• No results found

Is uw or-reglement al aangepast?, OR-informatie 19 juni

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is uw or-reglement al aangepast?, OR-informatie 19 juni"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hetjaarisom:

Is uw or-reglement al aal

Als gevolg van de wijziging van

de Wet op de

ondernemingsra-den per 1 april 1990, moesten

de reglementen van de

onder-nemingsraad binnen een jaar

worden aangepast.

Er zullen nog wel heel wat

on-dernemingsraden zijn die dat

nog niet hebben gedaan. In

de-ze bijdrage wordt nagegaan in

welke gevallen aanpassing

no-dig is en wat de gevolgen

kun-nen zijn van het achterwege

la-ten van de noodzakelijke

maatregelen.

Guus Heerma van Voss

De wijziging van de Wet op de onder-nemingsraden per 1 april 1990kanook wijziging meebrengen voor het regle-ment van de ondernemingsraad. Waar gaat het nu precies om?

Guus Heerma van Voss is

universitair hoofddocent sociaal recht aan de Rijksuniversiteit Limburg

De wet kent in de eerste plaats een nieuwe procedure tot het vaststellen van reglementen (zie artikel 8 WOR). De ondernemingsraad mag een regle-ment nu zelf vaststellen. Hij regelt daarin hetgeen bij of krachtens de WOR ter regeling is opgedragen of overgelaten. Het reglement mag niet in strijd zijn met de wet en ook een goede toepassing van de wet niet in de weg staan.

Voordat het reglement wordt vastge-steld moet de ondernemingsraad de ondernemer in de gelegenheid stellen zijn standpunt kenbaar te maken. Goedkeuring van de bedrijfscommissie is in tegenstelling tot vroeger -niet meer nodig. De ondernemings-raad stelt het reglement na het hören van de ondernemer zelf vast. Als het reglement is vastgesteld moet de on-dernemingsraad direct een exemplaar verstrekken aan de ondernemer en aan de bedrijfscommissie. Meent de on-dernemer dat er toch sprake is van strijd met de wet dan kan hij zelf naar de bedrijfscommissie en eventueel de rechter stappen om het reglement aan te vechten.

De SER is bevoegd ten aanzien van de reglementen bij verordening zaken uniform te regelen hetzij voor het hele land, hetzij voor bepaalde bedrijfstak-ken. Van die bevoegdheid heeft de SER nog geen gebruik gemaakt. Wel heeft de SER een Voorbeeldreglement uitgebracht. InditboekjegeeftdeSER te kennen nog te overwegen om bin-dende regeis vast te stellen met betrek-king tot de verkiezingen en de kies-groepen. Dat is echter nog niet ge-beurd, zodat vooralsnog deze zaken in het reglement behoren te worden gere-geld.

Om de ondernemingsraden de nodige tijd te geven tot aanpassing, kregen zij daarvoor van de wetgever een jaar. Derhalve moesten de reglementen zijn aangepast per 1 april 1991. Veel onder-nemingsraden zullen dit nog niet heb-ben gedaan, hetzij uit onbekendheid met de regeling, hetzij omdat de tijd te kort was. Bovendien is er vaak ge-wacht op het Voorbeeldreglement van de SER dat pas in januari 1991 werd uitgebracht.

De wettelijke overgangsregeling be-paalt dat bepalingen in reglementen die voor 1 april 1990 zijn goedgekeurd door de bedrijfscommissie, worden geacht met toestemming van de onder-nemer te zijn vastgesteld. Dit laatste is vooral van belang voor onderwerpen waarvoor die toestemming is vereist (instelling van commissies, afwijkend aantal leden ondernemingsraad en dergelijke). Bepalingen in die oude re-glementen met betrekking tot de in-stelling van commissies werden voor-lopig beschouwd als instellingsbeslui-ten van die commissies zoals de wet die thans vereist.

De ondernemingsraad moet echter be-palingen die in strijd zijn met de wet binnen een jaar aanpassen en ook de besluiten om commissies in te stellen in overeenstemming met de wet bren-gen. De vraag is nu welke wijzigingen dit betreft?

Een van de belangrijkste aspecten van de nieuwe regeling is het feit dat de commissies niet meer in het reglement worden geregeld. De reden hiervoor is dat het reglement niet meer de goed-keuring van de bedrijfscommissie

(2)

topderisico's

kjepast?

hoeft. Aangezien de instelling van de commissies nogal ingrijpende gevol-gen heeft voor de ondernemer (hij moet de leden van de commissie im-mers diverse faciliteiten verschaffen), moet hierbij de goedkeuring van de ondernemer worden gevraagd. Bij be-zwaar van de ondernemer kan de on-dernemingsraad wel de goedkeuring vragen van de kantonrechter (na be-middeling van de bedrijfscommissie) om de commissie alsnog te kunnen in-stellen. In de kleine ondernemingen kan de commissie slechts met goed-keuring van de ondernemer worden ingesteld (artikel 35a, eerste lid onder c WOR).

De procedure is hierbij, dat de onder-nemingsraad zijn voornemen om een commissie in te stellen schriftelijk voorlegt aan de ondernemer, met ver-melding van de taak, samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de commissie.

Als de ondernemingsraad aan de com-missie bevoegdheden wil overdragen dan moet dit in het instellingsbesluit worden vastgelegd. Dit kan bij vaste commissies alle voor het betreffende onderwerp relevante bevoegdheden betreffen, met uitzondering van het voeren van rechtsgedingen. Bij een on-derdeelcommissie kan de bevoegd-heid om overleg te voeren met de dege-ne die in het betreffende onderdeel de leiding heeft worden overgedragen. Dan gaan alle bevoegdheden van de ondernemingsraad ten aanzien van de aangelegenheden van het onderdeel over, tenzij de ondernemingsraad be-sluit een onderwerp zelf te behande-len. Ook hier gaat niet de bevoegdheid over om rechtsgedingen te voeren. Ook voor de voorbereidingscommis-sies (die vroeger niet in het reglement behoefden te worden geregeld) is nu

een instellingsbesluit nodig dat aan de ondernemer moet worden voorgelegd. Het komt mij voor dat bepalingen in oude ondernemingsraadsreglemen-ten met betrekking tot commissies niet na de overgangstermijn van een jaar zijn vervallen. Maar wel kan dit wor-den gezegd van bepalingen die niet overeenstemmen met de wet. In die ge-vallen kan de ondernemer dus eisen dat een nieuw instellingsbesluit wordt genomen. Tot die tijd kan hij de betref-fende commissies de faciliteiten waar-op zij recht hebben onthouden. Om die reden is het het verstandigst om voor alle commissies een nieuw instellings-besluit te nemen. Het Voorbeeldregle-ment van de SER bevat hiervoor voor-beelden.

Een tweede belangrijk onderwerp dat in het reglement geregeld moet wor-den betreft de verkiezingen. Zo moet worden geregeld:

of de onderneming wordt ver-deeld in kiesgroepen (artikel 9 WOR);

of het personen- of lijstenstelsel wordt aangehouden (artikel 10 WOR);

de vervulling van tussentijdse va-catures (artikel 10 WOR). Deze zaken moesten ook al vroeger in het reglement staan, zodat het op zich-zelf niet noodzakelijk is om hierin iets te wijzigen. Anders ligt dat met betrek-king tot van de wet afwijkende regelin-gen.

Met name betreft dit de zittingsduur van de ondernemingsraad. Volgens de oude wet was de zittingsduur van de ondernemingsraad twee jaar. In afwij-king daarvan kon de ondernemings-raad in het reglement regelen dat de le-den drie jaar zitting hadle-den. In de nieuwe regeling hebben de leden vol-gens de wet drie jaar zitting. In het re-glement kan ημ bepaald worden dat hetzij om de twee jaren wordt af-getreden;

hetzij om de vier jaren wordt afge-treden;

hetzij om de twee jaren voor de helft.

Is het reglement dus niet herzien bin-nen de wettelijke termijn dan geldt thans de wettelijke zittingstermijn van drie jaar, ongeacht wat op dit punt vroeger gold of door de onderne-mingsraad wordt gewenst. Ook beper-kingen aan de herkiesbaarheid van le-den moeten opnieuw in het reglement

Voorbeeldregelement

Het Voorbeeldreglement voor

onderne-mingsraden, editie januari 1991, is te

bestellen bij de Dienst Bestuurszaken en Voorlichting van de Sociaal-Eco-nomische Raad, Postbus 90405, 2509 LK 's-Gravenhage. Prijs: f 7,50

070-3499499 ö 070-3832535

worden geregeld en gelden thans niet meer op basis van een oud reglement. Wanneer de ondernemingsraad een regeling wil waarbij de leden om de twee jaren voor de helft aftreden dan moet bovendien worden voorzien in een overgangsregeling.

De verkiesbaarheid voor de onderne-mingsraad is wettelijk als volgt gere-geld : actief kiesrecht (stemrecht) heeft de persoon die tenminste een half jaar in de onderneming werkt; passief kies-recht (het kies-recht op de lijst te staan) heeft de persoon die minstens een jaar in de onderneming werkt (artikel 6, tweede lid WOR). Bij de kleine onder-nemingen geldt ook het actief kies-recht pas nadat men een jaar werk-zaam is. Bovendien hebben hier slechts degenen actief en passief kies-recht die minstens een derde van de normale arbeidstijd werken (artikel 35a, eerste lid onder a WOR). De ondernemingsraad kan in zijn re-glement afwijken van deze regelingen ten aanzien van de diensttijd, indien dit bevorderlijk is voor een goede toe-passing van de WOR in de onderne-ming. Vroeger kon dit alleen door een besluit van de bedrijfscommissie. Ook als men vroeger zo'n besluit had van de

(3)

bedrijfscommissie, zal thans in een nieuw reglement een dergelijke bepa-ling moeten worden opgenomen, om-dat de wet dit voorschrift thans vereist en aan het oude besluit van de bedrijfs-commissie de juridische basis is ko-men te ontvallen.

De ondernemingsraad moet zijn werk-wijze in het reglement regelen (artikel 14 WOR). Het betreft in elk geval:

de werkwijze van de onderne-mingsraad;

de gevallen waarin de onderne-mingsraad bijeenkomt;

de wijze van bijeenroeping; hetquorum;

de uitoefening van het stemrecht; de voorziening in het secretari-aat;

het opmaken en bekendmaken vandeagenda;

het tijdstip van meedelen van de agenda;

het opmaken en bekend maken van de verslagen van de vergade-ringen en het jaarverslag van de ondernemingsraad.

Deze bepaling is op zichzelf niet ver-anderd. De in het oude, goedgekeurde reglement geregelde werkwijze geldt in principe onverkort. Wel is van be-lang dat de bepalingen niet in strijd mögen zijn met de (gewijzigde) wet. Is dat het geval dan moeten ook hiervoor nieuwe reglementsbepalingen worden gemaakt. De vraag is dan wat ten aan-zien van het betreffende punt in de tus-sentijd geldt en of de ondernemer eventueel moeilijk kan doen met be-trekking tot bepaalde punten waar-voor de reglementsbepaling niet geldt.

De ondernemingsraden die hun regle-ment nog niet hebben aangepast aan de in 1990 gewijzigde WOR, doen er goed aan dit op körte termijn te doen. Gebeult dit niet, dan

β hangen de faciliteiten voor de commissies in de lucht, indien hun re-geling niet overeenkomt met de nieu-we nieu-wet;

β zullen in een aantal gevallen af-wijkende regeis van toepassing wor-den met betrekking tot de zittingster-mijn;

De VHP, vakorganisatie voor

middelbaar en hcger

perso-neel, luidt de noodklok. Nog

teveel ondernemingsraden

hebben hun reglement niet

aangepast aan de laatste

wets-wijziging en dat kan op den

duur tot problemen leiden,

zegt

medezeggenschapsdes-kundige mevrouw

Nekkers-Kxuis.

Thom Meens

Volgens VHP-deskundige Nekkers-Kruis is haar de afgelopen tijd steeds vaker gebleken dat veel onderne-mingsraden hun reglement niet op tijd hebben aangepast aan de wetswijzi-ging. Die wijziging van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) dateert alweervan 1 april 1990, maar voor het aanpassen van de reglementen hebben ondernemingsraden een jaar de tijd gekregen. Deze termijn is inmiddels ook verstreken.

De VHP'ster: 'Ik merk de afgelopen weken steeds weer bij cursussen die ik geef, dat een heleboel ondernemings-raden hun reglement nog niet up to date hebben gemaakt. Ik heb toch min-stens wel zo'n 120 VHP-onderne-mingsraadsleden gesproken. En wat me nog meer verbaasd heeft, is dat veel or-leden hun eigen reglement niet heb-ben gelezen. Voorzitters en secretaris-sen kennen het meestal wel, maar ik betwijfel of veel andere or-leden het reglement kennen.'

De wijziging van de wet heeft onder meer gevolgen voor de instelling van commissies. Een or die een commissie wil instellen, moet daarvoor een apart besluit nemen en daarin precies taak, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de commissie regelen. De bestuurder moet instemmen met de instelling van de commissie.

Wat precies de consequenties kunnen zijn als een or het reglement niet tijdig heeft aangepast aan de wet, weet Nek-kers niet. 'Het heeft in ieder geval alles te maken met de rechtszekerheid. Als je voor een procedure bij de kanton-rechter komt, moet je toch op zijn minst voldoen aan de wettelijke eisen. Anders ben je niet eens ontvankelijk. Datzelfde geldt voor procedures bij de Ondernemingskamer. Die is zo vrese-lijk formeel. Dan mag je geen steken laten vallen.'

De mening van het VH Ρ wordt in grote lijnen gedeeld door het FN V Centrum Ondernemingsraden. Een medewerk-ster daar laat desgevraagd weten dat ook bij de FNV veel vragen over het reglement binnenkomen. 'Vooral vlak na de wetswijziging kwamen er veel ondernemingsraden met vragen over het kiesstelsel en de commissies. En nog steeds krijgen we een aantal keren per week vragen over het reglement.' Specialist Vink van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft minder zieht op het probleem. 'Niemand hoeft het hier te melden en dan krijg je dergelijke Signalen ook niet. Maar ik heb laatst wel een signaal gekregen van een van de scholingsin-stituten overhetzelfde onderwerp. Het wordt dus wel geconstateerd.' β zijn afwijkende regelingen ten

aanzien van de diensttijd in verband met het kiesrecht niet meer van toepas-sing; een nieuwe regeling terzake kan bovendien nu zelf worden getroffen; • zijn bepalingen van het reglement die in strijd zijn met de wet niet meer geldig.

Gezien het feit dat toezicht van de be-drijfscommissies op de reglementen tegenwoordig ontbreekt, is het eens te meer van belang dat de ondernemings-raad er zelf op toeziet dat het regle-ment correct is. Dit kan het eenvou-digst worden bereikt door het Voor-beeldreglement van de SER zoveel mogelijkaantehouden. <

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

12.3. Het wedstrijdblad moet voor de wedstrijd door beide ploegverantwoordelijken ondertekend worden, waardoor deze zich akkoord verklaren met de inhoud ervan. Het wedstrijdblad

De Mgemeene Secretaris, (w.. Bij afwezigheid van den resident, zal de landraad door den secretaris worden gepresideerd, geassisteerd door den oudsten op lieni volgenden ambtenaar

Indien de klacht betrekking heeft op een lid van het College van Bestuur dan kan direct een klacht worden ingediend bij de Raad van Toezicht of de commissie zoals bedoeld in

Dezetoekenningbe- perkt werknemers niet in het aan internationale verdra- gen ontleende recht zieh te organiseren en collectief te onderhandelen en actie te voeren..

was widespread in both printed texts and illustrations, immediately comes to mind. Did it indeed reflect something perceived as a real social problem? From the punishment of

De eerste rege- ling betreft zowel de veiligheid, gezondheid of het welzijn van de werknemers in verband met de arbeid (omdat deze gevolgen heeft voor de werkdruk) als de waarneming

Van eenwijziging van een regeling is volgens de kantonrechter slechts sprake indien de bestaande regeling dooreen besluit vande ondememer an- ders wordt, in die zin dat die

Voor woningzoekenden die vóór de inwerkingtreding van deze verordening in de regio Noord- Kennemerland werden aangemerkt als starter, geregistreerd stonden als woningzoekende in de