag of ik stage kon lopen bij iemand van het collectiebeheer of van de conservatorenafdeling. Op 15 september kreeg ik een mail terug met het antwoord dat de mail was doorgestuurd naar Dirk Boomsma, teamleider beheer, behoud en kennismanagement. Dit zou betekenen dat ik op het collectiebeheer terecht zou komen. Hier had ik al redelijk ervaring mee, omdat ik mijn vader in het verleden vaak heb geholpen op het depot van het Universiteitsmuseum in Groningen. Al snel volgde een afspraak en werd mijn stage goedgekeurd door de stagebegeleider Joost Keizer. Toen ik erachter kwam dat het depot van het Fries Museum een compleet nieuw gebouw was, kon mijn geluk niet meer op. Dat zou betekenen dat ik in het nieuwste depot van Nederland aan de slag kon en kon leren hoe het daaraantoe ging.

Tijdens de afspraak met Dirk Boomsma hebben we besloten dat ik met iets concreets bezig moest zijn, maar dat ik ook op verschillende plekken ingezet zou

(3)

worden. Hierdoor kon ik met verschillende aspecten van het Fries Museum kennis maken en een duidelijker beeld van de organisatie krijgen.

Mijn opdracht in het Fries Museum was het schrijven van een hanteringsbeleid over de omgang met objecten. In de bijlage is dit beleid te vinden.

(4)

Inhoudsopgave

Inleiding -3-

Beschrijving Fries Museum -4-

Beschrijving stage -11-

Evaluatie -13-

Literatuur -14-

Bijlage: Planning -17-

Bijlage: Hanteringsbeleid -18-

(5)

Inleiding

De duur van mijn stage was een kleine zes maanden: van halverwege januari tot één juni, vanwege deze lange periode heb ik er voor gekozen om niet fulltime stage te lopen. De vaste dagen waren dinsdag en woensdag, met in de even weken donderdag erbij. In totaal heb ik 47 dagen stagegelopen. Ik ben met 376 stage-uren ruim over de tijd van 240 uur die ervoor was gesteld heen gekomen.

Ik heb echter voor een langer durende stage gekozen, omdat ik voldoende ervaring op wilde doen in het museumwezen. Op deze manier heb ik met verschillende afdelingen kennisgemaakt in het Fries Museum. Daarnaast had ik nog tijd voor mijn bachelorscriptie nodig.

De eerste paar dagen ging ik aan de gang in het depot, ook wel Kolleksjesintrum Fryslân (KSF) genoemd. Hier kon ik kennis maken met de collectie en hoe ik met verschillende objecten om moest gaan. Dit was grotendeels nieuw voor mij, omdat je tijdens de bachelor kunstgeschiedenis niet zoveel met de objecten zelf in aanraking komt. De theorie weet je, je moet voorzichtig zijn met objecten en altijd handschoenen dragen. Hierdoor heb ik erg veel geleerd in de eerste vijf dagen van mijn stage. Ik kreeg een beter en uitgebreider beeld van het werken in een depot. Na deze vijf dagen ging ik naar het museum zelf, wat een grote omslag was. Dit was een echte werkruimte, waarin iedereen vergaderde, overlegde en bezig was met de komende tentoonstelling over Sits textiel. In de kantoorruimte waren ongeveer veertig medewerkers aan de slag en dan heb ik de vrijwilligers en stagiaires nog niet eens meegerekend. Het was de andere kant van de museumwereld. In het KSF worden de objecten bewaard en beschermd en in het museum bedenkt men welke objecten zij willen gebruiken voor in een tentoonstelling.

Mijn opdracht die ik meekreeg was een bijlage bij de Blauwdruk Museaal Collectiebeheer Fries Museum schrijven. In deze bijlage wordt uitgelegd hoe men in de praktijk omgaat met het hanteren van de verschillende objecten en materiaalsoorten. In de Blauwdruk wordt dit maar kort aangeraakt en ook alleen in theorie en erg globaal. Elk object is in principe verschillend en moet anders gehanteerd worden. Doordat ik de eerste paar dagen in het depot heb gewerkt, had ik enige ervaring opgedaan met dit probleem en door vaker aan de slag te gaan in het depot kon ik mooi de verschillen uiteenzetten. Hierdoor kon ik een

(6)

goede bijlage neerzetten die door verschillende medewerkers gebruikt kan worden.

(7)

Beschrijving Fries Museum

Mijn stage heeft plaatsgevonden bij het Fries Museum (FM) in Leeuwarden. Het doel van dit museum is het laten zien van de cultuur en de geschiedenis van de provincie Friesland. Naast het Fries Museum bestaat de organisatie ook uit het Keramiekmuseum Princessehof en het Fries Verzetsmuseum. Het Fries Verzetsmuseum is ondergebracht in het Fries museum terwijl het Keramiekmuseum een opzichzelfstaand museum is, maar alle musea werken op veel gebieden met elkaar samen. Zij werken onder andere samen op het gebied van collectie en bewaring van objecten in het KSF. Het Fries Verzetsmuseum vertelt het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in Friesland. De tentoonstellingen die hierover gaan, worden getoond in het Fries Museum.

Bouw Fries Museum

De bouw van het nieuwe Fries Museum werd mogelijk gemaakt door een legaat van wijlen architect Abe Bonnema. In zijn legaat stonden drie voorwaarden waaraan de bouw moest voldoen om de veertig miljoen gulden vrij te geven. Als eerste moest er een nieuw Fries Museum komen, dit moest op het Zaailand te Leeuwarden komen en ontworpen worden door de architect Hubert-Jan Henket.

Als aan één van de voorwaarden niet voldaan werd, ging het geld naar een goed doel. Henket accepteerde de opdracht, maar de bouw van een nieuw museum liet vanwege tegenstand uit verschillende hoeken nog negen jaar op zich wachten.1 Henket wilde als architect de dialoog tussen oude en nieuwe architectuur laten zien. Het nieuwe museum kwam immers in de oude binnenstad te staan. Zoals Henket het zelf noemde: ‘er moet een houdbare moderniteit in de architectuur zijn.’2 Het Fries Museum moest volgens hem een plek worden waar men gemeenschappelijk kon thuiskomen. Door het in het hart van de stad te plaatsen, kon dit goed mogelijk gemaakt worden.

De Friese waarden moesten door het museum stromen. Het leven in Friesland moest niet zo snel gaan als in bijvoorbeeld de Randstad, waardoor het museum een soort van vertraagde dynamiek en vertraagde moderniteit uitstraalt.3

Het doel van het nieuwe gebouw was dat het een open en transparant uiterlijk moest hebben. De gekozen plek droeg hieraan bij. Het museum staat middenin 1 Henket, 2013, p.418.

2 Henket, 2013, p.14.

3 Henket, 2013. P.434.

(8)

de samenleving van Leeuwarden, recht tegenover de rechtbank op het Zaailand.

Doordat de voorkant van het museum een glazen wand is, kan men rechtstreeks het museum inkijken. Hierdoor wordt er contact gelegd tussen binnen en buiten.

Daarnaast zorgt dit ervoor dat het museum er open en toegankelijk uitziet.

Henket wil namelijk dat niemand bang hoefde te zijn om het museum te betreden.4 Het nieuwe Friese Museum zorgt ervoor dat het museum mee kon met de snel veranderende moderne tijd.

Vooraanzicht van het Fries Museum.5

Platte grond Zaailand met Fries Museum.6

4 Henket, 2013, p.422.

5 http://www.biermanhenket.nl/nl/projecten/architectuur/cultuur/fries-museum/# laatst gezien 18- 4-17.

(9)

Twee doorsnedes van het nieuwe Fries Museum.7

Beleid en Missie

De Friese cultuur en geschiedenis worden bewaard in de museumcollectie en getoond aan het Friese en niet-Friese publiek. Zo wordt laten zien welke relatie het publiek met het materiële erfgoed heeft.8 Zoals elk museum wil ook het Fries Museum de museumcollectie voor de volgende generatie bewaren, zodat ook zij er nog van kunnen leren en genieten. De missie die het museum heeft, laat dit ook zien: ‘Het Fries Museum inspireert Friezen en niet-Friezen door kunst, cultuur en geschiedenis van en in Friesland te laten leven.’9 Hun visie voor het jaar 2016 is dat het Fries Museum dé topattractie van Nederland moet zijn. Dit 6 http://www.biermanhenket.nl/media/2236/BHA-404_Webfolder%20Fries%20Museum.pdf laatst gezien 18-4-17.

7 http://www.biermanhenket.nl/media/2236/BHA-404_Webfolder%20Fries%20Museum.pdf laatst gezien 18-4-17.

8 https://www.friesmuseum.nl/collectie/collectiestrategie/ laatst gezien 31-1-17.

9 https://www.friesmuseum.nl/over-het-museum/organisatie/missie-visie-en-beleid/ laatst gezien 7- 2-17.

(10)

heeft het Fries Museum naar mijn mening zeker voor elkaar gekregen dankzij de Alma Tadema tentoonstelling. De extra openingstijden en openingsdagen laten zien dat het een zeer populaire tentoonstelling was. Daarnaast was de tentoonstelling in de laatste dagen veelal uitverkocht. De kranten spraken vol lof over de tentoonstelling en de rijen voor het museum lieten zien hoe populair het Fries Museum was. De 100.000 bezoekers die het museum elk jaar wilde halen is dan ook ruim overgeschreden met 158.000 bezoekers.

Het museum probeert zich te onderscheiden door middel van drie merkwaarden.

Als eerste wil het museum zijn Friese cultuur duidelijk naar buiten dragen.

Daarnaast wil het museum betrokken zijn bij de samenleving. Ze nemen graag de input van de omgeving mee in het bedenken van tentoonstellingen. Als laatste wil het museum dynamisch zijn. Niet alleen de tentoonstellingen wisselen, er ook is altijd iets te doen in het museum. Er zijn het gehele jaar door verschillende evenementen en activiteiten waaraan mensen kunnen meedoen.10 Zoals wel opvalt, hangen deze merkwaarden erg nauw met elkaar samen. De omgeving waarmee het Fries Museum betrokken wil zijn, is voornamelijk Fries.

De betrokkenheid sijpelt door in de dynamiek. Het museum organiseert activiteiten op basis van de interesses van de omgeving en het publiek.

Toch probeert het museum zich via deze merkwaarden te richten op verschillende soorten publiek. Het museum is namelijk niet alleen bedoeld voor Friese bezoekers, maar ook voor mensen buiten de provincie. Dit staat beschreven in het beleidsplan van 2013-2016: het museum wil zich richten op leerlingen van het primair onderwijs, toeristen en cultuurliefhebbers. Maar toch wil het Fries Museum wel dat meer dan zestig procent van de bezoekers uit Friesland komt.

Collectie Fries Museum

De collectie van het Fries Museum bestaat voornamelijk uit objecten met een Friese achtergrond. Met ongeveer 170.000 objecten heeft het Fries Museum de grootste collectie van de provincie musea in Nederland. Veel schilderijen zijn van Friese schilders en de archeologische vondsten komen uit de provincie. Het meest bekende voorwerp in de collectie is waarschijnlijk het zwaard van Grutte Pier. Dit zwaard is in de permanente tentoonstelling Ferhaal fan Fryslân te zien.

Daarnaast zijn de schilderijen van Alma Tadema een hoogtepunt uit de collectie, net zoals de voorwerpen rondom het figuur Mata Hari. Ook zijn de Hindelooper- kamer en de bijbehorende Hindeloopen collectie erg bijzonder.

10 https://www.friesmuseum.nl/over-het-museum/organisatie/missie-visie-en-beleid/ laatst gezien 7-2-17.

(11)

Natuurlijk zitten er niet alleen maar objecten in de collectie met een Friese achtergrond. Het Fries Museum heeft ook een aantal grote namen in hun collectie zitten die niet Fries zijn. Er zitten onder andere een aantal schilderijen van Hendrik Willem Mesdag en tekeningen van Peter Paul Rubens in de collectie. Maar deze werken hebben altijd een connectie met het Friesland van het heden of het verleden. Dit kan zijn dat een schilder inspiratie uit Friesland heeft gehaald voor zijn schilderij. Het kan ook om het heden gaan, doordat er bijvoorbeeld een vervalsing of kopie is opgedoken van een Friese schilder. Of dat er uit onderzoek is gekomen dat het kunstwerk een Friese connectie heeft.

In de collectievisie dat is opgesteld voor het nieuwe Fries Museum zegt het FM het volgende over hun collectiebeleid: ‘Het nieuw Fries Museum benadert zijn collecties als een samenhangend geheel ten behoeve van de programmering, collectievorming en collectieonderzoek. Verhalen van Friesland en zijn bewoners staan centraal en worden verteld aan de hand van alle aanwezige objectsoorten: kunst, cultuur en/of geschiedenis’.11

Zwaard van Grutte Pier , 2.13 meter, Fries Museum, Leeuwarden, Nederland.12

Alma Tadema, Amo te Ama me, 1881, olie op paneel, 17.5 x 38 cm, Fries Museum, Leeuwarden, Nederland.13

11 Collectievisie Fries Museum 2010, p.1.

12 https://www.friesmuseum.nl/collectie/iconen/zwaard-van-grutte-pier/ laatst gezien 18-4-17.

13 https://www.friesmuseum.nl/collectie/iconen/alma-tademas-amo-te-ama-me/ laatst gezien 18-4- 17.

(12)

Hendrik Willem Mesdag, Zeegezicht met vissersschepen bij ondergaande zon , 1856-1915, o/d, 89.5 x 69.5 cm, Fries Museum, Leeuwarden, Nederland.14

KSF

Naast het museum heb ik ook stagegelopen op het collectiecentrum. Dit geheel nieuwe depot herbergt de collecties van de vier grootse musea in Friesland en het archief Tresoar. Dit is op een manier gedaan dat uniek is voor Nederland en hieronder wordt duidelijk waarom.

Doordat er een nieuw Fries Museum gebouwd werd, ging men ook nadenken hoe het met de opslag van de collectie verder moest. Het vroegere depot was te klein en voldeed niet meer aan de moderne museale eisen. Er moest dus een oplossing gevonden worden of dat er gekozen moest worden voor de bouw van een nieuw depot. De grond op het Zaailand was te duur om naast een museum ook nog een depot te herbergen, hier kon de collectie dus niet opgeslagen worden. Er kwam een onderzoeksteam om te kijken wat de volgende stap moest zijn. Hier namen onder andere de provincie, Crown Fine Art (voor logistiek advies), Galjema (voor technisch advies) en LPB/SIGHT (voor bouwfysisch advies) aan deel. Voor het ontwerp van het nieuwe depot werd het LEVS- architectenbureau gevraagd, met als hoofdarchitect Jurriaan van Stigt.15 Zij kwamen tot het besluit om een voorbeeld te nemen aan het Deense model. In dit model maken depots maar weinig gebruik van energie slurpende installaties en

14

http://collectie.friesmuseum.nl/portal/object/FriesMuseum/3EDF4BB6642F915A6F6ACBFF216149 1F20A8332E.html?query=mesdag&start=5&startPage=1&pageId=brd&view=table laatst gezien 2-5-17

15 file:///C:/Users/A9436~1.HUI/AppData/Local/Temp/brochure-goedkoop-duurzaam-depot.pdf p.5.

Laatst gezien 14-3-17.

(13)

het binnenklimaat kan zelf zien wanneer er schommelingen in temperatuur plaatsvinden en dit aanpassen. Een dergelijk depot is erg duurzaam. Doordat het Fries depot meerdere collecties wilde herbergen in het nieuwe depot zou er een grotere efficiencywinst ontstaan en veranderde het in een Frysk model.16 Daarnaast werd er ook besloten om de verschillende collecties naar objectsoort op te slaan en niet op collectie in te delen. Hierdoor kon er efficiënter omgaan worden met het ruimtegebruik. Ook kan zo snel gezien worden wanneer er overlappingen zijn in de verschillende collecties en kan er ontzameld worden.

De inschatting is dat ongeveer twintig procent van de totale collectie ontzameld moet worden.17

Er zaten nog andere voordelen aan dit nieuwe depot. Zo was de kubiekemeterprijs vele malen lager dan in het vorige depot. Daarnaast heeft het gebouw een neutraal klimaat. Dit komt onder andere doordat de vloer niet geïsoleerd is, hierdoor kan de warmte afgevoerd worden. De ruimtes zelf zijn echter wel geïsoleerd, zodat ze niet verwarmd of gekoeld hoeven te worden. Een circulatiesysteem zorgt voor de juiste temperatuur. Hierdoor gaat het binnenklimaat mee met de seizoenen.18 De stroom die nodig is voor bijvoorbeeld het gebruik van computers wordt voorzien via de 396 zonnepanelen die op het dak staan.19 Als laatste gaat het ontwerp zelf op in het landschap door het ontwerp en de aanleg van vele (inheemse) planten.

16 Geest van der, Ingrid en Oldersma, Lourens, 2016, p.10.

17Geest van der, Ingrid en Oldersma, Lourens, 2016, p.9.

18 Geest van der, Ingrid en Oldersma, Lourens, 2016, p.13.

19 https://www.bgdd.nl/mediadepot/7157f67c8f29/FrieschDagbladKolleksjesintrum.pdf laatst gezien 14-3-17.

(14)

Bovenaanzicht van het KSF.20

De buitenkant van het KSF. 21

20 http://levs.nl/projecten/#!kolleksjesintrum-fryslan laatst gezien 18-4-17. Zelf aangevuld.

21 http://levs.nl/projecten/#!kolleksjesintrum-fryslan laatst gezien 23-5-17.

(15)

Beschrijving stage

De eerste vijf dagen van mijn stage ben ik aan de slag geweest op het KSF. Hier was genoeg te doen, doordat het depot minder dan een jaar in gebruik was en nog lang niet alles uitgepakt was. Ik heb hierdoor geleerd hoe je verschillende soorten objecten moet hanteren en schoonmaken. Vanwege een fout in het collectieregistratiesysteem Adlib, moest ik ook verschillende standplaatsen (waar een object opgeslagen is) controleren. Dit gebeurt met een scanner die is ingebouwd in een Iphone. Hierdoor heb ik met het registratiesysteem gewerkt en weet ik hoe ik verschillende objecten geregistreerd moeten worden in Adlib, hoe objecten uitgepakt moeten worden en hoe ze een standplaats krijgen. Op woensdag 1 februari kwam er een fotograaf om foto’s te maken van verschillende schilderijen. Veel van deze schilderijen hadden affiniteit met Hindelopen. Samen met twee andere collega’s hebben wij deze fotograaf geholpen om foto’s van goede kwaliteit te schieten. Dit betekende de schilderijen uit de dozen en noppenfolie te halen, de schilderijen te voorzien van een ophangsysteem (indien de schilderijen dit niet hadden), de schilderijen goed ophangen en de schilderijen weer veilig opbergen. Daarnaast moesten we goed kijken of de schilderijen voorzien waren van een barcode, zodat ze weer opgeborgen konden worden.

In mijn derde week begon ik met mijn werkzaamheden op het Fries Museum. Na overleg gehad te hebben met mijn stage opdrachtgever Dirk Boomsma kon ik achter een computer in de flexplek (flek) aan de gang. We hebben afgesproken dat er om de week op donderdagochtend een overleg zou plaatsvinden. Dan konden we de voortgang van mijn project bespreken en zien of ik op de goede weg was. De bedoeling was dat ik een hanteringsbeleid zou gaan schrijven.

Hierin staat hoe men in de praktijk om moet gaan met objecten van het Fries Museum. Het meeste werk was uitzoeken welke soort objecten er allemaal zijn en onder welke categorie zij vallen. Na drie weken daarmee aan de gang geweest te zijn, kon ik eindelijk beginnen met de praktijk uitwerken. Hiervoor had ik aardig wat literatuur verzameld zoals: Vechten tegen verval een uitvoering van het Deltaplan voor het Cultuurbehoud, Vuistregels voor Textielconservering van de Textielcommissie Musea, De omgang met museale collecties; het vervoeren van voorwerpen en het schoonmaken van gebouwen

(16)

van het Centraal Laboratorium voor Onderzoek van Voorwerpen van Kunst en Wetenschap. Daarnaast heb ik veel gebruik gemaakt van de vele richtlijnen die de ICOM (International Council of Museums) hebben uitgegeven. Daarna kwam ik er vrij snel achter dat de literatuur vooral spreekt over algemene opvattingen over hantering van objecten. Meestal stond er iets dergelijks als ‘het museum moet zelf maar uitzoeken welke regel haar voorkeur heeft.’ Ik moest grotendeels zelf uitzoeken hoe het er in de praktijk aan toe ging. Gelukkig kon ik op de woensdagen naar het KSF en daar meehelpen. Meestal moest er ’s ochtends weer foto’s gemaakt worden van schilderijen. Afwisselend hielp ik mee met de foto’s of borg ik de schilderijen op of zocht ik nieuwe schilderijen op. Omdat er genoeg vrijwilligers en stagiaires waren op woensdag kon ik soms ook de rest van de medewerkers helpen met het uitpakken en opbergen van objecten.

Hierdoor kreeg ik steeds meer een inzicht van de hanteringswerkzaamheden rondom objecten. Op de dinsdagen en donderdagen kon ik dat dan verwerken in mijn hanteringsbeleid. Om meer inzicht te krijgen in het hanteringsbeleid ben ik op 27 maart naar een cursus in het KSF zelf geweest. In deze cursus leerde men hoe objecten ingepakt en getransporteerd moesten worden. Deze cursus werd gegeven door Erwin Kriger en Rick Zwart, twee medewerkers van het depot in het Rijksmuseum. Dit was een zeer nuttige dag, vooral omdat we te horen kregen hoe het er in andere musea aan toe gaan. Tijdens deze cursus werd verteld hoe er gehanteerd werd in het Rijksmuseum en moesten wij zelf verschillende objecten inpakken. Als laatste werd laten zien hoe er in het Rijksmuseum ingepakt werd. Zo konden wij vergelijken of we het goed of anders deden dan de mensen in het Rijksmuseum.

Om in het hanteringsbeleid volledige informatie te zetten was naast literatuur en de cursus ook contact met medewerkers nodig. Vaak waren er een aantal medewerkers van het Fries Museum die in een bepaald gebied veel ervaring hadden. Zo werkt Nynke Spahr van der Hoek sinds 2002 in het Keramiekmuseum Princessehof en heeft jarenlange ervaring met het hanteren van keramiek. Op 23 mei ben ik naar het Keramiekmuseum gegaan om te kijken hoe men daar omgaat met verschillende soorten porselein. Tegelijk kon ik vragen stellen en de hiaten in mijn hanteringsbeleid opvullen.

Zilver wordt in het KSF anders behandeld dan de overige edelmetalen. Wie hier veel van weet is Hanna Hakvoort. Helaas had zij niet de tijd om mij persoonlijk uit te leggen hoe het hanteren van zilver er in de praktijk aan toe ging, maar ik

(17)

heb wel handige literatuur gekregen. Zo kon ik de punten waar ik nog niet alle informatie over had, aanvullen.

De laatste twee weken ben ik bezig geweest het hanteringsbeleid goed leesbaar te maken door middel van kruisverwijzingen. Je klikt door totdat je het juiste stukje informatie hebt gevonden die van toepassing is op de situatie. Zo hoeft niet het hele beleid door gescrold te worden. Je begint met welke actie je uit moet voeren: intern vervoer, inpakken, uitpakken, identificatienummer aanbrengen, barcode bevestigen en opbergen. Wanneer hier met het ctrl-teken opgelikt wordt, wordt je doorverwezen naar het objectsoort. Onder het objectsoort staan weer subcategorieën, zodat de acties het best uitgelegd kunnen worden. Uiteindelijk was op 1 juni mijn beleid af, precies binnen mijn planning. Deze planning is te vinden in de bijlage.

(18)

Evaluatie

Het doel van mijn stage was erachter komen wat ik na mijn studie in de praktijk kan ervaren. Daarnaast wilde ik voordat ik met mijn master begon al enkele ervaring opgedaan hebben met het werken in een museum. Ik wil namelijk graag de Conservatorenmaster doen en het leek mij verstandig om van tevoren al wat kennis over de praktijk te hebben. Dit hield dus in dat ik erachter moest komen wat er achter de schermen van een museum gebeurde. Daarom wilde ik niet alleen op het museum zelf stagelopen, maar ook op het depot. Op het museum worden dan de tentoonstellingen bedacht en samengesteld en op het depot kom je erachter hoeveel werk dit eigenlijk is. Veel van wat de conservatoren willen, is niet altijd mogelijk of een stuk ingewikkelder om te realiseren. Het was heel interessant om zo beide kanten mee te maken en om daarvan te kunnen leren. De communicatie tussen de medewerkers van het depot en het museum is zeer van belang. Zo weten de collectiemedewerkers wat de omstandigheden van een object zijn en hoe dit het beste tentoongesteld kan worden om de optimale conditie te behouden. Maar dit weerhoudt de conservator er niet van om een goede tentoonstelling samen te willen stellen.

Hiervan heb ik meegekregen dat beide kanten van het museumleven even belangrijk zijn en dat geen enkele kant buitengesloten moet worden.

Van mijn stage opdrachtgever moest ik zelf ook actief naar acties om te doen.

Dit hield onder andere in dat ik een keer mee moest gaan op transport en het dat ik actief op zoek moest gaan om te werken met andere materialen. In het twee wekelijks overleg met Dirk Boomsma kwam naar voren dat ik moeite had met deze pro-actieve houding. Ik wachtte liever af totdat ik een opdracht kreeg dan er zelf achter aan te gaan. Dit is iets waar ik aan heb gewerkt, maar wat ik wel lastig vond. Toch heb ik uiteindelijk verschillende mensen kunnen benaderen, zodat ik bijvoorbeeld mee op transport kon. Ik heb Nynke Kuipers laten weten dat ik enige ervaring heb met het rijden in een meubelbak en dat ik ook al een paar meer op transport ben geweest voor het Universiteitsmuseum Groningen. Hierdoor kon ik in week 18 mee met André Zandstra naar het externe depot in Wolvega.

Ik heb Nynke Spahr van der Hoek gevraagd of zij extra hulp nodig had in het Keramiekmuseum. Daar moest heel veel keramiek ingepakt worden en dit zou

(19)

een mooie gelegenheid zijn om bij mee te helpen. Ook heb ik verschillende mensen in het Fries Museum moeten benaderden die mij meer informatie konden geven over bepaalde aspecten van hanteren. Ik kon namelijk wel veel ervaring op doen in het KSF, maar niet met elk objectsoort werken. Ik heb Hanna Hakvoort bijvoorbeeld voor informatie gevraagd over edelmetalen en dan in het bijzonder zilver. Helaas had zij het te druk om mij persoonlijk te zien, maar heb ik wel wat literatuur gekregen om mee aan de slag te kunnen.

Daarnaast was Nynke Spahr van der Hoek van belang om meer te weten te komen over keramiek. Haar heb ik uiteindelijk op 23 mei gezien en een aantal vragen kunnen stellen. Zij heeft mij laten zien hoe het keramiek in het Princessehof gehanteerd wordt.

Een ander punt dat tijdens het tweewekelijks overleg is naar voren kwam, is dat er een planning moest komen met de SMART kenmerken via Excel. Dit had ik nog nooit gedaan en ik kende de SMART kenmerken niet. Hier moest ik dus achter komen, gelukkig staat op Wikipedia een uitgebreide uitleg. SMART houdt in dat je planning Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden moest zijn.22 Ik moest dus duidelijk stellen welke acties ik moest uitvoeren en hoeveel tijd ik daarvoor had. In de bijlage is hiervan een voorbeeld te zien. Het is goed gelukt om in de aangegeven tijdsblokken te blijven. Ik liep nergens mee achter en heb de tijd goed kunnen verdelen in zowel het KSF als het FM. Om aan extra informatie te komen heb ik meegedaan aan een cursus omgaan met objecten, transport en verpakken.

Ik heb tijdens mijn tijd in zowel het Fries Museum als het KSF ik een goed beeld gekregen van de museumwereld. Doordat je in een open werkplek aan de slag bent, krijg je goed mee waar andere medewerkers mee bezig zijn. Zo krijg je van alle kanten goed te horen waar bijvoorbeeld conservatoren aan werken. Ik heb ervaring opgedaan met het werken met een SMART planning en mij daaraan kunnen houden. Daarnaast is mijn houding pro-actiever geworden dan dat aan het begin mijn stage was. Hier moet ik nog wel aan werken, maar dankzij deze stage is mijn houding een stuk zelfverzekerder geworden.

22 https://nl.wikipedia.org/wiki/SMART-principe laatst gezien 18-4-17.

(20)

Literatuuropgave

- https://www.friesmuseum.nl/

- Beleidsplan Fries Museum 2013-2016.

- Collectievisie Fries Museum 2010.

- http://www.bgdd.nl/mediadepot/7157f67c8f29/FrieschDagbladKolleksjesin trum.pdf

- Henket, H.A.J., en Petra Schilders. Waar nieuw en oud raken: een pleidooi voor houdbare moderniteit in architectuur. [Eindhoven]: Lecturis, 2013.

- Geest van der, Ingrid, Oldersma, Lourens e.a., KSF. Kolleksjesintrum Fryslân; Het eerste depot naar het Fryske model. Stichting Kolleksjesintrum Fryslân 2016.

- file:///C:/Users/A9436~1.HUI/AppData/Local/Temp/brochure-goedkoop- duurzaam-depot.pdf

- https://nl.wikipedia.org/wiki/SMART-principe

(21)

Planning

(22)

Museaal Collectiebeheer Fries Museum Bijlage Hantering van Objecten

(23)

Inhoud

Inleiding 3

2. Intern Vervoer 5

3. Inpakken 31

4. Uitpakken 56

5. Identificatienummer aanbrengen 80

6. Barcode bevestigen 102

7. Opbergen 117

(24)

Inleiding

Dit hanteringsbeleid is bedoeld voor vrijwilligers die in het Kolleksjesintrum Fryslân (KSF) aan de slag willen. In het beleid staat per actie beschreven hoe je een objectsoort moet hanteren. Er wordt uitgelegd hoe men het beste een object intern vervoert, in- en uit pakt, moet opbergen en hoe je een identificatienummer en barcode toevoegt aan elk object.

Je kan via de CTRL -knop en linkermuisknop drukken op de kopjes, deze scrollen dan automatisch door naar waar je moet zijn. Zo hoeft er niet handmatig gescrold te worden. Een voorbeeld als je een schilderij op papier wil opbergen: Bij de inhoudsopgave staan de acties, dan klik je op Opbergen terwijl je de CTRL-knop indrukt, hierdoor verspringt het document automatisch naar de actie Opbergen. Hier kan je dan kiezen welk materiaal soort je in handen hebt. Klik dan met de CTRL-knop op Schilderingen in Lijst en daar kan je een verfijndere keuze vinden van object of materiaalsoorten. Zo kom je makkelijk door het document heen, zonder het helemaal te lezen en zonder er helemaal door heen te hoeven scrollen. Lees onder elke actiesoort ook even de tekst. Hier staan algemeen geldende regels die voor elk object geldt en zeer van belang zijn! In de tekst zelf staan af en toe blauwe woorden, hier kan je ook met de CTRL-knop op klikken om automatisch door te scrollen naar het desbetreffende stuk.

Voor de meeste objecten gelden verschillende regels, omdat elke objectsoort verschilt ten opzichte van elkaar. Toch gelden er een aantal algemeen geldende regels op het gebied van hantering. Zo bedenkt men voordat deze aan de slag gaat met een actie, welke materialen er nodig zijn en of deze materialen in de ruimte waar je aan de slag moet, liggen. Bezint, eer ge begint. Dit is een belangrijke regel op het gebied van hantering. Eerst bedenkt men hoe zij een bepaalde handeling gaan uitvoeren, waarna de uitvoering plaatsvindt. Bij de voorbereiding van het hanteren hoort onder andere ook de juiste maat handschoenen dragen. Deze moeten niet te klein en niet te groot zijn, zodat het object met de grootste voorzichtigheid gehanteerd kan worden. Bij het optillen van een object wordt altijd twee handen gebruikt. Als er twijfel ontstaat bij de voorbereiding, vraag dan altijd om hulp. Twee weten meer dan één. Daarnaast zorg je ervoor dat bij het vervoer van een object je de route van te voren hebt bekeken. Deze moet vrij zijn van obstakels, is dit niet mogelijk zorg er dan voor dat er een tweede (of derde) persoon is die je de weg veilig kan laten lopen. Als laatst geldt algemeen bij het vervoer van objecten dat je elk object hanteert alsof het even waardevol is.

Elke hantering aan een object veroorzaakt schade, daarom is het noodzakelijk dat objecten zo min mogelijk verplaatst, opgetild of vervoerd worden. Doe dit alleen wanneer het hoogstnoodzakelijk is. Werk daarnaast zoveel mogelijk in tweetallen, hierdoor wordt kans op schade geminimaliseerd.

Als laatste is het belangrijk om het verschil tussen actieve en passieve conservatie te weten. In dit hanteringsbeleid hebben we te maken met actieve conservatie. Dit houdt in dat men bij het hanteren van een object zoveel mogelijk verval voorkomt. Bij passieve conservatie bedoelen we dat een object in een optimale omgeving opgeborgen moet worden, zodat het verval voorkomen wordt of in ieder geval vertraagd.

(25)
(26)

2. Intern Vervoer

Onder intern vervoer valt het vervoeren van objecten binnen het depot. Dit houdt in vanaf het moment dat het object uitgeladen wordt, tot het moment dat het in de pakruimte ligt. Nadat het object is uitgepakt, moet het weer vervoerd worden. Dit zijn twee verschillende manieren van vervoeren. In de eerste manier van vervoeren zit het object in een doos, uitzonderingen hiervan zijn grote objecten, maar die komen hieronder aan bod. Bij de tweede manier van vervoeren is het object uitgepakt en moet het object los vervoerd worden. Deze twee manieren van vervoeren worden per objectsoort hieronder uitgelegd. Zorg bij elk object ervoor dat je de route uitgezocht hebt, voordat je het object optilt. Zorg ervoor dat de route vrij van obstakels is en dat de veiligheid van het object en van jouzelf niet in gevaar is. Lukt het niet alleen vraag dan altijd om een tweede persoon. Zeker als de objecten groot of fragiel zijn. Vervoer nooit een object door het in de hand te dragen, leg het altijd op een vervoersmiddel. Het vervoersmiddel dat per object geschikt is, wordt hieronder per objectsoort uitgelegd.

(27)

2.1 Schilderingen in lijst 2.2 Aardewerk

2.3 Textiel

2.4 Organisch materiaal (bioarchelogisch) 2.5 Gedrukte kunst

2.6 Gebonden papier 2.7 Metalen

2.8 Steen 2.9 Hout

2.10 Combinatie van materialen 2.11 Overig

2.1 Schilderingen in een lijst 2.1.1 Olieverf op doek 2.1.2 Fresco/Verf op steen 2.1.3 Verf op hout

2.1.4 Verf op glas 2.1.5 Verf op papier

2.1.6 Moderne werken in lijst zonder verf 2.1.7 Werken met een sierlijst

2.1.1 Olieverf op doek

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) kar gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden.

Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden.

Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan. Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels. Als het schilderij uitgepakt is en opgeruimd moet worden, kunnen de schilderijen op twee manieren vervoerd worden. Als eerste kan het plat op een kar vervoerd worden. En als tweede optie kan het

(28)

schilderij opgehangen worden aan een schilderijenkar en zo vervoerd worden. De meeste schilderijen die het KSF binnenkomen hebben geen haakjes achterop het schilderij zitten en moeten dus op de eerste manier vervoerd worden. Dit houdt in dat op de kar een laag polyethyleenschuim wordt neergelegd en vastgeplakt. Daarna wordt het schilderij opgepakt met twee handen die in handschoenen gestoken zijn. Pak de schilderijen altijd aan in het midden van de zijkanten van de lijst vast en nooit aan de bovenkant of aan de onderkant van de lijst. Dit wordt onder het kopje 3.1 Schilderingen in lijst uitgebreid uitgelegd. Leg daarna het schilderij voorzichtig op de kar met het schilderij naar boven. Op de kar kunnen op deze manier meerdere werken gelegd worden, maar zorg ervoor dat de schilderijen elkaar niet aanraken. Vervoer als de kar vol is, de kar naar het juiste depot.

Zorg ook hier weer voor een veilige route.

De tweede manier van vervoeren werkt als volgt: pak het schilderij weer met twee handen aan de zijkant vast en hang het werk aan de schilderijenkar. Is het werk te groot of te zwaar verplaats het dan met twee personen. Op het rek passen meerdere schilderijen en wanneer het vol is, kan het schilderijenrek vervoerd worden naar het desbetreffende depot. Zorg hierbij ook voor een veilige route, zonder obstakels. De schilderijenkar kan het beste vervoerd worden met twee personen.

2.1.2 Fresco/Verf op steen

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) kar gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels.

Wanneer het werk op steen is uitgepakt, moet het weer vervoerd worden. Dit gaat ook weer via een kar. Leg het stenen werk op een met polyethyleenschuim bedekte kar. Pak het werk met twee handen, gestoken in handschoenen, op en leg het op de kar neer. Steen is heel kwetsbaar dus doe dit zeer voorzichtig. Als de werken niet te groot zijn, passen er meerdere op één kar. Zorg ervoor dat de werken elkaar niet raken. Wanneer de kar vol is, rij deze naar het desbetreffende depot. Zorg ook weer voor een veilige route.

2.1.3 Verf op hout

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) wagen gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels. Als het schilderij uitgepakt is en opgeruimd moet worden, kunnen de schilderijen op twee manieren vervoerd worden. Als eerste kan het plat op een kar vervoerd worden. En als tweede optie kan het schilderij opgehangen worden aan een schilderijenkar en zo vervoerd worden. De meeste schilderijen die het KSF binnenkomen hebben geen haakjes achterop het schilderij zitten en moeten dus op de eerste manier vervoerd worden. Dit houdt in dat op de kar een laag polyethyleenschuim wordt neergelegd en vastgeplakt. Daarna wordt het schilderij opgepakt met twee handen die in handschoenen gestoken zijn. Pak de schilderijen altijd aan in het midden van de zijkanten van de lijst op en nooit aan de bovenkant of aan de onderkant van de lijst. Dit wordt onder het kopje 3.1

(29)

Schilderingen in lijst uitgebreid uitgelegd. Leg daarna het schilderij voorzichtig op de kar met het schilderij naar boven. Op de kar kunnen op deze manier meerdere werken gelegd worden, maar zorg ervoor dat de schilderijen elkaar niet aanraken. Vervoer als de kar vol is, de kar naar het juiste depot.

Zorg ook hier weer voor een veilige route.

De tweede manier van vervoeren werkt als volgt: pak het schilderij weer met twee handen aan de zijkant vast en hang het werk aan de schilderijenkar. Is het werk te groot of te zwaar verplaats het dan met twee personen. Op het rek passen meerdere schilderijen en wanneer het vol is, kan het schilderijenrek vervoerd worden naar het desbetreffende depot. Zorg hierbij ook voor een veilige route, zonder obstakels. De schilderijenkar kan het beste vervoerd worden met twee personen.

2.1.4 Verf op glas

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) wagen gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels.

Hanteer glas altijd uiterst voorzichtig en draag altijd kunststoffen handschoenen om de grip te vergroten. Bij het neerleggen van glas moet er altijd een zachte ondergrond zijn van bijvoorbeeld polyethyleenschuim of noppenfolie. Schilderijen kunnen, nadat ze uitgepakt zijn, op twee manieren vervoerd worden. Als eerste kan het plat op een kar vervoerd worden. En als tweede optie kan het schilderij opgehangen worden aan een schilderijenkar en zo vervoerd worden. De meeste schilderijen die het KSF binnenkomen hebben geen haakjes achterop het schilderij zitten en moeten dus op de eerste manier vervoerd worden. Dit houdt in dat op de kar een laag polyethyleenschuim wordt neergelegd en vastgeplakt. Daarna wordt het schilderij opgepakt met twee handen die in handschoenen gestoken zijn. Pak de schilderijen altijd aan in het midden van de zijkanten van de lijst op en nooit aan de bovenkant of aan de onderkant van de lijst. Dit wordt onder het kopje 3.1 Schilderingen in lijst uitgebreid uitgelegd. Leg daarna het schilderij voorzichtig op de kar met het schilderij naar boven. Op de kar kunnen op deze manier meerdere werken gelegd worden, maar zorg ervoor dat de schilderijen elkaar niet aanraken. Vervoer als de kar vol is, de kar naar het juiste depot.

Zorg ook hier weer voor een veilige route.

De tweede manier van vervoeren werkt als volgt: pak het schilderij weer met twee handen aan de zijkant vast en hang het werk aan de schilderijenkar. Is het werk te groot of te zwaar verplaats het dan met twee personen. Op het rek passen meerdere schilderijen en wanneer het vol is, kan het schilderijenrek vervoerd worden naar het desbetreffende depot. Zorg hierbij ook voor een veilige route, zonder obstakels. De schilderijenkar kan het beste vervoerd worden met twee personen.

2.1.5 Verf op papier

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) wagen gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels.

Schilderijen kunnen, nadat ze uitgepakt zijn op twee manieren vervoerd worden. Als eerste kan het

(30)

plat op een kar vervoerd worden. En als tweede optie kan het schilderij opgehangen worden aan een schilderijenkar en zo vervoerd worden. De meeste schilderijen die het KSF binnenkomen hebben geen haakjes achterop het schilderij zitten en moeten dus op de eerste manier vervoerd worden. Dit houdt in dat op de kar een laag polyethyleenschuim wordt neergelegd en vastgeplakt. Daarna wordt het schilderij opgepakt met twee handen die in handschoenen gestoken zijn. Pak de schilderijen altijd aan in het midden van de zijkanten van de lijst op en nooit aan de bovenkant of aan de onderkant van de lijst. Bij schilderingen van papier moet extra goed uitgekeken worden dat het werk zelf niet aangeraakt wordt. Papier is namelijk erg kwetsbaar. Dit wordt onder het kopje 3.1 Schilderingen in lijst uitgebreid uitgelegd. Leg daarna het schilderij voorzichtig op de kar met het schilderij naar boven. Op de kar kunnen op deze manier meerdere werken gelegd worden, maar zorg ervoor dat de schilderijen elkaar niet aanraken. Vervoer als de kar vol is, de kar naar het juiste depot. Zorg ook hier weer voor een veilige route.

De tweede manier van vervoeren werkt als volgt: pak het schilderij weer met twee handen aan de zijkant vast en hang het werk aan de schilderijenkar. Is het werk te groot of te zwaar verplaats het dan met twee personen. Op het rek passen meerdere schilderijen en wanneer het vol is, kan het schilderijenrek vervoerd worden naar het desbetreffende depot. Zorg hierbij ook voor een veilige route, zonder obstakels. De schilderijenkar kan het beste vervoerd worden met twee personen.

2.1.6 Moderne werken in lijst zonder verf

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) wagen gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Sommige werken kunnen echter te groot zijn om in een doos te kunnen vervoeren. Deze moeten voorzichtig op een schilderijenkar gezet worden. Doe dit altijd met twee personen. Hangt het schilderij dan kan de kar vervoerd worden. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels. Als het schilderij uitgepakt is en opgeruimd moet worden, kunnen de schilderijen op twee manieren vervoerd worden. Moderne werken kunnen in principe op dezelfde manier vervoerd worden als een olieverf op doek. Als eerste kan het plat op een kar vervoerd worden. En als tweede optie kan het schilderij opgehangen worden aan een schilderijenkar en zo vervoerd worden. De meeste schilderijen die het KSF binnenkomen hebben geen haakjes achterop het schilderij zitten en moeten dus op de eerste manier vervoerd worden. Dit houdt in dat op de kar een laag polyethyleenschuim wordt neergelegd en vastgeplakt. Daarna wordt het schilderij opgepakt met twee handen die in handschoenen gestoken zijn. Pak de schilderijen altijd in het midden van de zijkanten van de lijst op en nooit aan de bovenkant of aan de onderkant van de lijst.

Dit wordt onder het kopje 3.1 Schilderingen in lijst uitgebreid uitgelegd. Leg daarna het schilderij voorzichtig op de kar met het schilderij naar boven. Op de kar kunnen op deze manier meerdere werken gelegd worden, maar zorg ervoor dat de schilderijen elkaar niet aanraken. Maar doordat dit soort moderne werken kunnen uitsteken is de tweede optie vaak geschikter dan vervoersoptie.

Hiervoor moet gekeken worden of er haakjes aan de achterkant van het werk zitten. Is dit niet het geval dan moeten er haakjes in het schilderij gezet worden. Het schilderij moet hiervoor op de kop neergelegd worden op een tafel bedekt met polyethyleenschuim. Tast dit het werk aan, vraag dan om hulp zodat één iemand het werk kan vasthouden en de andere de haakjes kan bevestigen. Vaak zitten er al gaten in waar de haakjes ingedraaid kunnen worden. Pak de juiste grote van haakjes en draai

(31)

deze er strak genoeg in dat ze niet meer bewegen en dat het schilderij stabiel opgehangen kan worden. Wanneer het schilderij haken heeft gekregen, kan het op de schilderijkar gehangen worden.

Zorg ervoor dat het werk pas los gelaten wordt als zeker is dat het werk stevig hangt. Voordat je met de kar gaat lopen, zorg ervoor dat de route bekend is en dat deze vrij is van obstakels.

2.1.7 Werken met een sierlijst

Wanneer schilderijen uitgeladen worden, zijn deze meestal verpakt in een doos. Deze doos wordt op een (platte) wagen gezet. Til deze doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Sommige werken kunnen echter te groot zijn, of een te kwetsbare sierlijst hebben om in een doos te kunnen vervoeren. Deze moeten voorzichtig op een schilderijenkar gezet worden. Doe dit altijd met twee personen. Hangt het schilderij dan kan de kar vervoerd worden. Ken deze route en kijk of deze route vrij is van obstakels. Werken met een sierlijst moeten altijd in het depot opgehangen worden. Zo wordt de lijst niet beschadigd. Hiervoor moet gekeken worden of er haakjes aan de achterkant van het werk zitten. Is dit niet het geval dan moeten er haakjes in het schilderij gezet worden. Het schilderij moet op de kop neergelegd worden op een tafel bedekt met polyethyleenschuim. Tast dit het werk aan, vraag dan om hulp zodat één iemand het werk kan vasthouden en de andere de haakjes kan bevestigen. Vaak zitten er al gaten in waar de haakjes ingedraaid kunnen worden. Pak de haken met de juiste grote en draai deze er strak genoeg in dat ze niet meer bewegen en dat het schilderij stabiel opgehangen kan worden. Wanneer het schilderij haken heeft gekregen, kan het op de schilderijkar gehangen worden. Zorg ervoor dat het werk pas los gelaten wordt als zeker is dat het werk stevig hangt. Voordat je met de kar gaat lopen, zorg ervoor dat de route bekend is en dat deze vrij is van obstakels.

2.2 Aardewerk

2.2.1 Serviesgoed voor gebruik 2.2.2 Tableauvorm

2.2.3 Groot keramiek 2.2.4 Fragmenten

2.2.5 Archeologisch aardewerk klein 2.2.6 Archeologisch aardewerken groot

2.2.1 Serviesgoed voor gebruik

Het vervoeren van kleinere keramieken objecten gaat uiterst voorzichtig. De vazen, kommen, borden etc. zijn erg fragiel. Dit kan dus nooit zomaar op een kar worden gezet en vervoerd worden. Het keramieken servies komt in het depot aan in dozen of kratten. Deze dozen worden op een (platte) wagen gezet. Til de doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere

(32)

dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan. Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe.

Het interne vervoer gebeurt in kratten, waarin speciale vulkussens liggen om de objecten te beschermen. Om het object correct te kunnen vervoeren, pakt men het object met beide handen, gestoken in de juiste handschoenen, op. Bij het kopje 3. Inpakken en 4. Uitpakken staat uitgebreid hoe dit moet gebeuren. Het object wordt geplaatst in het midden van een vulkussen. Dit kussen moet schoon zijn, klop het indien nodig uit. Zorg dat het kussen een beetje is ingedeukt, zodat het object daar in kan liggen en zo weinig mogelijk kan bewegen. Afhankelijk van de grootte van het object kan er op hetzelfde kussen nog een object geplaats worden. Denk er alleen aan dat wanneer het kussen aan de ene kant ingedrukt wordt het aan de andere kant weer omhoog gaat. Schat in of het veilig om twee objecten op hetzelfde kussen geplaatst kunnen worden. Vraag bij twijfel om advies bij een collega. Kan er nog een object op hetzelfde kussen zorg er dan voor dat de objecten elkaar niet aanraken.

In het KSF zijn twee verschillende groottes van kratten. Er zijn de kleinere blauwe plastic kratten, hier kunnen maximaal vier keramieken objecten in. En er is een groot grijs plastic krat. Hier kunnen meerdere lagen aardwerk ingelegd worden. Als er een laag keramiek op kussens is geplaatst, kan hier voorzichtig een laag kussens overheen gelegd worden waarop weer keramiek geplaatst kan worden.

In dit krat kunnen maximaal drie lagen keramiek geplaatst worden. Wanneer het krat gevuld is, wordt deze gesloten met de deksel en voor extra veiligheid kan er een sjorband omheen geplaats worden.

De blauwe kratten staan op wieltjes en kunnen dus rijdend vervoerd worden. Zorg voor een vrije route en weet waar eventuele obstakels zijn, zodat deze vermeden kunnen worden. Het grotere krat kan vervoerd worden met een handpallettruck. Zorg ook hier weer voor een veilige route.

2.2.2 Tableauvorm

Keramiek in tableauvorm kan op dezelfde manier vervoerd worden als schilderijen. Ze komen aan in dozen. Deze dozen worden op een (platte) wagen gezet. Til de doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden. Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan. Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe. Nadat het object uitgepakt is moet het intern vervoerd worden. Het moet plat op een kar neergelegd worden dat bedekt is met een laag polyethyleenschuim. Dit schuim wordt vastgeplakt aan de kar. Daarna wordt het schilderij opgepakt met twee handen die in handschoenen gestoken zijn. Pak de schilderijen altijd vast in het midden van de zijkanten van de lijst op en nooit aan de bovenkant of aan de onderkant van de lijst.

Dit wordt onder het kopje 3. Inpakken en 4. Uitpakken uitgebreid uitgelegd. Leg daarna het object voorzichtig op de kar met de keramiek naar boven. Op de kar kunnen op deze manier meerdere werken gelegd worden, maar zorg ervoor dat de werken elkaar niet aanraken. Vervoer wanneer de kar vol is het naar het desbetreffende depot.

2.2.3 Groot keramiek

Grote keramieken voorwerpen komen in het depot los aan. Vaak zijn ze te groot om te vervoeren in dozen. Het uitladen van het object moet dus moet grote voorzichtigheid gebeuren. Het vervoer van moet altijd gedaan worden met twee personen. Zorg voor een plan vooraf, dus spreek af hoe je gaat

(33)

lopen en hoe je het object hanteert. Zorg ervoor dat één iemand de leiding heeft en dat de andere de opdrachten opvolgt.

Voor het interne vervoer nadat het object is uitgepakt geldt hetzelfde. Ook hier moeten weer twee personen het vervoer regelen. Aan de grote van het object hangt af hoe het vervoerd moet worden.

De beste manier van keramiek vervoeren, is in de speciale kratten gevuld met kussens. Wanneer het object niet groter is dan een meter kan één object hierin vervoerd worden. Pak met twee personen het object op en leg het in het krat neer. Het object moet op de kussens liggen en wanneer het object ligt, moeten er ook kussens omheen gelegd worden. Als het object dan vervoerd wordt, moet het niet tegen de zijkanten van het krat aanraken. Wanneer het object groter is dan de aangegeven maten moet het keramiek op een platte kar of pallet vervoert worden. Hierbij moet ervoor gezorgd worden dat het object vastgemaakt wordt, zodat het bij het vervoeren niet kan bewegen.

Wanneer het object klaar is om vervoerd te worden, zorg er dan voor dat de route bekend is en vrij is van obstakels. Grote objecten blijven beneden in het depot er hoeft dus geen heftruck klaargezet te worden.

2.2.4 Fragmenten

De keramieken fragmenten komen in het depot aan in dozen. Deze dozen worden op een (platte) wagen gezet. Til de doos met twee handen en probeer één hand onder de doos te houden. Zo wordt de kans op een ongeluk verkleind. Zet de doos op de kar. Op een dergelijke kar kunnen meerdere dozen staan. Is het een platte kar dan kunnen er ongeveer acht dozen op geplaatst worden.

Vier onderop en vier bovenop. Zorg ervoor dat de dozen stabiel op de kar staan! Rij vervolgens de kar naar de pakruimte toe.

Het vervoeren van verschillende fragmenten, na het uitpakken gaat uiterst voorzichtig. De objecten zijn al fragiel, omdat ze uit verschillende delen bestaan, dus hier moet extra voorzichtig mee omgegaan worden. Ook deze objecten worden het liefst niet vervoerd op een kar, maar in kratten, waarin speciale vulkussens liggen om de objecten te beschermen. Om het object correct te kunnen vervoeren, pakt men het object met beide handen, gestoken in de juiste handschoenen, op. Bij het kopje Inpakken en Uitpakken staat uitgebreid hoe dit moet gebeuren. Het object wordt geplaatst in het midden van een kussen. Dit kussen moet schoon zijn, klop het indien nodig uit. Zorg dat het kussen een beetje is ingedeukt, zodat het object daar in kan liggen en zo weinig mogelijk kan bewegen. Afhankelijk van de grootte van het object kan er op hetzelfde kussen nog een object geplaats worden. Doordat dit fragmenten zijn passen er meestal wel meerdere objecten op één kussen. Denk er alleen aan dat wanneer het kussen aan de ene kant ingedrukt wordt het aan de andere kant weer omhoog gaat. Schat dus in of het veilig is om meerdere objecten op hetzelfde kussen te kunnen. Vraag bij twijfel om advies bij een collega. Zorg ervoor dat de objecten elkaar niet raken In het KSF zijn twee verschillende groottes van kratten. Er zijn de kleinere blauwe plastic kratten en er is een groot grijs plastic krat. Hier kunnen meerdere lagen met fragmenten ingelegd worden. Als er een laag op kussens is geplaatst, kan hier voorzichtig een laag kussens overheen gelegd worden waarop weer een laag geplaatst kan worden. In dit krat kunnen maximaal drie lagen met objecten geplaatst worden. Wanneer het krat gevuld is, wordt deze gesloten met de deksel en voor extra veiligheid kan er een sjorband omheen geplaats worden. De blauwe kratten staan op wieltjes en kunnen dus rijdend vervoerd worden. Zorg hier voor een vrije route en weet waar eventuele obstakels zijn, zodat deze vermeden kunnen worden. Het grotere krat kan vervoerd worden met een handpallettruck. Zorg ook hier weer voor een veilige route.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om deze hypothesen te toetsen, wordt voor de meest relevante branches en voor de totale steekproef nagegaan in welke mate het succes kan worden verklaard aan de hand van de

Op 2 februari 2010 heeft u besloten om medewerking te verlenen aan een planologische procedure om te komen tot de bouw van 2 vrijstaande woningen op het perceel horende bij het

- (…) Jongeren onder de twaalf jaar die crimineel gedrag vertonen, worden in de toekomst geregistreerd in een landelijk systeem.. Daarmee wordt duidelijk hoe groot de

Publisher’s PDF, also known as Version of Record (includes final page, issue and volume numbers) Please check the document version of this publication:.. • A submitted manuscript is

Merk op : De constructie is statisch onbepaald dus eerst met de krachtenmethode het steunpuntsmoment in B bepalen en dan vervolgens de rotatie in A t.g.v.. Hieruit kan vervolgens

Als de continuïteitscorrectie bij deze vraag niet is toegepast, geen punten hiervoor in

Het is niet uitgesloten dat de daling van het aantal veroordelingen mede kan worden verklaard vanuit die aangescherpte motiveringsplicht op zich (los van het aangescherpte

Joe Stiglitz, net als Fried- man winnaar van de Nobelprijs economie, zag de euro als de belangrijkste oorzaak van de problemen waar Italië mee worstelt en stelde, wederom net