• No results found

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 5 Sept. 1953 • No . .t'IO

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

,.--- ...

Unze Partijraad weldra bijeen

(Zie pag. 3)

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Bij het aflossen van

zo heeft dan Dinsdag j.l. in een groot aantal gemeenten de gemeenteraad in zijn nieuwe samenstelling voor het eerst vergaderd en zich van zijn eerste taak gekweten, de benoeming van wethouders. Er heeft een gedeeltelijke

vernieu~

wing van raden en colleges van B. en W. plaats gehad. V el en, die in de thans afgelopen periode zitting hadden zijn weer teruggekeerd, maar ook is er een groot aanta!, dat niet meer is

teruggeko~

men en door nieuwe figuren is vervangen. De vervanging kan velerlei redenen hebben, redenen waarin wij ons ditmaal niet behoeven te verdie·

pen. Wel willen wij in het algemeen diegenen onzer geestverwanten dank zeggen, die thans niet meer een zetel bezetten, voor het werk dat zij hebben gepresteerd. Op deze plaats willen wij daarbij geen namen noemen, want wij kunnen van onze post af niet overzien welke betekenis elk der afgetredenen voor zijn plaatselijke

ge~

meenschap heeft gehad. Wie ons het meest opge·

vallen is, doordat wij met haar of hem in contact zijn geweest, zouden wij noemen, vele anderen wier wegen de onze niet gekruist hebben, zouden wij ten onrechte niet in hun juiste betekenis schetsen. Ons woord van dank voor de gepres·

teerde arbeid geldt daarom in het algemeen al onze geestverwante wethouders en raadsleden, die niet meer in de nieuw opgetreden gemeentera•

den zitting hebben.

* * *

Een woord van dank kan geen overbodige luxe

.J

worden genoemd. Wie in een openbaar col- lege zitting heeft wordt er over het algemeen niet mee verwend. Integendeel. Veelal is critiek zijn deel. Voorzover deze komt van de zijde van politieke tegenstanders mag men zich daarover niet beklagen. Critiek van de andersdenkende be- hoort bij het vak, zo kan men zeggen. Die critiek aanvaardt men wanneer men in het openbare le- ven treedt. Zij is er om recht gezet te worden.

Daarvoor bindt men de politieke strijd aan. Deze beeft juist aantrekkingskracht door de

mogelijk~

beid eigen idealen uit te dragen en het vermeende onjuiste inzicht van anderen te bestrijden.

Ernstiger is de critiek, die gevolg is van onwe- tendheid en onverschilligheid, geuit door mensen, '~

die zich zelf altijd ver houden van publieke

func~

ties en die, steunend op onvoldoende kennis en inzicht, in het wilde weg hun critiek uiten en daarbij maar zeer weinig beseffen, dat hun op- treden uitermate kwetsend is voor hen, die zich voor het algemeen belang opofferingen getroos- ten. Want zo is het: zij, die in gemeenteraden zitting hebben, zetten zich in voor de gemeen- schap. Vaak met terzijdestelling van veel wat het leven aangenaam maakt. Het lijkt zo eenvoudig, het raadslidmaatschap. Men gaat zo nu en dan eens een vergadering van de gemeenteraad

bij~

wonen en daar blijft het bij. Zo is het beeld, dat menige oppervlakkige beoordelaar zich van het raadslid vormt. Hoe anders is evenwel de

werke~

lijkheid. De problematiek aan het besturen ener gemeente is niet eenvoudig. Al zijn de

g.emeente~

raden dan in de latere jaren beperkt in bevoegd- heden en mogelijkheden, er gaat toch nog heel wat in om. Vraagstukken van huisvesting en wo- ningbouw zijn vraagstukken, die zeer diepgaan- de studie eisen. Niet alleen vanwege de sociale en algemeen maatschappelijke aspecten, maar ook vanwege de financiële consequenties.

Ver~

keersvraagstukken, ook in het Gemeenteprogram onzer partij als van hoog belang naar voren ge- bracht, vragen ernstige overweging. Men denke voorts aan de terreinen van onderwijs en kunst om te zien, dat de gemeentebestuurder een

uiter~

mate belangrijke taak op cultureel gebied heeft.

En zeker moet worden herinnerd aan de vele be- moeienissen op het sociale terrein en de zeer veel aandacht vragende materie der volksgezondheid.

In de nieuwere tijd hebben de gemeentebestuur- ders ook veel bemoeienis met de vraagstukken, die samenhangen met de uitbreiding van het plaatselijke bedrijfsleven, vraagstukken dus van economische aard.

• • •

Wie weet wat er gedaan moet worden door wethouders en raadsleden kan waardering hebben voor hetgeen zovelen met inzet van hun krachten voor de gemeenschap doen. Bij het af- treden van zovelen is het goed hieraan nog eens te herinneren, opdat men beseffe wat men aan deze mensen verschuldigd is. Voor het optreden van de "nieuwelingen" is het ook goed om zich te realiseren welke taak deze mensen op zich genomen hebben. Een taak, die niet beperkt is tot hetgeen men er in het openbaar van ziet. Veel voorbereidende arbeid geschiedt in de commis·

sies: men zie maar eens hoeveel er daarvan, voor- al in de grotere plaatsen, zijn. Daarnaast eist de bestudering der vraagstukken zeer veel, alsmede het overleg met belanghebbenden en deskundi- gen.

Wij schrijven dit alles niet alleen om de

raads~

leden en wethouders eens in het zonnetje te plaatsen. Wij schrijven dit ook opdat men zich realisere, dat er in onze democratische

gemeen~

schap duizenden mensen zijn, voor wie het

he~

sturen ener gemeenschap en de strijd voor de rechten en de belangen van de mede-mens een zaak is waarvoor veel geofferd wordt. Het is no- dig daar eens op te wijzen, gezien de vaak nega- tieve en afwijzend-critische houding, die velen jegens de gemeentelijke openbare lichamen aan de . dag leggen. Die defaitistische houding is fout.

Hoewel misschien wel eens begrijpelijk, gezien het feit, dat het deugdelijke en ernstige werk in de gemeenteraden menigmaal schuil gaat onder politiek gedoe van bedenkelijk soort. Daarbij denken wij niet alleen aan het negatieve en on- zakelijke optreden der communisten. •

Wij denken aan het behartigen der gemeente- zaken in de sfeer en tegen de achtergrond van partij-politiek. Wij maakten er deze week een voorbeeld van mee in ·een raadsvergadering van een dorp, waar de spreker van de P.v.d.A. de

de wacht

verklaring omtrent zijn houding bij de wethou.

dersverkiezing liet uitgroeien tot een propaganda·

rede voor de P.v.d.A. van niet minder dan drie kwartier. Zulke dingen doen veel. zeer veel kwaad. Zij brengen de democratie bij het pu- bliek in discrediet. De bevolking, tot welke groep zij ook behoort, verwacht van haar voormannen een zakelijke behandeling van de problemen, die de gemeenschap stelt. Zij verwacht niet partij- politieke ruzietj'es. Dat leidt tot een afkeer van.

de democratische vormen en tot een verlies van respect en vertrouwen in de democratische voor- mannen. Het leidt er ook toe. dat bekwame men- sen, die hart hebben voor de gemeenschap en

he~

reid zijn tot het brengen van offers daarvoor, zich evenwel · niet beschikbaar stellen voor de openbare colleges, omdat zij in klein gedoe geen heil zien.

* *

t',:

Wat zich Dinsdag in Amsterdam heeft af

ge~

speeld, is ook ernstig. Het is gevolg van tomeloze eigenwaan, die zich in verscheidene

ge~

meenten geopenbaard heeft bij P.v.d.A.-fracties.

In Den Haag kreeg de P.v.d.A. de kous op de kop toen zij haar eisen te hoog spande.

In Alkmaar evenzeer. In Amsterdam echter kreeg zij de steun van de K.V.P.-raadsfractie, die daar al heel wat keren onder het juk der rode fractie doorgegaan is! Het ergerlijke van het ge•

val is, dat daar de vraag over het aantal wethou- ders niet beantwoord is tegen de achtergrond van de omvang der werkzaamheden van het

col~

lege van B. en W., maar een politiek spelletje

ge~

weest is van P.v.d.A. en K.V.PAractie. Mochten de politieke slimmelingen, die de zevende wet•

houder nodig hebben verklaard eens begrijpen welk een slag zij aan het vertrouwen in de ge•

meenteraad van de hoofdstad des rijks, en

daar~

mede aan de democratie hebben toegebracht! Het is intens triest om te moeten vaststellen met

hoe~

veel domme luchthartigheid zulke voor de demo- cratie catastrofale fouten worden begaan.

Maar ja, is het overigens verwonderlijk dat dit ellendige spelletje in de gemeenten wordt ge•

speeld wanneer men bij de kabinetsformatie van vorig jaar ook gezien heeft dat een paar

minis~

terzetels werden gecreëerd om nog een enkeling als minister onder te brengen, ook al weer uit partij-politieke oogmerken?

Tot slot: wij wensen de deze week tot wethou- der verkozen geestverwanten van harte ge·

luk. Zij hebben een prachtige functie aanvaard, die zwaar is maar ook veel bevrediging

schen~

ken kan. Wethouders en raadsleden wensen wij een goede vijf-jarige bestuursperiode toe. Zij zijn gekozen op een program, dat op de eisen des tijds is afgestemd; daarin ligt de basis voor goed beleid. Mogen zij daarnaast door hun

persoon~

lijke stijl de eerbied bevorderen voor de openbare colleges en daardoor voor de democratie. Dat is

veel waard in deze tijd! K.

(2)

VBUIDUD

EN DEMOORATIE I SEPTEMBER 19i;3 - PAG. S

HOE IS ER GESTEMD? (V)

Provincie Drenthe

(Vervolg)

In MEPPEL komt er ook geen wijzi- ging in de samenstelling van de Raad. De verschuivingen in percentages van de verschilende politieke groepen zijn mi- nimaal. Er is in Meppel geen lijst van de K.V.P., maar de lijst van de V.V.D. is gecombineerd met die v~n Gemeente~e­

langen, in welke groepermg de katholle- ken een ruime plaats innemen.

Deze gecombineerde lijst verkreeg 1421 stemmen. In 1952 behaalde de V.V.D. 956, de K.V.P. 259 en de K.N.P. 42. Veel ver- schil is er dus niet en Mr De Langen komt evenals in 1949 met 2 volgelingen weer in de Raad terug.

Ook in NORG komt er geen wijziging 1n de zetelverdeling. De P.v.d.A. behoudt haar 4 zetels, de gemeenschappelijke lijst A.R., C.H.U. en K.V.P. behoud~. 3 ze- tels en de lijst van de V.V.D. knJgt er weer 4.

Wel ging de P.v.d.A. in peraenotage vooruit van 35,03 tot 40,01 en daalde de V.V.D. van 39,58 tot 33,12. Bij de Kamer- verkiezing in 1952 kreeg de P.v.d.A. 1294 en de V.V.D. 546 stemmen. Daar lag dus de stemverhouding anders dan bij de Gemeenteraadsverkiezing. Ook hier blijkt, dat de kiezers bij de . verkiezing voor de Gemeenteraad en voor de Kamer vaak een andere maatstaf aanleggen.

Ook in OOSTERHESSELEN blijft de samenstelling van de Raad dezelfde. De V.V.D. behoudt haar 2 zetels, maar het percentage onzer stemmen daalde van 19,46 tot 18,05.

In ODOORN verliest de V.V.D. een zetel aan de P.v.d.A. We gingen in stem- mental terug van 974 tot 940, in percen- tage van 19 tot 15 en in zeteltal van 4 tot 3. Er was een lijst van Gemeentebelan- gen, welke 268 stemmen kreeg of wel 4 % der stemmen, doch geen zetel be- haalde. De P.v.d.A. won een zetel, hoe- wel haar percentage terugging van 38 tot 35.

De K.V.P. kwam 3 stemmen tekort voor een zetel. De 3de zetel van de V.V.D. was een restzetel. Indien de K.V.P. 3 stemmen meer gehaald had, dan zou ook deze verloren zijn gegaan. Er was hier ook een neutrale partij, welke 511 stemmen verkreeg en een zetel be- haalde. Er zijn hier blijkbaar te veel plaatselijke factoren in het spel om uit de uitslag een enigszins duidelijk beeld te krijgen, hoe de politieke verhoudingen ln deze gemeente liggen.

L In PEIZE blijft de zetelverdeling de- zelfde. De P.v.d.A. heeft er 3, de V.V.D.

2 en een linkse lijst-Brinks eveneens 2.

Een gemeenschappelijke lijst van de A.R.

en de C.H. U. kon het hier niet tot een zetel brengen.

. Onze lijst verkreeg 397 stemmen tegen 334 in 1949, ons percentage steeg van 25 tot 27,5. In 1952 behaalde de V.V.D. 314 stemmen.

In ROLDE won de A.R. een zetel van de Middenstandspartij. De V.V.D. behield haar 4 zetels van de 11. Haar percentage steeg van 36,98 tot 37,6. Wij kregen 731 stemmen tegen 632 in 1952 en 710 in 1949.

In RODEN bleef de samenstelling van de Raad ongewijzigd. Er was hier geen lijst van de V.V.D.; er is trouwens ook geen afdeling ter plaatse. Toch verkreeg de V.V.D. in 1952 hier 539 stemmen.

Er was nu een lijst Gemeentebelangen, welke 1022 stemmen behaalde.

De P.v.d.A. had in 1952 1804 stemmen en thans 1589, zodat ook in deze gemeen- te blijkbaar velen, die bij Kamerverkie- zingen op de P.v.d.A. stemmen, bij een Gemeenteraadsverkiezing op de lijst Ge- meentebelangen hun stem uitbrengen.

Ook in RUINEN blijft de zetelverde- ling dezelfde. Vier voor de P.v.d.A., 4 voor de V.V.D., 2 voor de A.R. en 1 voor de C.H.U. In stemmental gingen wij voor11it van 1071 tot 1113, in percentage gingen we echter achteruit, van 40 tot 38.

Bij de Kamerverkiezing in 1952 verkreeg de V.V.D.-lijst slechts 762 stemmen.

In RUINERWOLD wonnen wij een ze- tel van de A.R. Wij bezetten thans 5 van de 11 Raadszetels. In percentage gingen we vooruit van 39,2 tot 41. We behaalden 696 stemmen tegen 628 in 1949 en 574 in 1952.

In SCHOONEBEEK kwam er geen wijziging in de zetelverdeling. Er was 'n V.V.D.-lijst, welke 158 stemmen of wel 6,21 % der stemmen verwierf, maar niet voor een zetel in aanmerking kwam.

Ook in SLEEN komt er geen wijziging in de zetelverdeling. De V.V.D. behoudt hier 3 van de 13 zetels. Ons percentage daalde echter van 24,82 tot 22,73. Ons stemmental steeg van 728 tot 747 en be- droeg in 1952 709. De P.v.d.A. bezet 5 zetels en de C.P.N. 1. De A.R. en de C.H.U. hebben ieder 2 zetels.

In SMILDE wist de Vrijz. Dem. Bond in de Raad door te dringen. Deze ver- kreeg 1 zetel ten koste van de P.v.d.A., die in de nieuwe Raad er evenals de A.R.

en de C.H.U. 4 krijgt. Er was hier noch in 1949, noch in 1953 een lijst van de V. V.D.

In VLEDDER komt er geen wijziging in de samenstelling van de Raad. Een gecombineerde lijst van de P.v.d.A. en de K.V.P. behaalde 4 zetels. Een gecom- bineerde lijst van de A.R. en C.H.U. be- haalde 2 zetels en de lijst van de V.V.D.

eveneens 2 zetels. Ons stemmental steeg van 291 tot 319, ons percentage van 21,8 tot 23,3. In 1952 behaalden wij 253 stem- men.

In VRIES bestond de Raad uit 5 Vrij- zinnigen, 5 P.v.d.A., 2 Middenstand en 1 A.R. In de nieuwe Raad zullen zitting ne-

men 5 van de P.v.d.A., 2 van de gecombi- neerde lijst A.R. en C.H.U., 5 van de ge- combineerde lijst van de V.V.D. en de Middenstand en 1 van de partij Vrijen.

Een vergelijking tussen de cijfers van thans en die van 1949 is moeilijk te ma- ken, omdat er nog al wat verschuivingen in de plaatselijke politieke verhoudingen blijken te zijn, die niet parallel lopen met de politieke groeperingen in den lande.

Het valt op, dat de gecombineerde lijst van de A.R. en de C.H.U. een zetel wint, hoewel deze lijst in stemmental daalde van 412 tot 362 en in percentage van 13,5 tot 10,9. Ook hier blijkt dus wederom, hoe wisselend het spel der zetelverdeling is bij evenredige vertegenwoordiging!

In WESTERBORK wint de P.v.d.A. een zetel van de gecombineerde lijst van de A.R. en de C.H.U. De P.v.d.A. bezet nu 7 van de 13 zetels, hetgeen in overeenstem- ming is met het percentage van haar stemmen, hetwelk 52,82 bedroeg tegen 46,90 in 1949.

De gecombineerde lijst van de A.R. en de C.H.U. ging in percentage terug van 29,61 tot 26,76. Ook de lijst van Gemeen- tebelangen, welke haar 3 zetels behield, daalde in percentage van 23,48 tot 20,42.

Er is hier geen afdeling van de V.V.D.

meer, hetgeen blijkbaar wel van invloed · is, indien men let op de winst van de P.v.d.A.

In DE WIJK komt er geen wijziging in de samenstelling van de Raad. De V.V.D.

behoudt haar 2 van de 11 zetels. Ons stemmental steeg van 353 tot 409, ons percentage van 17,76 tot 19,72. In 1952 verkreeg de V.V.D. 571 stemmen.

De P.v.d.A. verkreeg bij de Kamerver- kiezing 752 stemmen en thans 584. Dit is te verklaren, doordat aan de Gemeente- raadsverkiezing deelnam een groep Ge- meentebelangen, die 21,22 % der stem- men behaalde en 3 zetels verkreeg. Aan- gezien ook de A.R. en de C.H.U. thans op haar lijsten minder stemmen verwierven dan in 1952, blijkt de groep Gemeentebe- langen haar aanhang te vinden onder kiezers van verschillende politieke over- tuiging.

ZUIDLAREN biedt in tegenstelling tot tal van andere gemeenten een geheel ander beeld dan bij de Gemeenteraads- verkiezing in 1949. Evenals in Emmen is er ook hier een scheuring in de P.v.d.A.

Dit heeft tengevolge gehad, dat de P.v.

d.A. met 3 in plaats van 5 leden in de Raad terug komt, en dit nog wel, terwijl de Raad van 11 tot 13 leden is uitge- breid.

Er was een lijst Scholtens, waarvan de lijstaanvoerder wethouder en lid van de

P.v.d.A. was, welke 2 zetels heeft be- haald. Indien men deze optelt bij die van de P.v.d.A., dan komt men weer bij het oude getal van 5.

De vermeerdering van het aantal Raadszetels is ten goede gekomen aan de V.V.D. en aan de gecombineerde lijst van de A.R. en de C.H.U., die elk een zetel er bij kregen en beiden van 3 op 4 kwa- men.

Er was bij deze verkiezing nog een lijst Schuiling, die 163 stemmen kreeg. Aan- gezien % vaN de kiesdeler 166 6/13 be- droeg, kwam deze lijst 4 stemmen tekort om voor een zetel in aanmerking te ko- men. Dit had tot gevolg, dat de gecombi·

neerde lijst van de A.R. en de C.H.U. een 4de zetel kreeg toegewezen, hoewel deze lijst sinds 1949 in stemmental daalde van 724 tot 672 en in percentage van 27,99 tot 23,37.

De V.V.D. daarentegen verkreeg haar 4de zetel, doordat zij in stemmental voor- uitging van 618 tot 845 en in percentage van 23,82 tot 29,36. Deze uitslag is voor onze partijgenoten in Zuidlaren een bij- zondere gelukwens waard.

In ZUIDWOLDE bleef de samenstelling van de Raad dezelfde. Wij behielden onze beide zetels, maar gingen in stemmental achteruit van 607 tot 606, hetgeen in per- centage betekent van 18,8 tot 17,5. In 1952 verkregen we hier 570 stemmen. In deze gemeente veranderde er blijkbaar niet veel in de politieke overtuiging.

In ZWEELOO verloor de P.v.d.A 1 van haar 3 zetels aan een lijst van Alg. Be- lang, die 1 zetel verwierf. Er was hier een gecombineerde lijst van de V.V.D. en de C.H.U., welke 301 stemmen verkreeg, waardoor de V.V.D. haar beide zetels be- hield.

In 1949 verkreeg de lijst van de V.V.D.

330 en die van de C.H.U. 89 stemmen. De combinatie heeft dus geen voordeel ge- bracht, hetgeen wel te wijten zal zijn aan de lijst van Alg. Belang, welke er in 1949 niet was.

Indien men nu bedenkt, dat de V.V.D.

bij de Kamerverkiezing in 1952 323 stem- men kreeg en de C.H.U. 81, dan ligt de gevolgtrekking voor de hand, dat de lijst van Alg. Belang niet alleen aan de P.v.

d.A., maar ook aan de V.V.D. en de C.H.U. stemmen heeft gekost.

Provincie Overijuel

In ALMELO verliest de C.P.N. 2 van haar 4 zetels. Zij ging in percentage achteruit van 14,9 tot 10. Deze beide ze- tels kwamen ten goede aan de P.v.d.A., die van 9 op 11 zetels komt en in percen- tage van 32 tot 37,4 is gestegen.

Tegenover een teruggang in percentage van de C.P.N. van 4,9 staat dus een voor- uitgang van de P.v.d.A. van 5,4. Behalve de communistische stemmen is de voor- uitgang van de P.v.d.A. in percentage dus slechts 0,5.

Een gelijke vooruitgang boekte de V.V.D., welke in percentage van 10 tot 10,5 steeg en van 2 op 3 zetels komt. De Prot. Chr. groep daalde in percentage van 20 tot 18,4 en verloor 1 zetel en be·

zet er thans nog 5. Het Ger. Pol. Ver- bond verkreeg 0,6 % der stemmen. In- dien deze stemmen ook waren uitge- bracht op de Prot. Chr. groep, zou dit toch niet voor deze groep een zetel meer hebben opgeleverd. Ons stemmental steeg van 2096 via 2501 in 1952 tot 2509.

In AMBT-DELDEN namen slechts 2 partijen aan de verkiezingen deel: de K.V.P. en de Prot. Kiesvereniging. Zij

DEZE BURGER

·IJ!

heeft gewalgd, gekokhalst, gevomeerd van die afschuwelijke indiscretie van 's heren van der Kielts ex-eigen Vrije Volk, om z6 maar begrotingscijfers uit luid-druppelende lekkages te tappen en dat dan maar juichend. gemeengoed te maken. Hééft zo'n Vrije Volk eindelijk eens wat smeuïgs, eindelijk eens wat sappigers dan de Voskuil-pareltjes en de Blijstra-diamanten en die le- zenswaardige encyclopaedie-voor-de-lange-winteravonden en dan is het zo iets onbehoorlijks als dit lekwater.

Foei en foei!

Dat hadden meneer Stokvis of meneer Lücker of meneer Baruch eens moe- ten gedaan hebben - ik kon mij niets nobelers voorstellen dan het gelaat van de heer Voskuil dàn; niets vlammender dan het zwaard der heilige verontwaardiging in zijn hand.

Nu ja ...

Het lekt of het lekt niet en wie dan prongeluk met zijn open handje onder de drup staat, die vàngt het en die is er gelukkig mee. Leve het heilige nieuws; leve de heilige primeur en leve de (schijn)heilige moraliteit- dacht deze Burger - die schijnheilige moraliteit vooràJ; toen àlle verontwaardigde bladen zeiden "tja, dàt is nou wel zo'n schurkenstreek van het Vrije Volk, dàt is nou wel zo tegen. àlles en àlles om onder dat lek te gaan staan en je mond open te houden; dat is nou wel zo over alle grenzen der heiligheid héén om die cijfers te publiceren .•.. maar, tja, ze zijn nu gepubliceerd en, tja, dan doen wij het 66k, nietwaar, zij het ook onder een mooie, nobele kop, gloeiend van verontwaardiging.

Zalig zijn zij, die dáár intrappen, kreunt

DEZE BURGER

behaalden hetzelfde aantal zetels als in 1949, resp. 7 en 4. De 146 kiezers, die in 1952 op de V.V.D. stemden, zullen wel voornamelijk hun stem aan de lijst van de Prot. Kiesvereniging hebben gegeven.

In AVEREEST wint de P.v.d.A. een zetel van de C.H.U. Er is hier een dui- delijke verschuiving waarneembaar van de C.H.U. naar de P.v.d.A. De C.H.U.

daalde in percentage van 38,2 tot 35,7 en de P.v.d.A. steeg van 21 tot 22,9. Toch was het een gelukje, dat de P.v.d.A. een zetel won. Haar overschot was juist 2 stemmen meer dan dat van de A.R., die in percentage van 22,5 tot 22,8 steeg.

Ons stemmental steeg van 455 tot 478 en ons percentage van 8,3 tot 8,5, waar- door onze enige zetel behouden bleef.

Het ·verdient vermelding, dat ons stem- mental in 1952 544 bedroeg. Oppervlakkig gezien, zou dit een aanzienlijke terug- gang voor onze Partij betekenen. Indien men echter bedenkt, dat tot de gemeente Avereest ook Dedemsvaart behoort, kan men begrijpen, dat het bestaan van twee kernen in één gemeente van invloed ia bij het bepalen van de stem. Dit geldt te meer, indien de kans op het behalen van meer dan één zetel niet groot is. Het ia waarschijnlijk, dat de samenstelling van de gemeente A vereest tot een teruggang van ons stemmental bij 11e Gemeente- raadsverkiezing heeft geleid, zonder dat dit ook tot verlies zou behoeven te lei-

<len bij een Kamerverkiezing.

BATHMEN is een eigenaardige ge- meente. Op 5 na zijn alle gezinnen Ned.

Herv. Hoe werden nu de 1250 geldig uit- gebrachte stemmen over de lijsten bij deze Gemeenteraadsverkiezing verdeeld?

Er was een lijst van de P.v.d.A., welke 187 stemmen kreeg. Er was een lijst van de C.H.U., die 170 stemmen verwierf. Er was een lijst van het buurtschap Loo, waarop 270 stemmen werden uitgebracht en er was een lijst van de groep Gemeen- tebelangen, welke het tot 623 stemmen bracht, dus slechts 3 minder dan de vol- strekte meerderheid. De lijst Gemeente- belangen kreeg toch 4 van de 7 zetels.

Ieder van de andere lijsten behaalde 1 zetel.

Bij de Kamerverkiezing in 1952 wer- den er 1277 stemmen uitgebracht, die all volgt verdeeld waren: K.V.P. 28, P.v.d.A.

409, A.R. 24, C.H.U. 287, V.V.D. 509, C.P.N.

11 en overige groepen 9. De V.V.D. ver- kreeg toen dus 39,8 % der stemmen. Een afdeling van de V.V.D. bestaat er niet.

Het is wel herhaaldelijk gepoogd, maar daarvoor voelt men in Bathmen niet. Op- gemerkt zij nog, dat wethottder Volkers, die lid is van de V.V.D., ov de lijst Ge- meentebelangen een aantal van 262 voor- keurstemmen verkreeg.

In BLANKENHAM, waar ook geen af- deling van de V. V.D. bestaat, verkreeg de V.V.D. 119 stemmen, hetgeen in per- centage uitgedrukt is 43,3. Zij bezet 3 van de 7 raadszetels. De P.v.d.A. en de C.H.U. hebben er ieder 2.

In BLOKZIJL won de P.v.d.A. een zetel van de C.H.U. en verkreeg daar- door de meerderheid in de Raad. Er is hier geen afdeling van de V.V.D. en er was ook geen V.V.D.-lijst. Wel was er een lijst Gemeentebelangen, welke 57 stem- men, doch geen zetel behaalde. Bij de Kamerverkiezing in 1952 verkreeg de V.V.D. 75 stemmen.

In BORNE behouden de K.V.P. haar 9, de P.v.d.A. haar 3 en de C.H.U. en de A.R. haar 2 zetels. De zetel van de C.P.N.

ging verloren en kwam aan de gecombi- neerde lijst van de V.V.D. en Gemeente- belangen. De voorzitter van onze pas op- gerichte afdeling Borne werd tot raads- lid gekozen.

In DALFSEN wint het Ger. Pol. Ver- bond een zetel van Gemeentebelang. De zetelverdeling was hier wel eigenaardig.

De A.R. kreeg 314 stemmen en ging in percentage achteruit van 12,4 tot 6,7.

doch behield haar ene zetel. Het Ger.

Pol. Verbond, dat voor het eerst aan de Gemeenteraadsverkiezing deelnam, kreeg 295 stemmen, hetgeen een percentage van 6,3 uitmaakt; het verkreeg ook 1 zetel.

Telt men deze beide stemmentallen en percentages bij elkaar op, dan komt men tot 609 stemmen met een percentage van 13, dat 2 zetels opleverde.

De lijst Gemeentebelangen verkreeg 631 stemmen, hetgeen een percentage van 13,5 uitmaakte en verkreeg hiermede slechts 1 zetel. De afsplitsing van het Ger. Pol. Verbond van de A.R. leverde in dit geval dus een zetel voordeel op.

Er was hier geen V.V.D.-lijst. Er bestaat in Dalfsen ook geen afdeling van de V.V.D. Toch behaalden wij bij de Kamer- verkiezing in 1952 in Dalfsen 196 stem•

men. Wie bindt hier de kat de bel aan om een afdeling van de V.V.D. op te richten?

(Wordt vervolgd). Mr. J. RUTGERS

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

* ~U~n WEEK to.t WEEK *

Aan de slag ( l)

N

u de vacantietijd achter de rug is, vragen de da- gelijkse werkzaamheden weer onze aandacht.

Zowel lichamelijk als geestelijk opgefrist zijn wij in staat onze dagelijkse plichten met nieuwe moed en nieuwe energie aan te vatten.

Nederland loopt weer in het gareel, niet alleen eco- nomisch, doch ook politiek.

Ook het politieke werk herneemt zijn rechten en wij moeten hierbij meteen constateren, dat er op het poli- tieke vlak nog veel arbeid ons wacht.

De Staten-Generaal zien zich weldra voor een zeer zwaar en omvangrijk programma geplaatst. De nieuwe gemeenteraden kwamen deze week voor het eerst bij~

een en zijn daarmede - ditmaal bij wijze van uitzon- dering - gestart met een arbeidsperiode, die vijf jaren achtereen zal duren. Ook in deze college's zal veel werk zijn te verzetten en wij prijzen ons gelukkig te weten, dat in vele gemeenteraden in ons land het V.V.D.-ele- ment kon worden versterkt.

Het komende jaar plaatst ons land weer voor nieuwe verkiezingen, te weten voor die van de Provinciale Staten en in de komende winter zullen reeds de eerste voorbereidingen moeten worden getroffen in onze partij-afdelingen om deze verkiezingen actief aan te pakken.

Kortom, de komende winter is er weer veel werk aan de winkel, waarvan veel van aller activiteit zal worden verlangd.

Belangrijke gebeurtenissen, zowel op nationaal als internationaal politiek terrein, die wij in onze vacantie- tijd min of meer luchtig aan ons voorbij lieten gaan, vragen thans weer onze volle aandacht en doen een beroep op onze activiteit.

Er is zo in de vacantie, vooral op internationaal ter- rein, wel het een en ander gebeurd, dat voor ons allen een ernstige waarschuwing moet zijn om niet te ver- sagen als het er om gaat de democratie te verdedigen.

Wij noemen slechts het communistische gevaar in Frankrijk en de hernieuwde activiteit van het Nazi- dom in Duit.<:land. Een groot gevaar, dat - en dat mogen wij ons wel ter dege realiseren - niet bij onze landspalen stilhoudt.

Nu moge het waar zijn, dat dit gevaar niet moet Worden overschat, maar anderzijds dient men er toch angstvallig voor te waken, een dergelijke ontwikkeling te veronachtzamen of te bagatelliseren.

4.an de sla4 ( llJ

M

et de uitlopers van een hernieuwd Nazi-dom heeft ons land inmiddels ook kennis gemaakt In de vorm van een organisatie N.E.S.B. gena<:md, een afkorting van Nationaal Europese Sociale Beweging.

Gezien de naam en de figuren, die bij deze beweging op de voorgrond treden, behoeft men niet lang in twij- fel te verkeren omtrent de ware doelstellingen van deze organisatie.

Geheel nieuw is haar verschijning niet maar de al- gemene aandacht werd er in feite pas op gevestigd, toen de Nederlandse Justitie de leidende figuren arresteerde.

Deze arrestatie is geschied op grond van het Koninklijk Besluit E 102 van de toenmalige Nederlandse regering te Londen, welk besluit dateert van 1944.

Gezien het feit, dat dit besluit nu niet bepaald een .nieuw" besluit is en ook het optreden van de N.E.S.B.

evenmin onder "nieuwe gebeurtenissen" kan worden gerangschikt, komt de vraag op of het niet verstandiger ware geweest, indien de Justitie ter zake eerder had ingegrepen.

Hoe dit ook zij, de jongste gebeurtenissen rond de N.E.S.B. mogen een ernstige waarschuwing zijn, dat het fascisme, noch internationaal, noch nationaal met wortel en tak is uitgeroeid en dat wij a 11 en als de- mocraten de ernstige plicht hebben te betrachten om te voorkomen, dat ons volk geestelijk wordt vergiftigd.

Zoals het met vele dingen gaat, zo zal men ook hier de gulden middenweg moeten kiezen en wel in die zin, dat men enerzijds het gevaar niet overschat doch an- derzijds ook niet onderschat. Waakzaamheid is en blijft geboden. Moge de vacantietijd een ieder de nodige energie hebben gebracht om vooral door actief werk in de partij de democratie onder ons volk te versterken.

Narionale E eestda~

G

elijk men in de dagbladen heeft kunnen lezen, heeft het hoofdbestuur van de Nedr· ·. 1dse Ver- eniging van Ex-politieke Gevangenen uit cce Bezettings- tijd

aan

de leden van de Tweede Kamer een adres ge- zonden, waarin wordt verzocht een nationale feestdag 1n te voeren, waarop niet een halve, maar een hele dag vrij wordt gegeven.

O.i. heeft het besluit van de ministerraad, eind April lenomen, om de nationale feestdag af te schaffen, te- recht niet alleen in de kringen van het verzet, doch mede onder een groot deel van de bevolking verzet gewekt.

Het adres neemt voorts, naar het ons wil voorkomen, een sterk standpunt in als het er op wijst, dat ons iand in dit opzicht in een uitzonderingspositie is gebracht, omdat er in Europa geen enkel geallieerd land is te Vinden, waar de bevrijding niet met een volle dag wordt gevierd.

Zijn we dan de verschrikkingen van de bezetting zo lllel vergeten? Is de herwonnen vrijheid ons dan zo weinig waard, dat wij niet eens in de gelegenheid zijn die herwonnen vrijheid een gehele dag te herdenken en op gepaste wijze te vieren?

Is het eigenlijk niet zo, dat wij als natie - aannemen- de, dat wij nog onder een vreemde bezetting zouden leven - zouden snakken naar de dag, waarop wij onze lierwonnen vrijheid weer zouden kunnen herdenken?

Hebben wij dan werkelijk zo weinig begrip voor de historie?

Het zijn alle vragen, die het overwegen ten zeerste waard zijn. De viering van de nationale feestdag is tot dusverre een aanfluiting geweest en dat achten wij voor een volk, dat de vrijheid steeds lief heeft gehad en dat door de eeuwen heen voor de vrijheid heeft ge- vochten, eerlijk gezegd beschamend.

De weg terug ( 1)

H

et Britse vakverbond, de T.U.C., heeft voor een ware sensatie gezorgd, door bekend te maken, dat, gelijk de Londense correspondent van "Het Vrije Volk" schrijft, het de nationalisatie niet als een univer- seel geneesmiddel beschouwt, dat de Britse economie kan redden en tegelijkertijd de sociale vooruitgang kan waarborgen.

Het voorlopig. rapport van niet minder dan dertig- duizend woorden, aldus vervolgt de correspondent, dat aan het vakhondscongres wordt voorgelegd, neemt een veel voorzichtiger houding aan, dan het kort geleden gepubliceerde program van de Britse (socialistische) Arbeiderspartij.

De houding van de Britse vakbeweging is dus wel in flagrante tegenstelling met de politiek van Labour, die steeds met veel ophef gewag heeft gemaakt van haar nationalisatie-politiek, die weer hoogtij zou gaan vie- ren, indien het zou gelukken de Conservatieven uit het

zadel te lichten. •

De Britse vakbeweging heeft evenwel het roer om- gegooid en aarzelt niet te verklaren, dat zij o.m. de publieke opinie niet rijp acht voor ·verder gaande

nationalisatie-maatregelen.

De nationalisatie van de basisindustrie in Groot-Brit- tannië, aldus het vakbondsbestuur, vond plaats in een djd van hoog-conjunctuur, die nu niet meer bestaat. De Britse exporten, aldus de vakbondsleiding, moeten in de eerstvolgende vijf jaar ongeveer 20 % groter worden, vergeleken met het recordjaar 1951. Om dit te bereiken moeten de investeringen elk jaar ongeveer 15 % toe- nemen. Het vakbondsbestuur stelt de vraag of dit mo- gelijk is, wanneer men gaat nationaliseren en vreest, dat de productie in de tijd van overname door de Staat integendeel achteruit zal gaan.

De weg terug ( 11)

W

at de beoordeling van de tot nog toe bereikte successen van de nationalisaties in Groot-Brit- tannië betreft, is het T.U.C.-bestuur eveneens zeer voor- zichtig, aldus weet de Londense correspondent van "Het Vrije Volk" te melden.

De herverdeling van het nationale inkomen door de nationalisaties heeft niet veel opgeleverd, vooral omdat de vroegere aandeelhouders een hoge rente ontvartgen en omdat de nationalisatie geenszins betekent, dat men de lonen onbeperkt kan verhogen.

Terwijl het T.U.C.-bestuur voorstander blijft van een door de Staat geleide en gecontroleerde industrie en de practische successen van de nationalisatie van de basisindustrie erkent, is het tegen de nationalisatie van de verwerkende industrie - voorlopig en zeker voor een lange tijd.

Het vakbondsbestuur staat niet onder de druk van de linkervleugel, waar het partijbestuur aan bloot ge- steld is, zo schrijft de Londense correspondent van "Het Vrije Volk" tenslotte, en kan zich daarom vrijer uiten.

In wezen zegt het niet veel anders, aldus besluit hij, dan Herbert Morrison verleden jaar op het partijcon- gres zei, namelijk, dat het nationale belang boven het eventuele belang van een gedeelte van de natie gesteld moet worden.

Welnu, ons dunkt, dit is duidelijke taal. Zij getuigt van een nuchter inzicht in de feiten en betekent een niet onbetekenende klap voor de socialistische berijders van stokpaardjes, niet alleen in Engeland, maar ook ten onzent, waarbij wij in het bijzonder denken aan het socialistische verzet tegen partijgenoot-minister Van de Kieft, toen deze de particuliere mijn-exploitatie verde- digde.

Kortom, met de socialistische nationalisatie-aspiraties gaat het niet al te best en wij kunnen ons daarover ver- heugen, temeer, omdat aanvankelijke voorstanders vol- doende oordeel des onderscheids hebben weten op te brengen om zelf de argumenten aan te voeren, die voor de nationalisatie allerminst pleiten.

Politiek o":fatsoen

D

e weg der journalistieke en politieke traditie ge- heel negerende heeft ,,Het Vrije Volk" vroegtij- dig cijfers gepublicee~d omtrent de staatsbegroting, die op de derde Dinsdag in September, volgens goed ge- bruik pas behoort te worden bekend gemaakt.

Hiermede heeft het socialistisch dagblad, noch zijn partijgenoot-minister (en vroegere directeur), noch zijn geestverwanten een dienst bewezen.

Integendeel. Hier is sprake van een grove indiscretie, waarover minister Van de Kieft zich terecht heeft boos gemaakt en in dit verband de termen "onbehoorlijk" en ,,zeer ontstemd" gebruikte.

Wij willen niet op deze plaats op het Kamerdebat dienaangaande vooruitlopen, doch wij kunnen ons voor- stellen, dat aldaar over een en ander nog een hartig woord zal worden gesproken en wij kunnen er meteen aan toevoegen, dat wij de positie, waarin minister Van de Kieft zich geplaatst ziet geenszins benijden.

Hoe dit alles ook zij, wij kunnen voor de praetijken van het socialistische dagblad, op zijn zachtst gezegd, weinig bewondering hebben. Wij vragen ons dan ook met bezorgdheid af, waar het in ons land met de jour- nalistieke en politieke traditie

naar

toe moet, waarbij wij tevens gaarne een afdoend antwoord zouden willen ontvangen op de vraag, welke waarborgen er aanwezig zijn om een dergelijke loslippigheid in de toekomst en mogelijk ook op ander teiTein te voorkomen.

5 SEPTE:MBER 19511- PAG.

a

Kras

p

rof. dr. ir. H. van Riessen, hoogleraar vanwege de Stichting Bijzonde.re Leerstoelen voor Calvinis- tische Wijsbegeerte aan de Technische Hogeschool

te

Delft - en secretaris van het Hoofdbestuur der A.R.- Partij - heeft een boek geschreven, "'etiteld "De maat- schappij der toekomst".

Het dagblad "Trouw" schreef op 15 Juli j.l, hierover in een hoofdartikel o.m.:

.,Dit boek heeft de tongen en pennen in beweging gebracht. En alleen om die reden al is de Chr. Nat.

Bibliotheek en de uitgever geluk te wensen met deze uitgave. Het zal stellig grif van de hand gr.an. Daar zijn trouwens meer redenen voor aan te voeren, maar die zullen in het verloop van wat wij schrijven wel blijken.

Het boek van prof. Van Riessen is een bijzonder knap boek.

Het geeft blijk van een enorme belezenheid en van een grote eruditie en kennis van onze cultuur. Het be- handelt een zeer omvangrijke stof, een zeer moeilijke problematiek op een vaak verrassend eenvoudige wijze.

Wij zouden willen zeggen, dat er niet veel voormannen uit de kring van de wijsbegeerte der wetsidee zijn, waartoe de 'schrijver behoort, die zo prettig leesbaar kunnen schrijven als prof. Van Riessen het doet over het algemeen. De laatste restrictie moet er bij, want soms is er wel eens iets bij dat zwaar is om te ver- staan. Maar dat behoeft de lezer niet af te schrikken.

En dan zouden wij willen zeggen, dat het meest aan- trekkelijke in dit boek gelegen is in het feit, dat het uit het hart geschreven is. Het is geschreven uit een grote verontrusting over de maatschappelijke ontwikkeling van onze tijd en uit liefde voor de zaak van Christus.

De lezer zal misschien denken, dat na al deze lof nu de blaam wel zal komen. Inderdaad hebben wij critiek, maar daar zijn we op dit moment nog niet aan toe.

Er is ons namelijk zeer veel aan gelegen om het boek van prof. Van Riessen recht te doen wedervaren. Men zal zeggen: dat spreekt toch eigenlijk wel vanzelf. Dat is, in het algemeen gesproken, waar. Maar het boek van Van Riessen heeft de pennen reeds los gemaakt.

Prof. Röpke, de "Neo-liberaal", heeft er in "Else- vier's Weekblad" zijn onverholen instemming mee be- tuigd. Prof. Gerretson heeft er in "De Telegraaf" een lyrische lofrede op gezongen. En de mannen van de doorbraak hebben het in "Tijd en Taak" aan een zeer scherpe critiek onderworpen. Dr. A. A. van Rhijn zegt naar aanleiding van een drietal door hem uit het boek behandelde punten, dat de opvattingen van prof. Van Riessen in het museum van oudheden onder het hoofd

"sociale opvattingen anno 1850" behoren en vindt daar- om een verdere. bestrijding van zijn standpunt onnodig.

Door deze lof en deze blaam dreigt Van Riessen op de neo-liberale mestvaalt (vetgedrukt door ons) ge- drongen te worden, een plaats waar hij, ook al zou hij aanleiding hebben gegeven tot gerechtvaardigde critiek en tot lof uit een verkeerde hoek, niet wezen wil en naar onze overtuiging ook bepaaldelijk niet hoort."

Alzo de "neo-liberale mestvaalt".

Het hoofdartikel wijst in de direct daarop volgende zinsnede "op de tegenstellingen, die in de laatste tijd in Protestants-Christelijke kring aan de orde zijn met betrekking tot de ontwikkeling op politiek en maat- schappelijk gebied en de daartegenover in te nemen houding".

Stel, dat wij zouden willen trachten de bedoelde Protestants-Christelijke groep te karakteriseren, dan zouden wij geen ogenblik de behoefte gevoelen deze groep, ook al is men daar een andere politieke mening ctan de onze toegedaan, het etiket "mestvaalt" op te drukken.

Stel dan, dat ons begrijpelijkerwijs de naam "twee- stromenland" inviel. Wij zouden ons dan echter haasten daaraan onmiddellijk toe te voegen, dat wij nog niet geacht wensen te worden te suggereren, dat de sfeer van "Trouw" en het milieu rond de Delftse leerstoel voor Calvinistische wijsbegeerte enige herinnering op- wekt aan Babylon en Nineveh!

Als wij "Trouw" 's totaal overbodige trap naar links hier zouden pogen te kwalificeren, uiteraard met in- achtneming van de fatsoensnormen, die men over het algemeen hier te lande in het politieke leven gelukkig nog nastreeft, behoeven wij daarvoor niet ver te zoeken.

Immers het kopje boven het hoofdartikel van

"Trouw" ~an de volgende dag, waarin de critiek op het boek van de hooggeleerde wordt voortgezet, werpt o~s

een gelukkige, immers duidelijke, doch niet grove Uit- drukking in de schoot. Dat kopje zegt kort en goed:

,,Kras".

"Dank U balleefd," zou een zekere burger hier onge- twijfeld mompelen.

Partijraad op 19 Sept. a.s.

bijeen

Op 19 September '53 zal de Partijraad te Amsterdam bijeenkomen, ter bespre- king van het onderwerp "Winstdeling".

Dit onderwerp zal worden ingeleid door de heer Hennan Meyer te Enschede en mr G. C. van Dijk te 's-Gravenhage.

Er bestaat gelegenheid tot introductie op beperkte schaal voor leden van de partij, die van het onderwerp op de hoogte zijn en daarin belangstellen.

Aanvragen voor introducties gelieve men te richten aan het Algemeen Secre- tariaat van de Volkspartij voor

Vrijh~id

en Democratie, KoninginDegracht 61,

's-Gravenhage.

(4)

5 SEPTEMBER 1958 PAG. 4

DE LAATSTE WERI{ZAAMH IN DEZE ZITI

De vorige week gaven wij een samenvattend overzicht van het bonte program- ma, dat de laatste vergaderingen van de Tweede Kamer vóór het zomerrecès be- sloot en wij kondigden toen reeds aan, dat wij deze week hetzelfde zouden doen ten aanzien van de werkzaamheden van de Eerste Kam e r.

Tot de onderwerpen, welke laatstgenoemde Kamer in de weken voor het zomer- recès kreeg te behandelen, behoorde zelfs nog. . . een begroting!

Dat was wel heel laat, maar in dit geval was er t()Ch een afdoende veront- schuldiging.

Het betrof namelijk de begroting van Maatschappelijk Werk, welke ook in de Tweede K~er veel later dan de andere begrotingen in debat. kwam. Het gold hier immers een begroting van een Departement, dat pas in de loop van het jaar was opgebouwd en ook de kersverse minister Van Thiel had men, na zijn be-:

noeming, tGch eerst enig respijt moeten geven alvorens men met h~m een alge- mene gedachtenwisseling naar aanleiding van zijn begroting kon voeren.

De insteRing van dit nieuwe Departement heeft een concentratie van alles~

wat op het maatschappelijk werk betrekking heeft, meegebracht.

Mr De Vos van Steenwijk, de woordvoerder van de V.V.D.-fractie bij dit onder- werp, achtte voor dat bijeen brengen van alle takken van maatschappelijk ~erk

in één dienst veel te zeggen, maar dat sloot nog niet in, dat nu ook een memV\

Departement noodzakelijk was. Z.i. had deze concentratie ook zeer wel onder een der bestaande Departementen kunnen geschieden.

0

ok de heer De Vos van Steenwijk wilde minister Van Thiel echter persoonlijk met vertrouwen begToeten.

Wij zijn zo veridaarde hij, verheugd

·over de 'voornemens van de minister tot versterking ·an het gezinsmilieu en van de secundaire milieus en wij zijn er ook verheugd over, dat de minister het in- dividuele maatschappelijk werk zoveel mogelijk aan het particulier initiatief wil overlaten.

Met instemming . hij ook verno- men, dat de minister voornemen.s ~as

gebruik te maken van de provmciale opbouwdiensten en spreker begreep niet, hoe de heer Van Liesho~t (K.V.P.) had kunnen betogen, dat die organen niet provinciaal maar gemeentelijk moesten zijn; de plattelandsgemeenten zijn, zoals de heer De Vos van ~teen­

wijk opmerkte, immers· veel te klem om dergelijke diensten op te zetten. Boven-

di~ worden zij door de opbouworganen al voortdurend in dat werk betrokken.

De provinciale opbouwdiensten zullen in ieder geval hun provinciaal karakter moeten behouden en hun werkzaamhe- den moeten vooral niet naar het Rijk worden overgebracht.

In verband daarmede moest onze woordvoerd bezwaar maken tegen de werkzaamheden van de Stichting Maat- schappelijk Werk ten Plattelande, om- dat dit werk door de overheid gebeurt en gecentraliseerd is bij het Rijk.

Hij hoopte dan ook, dat zeer spoedig voor deze aangelegenheid een oplossing zal worden gevonden en dat het werk, dat deze stichting doet, aan het parti- culiere en plaatselijke initiatief zal wor- den overgedragen.

* *

T

ot de speciale punten, welke mr De Vos van Steenwijk bij deze begro- ting behandelde,. behoorde in de eerste plaats het vraagstuk van de woonwa- genbewoners.

Ter voorkoming van onjuiste conclu- sies is het goed, voorop te stellen, dat overheid en particulieren zich reeds lange tijd met de woonwagenbevolking hebben opgehouden. Wat de overheid betreft denke men aan de Woonwagen- wet 1918 en wat het particuliere terrein aangaat vestigde spreker de aandacht op de "R.K. Vereniging van Woonwa- genliefdewerken'', die prijzenswaardige arbeid verricht. Heel begrijpelijk ook overigens, want, zoals mr De Vos op- merkte, ongeveer 90 % van de woon- wagenbewoners is rooms-katholiek.

Na een nota van deze vereniging aan de minister van Binenlandse Zaken is er aanleiding gevonden, opdracht te ge- ven aan de Staatscommissie ter herzie- ning van de Armenwet om over dit vraagstuk een rapport uit te brengen.

Dit rapport en een door deze commis- sie geconsipieerd voorstel voor een ont- werp van wet zijn inmiddels verschenen

MINiSTÈR VAN THIEL . ... enig respijt . ..•

en het was op dat rapport, dat de heer De Vos nogal wat critiek had.

De Staatscommissie is uitgegaan van een trekverbod, waarop door het ver- lenen van een trekvergunning uitzonde- ring zou kunnen worden toegestaan wanneer dat nodig zou blijken in ver- band met het ambacht, dat zij uitoefe- nen.

W[. · dit laatste betreft werd dan ge- wezen op wegenbouwers en kermisex- ploitanten, maar terecht merkte de heer De Vos van Steenwijk op, dat er nog wel ander"e beroepen door hen worden uitgeoef·end, waarbij zij behoefte _aan trekken hebben.

Het voornaamste verschil van mening was echter, dat onze woordvoerder niet geloofde, dat in het trekken zelf (en zeker niet in het trekken in gezinsver- band, zoals in 1woonwagens) een zo groot kwaad mag worden gezien.

Zeker achtte hij het te simplistisch te menen, dat men door het trekken tegen te gaan de· voornaamste oorzaak van het woonwag-enprobleem te pakken zou hebben. Een trekverbod is een maatre- gel, die diep ingrijpt in de gehele levens- wijze van de woonwagenbewoners en die grote weerstanden zal oproepen bij de- ze vrijheidslievende groep, welke het trekken in het bloed zit.

De heer De Vos van Steenwijk achtte het dan ook beter, het trekverbod slechts van toepassing te doen zijn op die gevallen, die daartoe bepaald aan- leiding geven, dus speciaal op hen, die met de justitie in aanraking zijn geko- men en voor wie het trekkende leven de mogelijkheid schept om aan een - in dat geval noodzakelijk toezicht te ontkomen.

Een tweede bezwaar tegen het rap- port achtte spr., dat men de woonwa- genbewoners in grote kampen wil sa- menbrengen. Het gevolg daarvan za.l

De begroting heden - Critiek

van Maat•chapf van mr De Jt

De woonwagenbewoner• -

Ambonezen in Nederland.

Het ontwerp vervreemding L4

Louwes - Consequentie• van

zijn een toenemende armlastigheid èn een toenemende asociabiliteit.

Het staat namelijk vast, dat de "zit- tende" woonwagenbewoners in verhou- ding meer asociaal zijn dan de trekken- de hetgeen wellicht daaruit te verklaren

is,' dat bij de trekkende me·er initiatief zjt.

Voorts betreurde spr. het, dat dit werk door een Rijksdienst zou worden verricht. Voor het sociale werk onder de woonwagenbewoners zou het beter zijn, de band met de provincie en de'ge- meente te behouden.

Zijn bezwaren tegen het verslag van de Staatscommissie vatte de heer De Vos nog eens aldus samen, dat men alle woonwagenbewoners over één kam scheert, trekkende en niet-trekkende, sociale en asociale, armlastige en niet- armlastige en dat dit verslag is tot stand gekomen zonder een voldoende onderzoek naar de psychische en socio- logische structuur van deze bevolkings- groep.

* * *

E

en andere groep, waar onze geest- verwant speciale en vrij uitvoerige aandacht aan wijdde, was die der Indi- sche Nederlanders in Indonesië.

Met klem betoogde hij nogmaals, dat de Nederlandse Regering ten gevolge van de souvereiniteitsoverdracht tegen- over deze staatsburgers een bijzondere verantwoordelijkheid heeft, die niet ge- lijk is te stellen met die tegenover arm- lastige Nederlanders elders in het bui- tenland.

Het rapport van de Commissie-Wer- ne-r is niet gepubliceerd, zodat de heer De Vos daarover eigenlijk niet kon spreken, maar zoals hij opmerkte, was het toch al vrij algemeen bekend, dat de commissie een Stichting in het leven wil roepen om het Hoge Commissariaat van de zorg voor deze Indische Neder-

landers te bevrijden. En tevens, dat de Commissie een reglementering van de opzendingsmogelijkheid wil.

Op dit laatste vooral is de heer De Vos nu vrij uitvoerig ingegaan, waarbij hij met klem betoogde, dat die terug- keer niet zodanig mag worden "gere- glemente-erd", dat deze in feite onmo- gelijk is.

Onze woordvoerder wilde niet pleiten voor een integrale en massale verhui- zing van Indische Nederlanders uit In- donesië naar hier - hij was er zich van bewust, dat voor velen van hen de op·

lossing daarin ook niet kon zijn gele- gen - , maar hij wilde er wel voor plei- ten een beleid te voeren, dat er op ge- richt is, de voorwaarden te scheppen om aan hen, die zulks wensen, ook indien hun de middelen ontbreken, de weg te openen voor vertrek naar Nederland.

Tenslotte pleitte onze woordvoerder nogmaals voor een remilitarisering van de hier verblijvende Ambonezen. De mi- nister had geschreven, dat dezen daar zelf geen prijs op stelden.

De heer De Vos merkte echter op, dat dit sloeg op de aangeboden "bewakings-

diensten". Die Ambonezen '

"surrogaat-militairen" zijn, 1

militairen. Met de heer Ruys brouck (K.V.P.) drong spr1 de minister op aan, nog eens te doen om deze Ambonezen ger op te nemen.

• • • W

ij hebben destijds zeer

aandacht gewijd aan d<

van het ontwerp rechtshandE betrekking tot landbouwgro kort "ontwerp vervreemding gronden" genaamd), toen langdurige behandeling in c Kamer was aanvaard (Parl.

16 Mei; losbladige verzame na's 76 tot en met 78).

Onder verwijzing naar die tingen mogen wij, nu het 01

de Eerste Kamer is gepass1 met betrekking tot de behl onze senaat wel met de d1 vallen.

Wij beginnen dan met he ontwerp werd hier aangenon tegen 11 stemmen, waarbij V.V.D.-fractie de heren Lou Vos van Steenwijk vóór en Molenaar en Wendelaar tege Verder stemden vóór: de P.

K.V.P. en de meerderheid v en tegen de C.H., de C.P.N.

rev. leden Tjalma en Hellerol Onze fractie was dus verc hieruit mag stellig niet wor cludeerd, dat er een voslager ling tussen de voor- en de mers onzerzijds bestond.

Het was veeleer zo, dat voor- als de tegenstemmer:

zwaren hadden tegen het s~

prijsbeheersing, dat in het 01

g·ekozen, maar dat de heren De Vos van Steenwijk m:!endl

deze bezwaren tenslotte htin niet aan het ontwerp te moe1 den en dat de beide andere onze fractie .deze bezwal groof àchtten om zich el

leggen.

Beide :Standpunten werdeJ zijde belicht: dat van de voc door de heer Louwes en dat g·enstemmers door prof. Mol1 Dat hier inderdaad niet VI slagen tegenstelling sprake wel uit de mededeling, welkl Jenaar deed, . namelijk dat : u n a n i e m van mening wa zekere contröle op de grond}l worden aanvaard.

Onze fractie heeft, zo zei : naar, unaniem in het VoorlóJ reeds tot uitdrukking gebraè alles kan worden overgelate1 wet van vraag en aanbod, grote beslistheid hebben wij I

op gewezen, dat er op het ge van de koop- en pachtprij:llE gans ander klimaat kan heer het economische terrein in he het geval is.

• • •

(5)

5 SEPTEMBER 1958 PAG. 5

..._f!__i t_•_e_n ...") *

~ VAN DE EERSTE I(AMER

~PERIODE (11)

Concentratie van werkzaam-

·wijk op het rapport over de

~ander• Het vraagstuk der

den - De agsdichtheid.

• •

van de heer

VISie

i thans in de eerste plaats betoog van de heer Lou- de het aldus, dat ons land 1lkt is, dat wij de conse- van hebben te aanvaarden, .a., dat ten gevolge daar- ling voor de vervreemding rgronden onvermijdelijk is.

uwes geloofde daarom ook ijdelijkbeid van deze nood-

~eloofde evenmin, dat het

•n aanzien van een belang- lSbestanddeel als de grond

wisselend recht te han-

1uwes meende, dat het feit schaarste van de cultuur-

>lk min of meer overval-

;tond de heer Louwes even :er. de nationaal-socialisti- n "bloed en bodem" als de

!rderheid van ons volk dat rlog gedaan had, maar hij

wij toch teveel vergeten ook een andere vorm van rbondenheid" met de grond

1 hebben een geheel eigen

1 de cultuurgrond en blij- lde Testament kende ook

•olk reeds een diep ingrij- ring op het gebied van het

tdere zin, zo betoogde de verder, heeft dit probleem

m.

Wij hebben de geheel nische betekenis van die veten te onderkennen. Ons genlijk in deze wet de qua- de cirkel.

VOS VAN STEENWIJK :eidooi voor Indische iederlanders ....

Wij trachten een intensief gebruik van de grond gepaard te doen gaan met een lage prijs van de grond. Dat is een eco- nomische goocheltoer met de grond- waarde, die ons uiteindelijk niet zal Juk- ken, daar dit in strijd is met het ge- hele wezen van de grondeconomie.

Door de handhaving van de prijs van de grond op een te laag niveau is, zo stelde onze geestverwant vast, veel on- recht gedaan.

Onrecht in de eerste plaats tegenover de bezitter, die toch ook, evenals de pachter, het recht had een redelijk in- komen van zijn bezit te verw11chten, . maar die dit in tijden niet heeft gehad en die maar moet afwachten, of hij het zal krijgen.

Een ander merkwaardig gevolg van de beheersing van de grondprijs op een laag niveau is een geweldige Staats- bemoeiïng met de grond.

De grond is hier in nationale zin zeer kostbaar; er moeten nieuwe gronden aangewonnen worden, bestaande gron- den moeten worden verbeterd en alle kansen moeten geschapen worden voor een intensief gebruik.

De prijs echter is op een zodanig laag niveau gestabiliseerd, dat de grond- eigenaren deze kosten niet kunnen ma- ken. Waar zij toch gemaakt moeten wor- den, draagt de grondbezitter dat over aan de Staat.

Wij zijn, zo merkte de heer Louwes op, al volkomen vertrouwd met het idee, dat landaanwinning is een oader- werp van Staatstaak, dat iedere grond- verbetering door de overheid in de vorm van subsidie voor werkverschaf- fing moet worden mogelijk gemaakt en ons wordt toevertrouwd, dat het onder- houd van de huizen en gebouwen - ge- durende de winter - met subsidie van de overheid moet worden mogelijk ge- maakt.

. Stelt men de prijs van de grond vast naar de economische waarde van de grond voor ons volk, dan kan onze be- volking het niet dragen, dat de grond niet wordt verbeterd, terwijl d1e ver- betering uit de opbrengst van de grond toch niet betaald kan worden. Dat wij onszelf daarbij iets wijs maken - aldus de heer Louwes - geloof ik wel.

Men moet, zo vervolgde spreker, niet vergeten, dat wij in de berekening van de prijzen van de landbouwproducten een pacht opnemen, die naar omstandig- heden laag is. Daarom kunnen wij in vergelijking met andere landen een laag kostenniveau handhaven.

Het gaat hier echter om het uitslijten, het verwaarlozen van het huizenbezit.

Het is niet mogelijk, bij de geldende pachten het aanwezige gebouwenbezit te onderhouden.

In wezen eten wij op het ogenblik ten dele op, wat wij voor onze nazaten moe- ten besparen. Daarom herhaalde de heer Louwes - nu in enigszins andere woor- den - : dat wij, alles bijeen, wel de nei- ging hebben, elkaar hier wat wijs te maken.

* * *

Ü

ndertussen achtte de heer Louwes het voor geen tegenspraak vat- baar, dat men, als gevolg van de grote bevolkingsdichtheid, • de prijzen van landbouwgrond niet los kan laten en èat;

wanneer men dat wèl deed, dit tot nog grotere spanningen aanleiding zou ge- ven.

Hoe zou het nu voortaan met die prijsbeheersing volgens het nieuwe on+ • werp gaan? Voortaan zal men de prijs van de grond berekenen naar de netto- pachtwaarde.

Op zichzelf achtte de heer Louwes dat een volkomen bruikbare regeling, maar:

verlegt men hier in feite de moeilijk·

heid van het bepalen van de waarde van de grond niet naar die van het bepalen van de pachtwaarde en komt men hier dus wel veel verder mee?

De heer Louwes geloofde, dat op die vraag maàr één antwoord was te geven.

zij steunt op het inzicht van de Grond- kamers bij het toetsen van de pachtprijs aan de normen van de Pachtwet.

.rtOF. MOLENAAR

••.. niet altijd vraag en aanbod . ...

De minister heeft wel normen toege- zegd in dezen en die worden ook gehan- teerd, maar spr. geloofde, dat wij toch niet zo ver z\in, dat wij duidelijk kun- nen aangeven, welk inkomen de pach- ter redel\ikerwijze op een bepaald typ"' boerderij mag verwachten.

E•· is weliswaar een Pachtwet inge- voerd, maar het kernpunt daarvan, het redelijk inkomen, dat de pachter mag verwachten, heeft men overgelaten aan het gezond verstand, aan de intuïtie of aan welk ander onweegbaar inzicht ook van de Grondkamers.

Het is een tekort van de zijde der Grondkamers, dat zU geen duidelijke nor- men hebben opgesteld volgens welke zij werken en spr. geloofde, dat het ool' een tekort was van de zijde van de agrarisch-economische wetenschap, dot zij ten aanzien van dit probleem nog geen lijn heeft weten te trekken.

Hoe dit ook zij, dit verlegt het vraag- stuk van het bepalen van de prijs van de landbouwgronden naar dat van de vast- stelling van de pachtprijs, en daarvoor z\jn geen duidelijke normen aanwezig.

Aan de hand van een aantal voorbeel- den uit diverse provincies toonde de heer Louwes daarb\i aan, hoe verschil- lend blijkbaar dat .,gezond verstand" en die "intuïtie" van de Grondkamers wor- den gehanteerd.

In dit verband vroeg de heer Louwes ook, hoe het moet met landbouwgrond, die binnen korte t\id de bestemming van bouwterrein zal kr\igen.

Het kwam hem voor, dat men de be- zitters van deze grond een groot onrecht doet, wanneer men deze gronden uitslui- tend zou taxeren naar de waarde van landbouwgrond en hun geen extra-voor- deel zou toekennen wegens de bijzondere waarde van deze grond.

De heer Louwes pleitte er niet voor, dan de gehele vervangingswaarde uit te keren. maar toch wel ten dele, en een ander deel te storten in het Landaan- winningsfonds.

H\i achtte het echter goed, dat men in ieder geval voor de Nederlandse grond, die voor openbare doeleinden gebruikt wordt, het volle bedrag der vervangings- waarde moet betalen, ook om een te ro- yaal omgaan daarmede aldus te voorko- men.

~ en ander0 conset]uentie van onze dichte bevolking achtte de heer Louwes, dat maatregelen worden getrof- fen, om eï,vdeloze versnippering van de grond tegen te gaan.

Het zal echter niet mogelijk zijn, ver- dere versnippering te voorkomen, wan•

neer niet b\i de vererving regelen wor- den gesteld, die een verdere versnippe- ring van de grond tegengaan. Wij staan hier nog vreemd tegenover.

vVij z\in niet gewend aan de gedachte, dat men ten aanzien van grond zou af·

wijken van de regel, dat aJle kinderen ge- lijkgerechtigd zijn tot het erfdeel van de ouders.

In Noorwegen, Duitsland en verschil- lende andere landen echter kent men de daar vanzelfsprekend geachte re- gel, dat de boerderij als een eenheid overgaat en dat uit het overige bezit de andere kinderen schadeloos worden gesteld, terwijl zij ook altijd het recht op ,.herberg" op de boerderij behouden.

De heer Louwes meende nu, dat men de problemen, waar het hier om gaat, niet baas zal worden, wanneer men het erf- recht er niet b\i betrekt .

Nogmaals terugkomend op de inhoud van het wetsontwerp, achtte de heer Louwes het met vele anderen een groot bezwaar, dat er de mogelijkbed is van ontduiking en in het bijzonder waarschuwde hij, dat goed zou moeten worden toegekeken, dat het voorkeurs•

recht van de pachter niet ontaardt in het toekennen van in feite een onverhan- delbaar vermogensbezit, waarop hij geen recht heeft.

Het is zeker niet de bedoeling, dat de pachter het voorkeursrecht ontvangt om financieel voordeel te genieten, maar al- leen, dat hi.i een zeker recht heeft op de boerderij, wanneer deze verkocht wordt.

De conclusie van de heer Louwes uit al het bovenstaande was. dat wij vl:ij on- verhoeds in de regeling van deze mate•

rie zijn gevallen en niet in een grote, stijlvolle wet daar bovenuit komen.

Omdat h\i echter de noodzaak van een wet inzag en zeker voor het ogen- blik geen betere wet wist te maken,

zou h\i vóór het ontwerp stemmen.

Hij voegde daar nog enige slotopmer- ktngen aan toe.

In de eerste plaats hoopte hij, dat in de vijf jaar, waarin deze nieuwe wet om te beginnen zou werken, zoveel wijsheid, ervaring en inzicht zou worden opgedaan, dat later aan de grond een wetgeving zou kunnen worden gegeven, waarvan zou kunnen worden getuigd, dat de grond daardoor individueel bezit zou

blijven en er ruimte zou blijven voor een band - hij durfde in verband met de Mozaïsche wetgeving van het Oude Testament te zeggen: ook soms een my.

stieke band ~ tussen de boer of het boe- rengeslacht en zijn grond.

In de tweede plaats. dat de prijs van de grond wel beheerst zou blijven, maar dat hij ook beweeglUk zou blijven (o:f worden) in het geheel der nationale prijsbewegingen.

En tenslotte hoopte hij, dat die toe- komstige wetgeving het gebruik van de grond doelmatig zou doen zijn en blijven en dat zij zou gaan le\·en in het rechts- bewustzi.in van ons volk

. .

H

et betoog, dat prof. Molenaar over hetzelfde ontwerp daar- naast heeft gehoud<>n, zullen wij, naar ons thans bHikt, voor de volgende week moeten houden, evenals nog enkele an- dere zaken, waarover minder uitgebreid debat werd gevoerd.

A.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gen zien, waarvoor ze evenmin éen oplossing weten als hun dakloze geestverwanten. Zij blijven slechts ia het partijverband, omdat ze net als prof. Donkersloot,

Een vierde punt. Een van Prof. Rommes ernstigste grieven is, dat de liberale frac. tie in de Tweede Kamer zich gekeerd heeft tegen de door de Minister van

Maar juist dit bewustzijn legt ons allen dan ook de verplichting op, ons voortdurend te bezinnen op die fundamentele vragen, die Thorbecke centraal stelde en

J. o e Commissie voor het Statuut van de Vrouw heeft onlangs haar 6de bijeenkomst te Genève gehouden. Deze Commissie is een onderdeel van de Economische en Sociale

T en aanzien van het Duitse herstel is de auteur minder optimistisch. Hij verwacht in Duitsland in de eerste jaren geen aanzienlijke verruiming van de exportmogelijkheden,

schen aan de zijde van de voorstanders der afschaffing. Bijna vier maanden heeft het toen geduurd voordat Nederland weer een Kabinet had. Wanneer dus in dit

Dat uit een socialistische mond ook wel eens andere woorden kunnen worden gehoord dan de klassieke eisen }ot loonsverhoging, verho- ging van de belasting, het

H umOl' is zeldzaam en daarom kostbaar, in het dagelijks bestaan; doch zeker in de letterkunde. Zij in ons land, die dit bedrijf beoefenen leven in de