JURISPRUDENTIE
®fzerubrieksignaleerten behandelt de belang·
fy'kstejurisprudentie op or-gebied. De rubriek
^ordtbeuttelings geschreven doormrÄdriaan
~prresteijn (ondernemingsrecht) enmrCuus
van Voss (sociaal recht).
&e#? cao met de or?
Staat de ondernemer vrij om aan de
onderne-sraad de bevoegdheid toe te kennen over de
ire arbeidsvoorwaarden te onderhandelen.
[Resident rechtbank
Hiravenhage 19 mei
Partikel 32
e J het raadgevend
ingeni-, rsoedrijf Grabowsky wer-isenongeveer250mensen. Er en
ondernemingsraadin-Jteld. Voor de bedrijfstak Ij dt geencao.DeDiensten-d°n
denFNVenCNVhad-^ n'a
tenwetenovereenon-j rrier ningscaotewillenon-aerhandelen. De directie
*oorddeechterdatliever ^ deondernemingsraadte
st„e n.'d a n met externe
in-die bovenin-dien , va * een klein gedeelte
t ^ "et personeel
vertegen-! Q ^digen. Hierna sprak 1 aDowsky in een
conve-a)nt niet deoraf dat jaarlijks
^O r de n overlegd over de
en secundaire
ar-v^«svoorwaarden. Hierop
k *°chten de bonden in
(je geding Grabowsky en
(,°",tegebieden ziehte
ont-li "d e n van iedere
hande-bev t o t gevolg heeft dat
Wo °e8dheden aan de or
terr · t o egekend op het
^
beid V a n d ed e P Pr i m a i r e ar i m a i r e a r"
tee);SVoorwaarden. Het
sys-„j^vandeWORzouervan gen a n d a l
onderhandelin-over primaire arbeids-W
primaire arbeids-bOtldWaarden aan de
vak-|u i .e n toekomen, met
uit-ifj l n g V a« de or.
Toeken-d« nder gelijkebevoegd-cn
zoueeninbreukbete-kenen op het in verdragen vastgelegde recht van de vakbonden op onderhande-len over arbeidsvoorwaar-den.
De rechter leidde uit de wets-geschiedenis, jurisprudentie en literatuur af, dat door-gaans geen instemmings-recht wordt toegekend aan de ondernemingsraad terza-ke van primaire arbeidsvoor-waarden. Artikel 32 WOR geeft de werkgever echter de mogelijkheid om aan de or verderebevoegdhedentoete kennen. Deze mogelijkheid is niet beperkt. Het feit dat dit nog niet was meegedeeld aan de bedrijfscommissie vormde geen bezwaar, om-dat het volgens de wetsge-schiedenis voldoende is als ondernemer enor het over de uitbreiding eens zijn. Daar-aan doet niet af dat drie van de zeven or-leden zieh niet (meer) met het sluiten van het convenant kunnen ver-enigen. Dezetoekenningbe-perkt werknemers niet in het aan internationale verdra-gen ontleende recht zieh te organiseren en collectief te onderhandelen en actie te voeren.
Hoewelonomstreden isdatde wetgever ten aanzien van de primaire arbeidsvoorwaarden
hetprimaat heeft willengeven aan de vakbonden, beletditop zichzelfniet datook de onder-nemingsraad zieh daarmee soms Maat. Bij het instem-mingsrecht van artikel 27 WOR kunnen primaire ar-beidsvoorwaarden alaan de ordekomen, bijvoorbeeldmet betrekking tot een reglement. De mogelijkheid van uitbrei-ding van bevoegdheden bij cao of ondernemersbesluit is niet beperkt. De rechter kon moeilijk anders dan dat nog eens vaststellen.
De uitkomstis bovendien ook inhoudelijkjuist. De aloude vrees dat de positie van de werknemers bij onderhande-lingen zwakker is als die niet via de vakbond worden verte-genwoordigd gaat niet altijd op. Daarwaar de vakbond on-voldoende leden heeft zullen andere wegen worden gezocht om te onderhandelen over de arbeidsvoorwaarden. De or ligtdan voordehand. Zijn de werknemers van mening dat die te veel ander druk van de ondernemer Staat, dan kun-nen zijalsnog onderhandelin-gen via de vakbond eisen. Overigens is een cao juridisch wel teprefereren boven een convenant met de or, omdat de afdwingbaarheid van een cao juridisch veel sterker is. Dit geldtvooral voor individu-ele werknemers, tenzij in hun contract het convenant weer wordt opgenomen. Het is ook niet uitgesloten dat een conve-nant met de or de basis legt voor een latere cao met de vak-bonden.
Watzou de vakbond wel kun-nen doen ?A Is de ondernemer
j het vakbondslidmaatschap
zou frustreren, bijvoorbeeld doorintimidatie, zou zijdaar-tegen op kunnen komen. Ook een actie legen de ondernemer wegens zijn gebrek aan be-reidheid om te onderhandelen met de vakbonden alszodanig is welmogelijk. Hoewelde Ne-derlandse wetgeving de on-dernemer niet tot onderhan-delen met de vakbonden ver-plich t, zijn er in de rech tspraak
wel aanknopingspunten te vinden voor actiesop dit punt. Het oordeel van de rechter zou dan ongetwijfeldmedeafhan-gen van de organisatiegraad bij het bedrijf. Tenslotte be-staat er ook nog het recht op collectieve actie. Een procedu-re tegen de or die een conve-nant stuit is daarentegen niet alleen juridisch kansloos, maar maakt ook de indruk van een zwaktebod van de vakbonden.
Guus Heerma van Voss