• No results found

Stageverslag – 2016 – Historisch Centrum Leeuwarden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag – 2016 – Historisch Centrum Leeuwarden"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Stageverslag – 2016 – Historisch Centrum Leeuwarden

Opleiding: MA History Today

Naam: Koen Middendorp

Studentnummer: s2317435

Adres Groenling 5

Telefoonnummer 0620318695

Stagebegeleider Klaas Zandberg

Stagegever Klaas Zandberg

Stagedocent RUG Tity de Vries

(2)

2 Inhoudsopgave

Voorblad 1

Inhoudsopgave 2

Inleiding 3

Beschrijving stagegevende organisatie 4

Rol van de stagiair/beschrijving werkzaamheden 5

Evaluatie 9

Conclusie 17

Noten/literatuuropgave 18

(3)

3 Inleiding

Het methodencollege Archieven & Internet, gegeven door Willem Koopmans, organiseerde halverwege het college een excursie naar Leeuwarden. Een activiteit bestaande uit een bezoek aan dé twee archiefinstellingen die de stad rijk is: Tresoar en het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL). Na een bezoek te hebben gebracht aan het Tresoar, zich uitend in een rondleiding door het gehele gebouw en de depots, stond een kennismaking met het Historisch Centrum Leeuwarden op de agenda. Daar werden we hartelijk ontvangen door Pieter van den Ende, toentertijd nog werkzaam binnen het HCL. We werden daaropvolgend rondgeleid langs alle onderdelen die de instelling rijk is: de receptie, het informatiecentrum, het archeologisch steunpunt, de depots, de Hendrik-ten Hoeve- en Eekhoffzaal en de kunstcollectie. Tijdens deze rondleiding werd ik gegrepen door de kerntaak van het HCL: het toegankelijk maken van geschiedenis voor een groot publiek door middel van een breed spectrum aan activiteiten. Dit is een streven waar ik binnen mijn studie ook naar op zoek ben. Ik ben voornamelijk gefascineerd hoe je nu van een grote, vaak saaie en taaie brok geschiedenis zodanig iets kunt vormen dat het interessant, behapbaar, afwisselend, benaderbaar en ook nog informatief is voor een grote groep mensen. Van jong tot oud, man én vrouw, christelijk tot atheïst. Het gaat om het vertellen van een verhaal. Het visualiseren van een op papier stoffige geschiedenis door middel van bijvoorbeeld exposities en het internet. Het Historisch Centrum Leeuwarden probeert de (Leeuwarder) geschiedenis levend te maken door middel van onder meer educatie, stadswandelingen, kroegentochten, activiteiten, publicaties, tentoonstellingen en digitaliseringsprojecten. Toen Pieter aan het einde van de rondleiding aangaf dat het mogelijk is als student om stage te lopen bij het HCL, en dat ze bovendien veel ervaring hebben met het aannemen van RUG-stagiaires, wist ik zeker dat ik graag stage zou willen lopen bij deze organisatie.

Uiteindelijk heb ik gesolliciteerd door een mail te sturen naar het Historisch Centrum Leeuwarden, bestaande uit mijn CV en motivatie. Ik kreeg te horen dat ik van harte welkom was voor een sollicitatiegesprek. Dit gesprek met Klaas Zandberg (hoofd PR en coördinator Team Historische Informatie) en Hester Postma

(4)

4 Beschrijving van de stagegevende organisatie

Het voormalige Gemeentearchief van Leeuwarden, het oudste stadsarchief van Leeuwarden, was tot 2001 dé plek waar de archieven van het stadsbestuur werden bewaard. Tot het moment kwam dat het Gemeentearchief overging in wat we nu kennen als het Historisch Centrum Leeuwarden: kortweg het HCL. Het archief heeft zich de laatste jaren stelselmatig weten uit te breiden door zich ook te bekommeren om de archieven van kerken, bedrijven, particulieren en gemeentelijke instellingen. Ook beheert het archief van het HCL een omvangrijke collectie drukwerk van (particuliere) bedrijven en instellingen. Ook is het mogelijk een groot aanbod boeken met betrekking tot de Leeuwarder geschiedenis te raadplegen in de daarvoor opgerichte bibliotheek. Het team Behouden & Bewerken (de backoffice) is verantwoordelijk voor het toegankelijk maken van de collecties van archieven, de bibliotheek en beeldverzameling, het proces van digitaliseren, het beheer van collecties en gebouwen, het proces van acquisitie én het beheer van de kunstcollectie van de instelling.1

Het team Behouden & Bewerken vormt één gedeelte van het HCL. Het andere gedeelte houdt zich bezig met ‘de buitenwereld’. Het team Historische informatie (de frontoffice) is verantwoordelijk voor de dienstverlening in de publieke ruimte, het organiseren van exposities en activiteiten, het verzorgen van educatieve activiteiten en van publicaties én het onderhouden van zowel de website als de receptie. Zowel het team Historische Informatie als dat van Behouden & Bewerken vallen als HCL zijnde sinds 2015 samen met het semi-statische archief in het stadskantoor onder één sector. In totaal bestaat het HCL uit ongeveer twintig vaste medewerkers en maar liefst zestig vrijwilligers.2

1 ‘Over het HCL’ URL: https://historischcentrumleeuwarden.nl/over-ons/meer-over-het-hcl (geraadpleegd

5-12-2016).

2 Idem.

Team Historische Informatie (frontoffice)

Coördinator: Klaas Zandberg

Taken: educatie, dienstverlening publieke ruimte, organiseren

exposities, activiteiten, onderhouden website, verzorgen van publicaties, receptie

Historisch Centrum Leeuwarden (HCL)

Team Behouden en Bewerken (backoffice)

Coördinator: Wim van Driel

Taken: toegankelijk maken collecties archieven, bibliotheek en

(5)

5 Rol van de stagiair/beschrijving werkzaamheden

In het stageplan is overeengekomen dat mijn stage zich zal behelzen met voornamelijk het digitale. Dat wil zeggen: het ontwerpen van webexposities, het bijhouden van de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook, het nadenken over de relatie tussen een instelling als het Historisch Centrum Leeuwarden en social media met de nadruk hoe dit laatste in te zetten in de toekomst, het verbeteren van de digitale versie van Leeuwarder op de Kaart en de hoofdopdracht: het ontwikkelen van een plan ten aanzien van een WikiLeeuwarden. Gedurende de stage kwam hier een resem aan opdrachten bij. Een enkele opdracht oorspronkelijk geformuleerd in het stageplan is tijdens de stage aangepast of in één geval zelfs in zijn geheel vervallen. In het vervolg van dit rapport wordt hier nog op ingegaan. Nu volgt een overzicht van alle gedane taken tijdens mijn stage bij het Historisch Centrum Leeuwarden, onderverdeeld in vier categorieën: (I) huishoudelijke taken, (II) inhoudelijke taken omtrent digitalisering en internet, (III) inhoudelijke taken omtrent schrijfwerkzaamheden en (III) inhoudelijke taken omtrent archiefonderzoek.

(I) Huishoudelijke taken

Aan het begin van de stage, pakweg de eerste twee á drie weken, kreeg ik voornamelijk huishoudelijke taken toebedeeld. Dit was deels het geval omdat ik op dat moment nog moest worden ingewerkt en wennen aan de nieuwe werkomgeving. Deze huishoudelijke taken liepen uiteen van het invoeren van activiteiten georganiseerd door het HCL op verschillende evenementensites en databanken tot het rondbrengen van flyers, posters en affiches langs verschillende adressen. Ondanks het feit dat de hierboven beschreven taken weinig wetenschappelijke uitdaging bevatten, zijn ze wel nuttig geweest binnen mijn stage. Dit omdat je op deze manier de organisatie goed doorgrondt: je leert uit te zoeken wat het HCL nu precies doet en welke activiteiten er op het programma staan. Daarnaast leer je door het rondbrengen van flyers de stad ook beter kennen. Doordat je de stad beter kent, voel je ook beter de context waarbinnen een organisatie als het HCL functioneert en begrijp je eerder waarom men bepaalde keuzes maakt. Bovendien leer je sommige collega’s op een andere, wat meer informele manier, kennen. Buiten de muren van de organisatie. Dit gold bij het rondbrengen van flyers, wat ik eenmaal samen heb gedaan met de andere stagiaire Marijke Hoekstra en erfgoedtalent Kim Schutte.

Overzicht huishoudelijke taken

- Bijwerken van de agenda van het HCL.

- Aanmelden van activiteiten op verschillende websites.

- Rondbrengen van flyers en posters (van lopende tentoonstellingen, stadswandelingen en specifieke activiteiten) langs verschillende adressen.

(6)

6 - Afbreken van de Maquette, zich bevindend in het Archeologisch Steunpunt.

- Het maken van foto’s van alle (archeologische) objecten in het Archeologisch Steunpunt. Dit deed ik samen met Kim en Marijke voor een later digitaliseringsproject. Het HCL wil illustraties van de archeologische objecten op het internet plaatsen, zodat bezoekers ook digitaal door de archeologische collectie kunnen gaan.

- Opmeten van portretten in de fysieke portrettengalerij (expositieruimte) voor het aandragen van nieuwe op te hangen bekende Leeuwarders.

- Notuleren tijdens HIT-vergadering, het uitwerken van de notulen en deze sturen naar Klaas.3

(II) Inhoudelijke taken omtrent digitalisering en internet

Een belangrijk aspect binnen mijn stage behelsde zich rondom het digitale. Op welke manieren kan een historische instelling als het HCL inhaken op het alsmaar belangrijker wordende proces van digitalisering? En op welke muren botst men en kan men in de toekomst botsen met betrekking tot dit fenomeen? De hoofdopdracht was het ontwikkelen van een rapport ten aanzien van een historisch platform als WikiLeeuwarden. Een platform gebaseerd op de grondbeginselen van Wikipedia. In dit rapport heb ik onderzocht in hoeverre het mogelijk is voor een instelling als het HCL om een dergelijk platform te ontwikkelen, met daarbij een uitsluitende focus op de geschiedenis van Leeuwarden. Een platform waarop het mogelijk is voor bezoekers om zelf content aan te dragen en aanpassingen te plegen. Gedurende het schrijven van dit rapport heb ik me beziggehouden met de morele kwesties die ontstaan bij het nadenken over een dergelijk concept en het bepalen van de spelregels. Kwesties die vaak hand in hand gaan met het proces van digitalisering en web 2.0.4 Ik zal onder het kopje evaluatie nog wat meer toelichting geven hierop.

Een andere digitale opdracht was het ontwerpen van webexposities voor de website van het HCL. Deze exposities gingen specifiek over de collectie ansichtkaarten van oud-vrijwilliger Dirk Swierstra (naar aanleiding van zijn overlijden in 2015 en het uitbrengen van een boek dit jaar over zijn imposante collectie) en over de tentoonstelling Made in Leeuwarden (die op dit moment loopt).5 Je leert tijdens het maken van webexposities hoe je ‘pure’ geschiedenis en de digitale wereld met elkaar kunt integreren, en hoe je geschiedenis toegankelijk en interessant kunt maken voor een breed publiek.

Daarnaast heb ik binnen het WikiLeeuwarden-rapport geanalyseerd hoe een instelling als het HCL op dit moment omgaat met het fenomeen van digitalisering. In hoeverre wordt hierop ingespeeld? Kan dit effectiever? Naast het nadenken over de mogelijkheden en bezwaren van internet, digitalisering en specifieke uitingsvormen hiervan (een Wiki, calendarium en een digitale kalender) voor een instelling

3 HIT: Afkorting voor Team Historische Informatie.

4 Koen Middendorp, Van WikiLeeuwarden tot een digitale scheurkalender. Rapport ter inventarisatie tot de

mogelijkheden voor dergelijke platformen (Leeuwarden: HCL, 2016).

5 Leendert Plaisier, De groeten van Dirk : Leeuwarder ansichten uit de verzameling van Dirk Swierstra

(7)

7 als het HCL, heb ik me ook beziggehouden met enkele praktische zaken. Denk aan het schrijven van stukjes voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook en het maken van PowerPointpresentaties voor mensen die lezingen verzorgen voor het HCL met betrekking tot een bepaald onderwerp.6 Deze taken vallen deels ook onder werkzaamheden op het gebied van schrijven en onderzoek. Het schrijven van stukjes voor de website-versie van Leeuwarder op de Kaart is uiteindelijk komen te vervallen wegens een gebrek aan tijd en directe noodzaak vanuit het HCL.

Overzicht inhoudelijke taken omtrent digitalisering en internet

- Schrijven stukjes voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook.

- Ontwerpen van webexposities. In totaal twee gemaakt, die nu te bekijken zijn op de website. - Nadenken over de toekomst van het HCL m.b.t. digitalisering. Aandacht hiervoor in het

WikiLeeuwarden-rapport.

- Maken van twee PowerPointpresentaties voor verschillende lezingen: over Tjitze de Boer (lezing Philippus Breuker) en de Beeldenstorm in Leeuwarden (lezing Jan-Dirk Wassenaar). - Ontwikkelen van een plan t.a.v. een platform als WikiLeeuwarden. Dit is de hoofdopdracht

binnen de stage. Later is dit uitgebreid tot een rapport met betrekking tot een platform als WikiLeeuwarden, een interactieve Calendarium én een digitale (scheur)kalender. Hier volgt later nog meer uitleg over.

- Maken van een GIF met Kim die moet dienen als reclamebanner voor een website.7

(III): inhoudelijke taken omtrent schrijfwerkzaamheden

Ik heb me tijdens de stage ook beziggehouden met het schrijven van artikelen en korte stukjes tekst voor de website van het HCL, de Facebook-pagina van de Leeuwarder Portrettengalerij alsook voor het historische tijdschrift Leovardia. Voor dit laatste heb ik achtergrondartikelen geschreven over de geschiedenis van de voormalige herensociëteit en het latere hotel Amicitia en de ontwikkeling van het Leeuwarder Stationsemplacement, met name gedurende het interbellum. Voor het schrijven van de tekst voor de website van het HCL met betrekking tot de Stuk van het Jaar verkiezing heb ik summier onderzoek gepleegd naar het te behandelen onderwerp.8 Uitgebreid onderzoek heb ik gedaan voor het schrijven van de twee inhoudelijke artikelen voor de januari-editie van het historische tijdschrift Leovardia én voor de portretten op de Facebookpagina van de Leeuwarder Portrettengalerij.

6https://nl-nl.facebook.com/Leeuwarder-Portrettengalerij-454205541434618/ (geraadpleegd 16-12-2016). 7 Een reclamebanner is een grafische reclame-uiting op het internet.

8 ‘Stuk van het jaar 2016: HCL nomineert unieke foto Leeuwarder rugbywedstrijd WOI’. URL:

(8)

8 Overzicht inhoudelijke taken omtrent schrijfwerkzaamheden

- Inlezen Stuk van het Jaar verkiezing, schrijven van een korte (wervende) tekst geschikt voor de website van het HCL en overleggen met Klaas hoe en wat met betrekking tot reclame maken voor deze verkiezing.

- Het schrijven van een tekst geschikt voor de Wikipedia-pagina van het HCL.

- Het schrijven van twee artikelen voor de januari-editie van het historische tijdschrift Leovardia. - Schrijven van (korte) biografieën voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook.

(IV): inhoudelijke taken omtrent archiefonderzoek

In het tweede deel van mijn stage kreeg ik steeds meer archiefonderzoeken aangereikt. Deze liepen uiteen van zeer summier archiefonderzoek (het uitdiepen van een bepaald stuk in het archief en deze vervolgens scannen) tot grotere archiefopdrachten (het in kaart brengen van een deel van een familiegeschiedenis, het achterhalen van de geschiedenis van een bepaald bedrijf tot het inventariseren en zoeken van meerdere archiefstukken voor specifiek onderzoek). In totaal heb ik twaalf archiefonderzoeken afgerond. Hieronder volgt een overzicht van het gedane archiefwerk.

Overzicht inhoudelijke taken omtrent archiefonderzoek

- Onderzoek naar Hendrik Brik (familieonderzoek door Harry Brik).

- Genealogieonderzoek naar familie Feitsma, specifiek naar de twee familieleden Jacob Feitsma en Martje Feitsma (in opdracht van Jean-François Thilo).

- Onderzoek naar wel of geen uitvaartdienst vader van dichter Jan Slauerhoff (Peter de Haan). - Beantwoorden vragen omtrent het tegel-glas- en verfbedrijf L. Johs van der Meulen (Raimond

Nomden).

- Beantwoorden vragen omtrent Hero de Vries Meubelfabrieken (Jet Krul).

- Steekproef aanwezigheid collegeprogramma’s gemeenteraad Leeuwarden periode 1972-1990. - Onderzoek naar aanwezigheid kroegenbijlage Hier he je Leovardia! uit 1969 in het archief. - Zoeken naar informatie omtrent de moordenaar van mevrouw Kwak: een zekere Jan Bevaart. - Zoeken naar een specifieke huwelijksakte uit 1947.

- Archiefonderzoek naar zussen Van Gogh. Het zoeken van archiefstukken en deze klaarleggen voor de heer J.W. Verlinden i.v.m. lezing en archiefonderzoek op 4 december in het HCL. - Onderzoek naar de aanwezigheid van objecten/spullen m.b.t. Alma Tadema in het archief van

het HCL, voor het vullen en inrichten van de klimaatvitrine in het informatiecentrum.

(9)

9 Evaluatie

Wat heb je kunnen betekenen voor de stagegever?

Ik heb vooral veel archiefonderzoek op me kunnen nemen dat normaal, in afwezigheid van een stagiair, door de vaste medewerkers wordt uitgevoerd. Ook heb ik belangrijke dingen kunnen doen op het gebied van het digitale (ontwerpen van webexposities, nadenken over relatie tussen HCL en digitalisering en het ontwikkelen van een rapport t.a.v. een platform als WikiLeeuwarden) en het schrijven (schrijven van stukjes voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook, artikelen voor het historische tijdschrift Leovardia en enkele andere summiere schrijfopdrachten). Op het gebied van het opstellen van een rapport met betrekking tot de ontwikkeling van een WikiLeeuwarden heb ik het HCL nieuwe inzichten verschaft met betrekking tot de rol die het HCL kan spelen in de toenemende digitalisering, en een richting waarin gedacht kan worden met betrekking tot hoe een digitale kalender er het beste uit kan zien. Maar ook op welke problemen je stuit bij het ontwikkelen van een platform als WikiLeeuwarden.

Welke kennis en vaardigheden uit je studie heb je kunnen benutten?

Ik heb verschillende vaardigheden toe kunnen passen die ik geleerd heb tijdens mijn studie. Allereerst heb ik bepaalde aspecten die ik bij de vakken bronnen en methoden en archieven en internet heb geleerd met betrekking tot archiefonderzoek kunnen toepassen binnen de archiefonderzoeken die ik heb moeten uitvoeren in opdracht van het HCL. De belangrijkste zaken zijn:

 Hoe zoek je effectief in een archief?

 Welke trefwoorden gebruik je bij het zoeken binnen een digitale inventaris?  Hoe gebruik je een papieren catalogus; hoe zoek je hierin?

 Hoe leg je logische verbanden tussen toegangen, inventarisnummers en bronnen?  Hoe kan je bronnen het beste interpreteren?

 Hoe annoteer je op een gedegen wijze?9

Daarnaast is kritisch lezen een ander belangrijk aspect dat je leert tijdens de studie geschiedenis. Dit kwam van pas bij het bestuderen van de archiefbronnen. Je stelt je als historicus vragen als: Staat er nu echt wat er lijkt te staan? Waarom spreken bepaalde passages in één bron elkaar tegen? Door mijn achtergrond als historicus, wat zich uit in kritisch lezen, het vergelijken van bronnen, het inleven in verschillende perspectieven en gedegen bronnenonderzoek, heb ik bij bepaalde archiefonderzoeken toch

9 Koen Middendorp. Een zoektocht naar het leven van een oud-Groninger: hoe doe je dat? Beschrijving van mijn

(10)

10 net iets meer weten te vinden dan een student communicatie zou doen. Zo kreeg ik voor een archiefonderzoek de opdracht de collegeprogramma’s van de gemeenteraad van Leeuwarden uit de periode 1972-1990 op te diepen uit het archief. Na een lange vergeefse zoektocht langs verschillende bronnen heb ik uiteindelijk archivarissen Alexander Tuinhout en Lutske de Vlieger om hulp gevraagd. Ondanks hun jarenlange expertise vingen we opnieuw bot. Het vermoeden onder Alexander en Lutske was dat de collegeprogramma’s wel aanwezig waren in het archief maar opgeslokt waren ten tijde van de reorganisatie van het archief. Na lang zoeken hebben we de strijd uiteindelijk moeten staken. Desondanks heb ik toch nog één poging gewaagd, mijn gezonde verstand gebruikend, in de hoop om toch nog een spoor te vinden van deze collegeprogramma’s. Ik heb gezocht op verslagen van de gemeenteraad en een steekproef gehouden rondom de inventarisnummers van deze verslagen. Dit bleek een schot in de roos, want op deze manier vond ik de collegeprogramma’s van de jaren 1978-1982, 1982-1986 en 1986-1990. Wat hieruit kan worden geconcludeerd is dat het volhardende karakter van de historicus, zich uitend in gedegen bronnenonderzoek en het leggen van verbanden, af en toe weldegelijk een voordeel is.

Naast het vermogen tot gedegen bronnenonderzoek en kritisch lezen heb ik ook veel gehad aan de schrijfvaardigheid die mij tijdens de studie is bijgebracht. Gedurende de studie heb ik vele artikelen, essays, papers en scripties mogen schrijven. Dit heeft mij geholpen in het in de wacht slepen van toch niet onverdienstelijke klussen als het schrijven van twee artikelen voor het historische tijdschrift Leovardia alsook het schrijven van stukjes voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook. Maar ook bij het maken van tekstbordjes voor de klimaatvitrine heb ik veel gehad aan datgene wat de studie mij heeft bijgebracht op het gebied van schrijven. Een belangrijke les tijdens het schrijven is namelijk: beperk zoveel mogelijk. Dit heb ik bijvoorbeeld geleerd tijdens het schrijven van essays en papers, door een ingestelde quota aan woorden. Dit besef kwam van pas tijdens het schrijven van de twee inhoudelijke artikelen voor Leovardia: deze artikelen mochten namelijk niet langer dan 400 woorden zijn. Als er iets is dat moeilijk is, dan is dat wel beknopt schrijven. Zodanig dat toch alle inhoud op een goede, coherente en vloeiende manier wordt behandeld. Doordat geschiedenis een ‘schrijfstudie’ bij uitstek is leer je dit soort vaardigheden hier meer dan bij welke andere studie. Het belang van beknopt schrijven werd ook telkens benadrukt gedurende het college museum, documentaire en tentoonstelling. Wat uit museumbezoek namelijk blijkt is dat bezoekers vooral naar een tentoonstelling komen om te zien. En niet tot veel minder om te lezen. Dit zijn de woorden van Femke Haijtema: hoofd publiek en presentaties bij het Fries Museum. Deze gedachtegang moet zich dan ook uiten in de lengte van de objectbeschrijvingen binnen een tentoonstelling: deze moeten kort en to-the-point zijn.10 Mensen haken af bij te lange teksten. Deze vergaarde kennis tijdens de studie heb ik kortom kunnen gebruiken bij het construeren van naambordjes voor de klimaatvitrine.

10 Koen Middendorp, Gouden Vluchtelingen. Hoe keek men naar vluchtelingen in de Gouden Eeuw ten opzichte

(11)

11 In welke mate zijn je leerdoelen bereikt?

De leerdoelen geformuleerd in het van tevoren opgestelde stageplan luiden als volgt, met daarbij een korte impressie of het specifieke leerdoel daadwerkelijk aan bod is gekomen tijdens de stage:

(1) Hoe te werken binnen een organisatie

Dit is een leerdoel dat zeker is bereikt. Ik heb verschillende opdrachten in groepsverband uitgevoerd, met het ontwikkelen van de Made in Leeuwarden-webexpositie, het inrichten van verschillende vitrines (ik heb meegeholpen aan de studenten-klimaatvitrines in de Eekhoff- en Hendrik Ten Hoeve zaal) en het schrijven van historische artikelen voor het historische tijdschrift Leovardia (het overleg wat hierbij komt kijken met in dit geval Jan Faber) als uitschieters. Ik heb niet alleen maar overleg gehad met de stagebegeleider, maar juist met veel verschillende medewerkers binnen het HCL. Niet alleen binnen het team Historische Informatie, maar ook met collega’s uit het team Behouden & Bewerken. Wat ik binnen dit leerdoel heb ontwikkeld is het tonen van meer initiatief binnen bepaalde opdrachten. Een aandachtspunt voor de toekomst is om vanaf het begin met meer eigen aanvullingen en ideeën te komen. Bij tijd en wijle, vooral in de beginfase, was het wellicht iets teveel bezig zijn met alleen datgene wat me werd opgedragen. Ik gaf soms nog te weinig een eigen draai aan de opdrachten.

(2) Hoe om te gaan met tijdsdruk en verantwoordelijkheidsbesef

Hier heb ik eveneens mee te maken gehad gedurende de stage. Dit is natuurlijk iets wat je ook al leert tijdens je studie (het inleveren van opdrachten, essays, papers en scripties gaat ook volgens vaste inleverdata) en in mijn geval ook gedurende mijn werkzaamheden bij een wielerwebsite. Maar ook binnen het HCL gold er bij heel wat opdrachten die ik diende te doen een zekere mate van tijdsdruk. Het historische tijdschrift Leovardia wordt op een bepaalde datum gedrukt en gepubliceerd, wat gevolgen heeft voor wanneer artikelen moeten worden ingeleverd. De PowerPointpresentaties die ik diende te verzorgen voor enkele lezingen moesten ook voor een bepaalde deadline klaar zijn. Maar ook de archiefopdrachten, het vullen van de klimaatvitrine en het fotograferen van de archeologische objecten moesten binnen een bepaald tijdsgewricht worden afgerond. Dit gold minder voor de opdrachten betreffende het ontwikkelen van webexposities, het schrijven van stukjes voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook en het ontwikkelen van een rapport ten aanzien van een WikiLeeuwarden. Deze opdrachten diende ik binnen mijn stage te vervullen, maar hadden geen specifieke datum waarop het moest worden afgerond.

(12)

12 kleine opdrachten werden echter wel wat vooruitgeschoven doordat deadlines van bepaalde grote opdrachten voorgingen. Dit had echter geen invloed op de uiteindelijke kwaliteit van de kleinere opdrachten.

(3) Het functioneren binnen een redactie

Tijdens het schrijven van de artikelen voor het historische tijdschrift Leovardia was ik voor enige tijd ‘onderdeel’ van de redactie van het blad. Ik heb gedurende deze opdracht op regelmatige basis gecommuniceerd met Jan Faber en Klaas Zandberg, die beiden in het bestuur van Leovardia zitten. Een groot voordeel is dat ik al ervaring had met het werken binnen een redactie. Hierdoor weet ik wat een dergelijke werkwijze inhoudt, en dit bevorderde het uiteindelijke werkproces.

De januari-editie van het historische tijdschrift Leovardia.11

11 Leeuwarder Historische Vereniging Aed Levwerd en Historisch Centrum Leeuwarden. Leovardia. Historisch

(13)

13 (4) De Hoofdopdracht: Het zelf komen met een plan; daarbij rekening houdend met de verschillende partijen, financiële mogelijkheden en identiteit van de instelling

Dit heb ik gerealiseerd met afronding van het rapport (afbeelding) ten aanzien van een WikiLeeuwarden. Ik heb vooral heel goed gekeken naar de identiteit van de instelling met betrekking tot een dergelijk project. Naar de morele ruimte die er is, maar ook naar mogelijke partners, nevenmogelijkheden en andere zaken. Ik heb geprobeerd een zo objectief mogelijk beeld te schetsen van de mogelijkheden ter ontwikkeling van een dergelijk platform. Naar een rapport waarin er wel gepoogd is een mening te geven maar niet zodanig dat bepaalde wegen zijn afgesloten. De vraag die eveneens gesteld moet worden is op welke vlakken een dergelijk rapport wetenschappelijk genoemd mag worden, of in elk geval een wetenschappelijk karakter herbergt. Allereerst is een dergelijk rapport wetenschappelijk omdat men dient na te denken over morele kwesties als auteursrecht, juistheid van informatie versus popularisering van de geschiedenis, de rol van een historische instelling in het toenemende proces van digitalisering en hoeveel ruimte je de bezoeker geeft

in het aandragen van content. Met andere woorden: het rapport denkt na over de toekomst van geschiedenis in zijn algemeenheid en over de (veranderende) relatie tussen de actoren die de geschiedenis overdragen (historische, culturele en museale instellingen) en de actoren die de geschiedenis ontvangen (de gebruiker/bezoeker). Over deze grote vragen heb ik me gebogen in het rapport.12 Het rapport is ten tweede wetenschappelijk omdat, indien je op bovengenoemde vragen een antwoord wilt krijgen, je een resem aan wetenschappelijke artikelen op het gebied van digitalisering, het fenomeen van Wikipedia en de (veranderende) rol van geschiedenis en historische instellingen binnen het

fenomeen van digitalisering dient te lezen. Om vervolgens deze artikelen proberen te integreren binnen

(14)

14 het rapport: het verbinden van de theorie met de praktijk. Een ander wetenschappelijk aspect is de noodzaak tot het analyseren van websites, digitale platformen, wiki’s, (interactieve) calendariums en digitale kalenders. Om niet alleen een afzonderlijke conclusie te kunnen trekken bij de genoemde digitale mogelijkheden, maar ook om een vergelijking aan te gaan tussen de verschillende vormen van het vastleggen van (een specifieke) geschiedenis. Als vierde punt is het ook van belang om ter uitdieping van het rapport onderzoek te plegen. Dit heeft zich geuit in het aanmaken van een account op WikiDelft, om proefondervindelijk aan te tonen hoe gemakkelijk of moeilijk het aandragen van content op een dergelijk platform nu eigenlijk is. Maar onder onderzoek valt ook het benaderen van een instantie als WikiDelft om hun kant van het verhaal te doen. Hoe kijken zij aan tegen hun eigen ‘product’? En tegen de morele kwesties geschetst in het rapport?13 Tot slot is dit rapport ook wetenschappelijk omdat er naast het vergelijken van de verschillende wiki’s en kalenders ook een conclusie wordt getrokken ten aanzien van de behandelde thema’s. Er wordt daarnaast ook advies verstrekt aan het Historisch Centrum Leeuwarden wat te doen in de toekomst op het gebied van het ontwikkelen van een historisch platform als WikiLeeuwarden, een interactieve Calendarium, een digitale kalender en het fenomeen van digitalisering in het algemeen.14

(5) Het schrijven voor een groot publiek

Dit leerdoel heb ik op verschillende manieren bereikt. Allereerst door het schrijven van korte biografieën van bekende Leeuwarders voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook. De biografie die het vaakst gelezen is van mijn hand is die van Indorocker en voormalig vechtsporter Jan von Mansfeldt (1940-). Sinds het plaatsen van deze biografie op 9 december hebben 1608 mensen de moeite genomen het stuk te lezen. Je kunt kortom wel stellen dat hier sprake is van het schrijven voor een groot publiek. Maar ook het schrijven van artikelen voor een historisch tijdschrift als Leovardia en het schrijven van stukjes tekst voor de website van het HCL (Stuk van het Jaar verkiezing, klimaatvitrine Alma Tadema) vallen onder dit leerdoel.

(6) Het in het algemeen nadenken hoe mensen te betrekken bij (lokale) geschiedenis en deze geschiedenis interessant te maken voor een brede groep mensen

Dit heb ik enerzijds geprobeerd te bereiken door te schrijven over die lokale geschiedenis. Het doel van een historisch tijdschrift als Leovardia en van een Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook is om mensen in contact te laten komen met Leeuwarder geschiedenis. Om mensen meer binding te laten bezorgen met de omgeving waarin men opgroeit. Waaruit men is ontstaan en gevormd. Door hier mee

13 Ibidem, 24-25.

(15)

15 bezig te zijn probeer ik deze lokale geschiedenis levendig en beeldend te maken én een gezicht te geven voor diegene die daar geïnteresseerd in is.

Anderzijds heb ik door middel van het inrichten van een klimaatvitrine (met objecten van Alma Tadema in zijn tijd als Leeuwarder) nagedacht over vragen als: wat is daadwerkelijk interessant voor bezoekers om te weten over een bepaald onderwerp? En wat juist niet? Hoe kan een verhaal het beste worden verteld door middel van objecten? Hoe kun je het beste tekst en beeld met elkaar integreren? Op welke manieren kunnen en moeten deze objecten een relatie aangaan met elkaar? En hoe hou je het beste de aandacht vast van de bezoeker? En misschien wel de belangrijkste vraag: hoe benadruk je het Leeuwarder gevoel? Dit zijn allemaal vragen die de revue passeren bij het inrichten van een dergelijke vitrine. Je denkt met andere woorden constant na over hoe je geschiedenis zo interessant mogelijk kunt maken voor de gemiddelde bezoeker, en hoe je de focus kunt leggen op de Leeuwarder kant van het verhaal. Een deel van deze vragen stel je jezelf ook bij het maken van webexposities en het schrijven van korte biografieën voor de Leeuwarder Portrettengalerij op Facebook.

(7) Het nadenken over en opstellen van tentoonstellingen

Dit heb ik gedaan bij het inrichten van de klimaatvitrines, maar ook bij het ontwikkelen van de webexposities. Hier dien je jezelf vragen te stellen als hoeveel tekst je gebruikt, hoe je varieert tussen tekst en beeld en welke informatie je wel of niet vertelt. Je denkt met andere woorden na over hoe je een tentoonstelling opbouwt en vorm geeft.

(8) Hoe digitalisering in te zetten binnen een organisatie en te koppelen aan een fenomeen (geschiedenis) dat vanuit zichzelf geen directe relatie heeft hiermee

Hier heb ik me uitgebreid mee beziggehouden in het ontwikkelde rapport ten aanzien van een WikiLeeuwarden. Aanvankelijk zou ik ook nog een summier rapport schrijven over de relatie tussen het HCL en nieuwe media in het algemeen. Mede door een gebrek aan tijd en het feit dat dit al voor een deel behandeld werd in het WikiLeeuwarden-rapport, heb ik besloten hier geen speciaal rapport meer aan te wijden.

(9) Het om te gaan met problemen en in staat zijn deze op te lossen.

(16)

16 aan medewerkers gespecialiseerd op het betreffende gebied. Met Jelle Hoekstra en Klaas Zandberg heb ik meerdere malen overlegd over het probleem van copyright dat opspeelt bij afbeeldingen in de beeldbank, op het internet en met betrekking tot de ansichtkaarten bedoeld voor de webexposities. Het botsen op deze problemen heeft uiteindelijk geholpen in de realisatie dat men op een erg smalle koord dient te balanceren als historische instelling als het gaat over kwesties met betrekking tot eigendom.

Welke nieuwe kennis en vaardigheden heb je opgedaan?

- Hoe je geschiedenis interessant en beeldend kunt maken voor een groot publiek door middel van (het inrichten van) een klimaatvitrine. Met daarbij bijkomende vragen als: hoe kunnen objecten zodanig met elkaar geïntegreerd en geplaatst worden zodat ze het beoogde geschiedverhaal zo goed mogelijk vertellen? En welke objecten en verhaallijnen zijn nu daadwerkelijk interessant voor bezoekers?

- Hoe te functioneren binnen (een deel van) een redactie van een historisch tijdschrift.

- Het digitaliseren van geschiedenis. Het versterken van de relatie tussen ‘oude’ en ‘stoffige’ geschiedenis en de digitale mogelijkheden zoals Facebook, programma’s ten faveure van webexposities, historische platformen als WikiDelft alsmede digitale kalenders.

- Het zoeken in de depots van een professioneel archief.

- Het opstellen van een wetenschappelijk rapport voor een historische instelling/organisatie

Hoe was de aansluiting van de opleiding met de beroepspraktijk?

Tijdens mijn opleiding heb ik geleerd hoe ik het beste archiefonderzoek kan plegen. Maar ook hoe ik gedegen onderzoek moet doen naar een historisch onderwerp en dit gepleegde onderzoek op goede wijze op papier en via het gesproken woord kan delen met een breder publiek. Deze aspecten kwamen zeer goed van pas binnen het archiefonderzoek dat ik diende te ondernemen, maar ook binnen alle uitgevoerde schrijfwerkzaamheden en tijdens het inrichten van de verscheidende klimaatvitrines.

Hoe was de begeleiding van je stage?

(17)

17 Hoe heeft de stage bijgedragen aan je carrièreperspectieven?

De stage heeft mij laten zien dat ik een passie heb voor verschillende dingen: namelijk historisch onderzoek, het interessant maken van geschiedenis door middel van schrijven, het bezig zijn met tentoonstellingen en het doen van redactioneel werk. Maar ook om bezig te zijn met de rol die geschiedenis op dit moment speelt en in de toekomst hoort te spelen op het gebied van digitalisering. Dit zijn dingen waar ik in de toekomst verder op wil voortborduren. Naast het inhoudelijk kweken van interesses heb ik ook een (behoorlijk) netwerk opgebouwd binnen het HCL en de gemeentelijke sector van Leeuwarden. Ik zou in de nabije toekomst echter graag nog eens in een museale instelling willen werken, met daarbij de aandacht op het (mede)organiseren van een tentoonstelling/expositie. Helaas was hiervoor geen ruimte binnen het HCL omdat men met Made in Leeuwarden nog een grote tentoonstelling heeft lopen in de expositieruimte. Tot mei 2017 om exact te zijn.15 Misschien dat ik in de toekomst nog kan aankloppen bij het HCL in het geval ze nog mensen zoeken bij het opzetten van een bepaalde tentoonstelling.

Conclusie

De conclusie die ik kan trekken na afronding van mijn stage, is dat ik door middel van de activiteiten binnen het HCL geleerd heb dat mijn passie ligt bij archiefonderzoek, het schrijven over geschiedenis en het vertalen van geschiedenis naar een groot publiek door middel van onder meer tentoonstellingen. Ook heb ik geleerd hoe te werken binnen een historische instelling, zowel op individueel niveau als in groepsverband. Wat ik ook heb geleerd tijdens de stage, is dat ook nog eens wil proeven van de museale kant van een historische, culturele of museuminstelling. Dat wil zeggen: het doen van archiefonderzoek naar een bepaald onderwerp, deze resultaten in kaart brengen, het mee helpen ontwikkelen van een tentoonstellingsplan op basis van deze gevonden informatie en objecten en het uiteindelijk opzetten van de effectieve tentoonstelling.

Ik ben van mening dat het van groot belang is om stage te lopen tijdens je studie. Allereerst omdat je leert hoe het is te werken binnen een organisatie. Daarnaast leer je hoe je verantwoordelijkheid kunt nemen binnen een dergelijke instelling. Maar ook hoe je je wetenschappelijke instelling/mentaliteit toe kan passen binnen een instelling die praktische zaken nastreeft. Een stage helpt je ook om te achterhalen wat je nu precies drijft. Maar ook waar je juist geen plezier uit haalt. Het is goed om kennis te maken met de praktijk, en om voor een bepaalde periode de nauwe, academische en theoretische wereld van het studentenleven achter je te laten. Je horizon verbreden en je mengen in het maatschappelijke leven: dat is voor mij dé essentie van een stage.

15

(18)

18 Noten/literatuuropgave

Literatuur

Leeuwarder Historische Vereniging Aed Levwerd en Historisch Centrum Leeuwarden. Leovardia. Historisch Tijdschrift voor Leeuwarden en Omgeving. Nummer 52 (januari 2017).

Middendorp, Koen. Een zoektocht naar het leven van een oud-Groninger: hoe doe je dat Beschrijving van mijn zoekpad naar het leven van Auke Brugmans (1870-1956). Groningen: Archieven en Internet, 2016.

Middendorp, Koen. Gouden Vluchtelingen. Hoe keek men naar vluchtelingen in de Gouden Eeuw ten opzichte van vandaag de dag? Groningen: Documentaire, Museum en Tentoonstelling, 2016.

Plaisier, Leendert. De groeten van Dirk : Leeuwarder ansichten uit de verzameling van Dirk Swierstra. Leeuwarden: Friese Pers Boekerij, 2016.

Rapporten

Middendorp, Koen. Van WikiLeeuwarden tot een digitale scheurkalender. Rapport ter inventarisatie tot de mogelijkheden voor een dergelijke platformen. Leeuwarden: HCL, 2016.

Websites

https://nl-nl.facebook.com/Leeuwarder-Portrettengalerij-454205541434618/

https://historischcentrumleeuwarden.nl/

Illustratie voorblad

(19)

19 Bijlagen

Foto Alma Tadema klimaatvitrine, locatie: informatiecentrum

Link naar webexposities

https://historischcentrumleeuwarden.nl/webexpositie/detail/58f0544e-7d44-4540-8ee6-229957e41621

https://historischcentrumleeuwarden.nl/webexpositie/detail/15209467-d7df-444c-bd4f-7980aa6339f5

Link naar stukjes Leeuwarder Portrettengalerij (Facebook)

https://nl-nl.facebook.com/Leeuwarder-Portrettengalerij-454205541434618/

Pieter Jelles Troelstra Simon Vestdijk

Jan Von Mansfeldt Tiet Stapersma Winkler

Rooie Mienkes

(20)

20 Archiefopdrachten (een greep daaruit)

Korte geschiedenis L.J. van der Meulen/N.V. glas, steen- en verfhandel

‘Georgius Henderikus van der Meulen, roepnaam George, werd geboren op 27 december 1889 als zoon van Johannes Christoffel van der Meulen en Anna Catharina Antonia Swildens. De katholieke familie van der Meulen was in Leeuwarden groot geworden met handel in natuursteen, glas en verf. Zij bezat een fabriek aan de Oostergrachtswal 97, waar natuursteenwerken en grafmonumenten werden gemaakt. Volgens overlevering schonk de firma, bij de bouw van de St. Bonifatiuskerk, graniet voor een altaar. In de glasfabriek werden o.a. glas in lood en geëtst glas vervaardigd, men had er vele honderdduizenden kilo’s glas op voorraad. De onderneming met 70 man personeel, had tevens een winkel op de Nieuwestad nr.76 en diverse vertegenwoordigingen elders in het land. In de nacht van 27 juni 1929 brak een felle brand uit in de fabriek van N.V. glas, steen- en verfhandel v/h L.J. van der Meulen. De brand werd met 14 slangen bestreden. De verffabriek en de glasmagazijnen werden totaal verwoest. De fabriek van marmerwerken en glasverwerking liep grote schade op. De grote voorraden glas en verf gingen eveneens in vlammen op. Het was een van de grootste branden in Leeuwarden van de twintigste eeuw. De schade liep in de honderdduizenden guldens. De firma was op de beurs

verzekerd, maar niet tegen bedrijfsschade. De zaak is deze brand nooit meer te boven gekomen. George was samen met zijn 6 broers medefirmant. Nog hetzelfde jaar werd het faillissement

aangevraagd. Enkele familieleden en werknemers begonnen daarna voor zichzelf. Hieruit ontstonden de steenhouwerijen Gebr. Jorna en D. Arends alsmede glasatelier Martin de Boer in Leeuwarden en Almeline (v/d Meulen) in Almelo.’

Bron: www.noordoostfriesland.nl/wp-content/uploads/2014/10/MeulenGH-info3.doc

http://periodieken.historischcentrumleeuwarden.nl/issue/LEO/2007-09-01/edition/null/page/26

Volgens de website rijksmonumenten.nl schijnt de fabriek Van der Meulen ook verantwoordelijk te zijn geweest voor een deel van het interieur van de hervormde kerk/pastorie in het Friese plaatsje Waaxens, locatie Tjessenswei 8. Deze kerk is gebouwd in 1894. De website meldt het volgende:

(21)

21 Leeuwarden) en de goeddeels oorspronkelijke keukeninrichting. De zolderverdieping, welke voorheen grotendeels open was, is thans opgedeeld in kamers.’

Bron: http://rijksmonumenten.info/layar/info.aspx?objrijksnr=480514

Een andere manier om informatie te vinden, buiten onderzoek in de (fysieke) archieven van het HCL, is het raadplegen van oude kranten als de Leeuwarder Courant, ’t Kleine Krantsje en het Leeuwarder Nieuwsblad. Verwijzen deze regionale dagbladen op enig moment naar de firma L.J. van der Meulen? Via de website www.delpher.nl en kranten en periodieken op de HCL-website kun je gemakkelijk zoeken binnen een resem aan landelijke en regionale dagbladen. Een onderwerp waar relatief veel over is geschreven, is de brand die plaatsvond binnen de firma in de nacht van 27 juni 1929. Hierbij moet gedacht worden aan informatie over de brand zelf, een schets van de omstandigheden waarin moest worden geblust en de afloop. Ook wordt er een resumering gegeven van een deel van de bezittingen van het bedrijf. Door deze krantenartikelen door te nemen, krijg je eveneens een beeld van hoe het bedrijf was opgebouwd, en hoe groot het hoofdgebouw en de magazijnen waren.

Er is een poging ondernomen een antwoord te geven op de specifieke vragen gesteld in de mail. De meeste vragen zijn echter niet in zijn volledigheid te beantwoorden wegens een gebrek aan bronnen.

Hoe lang heeft de firma L.J(ohs). van der Meulen bestaan?

Het bedrijf is begonnen in 1825: dit staat te lezen in een van de archiefstukken binnen de drukwerkcollectie van het HCL die er van het bedrijf is bewaard.

(22)

22 Een interessant artikel valt te lezen in het Leeuwarder Nieuwsblad van 6 januari 1933: bijna vier jaar na de bewuste brand. In dit artikel wordt gemeld dat Statema’s Automobielbedrijf, gevestigd aan het Ruiterskwartier, het pand heeft aangekocht van de N.V. Glas-, Steen- en Verfhandel. Dit betekent met andere woorden dat de N.V. tegen 1933 definitief zijn deuren heeft gesloten aan de Oostergrachtswal. Een teken? Een artikel uit het Nieuwsblad van het Noorden van 9 mei 1933 geeft een definitief antwoord op de vraag wanneer het bedrijf failliet is gegaan. In het bewuste artikel wordt in het handelsregister namelijk gesproken over de N.V. Glas-, Steen en Verfhandel als een ‘handelszaak in liq. getreden’. Liq. betekent in dit geval liquidatie: een term waarmee wordt aangegeven dat een bepaald bedrijf/persoon in een fase van vereffening zit, de laatste fase van het

ontbindingsproces/faillissement. N.V. Glas-, Steen en Verfhandel heeft kortom zijn faillissement aangevraagd en zit gedurende mei 1933 in de laatste fase van dit proces. In hetzelfde dagblad wordt op 14 maart 1933 gemeld dat de afdeling glas- en steenhandel van de firma niet wordt voortgezet.

Wellicht was het sluiten hiervan een laatste poging om een doorstart te maken met het bedrijf.

Een definitieve bevestiging van het uitspreken van het faillissement krijgen we in het Nieuwsblad van het Noorden van 14 juli 1933. Onder het kopje Financiën en Economie wordt gemeld dat op 13 juli 1933 de rechtbank van Leeuwarden de firma N.V. Glas-, Steen en Verfhandel, voorheen L.J. van der Meulen, failliet heeft verklaard. De curator in deze zaak was de heer J.P. Hoogland te Leeuwarden. Ook de Leeuwarder Courant, De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad en Het Volk hebben aandacht voor het faillissement van het bedrijf.

Wat waren de grootte van de tegels die de firma L.J. van der Meulen vervaardigde?

Hier is weinig over bekend. Waar wel informatie over te vinden is, is over enkele specifieke, door L. Johns van der Meulen, vervaardigde tegels. In de collectie Gelderland zijn twee ´van der Meulen´ tegels te zien, beiden met een voorstelling van een bloem. Beide tegels zijn circa 1905 vervaardigd. De afmetingen staan ook vermeld, namelijk respectievelijk:

152 mm (h) x 152 mm (b) x 10 mm (h) 151 mm (h) x 152 mm (b) x 10 mm (h)

Ook het Nederlands Tegelmuseum heeft drie tegels van de firma L. Johns. van der Meulen binnen zijn collectie. De afmetingen van deze tegels zijn nagenoeg hetzelfde als de eerder genoemde tegels van de collectie Gelderland. Relatief bescheiden tegels met andere woorden.

(23)

23 De collectie drukwerk van bedrijven in de archieven van het HCL biedt mogelijk uitkomst in de beantwoording van deze vraag. Binnen deze collectie zijn enkele rekeningen terug te vinden van de firma L. Johs van der Meulen. Hierop wordt vooral veel informatie uit de doeken gedaan over de soorten glas die de firma vervaardigde. Als je echter een aanwezige memorandum van 23 februari 1898 onder de loep neemt, dan zie je dat er wordt gesproken over vloersteen. Dit kan een ander woord zijn voor tegel (vloersteen heeft meerdere betekenissen). Als je uitgaat van het feit dat men met vloersteen effectief tegels bedoelt, dan wordt er informatie gegeven over de type tegels die de firma vervaardigde rond de eeuwwisseling. Dit zijn de volgende soorten:

 Witmarmeren vloersteen  Namensche vloersteen  Bremer vloersteen

Ter controle kun je via Delpher Namensche vloersteen invullen. Hierop komen flink wat

zoekresultaten naar voren waarin deze Namensche vloerstenen worden aangegeven als Namensche tegels of Namensche vloertegels. Dit maakt de veronderstelling dat men in dit geval met vloersteen tegels bedoelt, een stuk aannemelijker. Er dient echter wel een slag om de arm gehouden te worden.

Van welke techniek maakte de firma gebruik bij het vervaardigen van deze tegels?

Geen informatie over te vinden. Wellicht biedt het Nationaal Archief in Den Haag soelaas.

Waren de tegels bestemd voor de Nederlandse markt? Of had men ook een buitenlandse afzet?

Het is bekend dat het bedrijf meerdere winkels had in de rest van Nederland. Er is weinig tot niks bekend over een eventueel buitenlandse afzetmarkt. Wat wellicht kan worden geconcludeerd, is dat de Namensche- en Bremer vloerstenen eveneens geproduceerd werden voor de Belgische en Duitse markt. Dit is echter een aanname en dient dan ook verder te worden onderzocht. Helaas geven de archieven van het HCL geen verdere info hierover. Wellicht dat het Nationaal Archief in Den Haag hier meer informatie over heeft. Een ding dat zeker is, is dat L.J. van der Meulen zich niet alleen richtte op de regionale markt.

Hoe groot was de productie van tegels?

(24)

24 In de Leovardia van 1 november 2004 staat een artikel dat nog wat meer informatie geeft over het bedrijf, en vooral over de werknemers. In dit artikel, dat gaat over het leven van Jarig Haasdijk, glazenier te Huizum, wordt geschetst dat Haasdijk in 1903 in dienst trad van de firma L. Joh. van der Meulen. Hij werd hier aangesteld als tekenaar en was belast met onder meer het ontwerpen van grafstenen, andere stenen ornamenten en het maken van tekeningen voor vensterglas met ingeëtste afbeeldingen. Er wordt met andere woorden ook wat verteld over wat de firma nu produceerde aan het begin van de 20e eeuw. Uit het artikel komt ook nog naar voren dat Haasdijk heeft meegewerkt als glazenier van L. Joh. van der Meulen aan de restauratie van de kerkramen van de Nederlandse Hervormde Kerk te Warten, in 1925, uitgevoerd door het glasatelier van de firma.

In het artikel wordt ook vermeld dat de firma zowel een winkel had aan de Nieuwestad 76 als een fabriek met magazijnen en een ‘toonkamer’ aan de Oostergrachtswal en Wybrand de Geeststraat. Interessant detail is ook dat de firma L. Joh. van der Meulen een eigen harmonieorkest had: bestaande uit medewerkers van het bedrijf, opgericht in de jaren 1910-1915. In dit artikel is ook een weergave van een briefpapier uit 1907 van de firma L. Johs. van der Meulen afgebeeld. Dit is echter te klein en van een te povere kwaliteit om te kunnen achterhalen wat er staat. Ik heb het ook niet terug kunnen vinden in het archief.

Tot slot heb ik ook nog gekeken naar de collectie drukwerk van bedrijven in de archieven van het HCL. Binnen deze collectie zijn enkele rekeningen terug te vinden van de firma L. Johs van der Meulen. Hier wordt echter niet gerept over (de aanwezigheid van) tegels, laat staan welke kenmerken deze tegelproductie had. Wel wordt er veel informatie uit de doeken gedaan over de soorten glas die de firma vervaardigde.

Meer informatie

Voor meer informatie verwijs ik u door naar het Nationaal Archief in Den Haag. Zij hebben nog enkele dossiers van de N.V. Glas-Steen en Verfhandel in hun archief. Wellicht kan hier meer informatie gevonden worden met betrekking tot de tegelproductie.

Archiefbeschrijving:

Ministerie van Justitie: Centraal Archief Vennootschappen, NV-dossiers » Inventaris nr. 22869

Link naar verwijzing archief op de website van het Nationaal Archief:

(25)

25 NDoiYzAxOjguYzAyOjUwMy4iO30%3D/eadid/2.09.46/open/c01%3A8.c02%3A503./inventarisnr/2 2869/level/file Krantenartikelen http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?facets%5Bperiode%5D%5B%5D=0%7C20e_eeuw%7C&quer y=L.J.+van+der+Meulen+brand&coll=ddd&identifier=ddd%3A010604649%3Ampeg21%3Aa0143&r esultsidentifier=ddd%3A010604649%3Ampeg21%3Aa0143 http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=L.J.+van+der+Meulen+brand&facets%5Bperiode%5D %5B%5D=0%7C20e_eeuw%7C&page=1&coll=ddd&identifier=ddd%3A010659003%3Ampeg21%3 Aa0286&resultsidentifier=ddd%3A010659003%3Ampeg21%3Aa0286 http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=l.j.+van+der+meulen+brand&coll=ddd&page=1&facets %5Bperiode%5D%5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1920-1929%7C1929%7C&identifier=ddd%3A010744394%3Ampeg21%3Aa0015&resultsidentifier=ddd% 3A010744394%3Ampeg21%3Aa0015 http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=l.j.+van+der+meulen+brand&coll=ddd&page=1&facets %5Bperiode%5D%5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1920-1929%7C1929%7C&identifier=ddd%3A010674984%3Ampeg21%3Aa0014&resultsidentifier=ddd% 3A010674984%3Ampeg21%3Aa0014 http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=l.j.+van+der+meulen+brand&facets%5Bperiode%5D% 5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1920-1929%7C1929%7C&page=2&coll=ddd&identifier=ddd%3A010604648%3Ampeg21%3Aa0012&res ultsidentifier=ddd%3A010604648%3Ampeg21%3Aa0012 http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=brand+van+der+meulen&coll=ddd&page=1&facets%5 Bperiode%5D%5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1920-1929%7C1929%7C&identifier=ddd%3A010744395%3Ampeg21%3Aa0106&resultsidentifier=ddd% 3A010744395%3Ampeg21%3Aa0106

Op de website van het HCL zijn ook enkele bouwtekeningen met betrekking tot de firma Van der Meulen te zien. Deze bouwtekeningen geven informatie over plannen die de firma op een specifiek moment had voor verbouwing of uitbreiding van het pand. Bouwtekeningen geven met andere

(26)

26 Online raadpleegbare bouwtekeningen (op de website van het HCL)

https://historischcentrumleeuwarden.nl/bouwtekeningen?q_searchfield=L.+Joh.+v.d.+Meulen

Archiefstukken

Toegangs nr. 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941, Stukken betreffende het verlenen en weigeren van hinderwetvergunningen, 1875-1943. Periode 1875-1914, genummerd 0-1106, ' de eerste serie':, Inv. nr. 7621-0835 Leeuwarden, Wijbrand de Geeststraat, 1906.

Toegangs nr. 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, Stukken betreffende het verlenen en weigeren van hinderwetvergunningen, 1875-1943, Periode 1875-1914, genummerd 0-1106, ' de eerste serie':, Inv. nr. 7622-0886, Leeuwarden, Grachtswal 99, 1907.

Toegangs nr. 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, toegangs. nr, Stukken betreffende het verlenen en weigeren van hinderwetvergunningen, 1875-1943, Periode 1875-1914, genummerd 0-1106, ' de eerste serie':, Inv. nr. 7624-0955, Leeuwarden, Grachtswal 99, 1909.

Toegangs nr. 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, toegangs. nr, Stukken betreffende het verlenen en weigeren van hinderwetvergunningen, 1875-1943, Periode 1875-1914, genummerd 0-1106, ' de eerste serie':, Inv. nr. 7629-0110 , Leeuwarden, Grachtswal 97-99, 1916.

Toegangs nr. 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, toegangs. nr, Stukken betreffende het verlenen en weigeren van hinderwetvergunningen, 1875-1943, Periode 1875-1914, genummerd 0-1106, ' de eerste serie':, Inv. nr. 7635-0387, Leeuwarden, Grachtswal 97-99, 1921.

(27)

27 Afbeeldingen met daarop staande de firma van der Meulen (beeldbank)

https://historischcentrumleeuwarden.nl/beeldbank/6f8aa190-aea9-11e3-bbf2-2b8adc2bad31

(28)

28 Een artikel in de Leeuwarder Courant van 13 april 1972 geeft een mooi overzicht van de geschiedenis en sluiting van het bedrijf. Op het moment van publiceren van het artikel is het bedrijf de fase van liquiditeit ingetreden. Op 1 juli 1972 sluit het bedrijf definitief haar deuren: de twee nu vrijstaande gebouwen worden overgedragen aan de Rijksgebouwendienst, die ze gaat gebruiken voor de huisvesting van een deel van de Postcheque- en Girodienst en een dienst van de PTT. Op het hoogtepunt van het bedrijf waren er maar liefst 80 werknemers in dienst.

In het artikel wordt gesproken over wanneer het bedrijf is opgericht. Dit is ruim 50 jaar geleden, wat met andere woorden betekent dat dit rond het begin van de jaren 1920 moet zijn gebeurd. Ik heb niet kunnen vinden wanneer de fabriek exact is opgericht. Wat wellicht wel kan worden geconcludeerd, is dat het oprichten van het bedrijf aan de Harlingertrekweg na 18 maart 1916 moet zijn gebeurd. Uit een briefwisseling met een klant over het opnieuw stofferen van enkele meubels, valt op te maken dat een zekere heer H. de Vries, meubelfabrikant, een meubelbedrijf had gezeteld in de wijk Tuinen

(huisnummer 32 om exact te zijn). Dit zou dé Hero de Vries kunnen zijn die rond deze periode de meubelfabriek opende aan de Harlingertrekweg 47.

Dit er al sprake was van een langere liefde voor het maken van meubels binnen de familie De Vries, blijkt wel uit het feit dat de vader van Hero de Vries, Jetze de Vries (1859-1937), in het pand ‘In de Fette Os’ al bezig was met de vervaardiging van meubels en de handel hiervan. Dit pand stond op de hoek van de Grote Hoogstraat en de Poststraat. Voor een geschiedenis van het pand In de fette Os is een artikel uit de Leeuwarder Courant van 19 juni 1987 zeer geschikt.

Voor een overzicht van de soorten meubels die het bedrijf vervaardigde is een bewaarde catalogus van de firma, afkomstig uit de door het HCL-archief bewaarde drukwerkcollectie van Leeuwarder

bedrijven, uitermate geschikt. In deze catalogus wordt een ruim overzicht gegeven van het beschikbare assortiment, met daarbij rijke illustraties van de betreffende meubels. Om de afbeeldingen van de meubels te kunnen bekijken en eventueel te scannen, is het aan te raden een bezoek brengen aan het Historisch Centrum Leeuwarden. Een kort woordelijk overzicht van het assortiment kan echter wel gegeven worden:

 Bankgarnituur: Vervaardigd van massief notenhout (eventueel van kersenhout), eikenhout, eiken crapeaud of beuken. Handgepolitoerd (handgemaakt). Zeer rijk beeldhouwwerk aan armleuningen, voorregel en poten. Ook leverbaar met Pullman-kussens

 Bijpassende tafels  Clubtafels  Salontafels

(29)

29  Fauteuils, Gotha-reeks: reproducties naar oude Gotische motieven, rundleder versies, Old-

finished (Velveteen afgewerkt met marabout gevuld met pamok)  Schuiftafels: gotisch.

 Haardfauteuiltjes: een kenmerk is de overbeklede rug  Ligfauteuils

 Ligstoelen

Buiten de hierboven beschreven catalogus, wordt een tipje van de productiesluier opgelicht door een artikel uit de Leeuwarder Courant van 13 april 1972. Naar aanleiding van het aankondigen van het faillissement van het bedrijf, wordt kort de geschiedenis geschetst van de fabriek en de verschillende meubels die men vervaardigde. Volgens de Leeuwarder Courant verwierf de fabriek naam in de fabricage van Sheraton-meubelen: dit waren meubels geïnspireerd op de neoclassistische stijl van de Engelse meubelontwerper Thomas Sheraton (1751-1806). Sheraton-meubelen kenmerken zich door een elegante vorm en het gebruik van inlegwerk met verschillende houtsoorten. Onderstaande afbeelding geeft een indicatie hoe Sheraton-meubels, in dit geval drie stoelen, er uitzien. Volgens de krant zorgde de productie van deze

meubelen ervoor dat de import van Engelse stijlmeubelen voor een belangrijk deel werd beperkt. Een advertentie die het bedrijf plaatste in de Leeuwarder Courant van 26 november 1970, bevestigt het gegeven dat de fabriek Sheraton-meubels vervaardigde:

De vervaardiging van deze meubels was echter dermate intensief en duur, dat de firma zich in 1970 genoodzaakt zag deze productieafdeling af te stoten. Men richtte zich voortaan alleen nog maar op het bekleden van meubels die naar ontwerp van de directeur elders werden geproduceerd én op de

(30)

30 Bronnenlijst

Archiefbronnen

Meubelhandel- en makerij, Folders, nota’s, krantjes e.a. drukwerk van de meubelmakerij, stoffeerderij, handel in meubels (overig), woningtextiel, vloerbedekking, keukenblokken, enz. 1852 - 1950: COLL. I – 238.

Krantenartikelen m.b.t. de firma Hero de Vries en achtergrond meubelfamilie De Vries

Geschiedenis/Achtergrondinformatie m.b.t. Meubelfabriek Hero de Vries

http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=meubelfabrieken+hero+de+vries&facets%5Btype%5D %5B%5D=artikel&page=1&coll=ddd&identifier=ddd%3A010618491%3Ampeg21%3Aa0259&result sidentifier=ddd%3A010618491%3Ampeg21%3Aa0259 http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=hero+de+vries&page=1&coll=ddd&facets%5Bperiode %5D%5B%5D=2%7C20e_eeuw%7C1970-1979%7C1972%7C&identifier=ddd%3A010619004%3Ampeg21%3Aa0313&resultsidentifier=ddd% 3A010619004%3Ampeg21%3Aa0166

Geschiedenis van het pand ‘In de fette Os’

http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=In+de+fette+Os&facets%5Btype%5D%5B%5D=artikel &facets%5Bperiode%5D%5B%5D=0%7C20e_eeuw%7C&page=1&coll=ddd&identifier=ddd%3A01 0566374%3Ampeg21%3Aa0563&resultsidentifier=ddd%3A010566374%3Ampeg21%3Aa0563

http://periodieken.historischcentrumleeuwarden.nl/issue/LG/1957-09-01/edition/null/page/11?query=in%20de%20fette%20os&sort=relevance (korte vermelding dat Jetze de Vries hier woonde als meubelmaker)

Advertenties

(31)

31

http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=meubeltoonzalen+hero+de+vries+&coll=ddd&identifier =ddd%3A010618910%3Ampeg21%3Aa0039&resultsidentifier=ddd%3A010618910%3Ampeg21%3 Aa0039

Afbeeldingen Meubelfabriek Hero de Vries

https://historischcentrumleeuwarden.nl/onderzoek/beeldmateriaal/beeldbank/indeling/gallery?q_search field=hero+de+vries

Archiefonderzoek Wilhelminaboatsje

Geen informatie gevonden in de archiefstukken omtrent de bouw en schenking van een bootje voor koningin Wilhelmina. Laat staan naar een mogelijke rol van de gemeente(raad) bij de bouw, aanschaf en schenking ervan.

Niks gevonden in:

Toegangs nr. 1002, Gemeentebestuur van Leeuwarden, 1811-1941, inv. nr. 1713 Bezoek van Koningin-regentes Emma en prinses Wilhelmina, 1892.

 Notulen van de feestcommissie

 Rekeningen en verantwoording uitgaven feestcommissie  Couranten en proclamaties

 Stukken betreffende aubade – 18 juni 1892  Stukken betreffende vuurwerk – 18 juni 1892  Stukken betreffende Matiné – 19 juni 1892  Routes

 Stukken afkomstig van J.T. Eekhoff  Allerlei documenten

 Bewijs van toegangen diner, activiteiten in Prinsentuin

 Stukken betreffende voorbereiding bezoek Koningin-regentes Emma en Koningin Wilhelmina  Stukken betreffende kosten

 Stukken betreffende het diner van 19 juni 1892

(32)

32 Wel wat informatie gevonden:

 Op de website https://www.ssrp.nl/stamboek/schepen/wilhelmina-bootje-9136  In Werfboek n. 2, opdracht 84  https://www.ssrp.nl/uploads/bestanden/c9730caf-c856-46fa-b301-1e475ca3680a  https://www.ssrp.nl/nieuws/uit-het-stamboek-2016-nr-11-behoudt-het-goede  http://friesscheepvaartmuseum.nl/beeld/fsm-col2-dat20006000  http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=wilhelmina+boatsje&coll=ddd&identifier=ddd %3A010614009%3Ampeg21%3Aa0120&resultsidentifier=ddd%3A010614009%3Ampeg21 %3Aa0120  http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=wilhelminaboatsje&coll=ddd&identifier=ddd% 3A010613549%3Ampeg21%3Aa0123&resultsidentifier=ddd%3A010613549%3Ampeg21%3 Aa0123

Volgens de website van de Stichting Stamboek Ronde en Platbotenjachten had de stad Leeuwarden opdracht gegeven voor de bouw van het bootje. Koningin/prinses Wilhelmina maakte echter geen gebruik van het bootje vanwege het te slechte weer op de dag van de zeilwedstrijd. Dit kan een reden zijn waarom er totaal geen melding wordt gemaakt van dit bootje in de stukken betreffende het bezoek van de Koninklijke familie aan Leeuwarden.

(33)
(34)

34 Twee geschreven artikelen voor historische tijdschrift Leovardia (januari-editie)

(35)
(36)
(37)
(38)
(39)
(40)
(41)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Furthermore, test work is divided into two phases namely, the laboratory phase in which the proof of concept of manufacturing clay bricks containing glass particles will

Aangezien ik vanuit huis niet zoveel uren kon maken als wanneer ik in het revalidatiecentrum aanwezig zou zijn, heb ik er in overleg met mijn stagebegeleiders voor gekozen om de

Ik heb daarom besloten om de gids op te splitsen in drie delen; in het eerste deel uitleg over de opbouw van de gids, wat de gebruiker kan verwachten en hoe de gids te gebruiken

stagebegeleider Arjen Glas bleek dat ik voor de gemeente onderzoek zou doen naar hoe de bestuurders zich proactiever zouden kunnen profileren3. Dit was een heel

The planning theories which represent non-motorised transport planning as an alternative to motorised transportation include the Smart growth theory, New urbanism

Bedenk steeds een regel die rijmt op de zin die er al staat en waarom veel kinderen zullen gaan lachen.. 1 Wie liep daar met op zijn rug

Information and advice from Dutch GPs on the most common health issues at www.GPinfo.nl. Have a look

L'itinéraire de la chaussée romaine que l'on suivait de Reims à Warcq et à laquelle les premiers inventeurs déjà prêtaient Cologne comme destination, n'avait été jusqu'à