• No results found

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID EN

DEMOCRATIE

Zaterdag 1 November 1953 •

Mo.IJt

De eer~te winst geboekt

<Zie pag. 3)

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

BESCHAMEND

E .

r is over de woningnood en over de daarmee _ samenhangende problemen, voor welker so~

lutie de overheid te onzent zich na de bevrijding mede geplaatst zag, reeds zoveel gesproken en geschreven, dat het verspilling van tijd en van woorden zou zijn, zo wij daaraan nog iets toe~

voegden.

Zo overbodig als dit zou zijn, zo onbillijk zou het wezen, er de overheid een verwijt van te ma~

ken, dat zij de juiste weg om uit deze nood te geraken niet aanstonds klaar vóór zich heeft ge~

zien. Enerzijds toch was de omvang van de na~

oorlogse woningnood zonder enig vergelijkbaar precedent, anderzijds bestonden er een ongeken~

de materiaalschaarste en een gedesorganiseerde bouwnijverheid met een tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Bovendien werden alom proe~

ven genomen met nieuwe bouwsystemen, waar~

over men hier te lande nog niet op grond van eigen ervaring voldoende tot oordelen bevoegd

scheen. ·

Dat het onder deze omstandigheden niet ge~

makkelijk was tot een weloverwogen plan te ko~

men, naar welks verwezenlijking met vaste hand kon worden gestreefd, is even begrijpelijk als het menselijk is, dat er vergissingen werden begaan, die soms wel de indruk moesten wekken dat het inderdaad aan een weloverwogen plan en aan een vaste ltand ter uitvoering daarvan haperde.

• • •

1

n één opzicht intussen werd wel met vaste hand gestuurd: het dirigisme, dat in deze na~

oorlogsjaren hoogtij vierde, moest en zou ook op dit gebied triomferen. Practisch gesproken werd vrijwel alle bouw overheids~ of semi~overheids~

bouw. Wat er nog overbleef voor de particuliere bouwondernemer - dat is immers altijd die ver~

maledijde speculant, die enkel door het vulgaire winstbejag en het vuige eigenbelang gedreven wordt dat aan de Staat en zijn dienaren te enen~

male vreemd is! - moest dan bovendien nog stukje bij beetje in harde strijd veroverd worden op het bureaucratische van het kastje naar de

muur~stuursysteem, dat zich veilig beschut wist achter een welhaast ondoordringbare haag van verordeningen, bepalingen en voorschriften.

*

*

V

oor wie zich met dit alles niet al te geredelijk mocht kunnen verzoenen bleef er één troost.

De overheid, die zo alle tien vingers in de houw~

"pap hield zou er. wel voor zorgen, dat men nu niet weer verviel in de euvelen die de huizen~

bouw~op;.grote~schaal in het tijdperk van het ka~

pitalistische individualisme aankleefden. Er zou~

den aesthetisch verzorgde, solide en behagelijke wooncomplexen gebouwd worden tegen voor ieder betaalbare huren. Geen da~capo's van de beruchte Amsterdamse Pijp!

• (Zie pag. 3j

H

et resultaat laat zich zo langzaam aan over~

zien. Wie Nederland doorreist ziet het lanq met nieuwe Pijpen als bezaaid. Een halve eeuw geleden zong Frederik van Eeden: "Hoe zijn de tijden zonder glans! hoe leit de schoonheid wond/

aan ploertigheid vervaarlijk kruis genageld voor den grondi/De grauwe steden dijen uit d' eenvor~

mig droeven bouw

I

de zwarte rook bevuilt het kruid der groenende landouw".

Wat pijn zou deze sociaal~ voelende aestheti~

cus - voor wie, al was hij "anarchist", alle so~

cialisten in Vadertje Drees' jeugdjaren een warm plekje in hun hart hadden! - wel geleden heb~

ben, wanneer hij nu eens door Amsterdam~ West naar Halfweg of van Den Haag naar het West~

land had moeten wandelen .•.••

* * *

T

oegegeven: massale bouw is, gezien de ach~

terstand die er na '45 was in te halen en ge~

zien ook onze steeds toenemende bevolking on~

vermijdelijk. Dat die massale bouw tot een dood~

se en geestdodende eenvormigheid moest leiden als waartoe thans de bouw van overheidswege is ontaard, mag zeker niet tot het onvermijdelijke gerekend worden': het is slechts een symptoom van de verstarring die wij als één der ernstigste bezwaren van alle dirigisme bij voortduring tegen dit stelsel aanvoeren.

Toegegeven: het is niet minder dan een natio~

nale ramp, dat in de huidige ongekende woning~

nood voorzien moest worden in een tijd waarin enkele van de voornaamste bronnen van ons na~

tionale inkomen ophielden te vloeien, terwijl lo~

nen en prijzen stegen tot tevoren niet gekende hoogte. Niet dan door enorme bijdragen à fonds perdu kan de overheids~ of semi~overheidsexploi~

tatie van woningen kunstmatig in stand gehouden worden. Dat de huren moesten stijgen, wordt door ieder als vanzelfsprekend aanvaard. Maar niet als zodanig wordt aanvaard noch mag aan~

vaard worden, dat de overheid er niet in is ge~

slaagd voor deze hogere huren dan ook de wat grotere gezinnen woonruimte te bieqen, waarin zich het gezinsleven normaal kan ontplooien.

* * *

wij spreken ditmaal niet van het trage tempo waarin de achterstand op woninggebied wordt ingehaald. Dit is een kwestie op zichzelf, met zoveel aspecten dat wij er in een beschouwing van meer algemene aard slechts in 't voorbijgaan op kunnen wijzen.

Waar we nog wel iets over zeggen willen, dat · is over de kwaliteit van het merendeel der nieuw gebouwde woningen. Op grond van eigen, he~

perkte, waarneming zou ons oordeel hieromtrent niet gunstig kunnen luiden. Maar die waarne~

ming is inderdaad te beperkt dan dat we daaruit een conclusie zouden durven trekken, afgezien dan nog van ons gebrek aan vakkundigheid.

Wij - en velen met ons - zullen zo niet ge~

schrokken .(want we vermoedden het alreeds) dan toch wel heel ernstig verontrust zijn door hetgeen hieromtrent onlangs gezegd werd door een alleszins deskundig man, Ir. Alozery, direc~

teur van de Gemeentelijke Woningdienst te Am~

sterdam. Deze verklaarde - aldus lazen wij_ in De Telegraaf - dat vele na de oorlog gebouwde woningen heneden de gemiddelde eis blijven en naar zijn schatting een levensduur van ongeveer 25 jaar hebben.

Hiermede is de overheid zo ongeveer aange~

land op het standpunt, dat in de voor~oorlogsja~

ren de heer Sickesz in daverende advertenties als hoogste economische wijsheid verkondigde: Iaat iedere nieuwe generatie alle woningen, door de voorgaande generatie gebouwd. afbreken. Dan blijft ec werk aan de winkel!

FIASCO

De

Telegraaf concludeert, dat hier een onge- kende geldsmijterij plaats vindt, waarbij de grootste excessen van het kapitalisme verbleken.

Het gaat - zo constateert het blad - hier om een milliarden~affaire en - wat nóg erger is - om het levensgeluk van duizenden en tiendui- zenden.

Terecht, want bij een levensduur van 25 jaar voor "vele" van de na de oorlog gebouwde wonin- gen komen we in een blijvende toestand van woningnood te verkeren met al de gevolgen van dien - ook de geestelijke en zedelijke gevolgen - die woningnood reeds thans voor ons volk in zo ruime mate blijkt op te leveren.

Wij zullen de laatsten zijn om de veelgesmade Nieuwe Pijp~houw te verheerlijken. Maar de toen gebouwde huisjes bieden althans nu, na ze- ventig jaar nog, tienduizenden een onderdak, waarvan de huidige overheid - alle fraaie theo~

rieën ten spijt ..- nog een "dankbaar" gebruik laat maken door wie zij daarheen "dirigeert".

Een levensduur van 25 jaar voor nieuw~

gebouwde woningen. Dat is wel een beschamend fiasco van ons na~oorlogse woningbouw~heleid!

G. A. DE RIDDER.

. ... ,,,,,,, ...

,,,,,,,,,,,

..

Wij willen doodgewoon

ons ledental verdubbelen. Wij vinden dat dat tijd wordt en dat de tijd er naar is.

Het gaat goed in onze partij. ,De Kamer~

fracties werken harder dan ooit. Hun arbeid trekt steeds meer de aandacht, ook en vooral buiten onze eigen kringen. In de Provinciale Staten en in de gemeenteraden maken de onzen zich verdienstelijk. Ons weekblad stijgt langzaam doch zeer regelmatig in lezerstaL Er is een Liberale herleving te bespeuren, niet alleen in de zozeer vergrote en verdiepte werkzaamheid van onze plaatselijke afdelin~

gen, niet alleen in de activiteit, de zéér ver~

diepte en verbrede activiteit, van onze gehele

partij~apparatuur, doch zeker óók in de

re~actie der ànderen op onze actie: een ver~

jongd liberalisme uit een verjongde partij, trekt, ook bij de tegenstanders, de aandacht.

Daar moet, zuiver~organisatorisch, een bre~

dere basis voor worden gebouwd. De partij~

als~zodanig, de tastbare, zichtbare, voelbare partij moet die bloei voeden. De partij~als~

zodanig moet de bodem zijn waaruit de libe~

rale werkzaamheid haar sappen trekt. ldeolo~

gisch: uit haar liberale levensinzicht; doch óók nuchter~materieel: de mensen en het geld moeten uit de partij komen; de mensen en het geld: om al het vele dat voor ons te doen valt dan ook te doen.

Daarom is niets gewoner, eenvoudiger, lo~

gischer en meer voor~de~hand~liggend, dan dat wij nu zeggen: wij gaan de Partij groter maken.

Hoe groot?

Wij zijn tot de conclusie gekomen dat ver- dubbeling van het ledental al het minste is, dat wij als eis mogen en kunnen stellen.

Ieder lid brengt een nieuw lid aan.

Doet U méé?

Met 2 vermenigvuldigen is nog gemak- kelijker don U denkt.

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

(2)

VIllillEID llN DEKOORATD: ! NOVEMBER 18118 - PAG. I

Ontmoetin.l{ met Nieuw Guinea (Vl)

Slechte verbindingen vormen een ernstige handicap voor het bestuurs-apparaat

Adviesraad kwam nog slechts éénmaal bijeen

Zoals ik in èen vorig verslag al heb medegedeeld, zijn de bestuursgebouwen van de residentie West-Nieuw-Guinea, welke bestaat uit negen onderafdelingen, alle gevestigd op het eiland Doom.

gezamenlijk bepaalde verbeteringen tot stand te brengen . met het geld, dat zij voor de verkoop van gronden aan de oliemaatschappijen ontvangen.

Wat de reden is geweest, dat men het bestuursapparaat aldaar heeft onder- gebracht, is mij niet bekend, maar vastgesteld moet worden, dat in verband met de gebrekkige verbindingen, dit eiland moellijk te bereiken is en dientengevolge dus niet een gunstige plaats vormt.

Deze radja's zijn alleenheersers, maar moeten toch regelmatig aan de leden der gemeenschappen, waarvan zij zich hoofd beschouwen, verantwoording afleggen.

In feite passen de radja's in het geh-eel niet in de gemeenschappen der Papoea's daar zij een overblijfsel zijn uit de tijd, dat de sultan van Tidore het gezag over een gedeelte van Nieuw-Guinea had. Zij werden door hem aangesteld en zijn in deze waardigheid gebleven, ook nadat dit gezag ophield te bestaan.

·vooral nu de oliemaatschappijen, die te Sorong·- aan de overzijde van het elland op 't vasteland - zijn gevestigd, zulk een groot complex gaan vormen, ligt bet voor de band, dat een ieder zou verwachten, dat aldaar ook de hoogste bestuursinstanties van dit hele gedeelte van Nieuw-Guinea zouden zijn onderge- bracht.

Wel is waar tracht men nu terrein ter beschikking te krijgen voor het vestigen van een bestuurscentrum, maar aangezien hier al zo veel grond door de olie-

maatschappijen in bezit is genomen, blijkt dit momenteel niet gemakkelijk te zijn. In deze residentie is in 1951 gevolg ge- geven aan de instructie van de Neder- landse regering om een Adviesraad in te stellen. Deze Adviesraad zou men min of meer kunnen vergelijken met onze Provinciale Staten, een vergelijking, wel- ke natuurlijk maar ten dele opgaat.

Naar mijn opvatting is de residentie West-Nieuw-Guinea met haar negen onderafdelingen 't slechtst geoutilleerd van alle plaatsen, welke wij bezocht hebben.

Op een betrekkelijk klèine ruimte zijn hier de verschillende overheidskantoren ondergebracht, terwijl het natuurlijk wenselijk is, dat deze kantoren ver- spreid zijn geve.stigd over de gehele . landstreek, waar zij het bewind moeten uitvoeren en het gezag moeten verte- genwoordigen.

Het practisch totaal ontbreken van wegen, het niet beschikken over vaar- tuigen, zijn oorzaken, dat de bestuurs- ambtenaren hier alleen contact met de streken, welke zij moeten besturen, kun- nen onderhouden door middel van koe- riers, die de grote afstanden te voet moeten afleggen.

Daarnaast maakt men hiervoor ge- bruik van militaire patrouilles, want ook op Doom is een militair garnizoen onder- gebracht.

Het was voor ons Missieleden een typi- sche waarneming toen wij ontdekten, dat hier het enige Gouvernementsziekenhuis gevestigd is. De geneesheer-directeur, dr Zuiderhoek, had vanzelfsprekend een heel lijstje met allerlei wensen.

En al was hem dit jaar voor het eerst een bedrag van f 100.000,- ter beschik- king gesteld voor uitbreiding van het ziekenhuis en het treffen van de hoogst noodzakelijke voorzieningen, de duurte van het materiaal en het gebrek aan ge- schoolde arbeidskrachten zijn oorzaak, dat toch nog maar weinig verbeteringen kunnen worden aangebracht.

Een zak .cement voor f 70

Een bedrag van ! 100.000,- lijkt zo veel, maar als men eens nagaat, dat b.v.

een zak cement f 60,- à f 70,-kost, dan begrijpt men wel, dat, indien men begint te bouwen, dit bedrag zal smelten als sneeuw voor de zon.

Patiënten zijn er helaas genoeg en bij ons bezoek aan het ziekenhuis stonden zelfs bedden in de gangen en in de apo- theek. Dit kwam ook al, omdat dr Zul- derhoek hart voor zijn werk heeft en er moeilijk toe kan komen patiënten te weigeren ...

Deze geneesheer-directeur heeft behal- ve de leiding van dit Gouvernements- ziekenhuis ook nog de verantwoordelijk- heid voor een groot gedeelte van West- Nieuw-Guinea. Hier echter tournée's te

ga~ maken is. een onbegonnen werk, daaar de hem ter beschikking staande Simavi-boot al maandenlang defect is.

Vóór de komst van dr Zulderhoek was deze boot al in ongerede geraakt. Zij is '&oen per K.L.M.-boot naar Hollaudia ver- Yoerd om gerepareerd te worden 'en zij Is daar nu al ruim 9 maanden onder han-

•en. aangezien door· het ontbreken van

•nderqelen in de reparatie geen voprt- gang zit.

Vraagt men zich af, hoe deze boot toch zo defect is gekomen, dan kan men de reden weer vinden in gebrek aan ge- schoold verantwoordelijk personeel. De bemanning heeft altijd bestaan uit Pa- poea's en zoals ik reeds eerder opmerkte, vakbekwaam zijn deze mensen niet.

Verschillende besprekingen zijn gehou- den met de resident Maurenbrecher en de controleurs, die te Doom hun bureau hebben.

Ook deze controleurs· komen hoogst- zelden in het hun toegewezen bestuurs- gebied, enerzijds door gebrek aan ver- voer, anderzijds doordat zij zoveel admi- nistratief werk te verrichten hebben en

practisch niet beschikken over assisten- ten. Zij durven het niet aan voettochten te gaan ondernemen, omdat dit betekent, dat zij dan weken afwezig zullen zijn.

Lezers van deze reisindrukken, die vroeger in Indië in de buitengewesten werkzaam zijn geweest en· dus practisch in dezelfde omstandigheden hebben ver- keerd. zullen hierover misschien hun schouders ophalen, maar ja, dan zal mij de opmerking van het hart moeten, dat de tegenwoordige jongemensen misschien iets minder doortastend zijn en gemak- kelijker. zijn uitgev::.llen dan die van een vroeger geslacht en dat men eenzelfde ervaring ook zal opdoen bij de tegen- woordige ambtenaren.

Wat ik hier opmerk ten aanzien van de controleurs, geldt even goed voor de resident zelf.

In zijn gebied zijn onderafdelingen, welke hij nog nooit heeft bezOèht. Dit komt mij als een onhoudbare toestand voor, waarin dringend verbeteringen moeten worden gebracht.

Nogmaals, ik geef toe, dat men zeer gehandicapt wordt door de bar slechte verbindingen en door het feit, dat in dit gebied geen telefoon- of telegraafverbin- dingen zijn aangelegd.

Samenwerking onder de Papoea's

De inheemse bevolking schijnt van de gang van zaken bij de oliemaatschap- pijen, waar alles goed georganiseerd is, wel wat geleerd te hebben.

Zo vernamen wij, dat, in tegenstelling met andere gebiedsdelen - want de Papoea leeft van nature zeer op zich zelf - juist in deze omgeving verschil- lende gemeenschappen van Papoea's tot een zekere samenwerking zijn gekomen.

Onder leiding van radja's trachten zij

Als voorzitter van deze Adviesraad is toen gekozen de reeds eerder door mij genoemde Papoea, Joh. Ariks.

De Raad is tot op heden nog slechts éénmaal bijeen geweest voor een zitting van enkele weken, maar daarbij is het nog steeds gebleven. De verkeersmoei- lijkheden zijn ook hier weer één van de oorzaken, dat het uiterst moeilijk is dit lichaam bijeen te roepen.

En vanzelfsprekend is het dikwijls erg moeilijk om uit de practisch nog onbe- kende streken de juiste vertegenwoordi- gers te kiezen, om dan nog maar niet te spreken van de taalmoeilijkheden, gezien de vele dialecten, welke de Papoea's op Nieuw Guinea spreken. De algemene con- versatietaal op deze bijeenkomst was Maleis.

Èen afscheid

Vrijdagavond vond er een ontvangst plaats bij de resident, waar wij onder meer weer aantroffen de verschillende vooraanstaande personen, die wij ook te Sorong hadden ontmoet en van wie de meesten behoorden tot de Nederlandse Nieuw-Guinea Petroleum Maatschappij

(N.N.G.P.M.)

Deze ontvangst was tevens het afscheid van dit gedeelte van Nieuw-Guinea en des Zaterdagsmorgens vertrok de Missie, na eerst een boottocht gemaakt te heb- ben naar het vliegveld Jefman per Da- kota van de K.L.M. naar Merauke, de laatste plaats, welke door ons zou wor- den bezocht voor het eindbezoek aan Holalndia.

Deze vliegtocht onderscheidde zich niet van de andere, zij het dat deze veel lan- ger duurde, omdat de afstand Sorong- Merauke zeer groot is, ook al omdat wij

DEZE BURGER

heeft met innig plezier dat plaatje in de kranten bekeken, vorige week, van dat rijtje fijne, grote heren-in-rok.

Op de linkervleugel van het rijtje stond een Nederlandse minister.

Op de rechterhoek van het rijtje stond een Franse minister.

De Nederlandse minister keek geweldig-in-zijn-sas met een hoge Franse onderscheiding.

De Franse minister keek enorm-in-zijn-hum met een hoge Nederlandse onderscheiding.

Wanneer zo'n Franse minister thuiskomt, roept hij dan: "Chérie, ik heb er wéér één bij gekregen; o wat ben ik heden blij"?

Wanneer zo'n Nederlandse minister thuis komt, roept hij dan: "Zeg Merie, kèpper weer één, hoeveel zijn dat er nou in totaal? Moejussien hoe fijn-d-ie blinkt"?

Ik weet het niet.

Maar op mij, als burger, als nuchter, koel, intelligent deel van de natie, rnaaki zo iets - mag ik het maar even ronduit zeggen, excellenties? - maakt zo iets een krankjorumroe indruk.

Ik vind het-om heel oprecht te zijn, excellenties -kinderspul. Verouderd kinderspul. Helemaal uit de tijd. En helemaal dwáás.

Zouden wij daar nu niet eens mee ophouden? Wat zegt U?

Zegt U: "laat ze maar; baat het niet, het schaadt 66k niet"?

Ik geloof, dat U het dan mis hebt.

Ilé geloof dat iedereen, behalve die heren-in-rok op dat plaatje, die sterren- ruil kinderlijk-belachelijk vindt.

En ik geloof dat dat niet goed is voor het prestige van het instituut dier sterrenruilerij, een instituut dat toch uitvloeisel is van hogere dingen.

Hogere dingen die wáárde hebben voor

DEZE BURGER

niet over de bergtoppen vlogen, maar practisch steeds de kustlijn volgden.

Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik de temperatuur overal zeer dragelijk vond. Zelf heb ik het nooit te warm ge- had, maar ik moet hierbij opmerken, dat ons bezoek wel zeer begunstigd is door het mooie weer, want regen <hebben wij haast niet gehad, waardoor die erg voch- tige en daardoor haast ondragelijke warmte was uitgesloten en wij tevens gespaard bleven voor een muggenplaag.

Van ons bezoek aan Merauke zal ik U de volgende week verhalen. Alleen kan ik nu al wel zeggen, dat de temperatuur aldaar nog beter was, vermoedelijk onder invloed van de koele temperaturen, wel- ke in die tijd in Australië heersten, terwijl de Zuidenwind er wel voor zorg- de, dat deze koelte ook haar invloed deed gelden in het Zuidelijk gelegen Merauke.

JohC.

Bij het Russische volk neemt het verlangen naar particulier eigendom toe

In de rij voor een auto

Een correspondent van de "Christian Science Monitor", Tom Whitney, die ne- gen jaar in Rusland heeft doorgebracht, deelde dezer dagen in een artikel mede, dat "vijf-en-dertig jaren Sovjet-socialis- me alleen tot gevolg schijnt te hebben gehad, dat bij het Russische volk het verlangen naar het bezit van particulie- re eigendom slechts is toegenomen".

Whitney. ging in 1944 als econoJnisch deskundige voor :het,~ liûJlis- terie van Buitenlandse Zaken naar Mös.;

kou. In 1947 werd hij door "Associated Press" tot vaste medewerker benoemd en later schreef hij ook voor de "Moni- · tor". Dit jaar is hij uit de Sovjet-Unie vertrokken.

De correspondent schreef onder meer:

.,Verondersteld wordt, dat het grote verlangen naar particuliere eigendom tot het verleden behoort en nog een over- blijfsel is uit de tijd van het kapit:llisme.

Er wordt aangenomen, dat het zal ver- dwijnen zodra het doel wordt bereikt - . het communisme.

Maar volgens mijn in negen jaar op- gedane ervaring neemt het verlangen·

naar het bezit van particuliere eigendom in de Sowjet-Unie eerder toe dan af.

Naar mijn mening moet de Sowjet-rege- · ring, indien zij prijsstelt op een tevreden bevolking, een goede dosis water in haar wijn doen."

Volgens Whitney kan een fortuinlijke Russische burger met heel veel moeite een klein stukje grond krijgen om daar- op een woning te bouwen, maar dat is geen eenvoudige kwestie. Voor ~e mees- te ingezetenen van Moskou zal de droom om eenmaal een huis te bezitten wel al- tijd een droom blijven, want het is niet eenvoudig een stukje grond toegewezen te krijgen of zelfs maar een aannemer te vinden, die bereid is het huis te bou- wen.

Het verlangen om een eigen uis te hebben, zo schreef hij, is niet de enige wijze waarin de trots zich eigenaar te kuRnen noemen zich openbaart; het ver-·

langen om een auto te bezitten is zelfs . nog sterker, ondanks alle moeilijkheden, die zich voordoen bij het stallen en het onderhoud.

Volgens Whitney scharen zich elke morgen lange rijen mensen voor een der autozaken om hun voorrang bij de aan- koop van een auto te behouden. Maar de prijs, die ongeveer overeenkomt met het loon van twee jaar en de eis, dat con- tant moet worden betaald, maken het vrijwel onmogelijk zich een wagen aaD

te schaffen. ·

Een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor de regering vormt de in de prijs opgenomen omzetbelasting, waardoor de prijs van vrijwel elk ver-,·.

bruiksartikel meer dan verdubbeld :'

. .t;i

wordt.

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 7 NOVEMBER 19U - PAG. I

V. V.D. ledenwervingsactie

Ons chequeboekie

J

a, dat hebben wij bij het lezen van deze regels nu wel allen ontvangen. Welk een bezit, welk een tegenwaarde vertegenwoordigt dit simpele boekje met de blauw en gele couponstroken erin.

Bij ontvangst zeker geen vet banksaldo, maar wel 5 nieuwe leden voor de V. V.D. Bij _het aanbten~

gen van deze nieuwe leden, gaat U dus de cheques verzilveren; elke cheque een nieuw lid, elk lid een grote aanwinst voor de V.V.D., een versteviging van de basis van onze partij.

Berg het chequeboekje niet in een lade van Uw bureau. laat het niet in de enveloppe zitten of

'rgens rondslingeren.

Neen, de juiste plaats voor dit chequeboekje is bij de heren in hun binnenzak en voor de dames in hun tasje, zodat U het steeds bij de h·and hebt en Uw kans kunt waarnemen op het .. psycho~

logische ogenblik" het nieuwe lid te boeken.

• • •

Wij steken de loftrompet

V

rijdagmiddag, 30 October j.l. reeds, werd door de post op het Algemeen Secretariaat van de V.V.D. te 's~Gravenhage, het eerste geheel vol~

geboekte Chequebol!kje afgeleverd. Dit was af~

komstig van ons lid

Mr. Th. F. Raedt, te Soest.

In drie dagen tijds dus, werden door dit actieve lid 5 nieuwe leden aangebracht en .... aldus ver~

zocht de heer Raedt nog: .,Wilt U mij direct een nieuw chequeboekje zenden?"

Na dit record echter, ontvingen wij de volgende dag bij de vele enkele coupons voor aanmelding van een nieuw lid, wederom vier volgeboekte chequeboekjes en wel van .

H.M. van Nieuwkerk te Schiedam E. Mak te Alkmaar

T. Koch te 's~Gravenhage

Dr. A.G. Breen te 's~Gravenhage

Ook aan hen is op hun verzoek een nieuw che~

queboekje uitgereikt!

Ga zo voort V.V.D.~Iedenl Uw enthousiasme hebben wij nodig voor het bereiken van ons doel en ter stimulering van elkeen, die zich met ons ten doel gesteld heeft

DE V.V.D. DUBBEL ZO STERK TE MAKEN.

• • •

De V. V.D.- competitie

I

n de handleiding van het Chequeboekje het~.

welk nu in het bezit is van elk lid van de V.V.D. wordt melding gemaakt van de sportieve competitie, verbonden aan de ledenwervings~aetie.

Het Hoofdbestuur van de V.V.D., overtuigd zijnde van het enthousiasme onder de leden, bij het bekend worden van de plannen om in kort tijdsbéstek (vóór eind December 1953) · DE V.V.D. DUBBEL ZO STERK TE MAKEN b~ft gemeend, niet alleen ter aanmoedigin!J, maar

eveneens als bewijs van waardering voor hetgeen in de komende twee maanden door de V.V.D.

leden voor de partij .,._t worden gedaan, het he~

kende gezegde

Voor wat, hoort wat

in daden om te zetten. Elk V.V.D. lid wordt bij het ontvangen van het chequeboekje (op naam uitgesteld), direct deelnemer aan de competitie.

Men dient daarvoor het deelname~zegel. afge~

drukt in de rechter bovenhoek van de pagina ,.Handleiding" in het chequeboekje te gebruiken.

Dit deelnamezegel moet worden opgeplakt op een wedstrijdformulier, (aanwezig in de gele enve~

loppe die men van het Hoofdbestuur ontvangt en aangehecht aan elk der Brochures), welk formu~

lier men dan, nadat het naar beste weten en kun~

nen is ingevuld, opzendt aan het volgende adres:

,.Competitie~Prijsvraag", Postbox 32, 's~Graven~

ha ge.

Reeds direct dingt men dan mede naar de vele, mooie en nuttige prijzen.

Het spreekt vanzelf echter, dat ieder zijn kan~

sen wil vergroten. Welnu, zoveel nieuwe leden als men aanbrengt, zoveel extra kansen kan men in de Competitie lopen!

Aan elke blauwe strook in het Chequeboekje bevinden zich immers twee zegels. Nu kan de eigenaar van het chequeboekje, bij het invullen van de verlangde gegevens op de coupons van elke strook onmiddellijk het voor hem/haar be~

stemde .. Extra~zegel", hetwelk zich bevindt in de rechter bovenhoek van de coupon~strook, behou ...

den; dit op een competitieformulier plakken, een nieuwe .. gooi" naar de oplossing van de beide

competitie~opgaven doen en het formulier weer aan bovengenoemd adres inzendexw Zo kan men zelf dus zijn kansen steeds vergroten.

Het tweede zegel, dat zich aan de aanmeldings- coupon (blauwe strook A) bevindt is bestemd voor het nieuwe lid. Bij contante betaling ont- vangt dit lid coupon A met zegel onmiddellijk.

Indien de contributie niet contant betaald wordt, stuurt men de coupon A met het daaraan gehech- te zegel naar het Alg. Secretariaat te 's~Graven­

hage. Dan ontvangt het nieuwe lid, direct na be ..

taling van de contributie, via zijn Afdelingsbe- stuur het voor hem bestemde zegel, waardoor deelname aan de competitie ook voor het nieuwe lid mogelijk wordt.

Hoe meer leden men aanbrengt, hoe meer kan~

sen men loopt in de competitie.

Een JU - dringend verband met onze beroep op de Middenstanders ledenwervingsactie

Kom ook in het zaken leven uit voor Uw overtuiging

H

et was een goede gedachte van de Centrales Arnhem en Nijmegen om vóór de aanvang van de gecombineerde vergadering ·op 24 Octo~

ber te Arnhem de heer Dorlas te verzoeken een inleiding te houden over de ledenwervingsactie in de V.V.D.

Deze inleiding was een duidelijke uiteenzetting van de bedoelingen van het Hoofdbestuur. Na afloop was er gelegenheid voor een korte dï"scus~

sie. De tijd liet echter niet toe uitvoerig in gedach~

tenwisseling te treden, hetgeen wel jammer was, aangezien verschillende vragen waren gerezen.

Ik stel het op prijs, dat in een onderhoud, dat ik na de vergadering met de heer Dorlas mocht hebben, hij mij vroeg mijn mening over het ge~

sprokene en de ledenwervingsactie in het alge~

meen kenbaar te maken, hetgeen ik hierbij gaarne doe.

Het besluit van het Hoofdhestuur tot het voe~

ren van een actié om het ledental van de V.V.D.

te verdubbelen verdient aller waardering, in der~

De tijd, dat men niet voor zyn politieke beginsel mocht uitkomen

is lang voorbij

daad is het aantal aangesloten leden lang niet in verhoudmg tot het aantal stemmen, dat op de V.V.D. wordt uitgebracht.

Wij zullen toch mogen aannemen, dat minstens 10% van de uitgebrachte stemmen bij elke verkie~

zing van leden moeten zijn en dat getal aanne~

mende, komen wij nog al wat lec\en te kort ..

Waarom blijven zo velen, die onze beginselen zijn toegedaan. en bij de verkiezingen op onze can~

didaten hun stem uitbrengen buiten onze organi~

sa tie?

Bij de een is het onverschilligheid ten opzichte van de politiek.

Bij de ander onbekendheid met onze beginse~

len en ons program.

Bij velen vrees, om hun politiek openlijk te be~

lijden, vooral bij neringdoenden en ambachtslie- den.

W1j, V.V.D.~ers moeten in dit verband ons spiegelen aan onze tegenstanders, indien ik de aangeslotenen bij andere politieke partijen zo mag noemen.

Niemand van dezen geneert zich om voor zijn politieke beginsel uit te komen. Tegen de ver~

kiezingen ziet men de aanbevelingsbiljetten van de leden voor de ramen van huizen en winkels.

Zij vrezen niet hun politiek kenbaar te maken en naar buiten uit te dragen.

Jammer is het, dat wij in onze partij andere er- varingen hebben,

Wanneer wij met de ledenwervingsactie begin~

nen, krijgen wij te horen: Je weet toch wel, dat je zeker kunt zijn van mijn stem. De beginselen van de V.V.D. ben ik geheel toegedaan, maar ik kan geen lid worden met het oog op mijn zaak of mijn bedrijf. Verkiezingsbiljetten voor de ramen han~

gen doet maar een enkele middenstander voor onze partij. Zij hebben vrees. Waarvoor?

De tijd, dat men niet voor zijn politiek begin- sel mocht uitkomen is toch lang voorbij. Deze vrijheid is toch aan ieder individu voorbehouden.

Waarom is bij andere politieke partijen bijna ieder lid een propagandist? De vrees, die in onze gelederen nog bestaàt moet verdwijnen vooral on ... · der de zakenmensen, de middenstand.

Bij ervaring weet ik, dat, wanneer men eerlijk voor zijn overtuiging uitkomt en men in de open~

bare lichamen het politiek program van zijn partij naleeft. men in zaken hiervan zeker geen nadeel zal hebben.

Het publiek en ook onze tegenstanders moeten weten waar ze aan toe zijn. Onze leden zullen openlijk voor hun overtuiging moeten durven uit ...

komen en hiervoor moeten strijden en propaganda maken.

Ik begrijp zeer goed, dat het Hoofdbestuur een financiële basis moet hebben om haar program te kunnen uitvoeren, vandaar het V.V.D. Waar- borgfonds, maar de ledenwervingsactie is toch bedoeld om de partij te versterken met een aantal leden, dat bereid is te werken voor het beginsel, dat wij nf}streven.

Dat daarnaast mensen worden gevonden, die ons financieel willen steunen is verheugend, doch de ledenwervingsactie moet een ander doel heb- ben, n.l. onze partij het aantal leden te bezorgen waarop zij recht heeft, en dan leden, die bereid zijn naast hun contributie ook hun werkkracht voor de partij te geven.

Het gaat dus zeker ook om de financiële basis van onze partij, doch het dubbeltje of kwartje per week contributie mag geen hoofdzaak zijn.

Dat de ledenwervingsactie een succes moge worden, door het aanwerven van actieve, strijd ..

bare ïeden, die zich bij het opgeven als lid van onze partij bewust zijn, dat zij verplicht zijn ons beginsel uit te dragen overal waar dat nodig is.

ADR. SCHOUTEN

Fractie~voorzitter V.V.D.

Provinciale Staten van Gelderland

(4)

'I NO~ER ltA - PA6, 4,

* parieme

DE REPLIEKEN BIJ DE ALGEMENE

Daags na de verkiezingen van het vorige jaar verscheen in "De Telegraaf" een plaat, waarop de minister-president was afgebeeld als de grote overwinnaar en welke plaat als onderschrift droeg: "Happy Drees is bere agaln".

Tijdens de rede, welke minister-president Drees de vorige week ter beantwoor- ding van de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer hield, kreeg de heer Oud, zoals hij bij de replieken onder algemene vrolijkheid opmerkte, wel sterk de indruk, dat "Happy Drees" weer aanwezig was. De minister-president is zeer ingenomen met het door hem gevoerde beleid en dat maakt, dat hij vanzelf eeni beetje kribbig is tegenover de critiek.

Minister Drees stelt het zo, dat er in Nederland veel vooruitgang is. Daar zijn wij het allen over eens. Al dat goede nu, vergeleken bij de toestand in Mei 1945, schrijft de minister-president op rekening van de verschillende Kabinetten, waar- van hij deel heeft uitgemaakt.

Er zijn, zo merkte onze fractie-voorzitter naar aanleiding hiervan op, echter ook andere zaken, waarin het beleid nu niet zo gelukkig is geweest, en wanneer ik ' dezelfde tactiek zou volgen als de minister-president, dan zou ik kunnen zeggen:

Voor alle gevallen, waarin het beleid niet zulke goede resultaten heeft opgeleverd, is ook de gehele verantwoordelijkheid voor de verschillende Kabinetten in het ver- leden, waarvan de heer Drees minister-president was.

D

e heer Oud noemde één voorbeeld van trekking hadden op hogere salarissen en de láatstgenoemde soort: het Indo- pensioenen voor allerlei categoriën van het nesië-beleid. Men zou kunnen vragen: hoe overheidspersoneel, op de oorlogs- (en later is het in Indonesië vroeger geweest? Een. ook de watersnood-) slachtoffers, de studen-

ordelijk land en een rustig land; een land ten~org en betere posities voor maatschap- onder een goed bestuur, waarin handel en pelJJ'ke we~kers(sters). . . bedrijf volkomen rustig en veilig hun taak NatuurliJk had de Kamer daar pleizter konden vervullen. over. Waarom ook niet? Het was een han-

En nu, zou men kunnen vragen, wat is digheidje, en dat moet men nu en dan kun- ervan terecht gekomen? Over de toestand, nen waarderen.

zoals die op het ogenblik is, hoeven wij niet Ma~~;: daarom lacht.e de Kamer ook èven te spreken, maar wat is terecht geko~en harteliJk on: de :eactte d~arop van de heer van de plicht van de Nederlandse Regermg Oud, aan wte zotets wel ts t~evertro~wd.

om daar orde en rust te verzekeren? Wat De heer Oud antwoordde btJ de repheken:

is er terecht gekomen van de verplichtin- Dat stuk van de minister-presid.ent deed mij gen in de Nederlands-Idonesische Unie? denke? aan ,een ouderwetse hm!Jlerl?ans-

Welnu, wanneer de heer Oud zou zeggen: rekenmg; zon heel lange rekemng m de van dat alles is niets terecht gekomen en trant van: ·een spijker hier in geslagen en dat is alleen voor de verantwoordelijkheid een spijker daar in geslagen. Als men die van de heer Drees en de zijnen, dan zou men hele rekening voor de neus krijgt, denkt hem antwoorden: Dat is buitengewoon on- men: wat is er verschrikkelijk veel gebeurd, rechtvaardig, om dat zo te stellen. dat zal een enorm hoog bedrag worden.

Maar: als de minister-president zo wil Maar dan valt het bedrag onder aan de spreken over al het goede,. dat zijn.Regerin- rekéning tenslotte toch nog wel erg mee.

gen in verleden hebben -verricht, dan moei . ~o'n timmer~a~srekeninj:. zei de he~r .•

·hij_ ooi~ de andere kant van de zaak willen Oud, had <de · mtmster-prest~ent nu opge- zien. Dat zou hem tot besèheidenheid kun- maakt voor de V.V.D.-fractte. En het was

nen stemmen. bovendien wel een beetje eenzijdig.

Ik geloof - zo zei prof. Oud - dat de Op gevaar af, dat de minister-presiden.t de

·heer Drees goed zal doen om ons nu in het rekening van de V.V.D. weer met een meu- vervolg al die éloges op het verleden te be- we post zou uitbreiden (namelijk voor: "uit- sparen. Het gaat op het ogenblik niet over breiding van de overh_ei~staak") •. vroeg ?e de vragen van het verleden, maar over de heer Oud: heeft de mmtster-prestdent mts- vragen van de toekomst. schien niet hier of daar nog een ambtenaar

• • *

E

en tweede opmerking van de heer Oud over het karakter van het be- toog van de minister-president was, dat die, naar zijn smaak, wel een beetje al te gevoe- lig is voor critiek. Die critiek gaat de minis- ter-president afreageren en die reactie was dit maal wel zeer in het bijzonder gericht geweest tegen de V.V.D.-fractie.

Waarom? Omdat wij oppositie zijn? Als dat zo was, dan had de heer Oud, naar hij opmerkte, weer wat geleerd, namelijk, dat de Regering op de oppositie kan afreageren, wat eigenlijk voor een deel van de Rege- ringspartijen is bestemd. Dat was de heer Oud vroeger nooit zo opgevallen!

Met een beeld, ontleend aan een jaren ge- ,Jeden gevoerde discussie in deze Kamer, zei

de heer Oud: de heer Drees is opgetreden als een ouderwetse bovenmeester, die een lastige klas een standje geeft, maar dat in werkelijkheid niet in de eerste plaats voor de klas is bestemd, maar voor de klasse- onderwijzer, die te zwa'k wordt geoordeeld.

- De heer Drees was zulk een bovenmeester geweest,, die een standje had uitgedeeld aan de V. V.D.-fractie, maar dat in werkelijkheid niet in pe eerste plaats was bestemd voor die fractie, maar voor anderen, dichter bij het Kabinet staanden, die de ministers veel moeilijkheden bezorgden en in belangrijke _mate met dezelfde critiek en dezelfde ge-

dachten kwamen als die boze V.V.D.-ers.

De critiek, welke de heer Oud had ge- oefend bljvoorbeeld op de hoogte van het uitgavenpeil, waarbij hij had gesproken va,t de noodzakel\i'kheid, om met de uitgaven naar beneden te gaan, was _op precies de- zelfde wijze gekomen van de heer Romme.

die zei: WÎ.Î geven een veel te groot deel van het nationaal inkomen aan Overheidsuitga- ven uit.

Die critiek was ook gekomen van de heer Schouten en van de heer Tilanus. Zij had- den allen uitdrukking gegeven aan dezelfde bezorgdheid.

Maar wat had nu de minister-president gedaan? Hij had gezegd: die V. V.D. praat over bezuinigingen, maar moet men de "zon- denlijst" van de V.V.D. e~ns zien.

En toen kwam hij dan met een hele lijst van verlangens, door onze V.V.D.-afgevaar- digden bij de hoofdstukken der vorige be- groting geuit. Verlangens, die vooral be-

over, die zo'n rekening kan uitzoeken voor de andere fracties in de Kamer, Óók voor zijn eigen partij: de P.v.d.A.? Het zou dan wel eens kunnen blijken, dat, als men dan al die lijstjes bij elkaar zou leggen, die V. V.

D.-fractie nog niet eens het slechtste figuur zou slaan.

• • *

D

e heer Oud liet het echter niet bij een grapje. In de eerste plaats kon hij her- inneren aan zijn in eerste aanleg opgeroepen beeld van de noodzaak van een "bekrom- pen" huishouding (d.w.z. met niet meer overheidszorg dan strikt noodzakelijk is).

maar die dan ook "onbekrompen" ingericht, in dien zin, dat het personeel, in dienst van de overheid, dan ook behoorlijk moet wor- den gesalarieerd en gepensionneerd.

De ernst van het geval was daarenboven vooral, dat de heer Oud bezwaar had tegen de door minister Drees toegepaste methode, omdat zij neerkwam op een poging, om de verantwoo'rdelijkheid van de Regering te doen wegschuilen achter die van de Kamer.

Men dient wel in het oog te houden, dat het parlement niet meer uitsluitend is - OITJ, het zo eens te zeggen - een parlement van de belasting-betalers. Dat wij volsloende oog hebben voor de noodzaak van het naar beneden brengen van het uitgavenpeil, beo- ben wij - ook bij dit debat - voldoende laten blijken. Het Is zelfs een dwingende noodzaak.

Maar wat de taak van het parlement be- treft, zien wij thans algemeen toch ook in, dat het parlement tevens een sociale en culturele taak heeft te vervullen.

Het parlement heeft zich ook de vraag te stellen, hoe in bepaalde sociale en cultu- rele noden moet worden voorzien. Dan spreekt het vanzelf, dat in het parlement voor die verschillende belangen moet wor- den opgekomen. Zou men dat niet doen, dan zou dat belang, dat men van betekenisacht, in de schaduw komen tegenover andere be- langen. Daarom wijst het parlement óók, waar nodig, op allerlei zaken, die geld kos- ten.

Maar tegenover het _parlement staat de Regering en het is h a a r eerste taak om te beoordelen, wat mogelijk en wat niet mo- geHik is.

De regering is er nooit mee af, door te zeggen, dat een of ander "onder druk" van

Ha:p ,nv Dree•'' De t;mmermansrek

. " r J .,

uitt~avenpeil De gehandhaafde mo•

Van Leeuwen zat{ een socialistische w~

over de compensaties voor de middensi

het parlement is gebeurd. Dan schiet de Re- gering in haar taak te kort.

Bepaald een ernstig geval is het daarbij, dat bl\i'kens allerlei uitlatingen de Regering er practisch geen kans toe ziet, een politiek te voeren, waarbij wij naar een lager uit- gavenpeil gaan (de "bekrompen" staats- huishouding).

Als ik een motto zou willen zetten boven de redevoeringen van achter de Regerings- tafel, zo zei de heer Oud, dan zou ik kun- nen zeggen: Wie verlaging van het uit- gavenpeil noodzakelijk acht, late alle hoop varen.

PROF. OUD

••• . "weer wat geleerd" .•••

In dit verband kwam de heer Oud nog- maals op zijn bezwaren (in eerste termijn reeds uitvoerig toegelicht) tegen het peil der gewone uitgaven. Op het ogenblik gaat dit nog allemaal. Maar eenmaal komt de omkeer. Dat weten wij allemaal.

Wij weten alleen niet, wanneer die om- slag komt. Maar hij komt als een dief in de nacht. Dat hebben wij in 1929/30 onder- vonden. Dan zitten wij met een geweldig hoog uitgavenpeil en dan ploft de op- brengst der belastingen naar beneden. En dan kr\jgen wij een herhaling van hetgeen in de jaren na 1930 is geschied. Daarom bond prof. Oud de Regering op het hart: . Handel nu het nog tijd is.

• • •

U

iteraard kwam de heer Oud ook nog , terug op de loonkwestie, waarbij h\i dan tevens een oordeel kon geven over de bekende motie-Romme.

Wij hebben, zo zei de heer Oud, gepleit voor een systeem van vrijere loonvorming.

H\i zag het als een begerenswaardig eind- doel, dat w\j geleidelijk moeten trachten te verwezen!Uken, dat er voor de lonen meer vrUheid zal zijn --a:~r boven .. Een absolute vrijheid naar beneden verwierp spreker; de t\id hiervoor is voorbij.

WU staan helemaal niet op het standpunt, dat men zich niet zou mogen interesseren voor de vraag, hoe hoog de minimum-I< ,\en dienen te zijn. Wij wensen een redelijk mi-' nimurn - dat achten wij een eis van sociale rechtvaardigheid - maar boven dit mini- mum moeten w\i streven naar vrijheid voor de bedrijfstak en, binnen de bedrijfstak, ook voor de afzonderlijke onderneming.

Het socialistische standpunt, dat de lonen over het algemeen gelijk moeten zijn, ver- werpen wij.

Het verschil tussen de socialistische loon- politiek en die, welke de heer· Oud voor- staat, is, dat naar zijn- mening meer onder- scheid moet worden gemaakt, in deze zin, dat, wanneer a!m de arbeiders in een be- paalde bedrijfstak of onderneming meer loon kan worden gegeven, hierin is gelegen een van de mogelijkheden (men kan op dit punt naar verschillende vormen zoeken) van de individuele bezitsvorming.

Deze bezitsvorming, zo zei de heer Oud, ligt mij en oolk andere leden van deze Ka- mer na. aan het hart en ik stel haar tegen•

over de collectieve bezitsvorming, die aan- hang vindt in de kringen van de P.v.d.A.

In de P.v.d.A. prefereert men di bezitsvorming boven de individ is weer een verschil tussen de I en de niet-socialistische visie.

• • •

W

at nu de motie-Romme 1 de heer Oud verklaren uit zijn voorgaande opmerking!

delijk was, de grondgedachte v•

- namelijk dat wij de weg mo van een vrijere loonvorming ..., zijn politieke vrienden sympatl De vraag is alleen, hoe menc moet geraken. Daarbij was hl eens met de opvatting, dat da eerste plaats overleg moet word met het bedrijfsleven. De instl naar de mening van onze

vl

daarvoor nu allereerst is aangè1 Stichting van de Arbeid. En treurde hij het, dat hiervan 1

van de heer Romme geen ·geVI maakt.

Er was nog een tweede 'pun de formulering van de motie , Romme hem niet in alle opzich1 doen. De motie (het was een er als men weet) nam naar de me heer Oud een te gepreciseerd sl

De motie wilde de Kamer r~

uitspreken, dat de overblijve~

heden van het College van laars moeten overgaan naar de nomische Raad. Voordat de he zou uitsprekèn, zou bij gaarne e drijfsleven willen horen. q

Welk standpunt moest de ffi tegenover deze motie innemen?' delijk: was die ~otie een . wel weest, dall'; zou hlJ daaraan m ·dl

stem niet hebben gegeven, ·ma~

tracht hebben, dit artikel te a~' nu zou de heer Oud natuui:li een motie hebben kunnen indi Maar over die mogelijkheid l Oud spits: Dat doe ik echter nii de schijn niet op mij wil ladi wil bemiddelen tussen de Reg~

Ik geloof, dat men iets derg111•

oppositie niet mag verwacht~

het ook niet waarderen. . :. ---~

Het ligt nu dus voor de hàn;

ding de heer Oud en zijn tenslotte tegenover de motie~.

men. Die was, dat zij het älleil achtten, dat een uitspraak zou:;

daan over het principe van deJ vorming en daarom zoudel:l· · enkele bezwaren op onderdel ' zeker aan de motie hebben gef,j

Zover is het vooralsnog, na~

echter niet gekomen. Ondank~&;, de duplieken nog weer her~!

van minister Drees, om, gezie gingen van de Regeringstafel,'_' te trekken, heeft de heer Ro niet aan voldaan. ;

Op echt Rommiaanse maniel heer Romme zijn motie echter -~

zwaard van Damocles (zoals~­

werd uitgedrukt) boven het h Kabinet gehangen, door v'o() . houding van zijn motie te v_r_, _a_·

De opzet van prof. Romme _ Zijn motie vroeg het openen v gen met het bedrijfsleven, om~

lijk per 1 Januari 1954 - tot van vrijere loonvorming via I takken te komen.

Welnu: die besprekingen leven zegde minister Drees

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gen zien, waarvoor ze evenmin éen oplossing weten als hun dakloze geestverwanten. Zij blijven slechts ia het partijverband, omdat ze net als prof. Donkersloot,

Een vierde punt. Een van Prof. Rommes ernstigste grieven is, dat de liberale frac. tie in de Tweede Kamer zich gekeerd heeft tegen de door de Minister van

Maar juist dit bewustzijn legt ons allen dan ook de verplichting op, ons voortdurend te bezinnen op die fundamentele vragen, die Thorbecke centraal stelde en

J. o e Commissie voor het Statuut van de Vrouw heeft onlangs haar 6de bijeenkomst te Genève gehouden. Deze Commissie is een onderdeel van de Economische en Sociale

T en aanzien van het Duitse herstel is de auteur minder optimistisch. Hij verwacht in Duitsland in de eerste jaren geen aanzienlijke verruiming van de exportmogelijkheden,

schen aan de zijde van de voorstanders der afschaffing. Bijna vier maanden heeft het toen geduurd voordat Nederland weer een Kabinet had. Wanneer dus in dit

Dat uit een socialistische mond ook wel eens andere woorden kunnen worden gehoord dan de klassieke eisen }ot loonsverhoging, verho- ging van de belasting, het

H umOl' is zeldzaam en daarom kostbaar, in het dagelijks bestaan; doch zeker in de letterkunde. Zij in ons land, die dit bedrijf beoefenen leven in de