• No results found

Besluit in geschil G.03.02 inzake KPN Mobile vs Dutchtone

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit in geschil G.03.02 inzake KPN Mobile vs Dutchtone"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit in geschil G.03.02 inzake KPN Mobile vs Dutchtone OPTA/IBT/2002/202662

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:

de besloten vennootschap KPN Mobile the Netherlands B.V. (hierna: KPN Mobile), gevestigd te Den Haag, verzoekster

gemachtigde: mr. J.J.N. Bleeker, advocaat te Amsterdam,

en

de naamloze vennootschap Dutchtone N.V. (hierna: Dutchtone), gevestigd te Den Haag, verweerster

gemachtigde: mr. G-J. Zwenne, mr. M.J. Geus

advocaten te Den Haag.

1 INLEIDING

Onderwerp van het geschil

1. KPN Mobile verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden ter zake van de tarieven, die Dutchtone (indirect via KPN Telecom BV) aan KPN Mobile vraagt voor het termineren van telefoonverkeer op haar mobiele netwerk (hierna: MTA1-tarieven).

Opzet van het besluit

2. Het besluit en zijn totstandkoming wijken, zoals hieronder wordt uiteengezet en gemotiveerd, af van de gebruikelijke procedure bij het college. Door het grote aantal overeenkomstige geschillen dat bij het college aanhangig is gemaakt, heeft het college ervoor gekozen om uit proceseconomisch oogpunt een vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 10 van de Procedureregeling toe te passen. Veel van de zienswijzen die partijen hebben ingebracht komen ook overeen. De

overwegingen met betrekking tot deze overeenkomstige zienswijzen van partijen zijn in een bijlage bij het onderhavige besluit opgenomen. In deze bijlage is ook het juridisch kader opgenomen, opdat deze bijlage zoveel mogelijk een zelfstandig leesbaar karakter krijgt. In het lichaam van het besluit zijn vervolgens de feiten en de standpunten van partijen voor zover deze specifiek zijn voor het geschil en de overwegingen terzake opgenomen. Het college beoogt op deze zoveel mogelijk uniforme wijze de toegankelijkheid van zijn besluitvorming inzake de MTA-tarieven te vergroten.

2 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

3. Voor het verloop van de procedure verwijst het college naar de stukken die in bijlage I van dit besluit zijn opgesomd.

(2)

3 FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL

4. KPN Mobile en Dutchtone zijn aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en –diensten in de zin van artikel 1.1, onderdelen m en n, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). De netwerken van KPN Mobile en Dutchtone zijn inmiddels direct gekoppeld. Deze directe koppeling wordt alleen gebruikt voor het verkeer dat afkomstig is van het netwerk van Dutchtone en bestemd is voor het netwerk van KPN Mobile. Daartoe is tussen partijen op 29 maart 2002 een overeenkomst gesloten. Het verkeer dat afkomstig is van het netwerk van KPN Mobile en bestemd is voor het netwerk van Dutchtone wordt indirect afgeleverd via het vaste netwerk van KPN Telecom B.V. (hierna: KPN Telecom). Voor het afwikkelen van dit verkeer bestaat tussen KPN Mobile en Dutchtone geen

schriftelijke overeenkomst. Wel hebben KPN Mobile en KPN Telecom aan de ene kant en Dutchtone en KPN Telecom aan de andere kant schriftelijke overeenkomsten over MTA- en transitdienstverlening.

5. Een en ander leidt ertoe dat KPN Mobile voor het verkeer dat op haar netwerk ontspringt en dat is bedoeld voor een eindgebruiker op het netwerk van Dutchtone aan KPN Telecom een

transitvergoeding betaalt voor het afleveren van dit verkeer bij Dutchtone. KPN Telecom levert dit verkeer vervolgens af bij het netwerk van Dutchtone aan wie KPN Telecom een tarief betaalt voor het termineren van dit verkeer op diens netwerk. De tarieven die Dutchtone aan KPN Telecom in rekening brengt voor het termineren van verkeer berekent KPN Telecom aan KPN Mobile door in haar

zogenoemde premium transittarief. Dit tarief bestaat uit een vergoeding voor de transitdienst die KPN Telecom levert en het MTA-tarief van -in onderhavig geval- Dutchtone. Aldus betaalt KPN Mobile Dutchtone -op indirecte wijze- voor het afleveren van verkeer. Ofschoon de MTA-tarieven van Dutchtone een niet als zodanig te onderscheiden onderdeel uitmaken van de transittarieven die KPN Mobile aan KPN Telecom betalen, is KPN Mobile op de hoogte van de MTA-tarieven van Dutchtone.

6. Tot 15 juni 2000 hanteerden KPN Mobile en Dutchtone nagenoeg gelijke MTA-tarieven. Met ingang van deze datum heeft KPN Mobile haar gemiddelde MTA-tarieven verlaagd van 50,2 naar 35,1 guldencent per minuut. Op basis van verkeersvolumes over de periode vierde kwartaal 2000-derde kwartaal 2001 stelt het college vast dat het gemiddelde van de door Dutchtone gehanteerde MTA-tarieven [bedrijfsvertrouwelijk xxxxx] eurocenten bedraagt2. Met ingang van 8 november 2000 heeft KPN Mobile haar gemiddelde MTA-tarieven weer verhoogd. Dit heeft zij vooraf aan Dutchtone aangekondigd bij brief van 25 oktober 2000, kenmerk WS-MK/034/2000, waarbij zij Dutchtone liet weten de discrepantie tussen de wederzijdse MTA-tarieven niet langer aanvaardbaar te vinden.

7. Bij brief van 17 november 2000, kenmerk WS-MK/080/2000, die in vervolg op een overleg tussen partijen op 8 november 2000 werd verzonden, heeft KPN Mobile Dutchtone voorgesteld om het tarief van de dienst Dutchtone GSM Terminating Acces brief van 9 maart 2001, kenmerk WS-MK/048/2001, heeft KPN Mobile Dutchtone verzocht haar MTA-tarieven op reciproque grondslagen te baseren, hetgeen een verlaging van de MTA-tarieven van Dutchtone zou betekenen. Dit voorstel is door Dutchtone bij brief van 15 december 2000, kenmerk KPNM-001215-IR-EFW-01, afgewezen. Bij brieven van 9 maart 2001, kenmerk MK/048/2001, en 24 augustus 2001, kenmerk

WS-MK/148/2001, heeft KPN Mobile Dutchtone nogmaals uitdrukkelijk verzocht om haar MTA-tarieven te verlagen. Dutchtone heeft ook aan deze herhaalde verzoeken tot verlaging van MTA-tarieven geen gevolg gegeven.

(3)

8. Per 1 april 2002 heeft KPN Mobile haar gemiddelde tarief wederom met circa 10% verhoogd. De gemiddelde tarieven van KPN Mobile zijn thans nog steeds lager dan de gemiddelde MTA-tarieven van Dutchtone.

9. Bij schrijven van 11 februari 2002, kenmerk AMCP:9709.6 heeft KPN Mobile het college verzocht op grond van artikel 6.3 van de Tw de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden terzake van de MTA-tarieven van Dutchtone.

10. Op 26 juni 2002 heeft KPN Mobile voor de afwikkeling van het verkeer dat zij bij Dutchtone dient te termineren het college op grond van artikel 6.1, derde lid, van de Tw verzocht een ontheffing te verlenen van haar plicht om direct met Dutchtone te interconnecteren. Het college heeft KPN Mobile bij besluit van 5 juli 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/201782 de ontheffing verleend.

4 HET STANDPUNT VAN PARTIJEN

4.1 Het standpunt van KPN Mobile

11. Voor de standpunten van KPN Mobile verwijst het college naar de door KPN Mobile ingebrachte stukken. Het standpunt van KPN Mobile laat zich als volgt samenvatten:

12. Volgens KPN Mobile leiden commerciële onderhandelingen over MTA-tarieven die in een

concurrerende en transparante, efficiënte markt zouden worden gevoerd tot reciproque tarieven op het niveau van de efficiënte netwerkaanbieder vanwege de aard van de call termination. Gezien het ontbreken van marktwerking bij call termination is de noodzaak tot regulering gegeven.

13. KPN Mobile geeft in haar verzoekschrift aan aan welke eisen een redelijk MTA-tarief dient te voldoen.

14. Indien de MTA-tarieven van Dutchtone reciproque op het niveau van de MTA-tarieven van KPN Mobile worden vastgesteld, wordt volgens KPN Mobile aan genoemde criteria wordt voldaan.

15. KPN Mobile verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die Dutchtone haar (indirect) in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat vanaf 1 april 2002 de tarieven voor de door Dutchtone (indirect) aan KPN Mobile geleverde en te leveren dienst MTA reciproque dienen te zijn, op het niveau van de (gemiddelde) MTA-tarieven van KPN Mobile, (primair) zoals die gelden op de datum van de aanvraag; dan wel (subsidiair) op de datum van het besluit van het college. Meer subsidiair verzoekt KPN Mobile het college vast te stellen dat de door KPN Mobile aan Dutchtone (indirect) te betalen MTA-tarieven dienen te voldoen aan het redelijkheidscriterium zoals dat in het besluit zal zijn uitgewerkt, en wel zodanig dat het ligt dichtbij de gewogen (gemiddelde) MTA-tarieven van KPN Mobile, zoals die gelden op de datum van het besluit van het college. Daarbij dient het gewogen gemiddelde van de door Dutchtone te hanteren MTA-tarieven op basis van een

gespreksduur van 90 seconden te worden vastgesteld. Laatstens verzoekt KPN Mobile het college elke nadere of andere voorziening te treffen die hij nodig acht om aan de omschreven belangen van KPN Mobile tegemoet te komen.

4.2 Het standpunt van Dutchtone

(4)

de marktanalyse van het college onjuist is, zij betwist dat er sprake is van een relevante markt voor het termineren van verkeer.

17. Indirecte interconnectie is geen interconnectie als bedoeld in artikel 6.1 van de Tw, maar een alternatief voor interconnectie. Om die reden kan KPN Mobile voor haar aanvraag geen beroep doen op de procedures voor beslechting van interconnectiegeschillen als voorzien in hoofdstuk 6 van de Tw. De bevoegdheid van het college om op grond van artikel 6.3, eerste en tweede lid van de Tw een besluit te nemen is niet van toepassing op indirecte interconnectie. Voor een voorlopig besluit op grond van het derde lid van artikel 6.3 van de Tw bestaat voorts geen spoedeisend belang. Toepassing van artikelen 6.1 tot en met 6.3 van de Tw op indirecte interconnectie is praktisch ook onuitvoerbaar omdat in de besluiten van het college de overeenkomsten met de transitoperator niet worden geadresseerd.

18. Het college is niet bevoegd is om de beleidsregels in het onderhavige geschil toe te passen omdat KPN Mobile vraagt om reciproque tarieven vast te stellen.

19. Het is niet redelijk om bij de bepaling van het tarief uit te gaan van de meest efficiënte operator vanwege het kostenverschil tussen 900 en 1800 aanbieders.

35. Het college is niet bevoegd om de relevante markt te definiëren of een mobiele aanbieder aan te wijzen als monopolist in de zin van het mededingingsrecht. Vaste aanbieders hebben geen belang bij een verlaging van de MTA-tarieven. Vaste eindgebruikers ook niet omdat het merendeel een mobiele telefoon heeft en derhalve hogere mobiele retailtarieven zal betalen.

20. De sterke mate van prijselasticiteit op de mobiele retailmarkt en de huidige marktverhoudingen verhinderen de 1800 MHz aanbieders hun verloren inkomsten te compenseren door verhoging van de retailprijzen voor hun eigen klanten zonder marktaandeel te verliezen.

21. Gezien het bovenstaande dient het college zich onbevoegd te verklaren, althans dient het verzoek van KPN Mobile afgewezen te worden.

5 BEOORDELING VAN HET GESCHIL

22. KPN Mobile in haar verzoekschrift en Dutchtone in haar zienswijze hebben vele argumenten ter overweging aan het college voorgelegd ten aanzien van de bevoegdheid van het college om regels te stellen ten aanzien van MTA-tarieven en de invulling die het college bij het stellen van deze regels geeft aan de redelijkheid. Deze argumenten komen in grote mate overeen met de argumenten die door hen en door andere mobiele aanbieders in andere procedures inzake MTA-tarieven zijn ingebracht. Om redenen van proceseconomie heeft het college - zoals gezegd - gekozen voor een afwijkende opzet van zijn besluit in het voorliggende geschil. Er is voor gekozen om de overwegingen en de motivering daarbij een drietrapssysteem te hanteren. Allereerst verwijst het college naar de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 2 juli 2002 en de daarbij behorende toelichting. Daarin staat de lijn zoals het college die voorstaat bij de geschilbeslechting inzake MTA-tarieven in

(5)

geschil. Bijlage II bij het onderhavige besluit bevat deze overwegingen, die hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd. Ten slotte zijn er nog een aantal argumenten die specifiek in dit geschil hebben gespeeld. Deze argumenten worden hieronder in het lichaam van het besluit besproken.

23. Ten behoeve van de inzichtelijkheid van het besluit, geeft het college hierbij een korte aanduiding van de onderwerpen die in bijlage II zijn opgenomen.

Allereerst wordt de bevoegdheid van het college behandeld. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:

- de bevoegdheid in geschillen over indirecte interconnectie (randnummers 23-28);

- de ontheffing van de directe interconnectieplicht (29-31);

- de grondslag van de aanvraag (32-34);

- de aanwezigheid van een geschil (35-37)

- de toepassing van de geschilbeslechtende bevoegdheid (38-40);

- de gekozen vereenvoudigde afhandeling (41-43);

- de noodzaak een voorlopig besluit te nemen (44);

- de mogelijkheid van gevoegde behandeling van zaken(45).

Vervolgens wordt aandacht besteed aan de overwegingen inzake de bepaling van een redelijk MTA tarief. In het bijzonder gaat het dan om:

- de analyse van de mobiele markt (47-49);

- Ramsey pricing (50-51);

- marginale toetsing (52-53);

- de publiekrechtelijke norm van redelijkheid (54-55);

- reciprociteit (56-57);

- beoordeling van MVNO’s (58);

- de benchmarkmethodiek (59-67);

- de overgangsperiode (68-69);

- de juistheid van de benchmark (70-83);

- spraakdiensten over 3G netwerken (84);

- terugwerkende kracht (85);

- proportionaliteit (86-88);

- de gevolgen van tariefverlaging (89-92);

- het beleid in Europese context (93-95).

24. In aanvulling op hetgeen reeds in de Beleidsregels en in bijlage II is overwogen, volgen hierbij een aantal overwegingen die specifiek zijn voor dit geschil. Deze overwegingen gaan in op argumenten van Dutchtone die in hoofdstuk 4 van dit besluit specifiek zijn weergegeven.

Specifieke overwegingen inzake de bevoegdheid van het college Weigering om direct te interconnecteren

(6)

bestond omdat zij ter zake van het MTA-tarief van Dutchtone geen overeenstemming kunnen bereiken.

Er is sprake van een geschil

26. In aanvulling op hetgeen in randnummer 35 van bijlage II bij dit besluit is overwogen is het college gebleken dat KPN Mobile verscheidene malen aan Dutchtone heeft verzocht haar MTA-tarieven te verlagen, aan welke verzoeken Dutchtone geen gevolg heeft gegeven. Verwezen zij hiervoor naar randnummer 7.

Ne ultra petitum

27. KPN Mobile verzoekt in haar aanvraag naast de op het uitgangspunt van reciprociteit gestoelde primaire en subsidiaire verzoeken het college eveneens meer subsidiair de ‘tarieven voor de door Dutchtone (indirect) aan KPN Mobile geleverde en te leveren dienst mobiele call termination dienen te voldoen aan het redelijkheidscriterium (zoals dat in het besluit zal zijn uitgewerkt, welke

uitwerking zodanig dient te zijn dat het ligt dichtbij de gewogen gemiddelde call termination tarieven van KPN Mobile, zoals die gelden op de datum van het besluit van het college op

onderhavige verzoeken van KPN Mobile)’. Voorts verzoekt KPN Mobile het college om ‘elke nadere of andere voorziening te treffen’ die hij in het kader van deze procedure nodig acht om aan het belang van KPN Mobile tegemoet te komen3.Gezien het voorgaande is het college van oordeel dat KPN Mobile in haar aanvraag tevens verzoekt het redelijke (lagere) niveau van de MTA-tarieven van Dutchtone op andere wijze dan op basis van reciprociteit vast te stellen. De stellingen van Dutchtone dat de aanvraag van KPN Mobile alleen een verzoek bevat om een reciproque tarief vast te stellen is dan ook onjuist.

Andere wijze van afhandeling van de aanvraag

28. In aanvulling op het overwogene in randnummer 42 van bijlage II bij dit besluit wijst het college erop dat Dutchtone bij brief van 15 augustus 2002, kenmerk dutcn0006, een aanvullende zienswijze heeft ingediend.

Specifieke overwegingen inzake de bepaling van een redelijk tarief De invulling van de redelijkheid; marginale toetsing

29. In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van Bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat MTA-tarieven, die Dutchtone jegens KPN Mobile hanteert, onredelijk zijn, omdat het gemiddelde MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals vastgesteld in de Beleidsregels.

6 CONCLUSIE

30. Het college komt op basis van de Beleidsregels, de overwegingen vervat in bijlage II en de

voorgaande overwegingen tot het oordeel dat hij in het onderhavige geschil bevoegd is ten aanzien van de MTA-tarieven van Dutchtone regels te stellen. Voorts oordeelt het college dat het stellen van regels aangaande de MTA-tarieven van Dutchtone gerechtvaardigd is. Het college komt immers op basis van de Beleidsregels tot de conclusie dat het gemiddelde MTA-tarief dat Dutchtone in rekening brengt bij KPN Mobile onredelijk is, omdat dit MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke

(7)

niveau, zoals neergelegd in de Beleidsregels4. Het college stelt een maximaal redelijk gemiddeld MTA-tarief conform de Beleidsregels vast, nu Dutchtone geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om af te wijken van de invulling, die het college in de Beleidsregels aan de redelijkheid bij het stellen van regels ten aanzien van MTA tarieven heeft gegeven.

31. In de onderstaande tabel is de bovengrens voor het gemiddelde MTA-tarief weergegeven dat

Dutchtone als gebruiker van 1800 MHz frequenties vanaf 1 december 2002, onderscheidenlijk 1 april 2003, in rekening mag brengen voor het termineren van verkeer dat afkomstig is van het mobiele netwerk van KPN Mobile. Deze tarieven zijn vastgesteld aan de hand van de in hoofdstuk vier van de Beleidsregels neergelegde beoordelingssystematiek.

gemiddeld MTA-tarief heden5 1 december 2002 1 april 2003 Dutchtone Bedrijfsvertrouwelijk

[xxxxx]

18,28 16,48

Bedragen in eurocenten per minuut

32. In de Beleidsregels is tevens opgenomen dat Dutchtone gehouden is om aan te tonen dat het gemiddelde van de tarieven in haar MTA-tariefstructuur (bestaande uit de tarieven voor set-up en conveyance in de piek- en dalperioden) omgerekend naar een enkel tarief per minuut, niet hoger uitkomt dan de in de bovenstaande tabel opgenomen gemiddelde tarieven. Het college zal

Dutchtone op grond van artikel 18.7 van de Tw verzoeken om dit voor de door haar met ingang van 1 december 2002 te hanteren tariefstructuur op uiterlijk 1 november 2002 onderbouwd aan te tonen. Ten aanzien van de wijze van onderbouwing zij verwezen naar de berekeningswijze, zoals in alinea 37 van de Beleidsregels is opgenomen.

33. Overigens wijst het college er met nadruk op dat het Dutchtone niet is toegestaan om de verlaging van het gemiddelde MTA-tarief te compenseren door verhoging van bestaande dan wel invoering van nieuwe vergoedingen, die zij in het kader van de mobiele call termination dienstverlening vraagt6.

DICTUM

Het college besluit op grond van artikel 6.3 van de Tw als volgt:

(1) Dutchtone is jegens KPN Mobile gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het mobiele netwerk van KPN Mobile met ingang van 1 december 2002 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 18,28 eurocenten per minuut;

(2) Dutchtone is jegens KPN Mobile gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het mobiele netwerk van KPN Mobile met ingang van 1 april 2003 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 16,48 eurocenten per minuut;

(3) Het door KPN Mobile meer of anders verzochte wordt afgewezen.

4 Zie alinea 50 van de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 22 juli 2002

5 Het college heeft dit gemiddelde MTA-tarief vastgesteld op basis van verkeersvolumes in de periode vierde

kwartaal 2000-derde kwartaal 2001

(8)

Aldus besloten te Den Haag, op 10 september 2002,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

mr. L.Y. Gonçalves-Ho Kang You.

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90240

2509 LK Den Haag

(9)

Bijlage I bij het besluit inzake het geschil G.03.02

Het college heeft bij zijn omschrijving van het geschil tussen partijen als verwoord in de brief, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt, de navolgende stukken in overweging genomen:

1. Verzoekschrift van KPN Mobile d.d. 8 februari 2002, vertrouwelijke versie OPTA (AMCP:9709.4), vertrouwelijke versie Dutchtone (AMCP:9791.1), openbare versie (AMCP:9791.1);

2. Brief van het college aan KPN Mobile d.d. 18 februari 2002, inzake ontvangst verzoekschrift KPN Mobile;

3. Brief van het college aan Dutchtone d.d. 8 maart 2002, inzake kennisgeving verzoekschrift KPN Mobile en vereenvoudigde procedure;

4. Brief van het college aan KPN Mobile d.d. 8 maart 2002, inzake kennisgeving aan Dutchtone van verzoekschrift;

5. Brief van Dutchtone d.d. 9 april 2002, inzake reactie op vereenvoudigde procedure en verzoek om uitstel reactietermijn;

6. Brief van het college aan Dutchtone d.d. 16 april 2002, inzake vereenvoudigde procedure en termijn indiening zienswijze;

7. Zienswijze Dutchtone d.d. 24 april 2002, vertrouwelijke versie OPTA;

8. Brief van het college aan Dutchtone d.d. 12 juni 2002, inzake vereenvoudigde procedure;

9. Brief van het college aan KPN Mobile d.d. 12 juni 2002, inzake vereenvoudigde procedure en verzoek om indiening ontheffingsverzoek;

10. Ontheffingsverzoek van KPN Mobile d.d. 26 juni 2002, van de directe interconnectieverplichting met Dutchtone;

11. Besluit van het college d.d. 5 juli 2002, inzake ontheffingsverzoek KPN Mobile;

12. Brief van het college aan Dutchtone d.d. 24 juli 2002, inzake verzoek om zienswijze Dutchtone; 13. Brief van Dutchtone d.d. 25 juli 2002, inzake verlengde termijn indiening zienswijze;

14. Brief van Dutchtone d.d. 30 juli 2002, inzake verzoek tot verlenging termijn indiening zienswijze; 15. Brief van het college aan KPN Mobile d.d. 2 augustus 2002, inzake bevestiging van KPN Mobile geen

bezwaar tegen verlenging termijn zienswijze Dutchtone;

16. Brief van het college aan Dutchtone d.d 7 augustus 2002, inzake verlening uitstel indiening termijn zienswijze;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

KPN Mobile verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die Tele2 haar (indirect) in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat vanaf 1 april 2002 de

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die KPN Mobile jegens

Ben verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden ter

Als het college zou besluiten dat Vodafone voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van KPN Mobile een lager MTA-tarief in rekening mag brengen dan het tarief

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die Dutchtone jegens

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en KPN Mobile zullen gelden

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden

KPN Telecom verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Ben zullen gelden