• No results found

Stageverslag MA-History Today Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag MA-History Today Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag MA-History Today

Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer

Persoonlijke gegevens stagiair

Naam: Hugo Meijer Studentnummer: 1875825 Adres: Prinses Ireneweg 1

Postcode & Woonplaats 7433DD Schalkhaar

Tel. nr: 0618290114 E-mail: h.h.meijer@student.rug.nl

Stagedocent

Naam: Dr., J.W. Koopmans Opleiding: MA History Today

Stagegever

Naam: Historisch Centrum Overijssel (HCO) vestiging Deventer

Adres: Klooster 12

Postcode & Vestingsplaats: 7411 NH Deventer

Tel.nr.: 085-488 50 00 Branche: openbaar archiefwezen

Begeleider namens de stagegever

Naam: Drs. Cees Tromp

Functie: Teamleider Toegankelijkheid en Beheer

Tel.nr.: 085-488 50 53 E-mail: c.tromp@historischcentrumoverijssel.nl

(2)

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Stageopdracht 3

Beschrijving HCO Stadsarchief Deventer 4

Werkzaamheden bij het HCO 4

Evaluatie 7

Conclusie 10

Literatuuropgave 11

(3)

Inleiding

Het Historisch Centrum Overijssel (HCO) Stadsarchief Deventer –voorheen Stadsarchief Deventer- is het archief van de gemeente Deventer en de voormalig gemeenten Bathmen en Diepenveen.

1

Archiefinstellingen vervullen in democratische landen een essentiële functie als bewaarplaats van het verleden en een hedendaagse rol bij het controleerbaar maken van de overheid. Een archiefinstelling is dan ook een uitgelezen plek waar je als historicus werk kan doen dat zowel direct binding heeft met de geschiedenis en ook een maatschappelijke functie heeft. Zodoende zijn archieven een ideale belichaming van de het idee achter de MA-History Today: hoe kan ik mijn studie geschiedenis toepassen in de moderne maatschappij. De vestiging Deventer van het HCO heeft een bijzonder mooie collectie oude documenten; het oudste dateert uit de 12

e

eeuw. Als bloeiend regionaal centrum en reservezetel voor de bisschop van Utrecht kon Deventer zich met recht een van de vooraanstaande steden van de Nederlanden noemen tijdens de late middeleeuwen. Dit heeft geresulteerd in een groot middeleeuws archief wat voor de historicus een rijke schat aan bronnen oplevert en een aantrekkelijke werkplek.

Naast de rijke geschiedenis van de stad speelt mijn persoonlijke geschiedenis ook een rol bij de keuze voor deze stageplaats. Geboren en getogen in Schalkhaar, inmiddels een buitenwijk van Deventer geworden, heb ik mijn jonge jaren in deze omgeving doorgebracht en daardoor een binding met de regio gekregen. Ook wetende dat het archief zich bevindt in een mooi middeleeuws klooster was voor mij een extra reden om te kijken of ik hier wellicht mijn stage kon lopen.

Ik heb het Stadsarchief Deventer een mail gestuurd, met een korte uitleg over wie ik ben en dat ik op zoek was naar een stageplaats. Na een korte mailwisseling met degene die

uiteindelijk ook mijn stagebegeleider zou worden, Cees Tromp, heb ik een eerste gesprek gehad op maandag 13 maart 2017. Hierin hebben we de perspectieven besproken. Het gesprek ging vooral over het hoe en wat van een stage volgen, het is voor het Stadsarchief Deventer ook de eerste keer dat ze een stagiair hebben, en wat een mogelijk onderzoeksonderwerp zou kunnen zijn. Ik had als mogelijk onderwerp de kerkelijke geschiedenis van Schalkhaar in gedachte. Vanuit het Stadsarchief Deventer was er echter behoefte aan een onderzoeksgids voor kadastrale bronnen in de periode vóór 1832. Dit leek mij een zeer leuk en geschikt onderwerp en na de uitwerking van de details van de opdracht en het schrijven van een stageplan hadden we als startdatum 18 april uitgekozen.

Stageopdracht

Aan het begin van de stage is de volgende opdracht geformuleerd: “Het hoofdonderzoek zal zijn het in kaart brengen van de bronnen die aanwezig zijn voor huizenonderzoek voorafgaand aan het jaar 1832, het jaar waarin in Deventer het kadaster werd opgericht. Het HCO Deventer is in het bezit van een onderzoek gids van de periode na 1832, maar voorafgaand aan deze periode ontbreekt een dergelijke gids. De Stage-opdracht bestaat uit de het opstellen van een gids voor huizenonderzoek in de periode voor 1832.

1 “Over ons” Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer, accessed 9 juli 2017,

https://www.stadsarchiefdeventer.nl/over-ons-0.

(4)

Hierbij zal ik in ieder geval het volgende moeten doen - Relevante bronnen identificeren en organiseren

- Het type vraagstelling dat deze bronnen kunnen beantwoorden bepalen en toelichten - Hoe complementeren de verschillende bronnen elkaar en op welke manier kan dit het

beste benut worden?

- Hoe verhouden de bronnen van voor 1832 zich tot de kadastrale bronnen van na 1832 zodat de informatie die er is over deze cesuur heen getild kan worden?

Het doel van deze opdracht is een onderzoek gids te schrijven voor de website van het Stadsarchief Deventer (www.stadsarchiefdeventer.nl). Deze gids moet ervoor zorgen dat archiefgebruikers thuis al vooronderzoek kunnen doen zodat zij gericht en goed voorbereid onderzoek kunnen doen op de studiezaal. Idealiter zou de opzet van deze gids ook toegepast kunnen worden op vergelijkbare documenten in het HCO Zwolle. Daarnaast zal ik een advies opstellen voor het gebruiksvriendelijk toegankelijk maken van de kadastrale bronnen van voor 1832. Tot slot zal ik een advies opstellen over welke bronnen voorrang moeten krijgen bij digitalisatie.”

Beschrijving HCO Stadsarchief Deventer

Het Stadsarchief Deventer is sinds juli 2016 onderdeel van het Historisch Centrum Overijssel.

De hoofdvestiging van het HCO is in Zwolle Daarvoor was het archief een onderdeel van hey Stadsarchief en Athenaeumbilbiotheek (SAB) in samenwerking met hogeschool Saxion. De belangrijkste taak van het archiefgedeelte is het bewaren en toegankelijke maken van de archieven van de stad Deventer en de voormalige gemeente Diepenveen en Bathmen. Het archief is gevestigd in het Olde convent of Bagijnenklooster in het centrum van de stad. Het is gesplitst in twee panden. Het ene pand bestaat uit de kantoren en een aantal depots. Het andere pand heeft de studiezaal waar bezoekers stukken kunnen raadplegen en een aantal andere depots. Tevens zit in het pand van de studiezaal ook de Athenaeumbibliotheek.

Werkzaamheden bij het HCO

Eerste twee weken: Uitleg, kennismaking en inwerken.

Als stagiair was mijn opdracht zoals al vermeld een onderzoeksgids te schrijven voor huizenonderzoek vóór 1832. De eerste week bracht ik door met bekend worden met de werkplek, de stadsgeschiedenis van Deventer doornemen en literatuur bestuderen over huizenonderzoek. De daaropvolgende week was mijn stagebegeleider ziek, maar wel bereikbaar via de mail. Ik heb toen voornamelijk het inlezen in het onderwerp voortgezet.

Daarnaast heb ik van de atlasspecialist Annelien Keen een uitleg gekregen over

huizeonderzoek na 1832. We hebben de onderzoeksgids voor huizenonderzoek na 1832

doorgelopen zodat ik bekend werd met archiefonderzoek doen in de periode van 1832 naar

het heden. Na deze uitleg volgde een uitleg over huizenonderzoek door de oud-

(5)

archiefbeheerder en inmiddels vrijwilliger Hylle de Beer. Hij legde uit dat er straatboeken zijn en dat deze een administratie vormden over de periode vóór 1832. Deze boeken waren echter niet volledig dekkend in de administratie en zodoende zijn er aanvullende bronnen nodig die de gaten opvullen om een compleet beeld te krijgen van de eigenaarsgeschiedenis van een huis. Door middel van verkoopakten, schuldbewijzen en bronnen waaruit familieverbanden afgeleid kunnen worden kan een onderzoeker proberen de gaten in de administratie op te vullen.

Derde tot en met 8

e

week: Zelfstandig onderzoek doen

In de derde week heb ik met mijn stagebegeleider besproken wat mijn plan van aanpak zou kunnen zijn voor het opstellen van de onderzoeksgids. Ik had al bedacht dat de hoofdlijnen van mijn onderzoek zich zouden moeten richten zich op de straatboeken (een achttal boeken, dat per wijk de eigenaren en wisselingen daarvan registeren) en renunciaties (verkoopaktes van onroerend goed). Naast een uitleg over hoe je deze bronnen kan gebruiken is de

toegevoegde waarde van de onderzoeksgids de archiefgebruiker een handvat te bieden over de verschillende paden die er nog zijn als de straatboeken en de renunciaties geen verdere

informatie geven of als het spoor doodloopt.

Het startpunt voor onderzoek was er dus vanuit het Stadsarchief Deventer wel. Wat er miste was een systematische manier om door de bronnen heen te gaan en een document dat die systematiek uiteenzette voor archiefbezoekers. Ik moest me op twee aspecten richten: vanuit de informatie die er is, hoe vul je gaten met andere typen bronnen en hoe leg ik systematisch uit aan de archiefgebruiker hoe deze zich het beste door de bronnen heen kan werken in zijn onderzoeken. Om die twee aspecten goed te kunnen verwerken in een gids was werd mij aangeraden om zelf een voorbeeldonderzoek te doen. Dit onderzoek zou mij eerstehands ervaring geven met onderzoek doen in de studiezaal en kon daarnaast dienen als

voorbeeldonderzoek in de gids zelf.

Ik startte door twee panden uit te zoeken in de binnenstad Deventer waarvan ik redelijkerwijs vermoedde dat ze een spoor hadden achtergelaten in de bronnen. De panden die ik uitzocht zijn allebei oud, namelijk al gebouwd in de vijftiende eeuw, en hebben dienstgedaan als woonhuis. Het gaat om de Papenstraat 28 en de Sandrasteeg 4a. Omdat ze bewoond waren en geen kerkelijk of stadsbezit kon ik er redelijkerwijs vanuit gaan dat ze met enige regelmaat verkocht zijn en zodoende sporen hebben achtergelaten in de administratie. Uiteindelijk heb ik maar één van de twee panden uitvoerig onderzocht en heb ik het pand in de Sandrasteeg vrij snel laten vallen zodra het duidelijk werd dat het pand in de Papenstraat lang te volgen was.

Het startpunt van mijn onderzoek was uitzoeken welk kadasternummer het pand in de Papenstraat had zodat ik zeker wist dat ik het juist onderzoeksobject te pakken had. Daartoe gebruikte ik de onderzoeksgids van A. Keen voor kadersteronderzoek.

2

Daarmee heb ik de

2 . “Voorbeeldonderzoek Kadaster en bewoners 1832-heden” Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer. Accessed 9 juli 2017,

https://www.stadsarchiefdeventer.nl/subfiles/stadsarchiefdeventer/voorbeeldonderzoek_kadaster_en_bewoners_

1832-heden_1_0.pdf.

(6)

panden gevolgd van 1832 naar het heden en kon ik dus met zekerheid stellen dat ik het juiste pand te pakken had. In eerste instantie was het uitzoeken van mijn pand richting heden een kwestie van de depots inlopen, de bronnen opzoeken, nummers noteren en die stappen

herhalen. Dit werd echter eenvoudiger toen ik me bedacht dat ik de aanvraagnummers van de bronnen kon opzoeken op mijn mobiel in het depot, en helemaal eenvoudiger toen ik erop gewezen werd dat het Stadsarchief net één week geleden toegang had gekregen tot de archiefviewer. Met hulp van de archiefviewer kon ik op de studiezaal digitaal het kadaster raadplegen en was het afronden van mijn onderzoek in de richting van het heden snel gelukt.

Dit stuk van het onderzoekspad heb ik uiteindelijk niet verwerkt in de gids, behalve dat ik refereer aan de gids van A. Keen, zodat onderzoekers zelf ook hun pand kunnen verifiëren.

De volgende stap was om met het kadasternummer van 1832 via de lokale concordans de corresponderende pagina’s in de straatboeken op te zoeken. Dit leidde me naar de eerste en tweede serie straatboeken. Via deze straatboeken en met behulp van een door C. Tromp gecreëerd transcript van het eerste straatboek had ik een lijst namen waarmee ik aan de slag kon door ze aan elkaar te koppelen. Met de namen kon ik aan de slag in de indexen op de renunciaties, zodat ik die kon gebruiken om een koppeling te maken tussen mensen in het straatboek en eventuele missende personen die wel eigenaar zijn geweest van het pand.

In de indexen vond ik vele ingangen en hoewel ik in eerste instantie redelijk wat hulp nodig had van C. Tromp kon ik na een paar dagen mezelf redelijk een weg slaan door de

handgeschreven teksten uit die periode. Nu was het een kwestie van heel veel verschillende renunciaties lezen. Ik las de documenten met een dubbele insteek, ten eerste wat is de informatie die hierin staat voor mijn onderzoek en ten tweede hoe zijn deze documenten gestructureerd en wat kan ik met die structuur.

Na het doorlezen van een aantal renunciaties en het op een verkeerd pad komen door

onvoldoende attent te zijn op de belendende panden had ik een redelijke grip gekregen op dit type document. Het was echter slechts in één van de stappen van mijn onderzoek het relevante type document. Aangezien ik niet verder kwam via de renunciaties moest ik andere type bronnen raadplegen, voornamelijk gericht op de familiebanden tussen personen. Ik ging dus weer terug naar indexen raadplegen en daarna de bronnen bekijken, al was het vaak bij documenten als doopregisters genoeg om de indexen in te zien om de relevante informatie te weten te komen.

Ook heb ik meegewerkt aan het invoeren in MAIS Flexis van de OAT 1832. Het HCO Stadsarchief Deventer bezit een Excel bestand waarin de OAT 1832 staat. Voor een

digitaliseringsproject zijn zij bezig om dit in MAIS in te voeren. Na een korte uitleg heb ik op een aantal momenten ook data zitten invoeren om mee te helpen met dat project.

Achtste tot en met twaalfde week: Afronding onderzoek en schrijven gids

Omdat ik gezien de beperkte duur van de stage niet te lang wilde wachten met het opstellen

van mijn onderzoeksgids begon ik in de achtste week al met het schrijven ervan. In eerste

(7)

instantie was dat een kwestie van het bepalen van de structuur. Het leek me handig om de gids op te splitsen in verschillende delen om de begrijpbaarheid en leesbaarheid van de gids te vergroten. Het leek me niet praktisch om een uitleg over de bronnen te verwerken in de lopende tekst. Ik heb daarom besloten om de gids op te splitsen in drie delen; in het eerste deel uitleg over de opbouw van de gids, wat de gebruiker kan verwachten en hoe de gids te gebruiken is; in het tweede deel per periode toelichting op de vraag hoe een onderzoeker het beste door de bronnen heen kan gaan, gevolg door mijn voorbeeldonderzoek; in het derde deel per relevante bron voor huizenonderzoek een aanwijzing hoe een gebruiker er het beste mee om kan gaan; welke toegangsnummers eraan verbonden zijn en ter illustratie een aantal foto’s van de bronnen bijgevoegd om de gebruiker een beeld te geven van wat hij of zij kan

verwachten. Tot slot heb ik afsluitend een drietal bronnen aangegeven voor en een vijftal websites welke handig zijn voor de archiefgebruikers bij het onderzoek doen.

De bijgevoegde eerste versie ben ik op dit moment aan het verbeteren naar aanleiding van de feedback die ik van verschillende mensen binnen het HCO heb gekregen. Daarnaast heb ik een kort lijstje met adviezen opgesteld die ik aan de heer Tromp zal overhandigen zodra ik de verbeterslag afgerond heb.

Evaluatie

Wat heb ik kunnen betekenen voor de stagegever?

De heer Tromp heeft me in een van onze eerste gesprekken verteld dat archiefbezoekers bij het Stadsarchief Deventer ruwweg in te delen zijn in drie categorieën. Er komen professionals die bouwtekeningen willen hebben voor een verbouwing van een pand. Bezoekers komen er om hun familiegeschiedenis te onderzoeken en scholieren komen er voor een rustige plek om te studeren. Voor de tweede categorie mensen gaat het vaak om twee zaken, huizen en personen. Het Stadsarchief Deventer was al voorzien van een gids voor het doen van

kadasteronderzoek, maar het had geen gids voor de archiefgebruiker om verder in te tijd terug te gaan dan het kadaster. Er zijn wel bronnen en het stadsarchief heeft ook al een lijst

opgesteld van die bronnen die op de studiezaal beschikbaar is. Ook waren er reeds indexen op een aantal van die bronnen zodat ze effectief doorzoekbaar zijn, maar er was nog geen gids waarmee bezoekers zich systematisch een weg door de bronnen konden vinden.

De bijdrage voor de organisatie die ik geleverd heb, is een systeem aanbrengen in hoe een onderzoeker zich een weg kan banen in huizenonderzoek vóór 1832. Hierbij moet worden opgemerkt dat vanwege de aard van de gids het type vraag dat er aan gesteld kan worden zich beperkt tot van wie was welk huis op welk moment. Je zou in principe uit specifieke bronnen specifieke stukjes informatie kunnen vissen en dat benoem ik in het deel van mijn gids waarin ik de specifieke bronnen bespreek. Uiteindelijk is de gids zo gegroeid dat het een gids is die zich voornamelijk richt op eigenaarschap van huizen.

Tijdens het onderzoek kwam ik een aantal bronnen tegen die niet geïndexeerd zijn,

bijvoorbeeld de notariële archieven. Daarnaast zijn de indexen op de renunciaties opgesplitst

in een serie boekwerken. Als dit soort bronnen geïndexeerd of gedigitaliseerd worden is het

voor de archiefgebruiker een heel stuk eenvoudiger om onderzoek te doen. Hiertoe heb ik een

(8)

document opgesteld waarin dat per bron aanstip waarom ik van mening ben dat deze

gedigitaliseerd of geïndexeerd dient te worden. Tot slot heb ik een bijdrage geleverd aan het invoeren van de OAT 1832.

Welke Kennis en vaardigheden uit de studie heb ik benut?

Allereerst heb ik bronnenkritiek toegepast op elke stuk en elk type bron dat ik gebruikt heb voor mijn onderzoek. Wat kan ik hiermee, wat haal ik eruit, door wie is de bron opgesteld en met welk doel? De ervaring die ik daarmee al opgedaan had tijdens de studie komt nu goed van pas. Daarnaast is de algemene kennis van een historicus over een periode, aangevuld door specialistische literatuur van groot belang. Deze kennis gekoppeld aan enig gevoel voor je inleven in het verleden heeft me erg geholpen als ik zat te denken over het waarom en hoe van stedelijke administratie. Een idee hebben van welke zaken om welke reden bewaard blijven geeft automatische een idee over hoe er verder gezocht kan worden en hoe verschillende stukken informatie verband met elkaar kunnen houden. Daarnaast is een kennis van het verleden ook van belang om bijvoorbeeld administratieve veranderingen in de Franse tijd te kunnen plaatsen in de juiste context. Wat ook zeer van pas kwam was een besef dat zaken vroeger heel anders konden heetten.

Ook heb ik veel baat gehad van het vak: Historische methoden: Archieven & internet. Dit vak gaf concreet ervaring met het doen van archiefonderzoek als gebruiker. De ervaring van onderzoeker zijn in het archief heb ik zeker gebruikt bij het opstellen van de gids. Daarnaast gaf het enige affiniteit met het werken in een archief en hoe het er op een studiezaal aan toe gaat.

In welke mate zijn de leerdoelen bereikt?

De leerdoelen zoals gesteld in het stageplan zijn:

Werkervaring opdoen op academisch niveau.

Dit gedeelte is gelukt, maar dat spreekt voor zich.

Archivalia verzamelen, selecteren en verwerken.

Ik heb de bronnen die mij relevant leken voor de onderzoeksgids allemaal in het derde deel van de gids besproken. Daarin wordt vermeld welke informatie ze bevatten en waar ze te vinden zijn. In een aantal gevallen wordt de uitleg gevolgd door afbeeldingen met daarin voorbeelden van de bronnen waarin ik aangeef in welke secties de relevante informatie te vinden is.

Onderzoek gids opstellen voor geïnteresseerden.

-Publieksgericht schrijven.

Ik heb de gids geschreven met het idee dat mensen er zich mee uit de voeten moeten kunnen

maken ook als ze geen of zeer beperkte ervaring hebben met archiefonderzoek. Daarom heb

(9)

ik de gids erg stapsgewijs opgebouwd. Daarnaast heb ik ter illustratie een aantal afbeeldingen ingevoegd waarin ik relevante informatie aanwijs in de afbeelding zelf.

-Vraaggericht schrijven.

Dit gedeelte is iets onderbelicht gebleven. De gids richt zich op huizenonderzoek in de periode vóór 1832. Welke vraag daaraan gesteld word staat de archiefgebruiker vrij zolang het maar gaat over huizeneigenaren. Het is wat dat betreft wat eenzijdig geworden. Wel is bij de verschillende bronnen aangegeven wat voor informatie er te vinden is, ook als dit niet direct verband houden met huizenonderzoek.

Werken in teamverband.

In eerste instantie heb ik uitleg gekregen over het functioneren van het Stadsarchief Deventer, kadasteronderzoek en de opzet van de straatboeken. Daarbuiten heb ik vrij zelfstandig mijn onderzoek uitgevoerd. Als ik vragen had kon ik altijd terecht bij de heer Tromp en mevrouw Keen. Daarnaast heeft de heer De Beer een aantal keer waardevol advies gegeven over hoe ik het beste mijn onderzoek voort kon zetten. Verder heb ik ervaring opgedaan met hoe het is om op een kamer met twee à andere mensen te werken. Dit was erg gezellig en een goede

ervaring.

Digitaal beschikbaar maken van geschreven werken.

Dit gedeelte ben ik nog niet aan toegekomen. Na de afronding van de gids zal deze wel beschikbaar worden gesteld op de website van de het Stadsarchief.

Adviezen opstellen naar behoefte van de vragende organisatie.

Ik heb op dit moment een document opgesteld wat ik zal overhandigen aan de heer Tromp op de laatste dag bij het HCO zodat ik enige dingen die nog naar voren kan ook kan invoegen.

Inzicht in de praktische handelingen die archiefwerk vereist: een idee krijgen hoe de organisatie van boven naar beneden is opgezet.

Ik heb inmiddels een redelijk beeld van hoe het HCO Stadsarchief Deventer is opgebouwd. Ik weet redelijk wat iedereen doet, waarom ze het doen en wie waarvoor verantwoordelijk is.

Daarnaast heb ik gezien hoe men in een werkomgeving collegiaal met elkaar omgaat en ook wat er gebeurt als niemand iets kan doen omdat het netwerk eruit ligt.

Welke nieuwe kennis en vaardigheden heb ik opgedaan en hoe was de aansluiting van de opleiding met de beroepspraktijk?

Allereerst heb ik goed oud schrift leren lezen, dat is iets waar ik nog vrij weinig ervaring mee had en inmiddels kan ik vrij soepel het Nederlands van de vroegmoderne tijd. Daarnaast heb ik ervaring gekregen in het bewerken van afbeeldingen. Ik heb het idee dat de

geschiedenisopleiding zich vrij goed leent voor een baan als archiefmedewerker. Ik kon de

materie eenvoudig begrijpen, en vanuit de studie geschiedenis leer je goed om verschillende

bronnen aan elkaar te koppelen om te komen tot de informatie die je zoekt. De archiefwereld

is naar mijn idee een wereld waarin je als historicus erg snel vertrouwd ben. Nu heb ik niet te

maken gehad met het direct toegankelijk maken van bronnen, dus dat gedeelte van het vak

vind ik lastig om te beoordelen.

(10)

Begeleiding tijdens de stage

De begeleiding was uitstekend voor zover ik dat kan beoordelen. Ik zat op mijn werkplek vlak naast de heer Tromp en zodoende kon ik snel en direct vragen stellen als dat nodig was. De heer Tromp is erg vriendelijk en naar mijn idee konden we het uitstekend met elkaar vinden.

Wat ik erg fijn vond was dat als ik ergens tegenaan liep tijdens het onderzoek dat ik dan simpelweg even terugliep van de studiezaal naar de werkplek, uitlegde wat het probleem was en dat de heer Tromp dan vaak nuttige suggesties kon geven over hoe ik mijn onderzoek kon voortzetten. Maar het alleen al vertellen van waar je tegenaan loopt hielp mij ook al enorm met het doorgronden van wat nu eigenlijk het probleem was.

Daarnaast heb ik ook de nodige begeleiding gehad van mevrouw Keen. Zij is de

atlasspecialist en heeft mij ten eerste het kadaster uitgelegd. Daarnaast kon ik ook bij haar terecht als ik tegen zaken aanliep in mijn onderzoek en was ze altijd bereid om suggesties te geven of mij op andere paden te wijzen.

Tot slot heb ik nog de nodige hulp gehad van vrijwilliger en oud stadsarchivaris De Beer. Hij heeft een zeer grondige kennis van wat er allemaal in het archief aanwezig is en kon mij een aantal malen verder helpen met mijn onderzoek.

De begeleiding kan ik alleen maar samenvatten als uitstekend, altijd als ik vragen had of ergens niet uitkwam kon ik terecht bij mensen die me verder hielpen.

Bijdrage stage aan carrièreperspectieven

Ik heb het aanbod van de heer Tromp voor een referentie, dat is altijd handig. Daarnaast heb ik enige ervaring van werken in een archiefinstantie en werken bij een overheidsinstantie. Ik heb het werk in ieder geval ervaren als leuk en stimulerend.

Conclusie

In mijn twaalf weken bij het HCO Stadsarchief Deventer heb ik zeer waardevolle ervaringen opgedaan. Werken in een groep, zelfstandig functioneren met een duidelijk gedefinieerde opdracht, mijzelf een professionele houding geven, allemaal bijzonder nuttige ervaringen. De bijgevoegde onderzoeksgids is het eindproduct zoals ik dat afgeleverd heb aan het einde van de stage. Het is ook te vinden op de website van het HCO Stadsarchief Deventer. Ik hoop dat het archief en de bezoekers er veel aan gaan hebben.

Het was vooral ook een leuke ervaring. Ik kon het goed vinden met de mensen daar en naast dat er hard gewerkt wordt kunnen we ook goed lachen met elkaar als we samen op de kamer wat afpraten, er draaide vaak Arrow classic rock en het voetbal werd besproken. Mijn vorige werkervaringen waren vakkenvullen bij de Albert Heijn en bijles geven aan scholieren, dat zijn geen werkervaringen waarbij je in een echt collegiale omgeving werkt.

Ik heb de vaardigheden van de studie geschiedenis in het bijzonder en academische

vaardigheden in algemeen moeten aanwenden en zo heb ik enig idee gekregen van wat er zoal

van mij gevraagd kan worden als ik eenmaal afgestudeerd ben en ergens aan het werk ga.

(11)

Literatuuropgave

Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer. “Over Ons” accessed 11 juli 2017.

https://www.stadsarchiefdeventer.nl/over-ons-0.

Historisch Centrum Overijssel Stadsarchief Deventer. “Voorbeeldonderzoek Kadaster en bewoners 1832-heden”. Accessed 9 juli 2017.

https://www.stadsarchiefdeventer.nl/subfiles/stadsarchiefdeventer/voorbeeldonderzoek_kadas

ter_en_bewoners_1832-heden_1_0.pdf.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De cateringgids geeft een overzicht van het cateringassortiment, geschikt voor alle wensen op het gebied van eten en drinken: van een kop koffie of thee bij een vergadering tot

De decaan verzorgt onder andere de coördinatie van alle LOB-gerelateerde zaken binnen de school, LOB-materialen voor gebruik door leerling en mentor, voorlichting voor ouders,

61 De volgorde van de verkiezingen van de kandidaat- stuvers voor de mandaten voor de SRA is: (voorzitter), ondervoorzitter, secretaris NE, secretaris EN,

Ook als geen beroep op hem of haar wordt uitgebracht is het van belang dat de ‘bereidheid om naar een andere gemeente te gaan’ niet eerder bekend wordt dan wanneer de predikant

«een reden om bezorgd te zijn, dat de militaire kartografie te kort gedaan wordt. De landrentekaarten geven ook gelegenheid om, wanneer noodig, door ervaren topoqraien kaarten op

87.. de betrekkingen, waarin tot dusver geheel of grootendeels door uit- zending voorzien moest worden, maar als gevolg van de hooge wedde der uitgezondenen, zijn dat

ais de vijand uit elkander ging om zich daarna weer te vereenigen, verwachtte men van uitrukken geen voordeel of heil. Ondertussohen namen de kwaadwilligen in stoutheid toe.

In verband met Corona gaat een aantal zaken niet door, De leiding van de school is alleen verantwoordelijk voor de activiteiten die officieel door school georganiseerd worden..