• No results found

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het varkensbedrijf Lode Leuridan in Lo-Reninge

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het varkensbedrijf Lode Leuridan in Lo-Reninge"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en –projecten

Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van het

varkensbedrijf Lode Leuridan in Lo-Reninge

Initiatiefnemer:

Lode Leuridan Pereboom 7 8647 Lo-Reninge

1 oktober 2018

PRMER-3099-SA

(2)

1. Inleiding

Het voorgenomen project betreft de hernieuwing en uitbreiding van de vergunning voor de bestaande varkenshouderij van Lode Leuridan, gelegen ter hoogte van Pereboom 7 te Lo-Reninge.

De huidige vergunning heeft een looptijd tot 26 maart 2029. Het bedrijf is momenteel vergund voor het houden van 257 zeugen (waarvan 53 kraamzeugen), 2 beren en 2240 andere varkens. Er worden tevens 800 biggen gehuisvest. De dieren worden gehouden in acht stallen, waarvan één stal (voor vleesvarkens) voorzien is van een biologisch luchtwassysteem met 70% of hogere emissieredcutie (S-1). De overige stallen zijn traditionele stallen.

De initiatiefnemer wenst de varkenshouderij uit te breiden naar 500 zeugen (waarvan 102 kraamzeugen), 2 beren, 6050 andere varkens en 1856 biggen. Om deze uitbreiding te kunnen realiseren zullen drie nieuwe stallen bijgebouwd worden, alle voorzien van een biologisch luchtwassysteem (S-1). Daarnaast zullen twee van de bestaande stallen mee aangesloten worden op één van de biologische luchtwassystemen die voorzien worden op de nieuwe stallen. In totaal zullen er vier verschillende biologische luchtwassystemen (S-1) voorzien zijn. Vijf stallen blijven traditioneel.

In de gewenste situatie is het de bedoeling om een omgevingsvergunning te bekomen voor het houden van 6552 varkens waarvan 500 zeugen, 2 beren en 6050 andere varkens en 1856 biggen.

Verder is er een hernieuwing en uitbreiding van de vergunning voor het stallen van 5 voertuigen en 8 aanhangwagens, opslag van 400 l olie, opslag van 13 000 l mazout, 2 verdeelslangen, opslag van 10 825 m³ dierlijke mest en een grondwaterwinning van 21 530 m³/jaar en 90 m³/dag uit het Quartair dek (vijver + steenput + drainage).

Gelet op de belangrijke verandering wordt dus ook een vroegtijdige hernieuwing aangevraagd.

Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit1, met name:

Bijlage I

21 c) Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan: 3000 plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 20 kg)

Bijlage III

10 j) Werken voor het onttrekken of kunstmatig aanvullen van grondwater, die niet zijn opgenomen in bijlage I of II

De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de aanmelding voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-MER en beide gebundeld in te dienen als één document.

De dienst Mer ontving een aanmelding met vraag om scopingsadvies op 9 mei 2018. Er werd een openbare raadpleging georganiseerd van 6 juni 2018 tot 6 juli 2018 in Lo-Reninge door de initiatiefnemer van het project. Tijdens dit moment is noch bij de dienst Mer noch bij de stad inspraakreacties/opmerkingen bezorgd.

De dienst Mer vroeg terwijl adviezen bij de administraties en openbare besturen (zie bijlage).

1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd.

(3)

De dienst Mer stelt dit scopingsadvies op met het oog op de inhoudsafbakening van het MER. Zij houdt rekening met de principieel verplichte onderdelen van een project-MER op basis van art.

4.3.7. van het DABM2, de informatie van de openbare raadpleging en de ontvangen adviezen.

Dit scopingsadvies heeft betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-MER. Het project-MER moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding en aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke vereisten die in dit scopingsadvies geformuleerd zijn.

2. Verantwoording, beschrijving project en alternatieven

Aanvullend op de aanmelding moeten de volgende punten ook beschreven worden:

- Sinds 23/02/2017 en bij invoering van de omgevingsvergunning is ook een nieuwe definitie voor gedekte zeugen toegevoegd. Vóór de omgevingsvergunning werd een jonge zeug tot de eerste worp beschouwd als een “ander varken”. Vanaf dat de jonge zeug geworpen heeft, en tevens in productie blijft, werd het beschouwd als een zeug. Met de komst van de omgevingsvergunning wordt een gedekte zeug nu beschouwd als een “zeug”. Hierbij is ook de indelingslijst gewijzigd, nl. rubriek 9.4.1.d.2 omvat nu 750 plaatsen voor zeugen en gedekte jonge zeugen. Het MER moet rekening houden met deze laatste wijziging. Dit betekent dat gedekte zeugen bij de zeugen geteld worden. Op deze manier stemt de telling op papier overeen met de telling in de stal. Ook bij de toetsing naar MER-plicht moet dit desgevallend aangepast worden.

Zoals in de aanmelding vermeld moet het MER de volgende alternatieven onderzoeken en beoordelen of er wordt gemotiveerd waarom zij niet worden onderzocht:

o Nulalternatief

o Doelstellingsalternatieven (niet in beschouwing genomen) o Locatiealternatieven (niet in beschouwing genomen)

o Inrichtingsalternatieven (gemotiveerd om niet verder te onderzoeken) o Uitvoeringsalternatieven

Inzake uitvoeringsalternatieven gaan de deskundigen na of er relevante BBT-studies of BREF- nota’s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen.

3. Algemene en methodologische aspecten

De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied waar effecten zich kunnen voordoen moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart.

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie, en moet voor elk ontwikkelingsscenario duidelijk gemotiveerd worden waarom. Er moet ook aangegeven worden

2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk (DABM).

(4)

voor welke disciplines de ontwikkelingsscenario’s al dan niet relevant zijn. Dit moet beschreven worden in een algemeen hoofdstuk voorafgaand aan de effectbespreking per discipline.

Wanneer er tijdens het opstellen van het project-MER nieuwe ontwikkelingsscenario’s naar boven komen, moeten deze toegevoegd worden.

Volgende relevante juridische en beleidsmatige randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: geen voor dit dossier

Cumulatieve effecten moeten onderzocht worden.

De methodologie voor de effectbeschrijving en -beoordeling moet voor elke discipline in het project-MER duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens moet per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen moet aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling moet transparant gebeuren.

Bij de beschrijving van de bestaande toestand en van de milieueffecten moet, als aanvulling op de aanmelding, voldoende aandacht besteed worden aan het volgende:

- De klimaatreflex en een bespreking van de externe veiligheid dient toegevoegd te worden (zie www.mervlaanderen.be3)

Discipline biodiversiteit:

- Het Agentschap voor Natuur en Bos stelt vast dat het plan/project geen betekenisvolle aantasting veroorzaakt aan de instandhoudingsdoelstellingen van de speciale beschermingszone. Het Agentschap voor Natuur en Bos verklaart zich akkoord met de bevindingen van het onderzoek.

Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie:

- In het MER bijkomend te bekijken wat de mogelijkheden zijn naar vormgeving van de nieuw te bouwen stallen. In het advies van de stad wordt het volgende gesuggereerd: zo veel mogelijk in donkere materiaal uit te voeren (bruinbeige silexpanelen, donkere bedaking en bruine poorten …)

- In het MER dient nagegaan hoe het bedrijf kan geïntegreerd worden in het landschap. In het advies van de stad wordt voorgesteld om een uitgebreid groenplan op te stellen.

Discipline mens

Specifiek voor gezondheid:

- In tabel 60 Stressoren en gerelateerde gezondheidsimpact (p. 90) zijn de gezondheidseffecten van de blootstelling aan ammoniak en de eventuele relevantie van deze stressor onvoldoende uitgewerkt.

Meer info te vinden o.a. via:

https://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/2016/

Veehouderij_heeft_effect_op_longfunctie_omwonenden

3https://www.lne.be/sites/default/files/atoms/files/handleiding%20procedurele%20en%20inhoudelijke%20wijziging

%20n.a.v.%20omzetting%20van%20de%20Europese%20project-m.e.r.-richtlijn%20%282014%2052%20EU%29.pdf

(5)

Specifiek voor mobiliteit:

- De toenemende transportbewegingen (van 6 naar 10 per week, cf. tabel 61 Aantal verkeersbewegingen per jaar ten gevolge van de bedrijfsexploitatie) beter duiden of dit in de toekomst een probleem kan zijn. Uit het advies van de stad kan afgeleid worden dat hiervoor overleg met het stadsbestuur aangewezen is.

Ook de volgende onderdelen moeten aan bod komen in het MER (cfr. richtlijnenboek Algemene methodologie):

- de leemten in de kennis

- de eventuele opvolgings- en monitoringsmaatregelen

- een afzonderlijke discipline-overschrijdende samenvatting (inclusief de milderende maatregelen)

- tewerkstelling, investering en gebruikte materialen - een niet-technische samenvatting.

4. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen

Zoals voorgesteld in de aanmelding worden volgende disciplines in het project-MER opgesteld door een erkend MER-deskundige: lucht, water en biodiversiteit. De coördinator zal ook bodem;

geluid; landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en mens behandelen.

Het in de aanmelding voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd.

Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer.

Digitaal getekend

Door Liesl Vanautgaerden

Projectmanager Directie Gebiedsontwikkeling

Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en - projecten

(6)

Bijlage

Aantal inspraakreacties die tijdens de openbare raadpleging ingediend werden bij:

- Stad Lo-Reninge: / - Dienst Mer: /

Lijst met de instanties die gereageerd hebben en betrokken worden in de verdere procedure:

- Agentschap van Natuur en Bos West-Vlaanderen - Agentschap Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen - Agentschap Zorg en Gezondheid

- Fluxys

- Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving West-Vlaanderen - VMM – Afdeling Operationeel Waterbeheer

- Stad Lo-Reninge

Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben:

- Departement Omgeving, Afdeling GOP, Directie Omgevingsprojecten - Milieu - Provincie West-Vlaanderen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

In het project-MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

4630803001 – Aanmelding project-MER Optimalisatie Wijnegem Shopping Center | 78 Gezien de afwezigheid van waterlopen in of in de directe omgeving van het projectgebied, worden

De afbakening van het studiegebied moet voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,

Het project-MER moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld werd in de aanmelding/ontwerp-MER en moet aangevuld/aangepast worden volgens de specifieke

In het MER moet duidelijk aangegeven worden met welke ontwikkelingsscenario’s rekening gehouden wordt of juist niet bij de beschrijving van een referentiesituatie,