• No results found

Vraag nr. 22 van 7 oktober 1997 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 22 van 7 oktober 1997 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 22 van 7 oktober 1997

van de heer JOHAN MALCORPS

Leidingwater Heverlee – Methanoltoevoeging Bij besluit van de Vlaamse minister van Leefmilieu van 10 april 1997 werd aan de Vlaamse Maatschap-pij voor Watervoorziening (VMW) de toelating verleend om voor een termijn van maar liefst 13 jaar 60 gram methanol per kubieke water te gebruiken als toevoegsel bij de bereiding van lei-dingwater in het pompstation Cadol in Heverlee. In het drinkwater zelf werd een concentratie toege-laten van 0,25 milligram per liter (mg/l).

1. Wat is de reden van deze afwijking ? Wijst dit op een teveel aan bepaalde stoffen (bijvoor-beeld nitraten) in het water dat als grondstof dient voor de bereiding van het drinkwater ? 2. Welke maatregelen heeft de minister genomen

om de oorzaken van de vervuiling aan de bron aan te pakken ?

3. Waarom werd deze afwijking pas drie maanden later bekendgemaakt via het Belgisch Staats-blad ?

Antwoord

1. In de grondwaterwinning genaamd Cadol in Heverlee van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening werd de laatste tien jaar een stijging van het nitraatgehalte vastgesteld. D e grondwaterwinning van Cadol-Heverlee is dan ook gelegen in de Brusseliaan zanden, e e n nitraatgevoelige aquifer.

Teneinde water te distribueren dat voldoet aan de MTG-waarde (maximum toegelaten gehalte) voor nitraat, vastgesteld op 50 mg/l, werden vol-gende maatregelen reeds doorgevoerd :

– buitendienststelling van de grote centrale put, waarvan het water 65 mg nitraat (NO3)

bevat ;

– het boren van een diepere put in het Krijt die geen nitraat bevat en die wordt aange-wend om het totaal nitraatgehalte van de winning beneden de maximaal toegelaten waarden voor nitraat te brengen.

De VMW wenst echter, in afwachting dat het nitraatgehalte in de aquifer opnieuw afneemt,

de drinkwatervoorziening voor de Leuvense regio veilig te stellen, wat de noodzaak impli-ceert om een nitraatverwijderingstechniek te realiseren in het pompstation Cadol.

Het concept van deze nog op te richten installa-tie is ideninstalla-tiek aan dat van de installainstalla-tie die is opgericht in het waterproductiecentrum van de Blankaart en die is gebaseerd op de heterotrofe denitrificatie in een wervelbedreactor, die fijn zand (0,2 à 0,4 millimeter) bevat als dragerma-teriaal voor de denitrificerende bacteriële flora. Als koolstofbron voor de heterotrofe bacteriën dient methanol te worden toegevoegd aan het water.

Het gedenitrificeerde water ondergaat verder een nabehandeling die bestaat uit een beluch-ting, een dubbellaagsfiltratie, en UV-desinfectie ( u l t r a v i o l e t ) . Uit proeven is gebleken dat de dubbellaagsfiltratie ageert als een biologische filtratie die in staat is alle restmethanol afkom-stig van de reactor te verwijderen. Deze behan-delingsstap waarborgt dat het drinkwater geen assimileerbare organische koolstof zal bevatten zoals methanol. Om bedrijfstechnische redenen is dit een noodzaak om bacteriële nagroei in het leidingnet te voorkomen.

Ook wordt in het ministerieel besluit een conti-nue monitoring van het restgehalte methanol van het drinkwater opgelegd. Dit laat toe om bij eventuele storingen in het behandelingsproces de installatie tijdig en tijdelijk buiten dienst te stellen.

2. De waterwinning van Cadol is gelegen in een nitraatgevoelige aquifer. Dit betekent dat diffu-se stikstofverontreinigingen bij infiltratie in de bodem aanleiding geven tot de vorming van nitraat en dat er tijdens het transit van de ver-ontreiniging door de bodem nagenoeg geen reducerende processen, waarbij nitraat wordt omgezet in vrije stikstof, plaatsvinden. Als oor-zaak van de diffuse stikstofverontreinigingen geldt volgens de VMW hier in de eerste plaats de nabijheid van een stedelijke agglomeratie (Leuven) en in veel mindere mate de landbouw-a c t i v i t e i t e n . De VMW vermoedt dlandbouw-an ook dlandbouw-at lekkende rioleringen en de aanwezigheid van talrijke sterfputten in de eerste plaats als ver-ontreinigingsbronnen moeten worden aangewe-zen.

De waterwingebieden en beschermingszones type I, II en III rond de grondwaterwinningen van Cadol en Abdij in Heverlee zijn afgebakend

(2)

bij ministerieel besluit van 17 november 1994. Bij decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen verontrei-niging door meststoffen, wordt een beperking opgelegd voor het gebruik van hoeveelheden meststoffen in waterwingebieden en bescher-mingszones. De geplande investeringen in riole-ringen en waterzuivering door Aquafin zullen de diffuse verontreiniging van nitraten van huis-houdelijke oorsprong op termijn ongedaan maken.

Het decreet houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer van 24 januari 1984 bepaalt dat bestaande installaties en voorzieningen in b e s c h e r m i n g s z o n e s, zoals sterfputten, v e r w i j-derd of gesaneerd moeten worden door de eige-naar of exploitant, indien de drinkwatermaat-s c h a p p i j , aan wie de bedrinkwatermaat-scherming ten goede k o m t , hierom verzoekt. De hieraan verbonden kosten moeten door de drinkwatermaatschappij worden vergoed. Het kan dan nog 20 jaar duren eer de bedoelde waterlaag en dus het gewonnen water gevoelig minder nitraten zal bevatten, gelet op de lange verblijftijd van het water in de waterlaag alvorens het wordt opgepompt. D e nitraatverwijderingseenheid is dan ook een ver-antwoorde investering.

3. Mijn besluit van 10 april 1997 werd door de bevoegde administratie Milieu-, Natuur-, Land-en Waterbeheer (Aminal) van het departemLand-ent Leefmilieu en Infrastructuur op 16 april 1997 aan het departement Coördinatie voor publica-tie toegestuurd. De eigenlijke publicapublica-tie be-hoort niet tot mijn bevoegdheid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze visie moet wor- den vertaald naar een gewenste ruimtelijke structuur voor het betrokken stedelijk gebied.. Ook voor de kleinhandelslinten en -concentra- ties

Vliegveldeiland voor Zeebrugge – Projectonderzoek Enkele maanden geleden werd aan het Wa t e r- bouwkundig Laboratorium in Borgerhout de opdracht gegeven tot het maken van

Het is wel duidelijk dat de instandhou- ding van de stranden een exclusief V l a a m s e bevoegdheid is maar dat dit argument ten onrechte wordt gebruikt om deze problematiek

De kostprijs voor een degelijke herstelling van de schade is zo groot, dat de brug beter wordt afgebroken en door een totaal nieuwe wordt vervangen.. De brug werd einde de

Volgens het indicatief driejarenprogramma 1997- 1999 zijn voor de N121 investeringen gepland voor 1998 (vak 's Gravenwezel – Brasschaat) en pas voor 2000 voor het vak Schilde –

Bovendien circuleren er plannen van de Geweste- lijke Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) en van de bevoegde schepenen van Wommelgem en Ranst om op die plaats op termijn wel

De ecologische risico’s verbon- den aan het uitzetten van transgene planten (de verspreiding van de transgene planten zelf, de uit- kruising met wilde variëteiten, het gevaar

Heeft de afdeling Monumenten en Landschap- pen in het verleden reeds de opdracht gekregen om de ecologische schade en de eventuele onherstelbaarheid ervan ook officieel vast