• No results found

Besluit in geschil G.06.02 inzake KPN Mobile vs Tele2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit in geschil G.06.02 inzake KPN Mobile vs Tele2"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit in geschil G.06.02 inzake KPN Mobile vs Tele2 OPTA/IBT/2002/202467

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:

de besloten vennootschap KPN Mobile the Netherlands B.V. (hierna: KPN Mobile), gevestigd te Den Haag, verzoekster

gemachtigde: mr. J.J.N. Bleeker, advocaat te Amsterdam, en

de besloten vennootschap Tele2 B.V. (hierna: Tele2) gevestigd te Amsterdam, verweerster

gemachtigde: mr. A.S.M.L. Prompers, advocaat te ‘s-Gravenhage.

1 INLEIDING

Onderwerp van het geschil

1. KPN Mobile verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Tele2 zullen gelden ter zake van de tarieven, die Tele2 (indirect via KPN Telecom B.V.) aan KPN Mobile vraagt voor het termineren van telefoonverkeer op haar mobiele netwerk (hierna: MTA1-tarieven).

Opzet van het besluit

2. Het besluit en zijn totstandkoming wijken, zoals hieronder wordt uiteengezet en gemotiveerd, af van de gebruikelijke procedure bij het college. Door het grote aantal overeenkomstige geschillen dat bij het college aanhangig is gemaakt, heeft het college ervoor gekozen om uit proceseconomisch oogpunt een vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 10 van de Procedureregeling toe te passen. Veel van de zienswijzen die partijen hebben ingebracht komen ook overeen. De overwegingen met betrekking tot deze overeenkomstige zienswijzen van partijen zijn in een bijlage bij het onderhavige besluit

opgenomen. In deze bijlage is ook het juridisch kader opgenomen, opdat deze bijlage zoveel mogelijk een zelfstandig leesbaar karakter krijgt. In het lichaam van het besluit zijn vervolgens de feiten en de standpunten van partijen voor zover deze specifiek zijn voor het geschil en de overwegingen ter zake opgenomen. Het college beoogt op deze zoveel mogelijk uniforme wijze de toegankelijkheid van zijn besluitvorming inzake de MTA-tarieven te vergroten.

2 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

3. Voor het verloop van de procedure verwijst het college naar de stukken die in bijlage I van dit besluit zijn opgesomd.

(2)

3 FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL

4. KPN Mobile en Tele2 zijn aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken- en/of openbare telecommunicatiediensten in de zin van artikel 1.1, onderdelen f en g, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). De netwerken van KPN Mobile en Tele2 zijn niet direct gekoppeld. Tele2 is een Mobile Virtual Network Operator (hierna: MVNO) en beschikt als zodanig niet over een volledig eigen mobiel netwerk. Voor het feitelijk afwikkelen van verkeer van en naar haar eindgebruikers maakt zij gebruik van het netwerk van O2.

5. Het verkeer tussen KPN Mobile en Tele2 wordt over en weer afgeleverd via het vaste netwerk van KPN Telecom B.V. (hierna: KPN Telecom). Hierover bestaat tussen KPN Mobile en Tele2 geen schriftelijke overeenkomst. Wel hebben KPN Mobile en KPN Telecom aan de ene kant en Tele2 en KPN Telecom aan de andere kant schriftelijke overeenkomsten over MTA- en transitdienstverlening.

6. Een en ander leidt ertoe dat KPN Mobile voor het verkeer dat op haar netwerk ontspringt en dat is bedoeld voor een mobiele eindgebruiker op het virtuele netwerk van Tele2 aan KPN Telecom een transitvergoeding betaalt voor het afleveren van dit verkeer bij Tele2. KPN Telecom levert dit verkeer vervolgens af bij het netwerk van Tele2 aan wie KPN Telecom een tarief betaalt voor het termineren van dit verkeer op diens netwerk. Omgekeerd geschiedt hetzelfde. De tarieven die KPN Mobile en Tele2 aan KPN Telecom in rekening brengen voor het termineren van elkaars verkeer berekent KPN Telecom aan hen door in haar zogenoemde premium transittarief. Dit tarief bestaat uit een

vergoeding voor de transitdienst die KPN Telecom levert en het MTA-tarief van -in onderhavig geval-KPN Mobile onderscheidenlijk Tele2. Aldus betalen geval-KPN Mobile en Tele2 elkaar -op indirecte wijze-voor het afleveren van verkeer. Ofschoon de MTA-tarieven van KPN Mobile en Tele2 een niet als zodanig te onderscheiden onderdeel uitmaken van de transittarieven die zij aan KPN Telecom betalen, zijn beide partijen op de hoogte van elkaars MTA-tarieven.

7. Bij brieven van 24 augustus 2001, kenmerk MK/149/2001, en 4 september 2001, kenmerk WS-BvI/152/2001, heeft KPN Mobile aan Tele2 aangegeven dat zij de tarieven die Tele2 hanteert voor (indirecte) interconnectie niet aanvaardbaar vindt. Per 1 april 2002 heeft KPN Mobile haar

gemiddelde tarief met circa 10 % verhoogd. De gemiddelde MTA-tarieven van KPN Mobile zijn thans nog steeds lager dan de gemiddelde MTA-tarieven van Tele2. KPN Mobile is niet bereid om

interconnectie tot stand te brengen, als Tele2 haar MTA-tarieven niet verlaagd. KPN Mobile verzoekt Tele2 om reciproque MTA-tarieven. Het verzoek om reciproque tarieven wordt bij brief van 11 september 2001, kenmerk BvI/WS/157/2001, herhaald waarbij KPN Mobile ook motiveert waarom de MTA-tarieven van Tele2 niet redelijk zijn. Tele2 heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven. Het gemiddelde MTA-tarief van Tele2 bedraagt naar stelling van Tele2 [bedrijfsvertrouwelijk xxxxxx eurocent/xxxxx guldencent]per minuut op basis van een gemiddelde gespreksduur van

[bedrijfsvertrouwelijk xx]seconden.

8. Tele2 heeft zich vervolgens gewend tot het college om de interconnectie met KPN Mobile te bewerkstelligen. Het college heeft KPN Mobile bij brief van 14 september 2001, kenmerk

(3)

MTA-tarief van Tele2 haar andere wegen openstaan om dit probleem op te lossen. KPN Mobile geeft in haar verzoekschrift aan dat zolang Tele2 haar tarieven niet zal hebben verlaagd tot een voor KPN Mobile aanvaardbaar niveau, er sprake is van een geschil.

9. Bij schrijven van 11 februari 2002 heeft KPN Mobile het college verzocht op grond van artikel 6.3 van de Tw regels vast te stellen die tussen haar en Tele2 zullen gelden ter zake van de MTA-tarieven van Tele2.

10. Op 26 juni 2002 heeft KPN Mobile voor de afwikkeling van het verkeer dat zij bij Tele2 dient te termineren het college op grond van artikel 6.1, derde lid, van de Tw verzocht een ontheffing te verlenen van haar plicht om direct met Tele2 te interconnecteren. Het college heeft KPN Mobile bij besluit van 5 juli 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/201782, de ontheffing verleend.

4 HET STANDPUNT VAN PARTIJEN

4.1 Het standpunt van KPN Mobile

11. Voor de standpunten van KPN Mobile verwijst het college naar de door KPN Mobile ingebrachte stukken. Het standpunt van KPN Mobile laat zich als volgt samenvatten:

12. KPN Mobile geeft aan dat een redelijk MTA-tarief aan de volgende criteria dient te voldoen; te weten (i) MTA- tarieven dienen in redelijke relatie te staan tot de geleverde prestatie - het afleveren van verkeer bij een eindgebruiker; (ii) gegeven de wederkerigheid van de interconnectierelatie en van de dienstverlening dienen gelijkwaardige prestaties een gelijk tariefniveau te kennen; (iii) MTA-tarieven behoren in lijn te zijn met de tarieven voor vergelijkbare prestaties in ons omringende landen; (iv) MTA-tarieven dienen een prikkel te bevatten tot minimalisatie van de kosten; (v) MTA-tarieven mogen de marktverhoudingen tussen concurrerende aanbieders niet verstoren.

13. Indien de MTA- tarieven van Tele2 reciproque op het niveau van de MTA-tarief van KPN Mobile worden vastgesteld, wordt volgens KPN Mobile aan genoemde criteria voldaan. De diensten call termination van Tele2 en KPN Mobile betreffen hoofdzakelijk spraakverkeer en zijn gelijksoortig. Het gemiddelde MTA-tarief van KPN Mobile is het laagste in Nederland en behoort in Europees verband tot het gemiddelde. Bij reciproque MTA-tarieven leveren hoger MTA-tarieven geen

concurrentievoordeel op en ontstaat een prikkel tot minimalisatie van de kosten, terwijl reciprociteit voorts de negatieve effecten van de call termination externality elimineert. Reciproque MTA-tarieven zijn voorts redelijk, omdat artikel 6.1 Tw aanbieders tot gelijksoortige prestaties verplicht. Vanwege de grote nadelige financiële gevolgen van de discrepantie tussen de MTA tarieven van KPN Mobile en van Tele2 kan in redelijkheid niet langer van KPN Mobile worden gevraagd worden dat zij de hoge MTA-tarieven van Tele2 accepteert.

(4)

MTA-tarieven dienen te voldoen aan het redelijkheidscriterium zoals dat in het besluit zal zijn uitgewerkt, en wel zodanig dat het ligt dichtbij de gewogen (gemiddelde) MTA-tarieven van KPN Mobile, zoals die gelden op de datum van het besluit van het college. Daarbij dient het gewogen gemiddelde van de door Tele2 te hanteren MTA-tarieven op basis van een gespreksduur van 90 seconden te worden vastgesteld. Laatstens verzoekt KPN Mobile het college elke nadere of andere voorziening te treffen die hij nodig acht om aan de omschreven belangen van KPN Mobile tegemoet te komen.

4.2 Het standpunt van Tele2

15. Voor de standpunten van Tele2 verwijst het college naar de door haar ingebrachte stukken. Kort gezegd is Tele2 van mening dat het college niet bevoegd is een besluit te nemen op basis van artikel 6.3 lid 1 en 2 van de Tw en dat het college niet bevoegd is om via beleidsregels uit te spreken over MTA-tarieven in het algemeen. Voorts verzoekt Tele2 het college de aanvraag niet op een

vereenvoudigde wijze af te doen gelet op onder andere de afwijkende positie van Tele2 als MVNO. Daarnaast geeft Tele2 aan dat de overgangsperiode te kort is en dat deze afwijkt van de

overgangstermijnen die elders in Europa worden gehanteerd. Tele2 gaat mee in het standpunt van het college inzake reciprociteit, zoals verwoord in de Beleidsregels en het besluit inzake KPN Mobile vs Telfort. Tenslotte brengt Tele2 de volgende argumenten in, die specifiek zijn voor dit geschil en om die reden niet in de bijlage geadresseerd worden:

16. Tele2 geeft aan dat het verzoek van KPN Mobile op grond van artikel 6.3 Tw niet-ontvankelijk is. KPN Mobile heeft bij het totstandkomen van de indirecte interconnectie of daarna geen bezwaar gemaakt tegen de MTA-tarieven van Tele2 en heeft zich onvoldoende ingespannen om tot een overeenkomst te komen.

17. De aanvraag van KPN Mobile en de Beleidsregels van het college gaan volgens Tele2 voorbij aan de bijzondere positie van Tele2. Regulering van de MTA-tarieven van partijen die geen AMM bezitten, benadeelt een nieuwe toetreder als Tele2 onevenredig. Tele2 is later toegetreden dan de overige MNO’s. In tegenstelling tot hetgeen het college in zijn beleidsregels aangeeft, heeft Tele2 als MVNO meer (andere) kosten gemaakt dan de kosten van het gastnetwerk. Zo heeft Tele2 geïnvesteerd in eigen switching capaciteit. Voorts kan de MVNO-overeenkomst met Telfort (thans: O2), waarop Tele2 haar ondernemingsplan heeft gebaseerd, niet opengebroken worden. Indien Tele2 haar tarieven zou vaststellen op basis van Tele2’s kostprijs dan zou dit een significante verhoging van de MTA-tarieven betekenen. Een gelijkstelling van Tele2 met de aanbieder van wiens netwerk zij ten dele gebruik maakt, is volgens Tele2 een onredelijke invulling van het redelijkheidscriterium.

18. Op basis van deze punten, tezamen met de argumenten die worden behandeld in bijlage II, is Tele2 van mening dat het college niet bevoegd is om op het verzoek van KPN Mobile te besluiten dan wel dat KPN Mobile niet ontvankelijk dient te worden verklaard, althans dat het verzoek dient te worden afgewezen.

5 BEOORDELING VAN HET GESCHIL

(5)

redelijkheid. Deze argumenten komen in grote mate overeen met de argumenten die door hen en door andere mobiele aanbieders in andere procedures inzake MTA-tarieven zijn ingebracht. Om redenen van proceseconomie heeft het college - zoals gezegd - gekozen voor een afwijkende opzet van zijn besluit in het voorliggende geschil. Er is voor gekozen om de overwegingen en de motivering daarbij een drietrapssysteem te hanteren. Allereerst verwijst het college naar de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 2 juli 2002 en de daarbij behorende toelichting. Daarin staat de lijn zoals het college die voorstaat bij de geschilbeslechting inzake MTA-tarieven in algemene overwegingen uiteen gezet. Vervolgens heeft het college een bijlage opgesteld waarin het juridisch kader is opgenomen en alle argumenten worden geadresseerd die Tele2 en andere partijen in deze geschillen hebben aangevoerd, voor zover ze niet specifiek zijn voor dat bepaalde geschil. Bijlage II bij het onderhavige besluit bevat deze overwegingen, die hier als herhaald en ingelast dienen te worden beschouwd. Tenslotte is er nog een aantal argumenten die specifiek in dit geschil hebben gespeeld. Deze argumenten worden hieronder in het lichaam van het besluit besproken.

20. Ten behoeve van de inzichtelijkheid van het besluit, geeft het college hierbij een korte aanduiding van de onderwerpen die in bijlage II zijn opgenomen.

Allereerst wordt de bevoegdheid van het college behandeld. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan de orde:

- de bevoegdheid in geschillen over indirecte interconnectie (randnummers 23-28); - de ontheffing van de directe interconnectieplicht (29-31);

- de grondslag van de aanvraag (32-34); - de aanwezigheid van een geschil (35-37)

- de toepassing van de geschilbeslechtende bevoegdheid (38-40); - de gekozen vereenvoudigde afhandeling (41-43);

- de noodzaak een voorlopig besluit te nemen (44);

- de mogelijkheid van gevoegde behandeling van zaken(45).

Vervolgens wordt aandacht besteed aan de overwegingen inzake de bepaling van een redelijk MTA tarief. In het bijzonder gaat het dan om:

- de analyse van de mobiele markt (47-49); - Ramsey pricing (50-51);

- marginale toetsing (52-53);

- de publiekrechtelijke norm van redelijkheid (54-55); - reciprociteit (56-57);

- beoordeling van MVNO’s (58); - de benchmarkmethodiek (59-67); - de overgangsperiode (68-69);

- de juistheid van de benchmark (70-83); - spraakdiensten over 3G netwerken (84); - terugwerkende kracht (85);

- proportionaliteit (86-88);

- de gevolgen van tariefverlaging (89-92); - het beleid in Europese context (93-95).

(6)

van Tele2 die in hoofdstuk 4 van dit besluit specifiek zijn weergegeven. Specifieke overwegingen inzake de bevoegdheid van het college

Er is sprake van een geschil

22. In aanvulling op het overwogene in randnummer 35 van bijlage II van dit besluit is het college van oordeel dat op het moment van het indienen van de aanvraag van 11 februari 2002 voldoende duidelijk was dat Tele2 met KPN Mobile ten aanzien van haar MTA-tarief (die Tele2 aan KPN Mobile voor (indirecte) interconnectie in rekening brengt) geen overeenstemming kon bereiken en dat op het moment van aanvraag een geschil als bedoeld in artikel 6.3 van de Tw bestond. Daaraan doet niet af dat KPN Mobile gevolg heeft gegeven aan de sommatie van het college van 14 september 2001 om de interconnectie met Tele2 tot stand te brengen. Het gehoor geven aan deze sommatie kan niet worden gekwalificeerd als instemming met de hoogte van de MTA-tarieven van Tele2. Het college stelt vast dat er sprake is van een geschil tussen KPN Mobile en Tele2 over de MTA-tarieven die Tele2 aan KPN Mobile voor (indirecte) interconnectie in rekening brengt en dat de aanvraag van KPN Mobile ontvankelijk is.

Specifieke overwegingen inzake de bepaling van een redelijk tarief De invulling van de redelijkheid; marginale toetsing

23. In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven die Tele2 jegens KPN Mobile hanteert, onredelijk zijn, omdat het gemiddelde MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals

vastgesteld in de Beleidsregels.

De invulling van de redelijkheid; Geen gedifferentieerde beoordeling van MVNO’s

24. In aanvulling op het overwogene in randnummer 58 van bijlage II bij dit besluit merkt het college naar aanleiding van de stelling van Tele2 meer in het bijzonder het volgende op.

25. Tele2 stelt dat er een aantal aspecten aanleiding zijn om de MTA tarieven van Tele2 op andere wijze te beoordelen dat die van de mobiele aanbieders met een eigen netwerk. De navolgende aspecten kenmerken naar de mening van Tele2 de specifieke positie van Tele2 als MVNO op de mobiele markt. Deze aspecten zijn (i) het relatief late tijdstip van toetreding tot de mobiele markt, (ii) de extra investeringen die Tele2 heeft gemaakt ten aanzien van andere mobiele aanbieders en (iii) het gegeven dat de met O2 overeengekomen MVNO-overeenkomst niet kan worden opengebroken. 26. Het college merkt op dat Tele2 als MVNO gebruik maakt van het mobiele netwerk van een aanbieder

(in casu O2). Gelet op bovenstaande argumenten van Tele2 wijst het college erop dat de

overwegingen van Tele2 om als MVNO tot de mobiele markt toe te treden en de daarmee voor haar gepaarde (investering) risico’s gebaseerd zijn op commerciële afwegingen. Deze afwegingen zijn naar de mening van het college geenszins een rechtvaardiging om een uitzonderingspositie te creëren en daarmee af te wijken van zijn lijn in de Beleidsregels inzake MTA-tarieven. Ter toelichting hierop zal het college in het onderstaande kort ingaan op (i) t/m (iii).

(7)

door Tele2 aangebrachte argumenten dat ze hierdoor over een kleiner klantenbestand en minder schaalvoordelen beschikt, acht het college niet relevant. Het latere tijdstip van toetreden door Tele2 als MVNO is een zelfstandige commerciële afweging en wordt niet bepaald door de afgifte van een frequentievergunning door de overheid.

28. (ii) Ter onderbouwing van de specifieke positie in deze voert Tele2 aan dat de Beleidsregels2 uitgaan van een MVNO die het gehele fysieke netwerk van de onderliggende MNO gebruikt terwijl zij slechts een deel van het netwerk van O2 voor haar mobiele dienstverlening inkoopt. Het college merkt op dat het enkele feit dat Tele2 een bepaald deel van haar dienstverlening inkoopt niet maakt dat de aard van haar terminating dienstverlening verschilt van die van mobiele aanbieders met een eigen netwerk. Het college is voorts van oordeel dat de genoemde extra investeringen- die Tele2 heeft gemaakt door in het netwerk van O2 eigen netwerkcomponenten in te brengen- eveneens zijn gemaakt op basis van een commerciële keuze. Voor zover deze commerciële keuze gebaseerd is op efficiëntie overwegingen merkt het college op dat afwijking van de Beleidsregels niet voor de hand ligt omdat Tele2 lagere kosten dan het onderliggende netwerk van O2 heeft. Voor zover aan deze keuze van Tele2 andere commerciële overwegingen ten grondslag liggen acht het college afwijking van de Beleidsregels niet gerechtvaardigd omdat een (efficiënter) alternatief beschikbaar is, waarbij Tele2 meer zijn kostenstructuur meer in overeenstemming kan brengen het mobiele netwerk van O2 en de daaraan onderliggende kosten en voordelen. Het college kan de stelling van Tele2 op dit punt dan ook niet volgen.

29. (iii) Tele2 geeft aan dat haar business case is gebaseerd op de MVNO overeenkomst met O2, welke uitging van een niet-gereguleerde toegang en niet kan worden opengebroken. Ten aanzien van deze stelling merkt het college in aanvulling op hetgeen onder (ii) is opgemerkt over de commerciële vrijheid van Tele2 op dat Tele2 wist dan wel behoorde te weten dat het college bevoegd is om de redelijkheid van MTA tarieven te beoordelen en zij dit gegeven heeft meegenomen respectievelijk had moeten meenemen in haar overwegingen bij toetreding tot de markt. Tele2 heeft bij toetreden van de markt dit risico acceptabel geacht. Het college ziet niet in waarom deze omstandigheid een (extra) uitzonderingspositie voor Tele2 rechtvaardigt. Ten overvloede merkt het college daarbij op dat voor zover Tele2 van mening is dat de bedragen die zij betaalt aan O2 voor de feitelijke afwikkeling van het termineren van het telefoonverkeer onredelijk hoog zijn, het eerder in de rede ligt om de afspraak voor het inkopen van deze diensten te herzien, nu de omstandigheden wijzigen. Of dat uit civielrechtelijk oogpunt een reële mogelijkheid is, is een vraag die het college niet beantwoordt. Hiertoe zullen partijen en eventueel de civiele rechter uitsluitsel moeten geven.

6 CONCLUSIE

30. Het college komt op basis van de Beleidsregels, de overwegingen vervat in bijlage II en de

voorgaande overwegingen tot het oordeel dat hij in het onderhavige geschil bevoegd is ten aanzien van de MTA-tarieven van Tele2 regels te stellen. Voorts oordeelt het college dat het stellen van regels aangaande de MTA-tarieven van Tele2 gerechtvaardigd is. Het college komt immers op basis van de Beleidsregels tot de conclusie dat het gemiddelde MTA-tarief dat Tele2 in rekening brengt bij KPN Mobile onredelijk is, omdat dit MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals

(8)

neergelegd in de Beleidsregels3. Het college stelt een maximaal redelijk gemiddeld MTA-tarief conform de Beleidsregels vast, nu Tele2 geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om af te wijken van de invulling, die het college in de Beleidsregels aan de redelijkheid bij het stellen van regels ten aanzien van MTA tarieven heeft gegeven.

31. In de onderstaande tabel is de bovengrens voor het gemiddelde MTA-tarief weergegeven dat Tele2-als MVNO op het netwerk van O2- Tele2-als gebruiker van 1800 MHz frequenties- vanaf 1 december 2002, onderscheidenlijk 1 april 2003, in rekening mag brengen voor het termineren van verkeer dat

afkomstig is van het mobiele netwerk van KPN Mobile. Deze tarieven zijn vastgesteld aan de hand van de in hoofdstuk vier van de Beleidsregels neergelegde beoordelingssystematiek.

gemiddeld MTA-tarief heden4 1 december 2002 1 april 2003

Tele2 Vertrouwelijk [xxxxxx] 18,28 16,48

Bedragen in eurocenten per minuut

32. In de Beleidsregels is tevens opgenomen dat Tele2 gehouden is om aan te tonen dat het gemiddelde van de tarieven in haar MTA-tariefstructuur (bestaande uit de tarieven voor set-up en conveyance in de piek- en dalperioden) omgerekend naar een enkel tarief per minuut, niet hoger uitkomt dan de in de bovenstaande tabel opgenomen gemiddelde tarieven. Het college zal Tele2 op grond van artikel 18.7 van de Tw verzoeken om dit voor de door haar met ingang van 1 december 2002 te hanteren tariefstructuur op uiterlijk 1 november 2002 onderbouwd aan te tonen. Ten aanzien van de wijze van onderbouwing zij verwezen naar de berekeningswijze, zoals in alinea 37 van de Beleidsregels is opgenomen.

33. Overigens wijst het college er met nadruk op dat het Tele2 niet is toegestaan om de verlaging van het gemiddelde MTA-tarief te compenseren door verhoging van bestaande dan wel invoering van nieuwe vergoedingen, die zij in het kader van de mobiele call termination dienstverlening vraagt5.

3 Zie alinea 50 van de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 22 juli 2002

4 Het gemiddelde MTA-tarief is vastgesteld per minuut op basis van een gemiddelde gespreksduur van

[bedrijfsvertrouwelijk xx]seconden.

(9)

DICTUM

Het college besluit op grond van artikel 6.3 van de Tw als volgt:

(1) Tele2 is jegens KPN Mobile gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het mobiele netwerk van KPN Mobile met ingang van 1

december 2002 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 18,28 eurocenten per minuut;

(2) Tele2 is jegens KPN Mobile gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het mobiele netwerk van KPN Mobile met ingang van 1 april 2003 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 16,48 eurocenten per minuut; (3) Het door KPN Mobile meer of anders verzochte wordt afgewezen.

Aldus besloten te Den Haag, op 10 september 2002,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

mr. L.Y. Gonçalves-Ho Kang You.

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90240

2509 LK Den Haag

(10)

Bijlage I bij het besluit inzake het geschil G.06.02

Het college heeft bij zijn omschrijving van het geschil tussen partijen als verwoord in de brief, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt, de navolgende stukken in overweging genomen:

1. Verzoekschrift van KPN Mobile d.d. 8 februari 2002, vertrouwelijke versie OPTA (AMCP:9709.5), vertrouwelijke versie Tele2 (AMCP:9789.1), openbare versie (AMCP:9790.1);

2. Brief van het college aan KPN Mobile d.d. 18 februari 2002, inzake ontvangst verzoekschrift KPN Mobile;

3. Brief van het college aan Tele2 d.d. 8 maart 2002, inzake kennisgeving verzoekschrift KPN Mobile en vereenvoudigde procedure;

4. Brief van Tele2 d.d. 28 maart 2002, inzake kennisneming verzoekschrift en vereenvoudigde procedure;

5. Telefoongesprek met Tele2 d.d. 3 april 2002, inzake termijn indiening zienswijze; 6. Brief van het college aan Tele2 d.d. 5 april 2002, inzake termijn indiening zienswijze;

7. Brief van het college aan Tele2 d.d. 12 april 2002, inzake uiterlijke datum indiening zienswijze; 8. Zienswijze van Tele2 d.d. 24 april 2002, vertrouwelijke versie OPTA;

9. Aanvulling zienswijze van Tele2 d.d. 25 april 2002, vertrouwelijke versie KPN;

10. Brief van het college aan KPN Mobile d.d. 12 juni 2002, inzake vereenvoudigde procedure en verzoek indiening ontheffingsverzoek;

11. Brief van het college aan Tele2 d.d. 12 juni 2002, inzake vereenvoudigde procedure; 12. Ontheffingsverzoek interconnectieverplichting van KPN Mobile d.d. 26 juni 2002; 13. Besluit van het college d.d. 5 juli 2002, inzake ontheffingsverzoek KPN Mobile;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

KPN Mobile verzoekt het college vast te stellen dat de huidige MTA-tarieven die Dutchtone haar (indirect) in rekening brengt te hoog zijn en te bepalen dat vanaf 1 april 2002

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die KPN Mobile jegens

Als het college zou besluiten dat Vodafone voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van KPN Mobile een lager MTA-tarief in rekening mag brengen dan het tarief

Derhalve verzoekt O2 het college voorwaardelijk om de terminating tarieven die Tele2 KPN Telecom in rekening brengt voor het afwikkelen van verkeer dat origineert op het netwerk van

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden ter zake

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en KPN Mobile zullen gelden

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van Bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat MTA-tarieven, die Ben jegens Tele2

Tele2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden