• No results found

Besluit in geschil G.26.02 inzake Vodafone vs O2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit in geschil G.26.02 inzake Vodafone vs O2"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit in geschil G.26.02 inzake Vodafone vs O2

OPTA/IBT/2002/202671

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet in het geschil tussen:

de naamloze vennootschap Vodafone-Libertel N.V. (hierna: Vodafone), gevestigd te Maastricht, verzoekster

gemachtigde: mr. J.J.F. Tillema, advocaat te Amsterdam, en

de besloten vennootschap O2 (Netherlands) B.V. (hierna: O2), gevestigd te Amsterdam, verweerster

gemachtigde: mr. T.M. Snoep, advocaat te Den Haag.

1. INLEIDING

Onderwerp van het geschil

1. Vodafone verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden ter zake van de tarieven, die O2 (indirect via KPN Telecom BV) aan Vodafone vraagt voor het termineren van telefoonverkeer op haar mobiele netwerk (hierna: MTA1-tarieven).

Opzet van het besluit

2. Het besluit en zijn totstandkoming wijken, zoals hieronder wordt uiteengezet en gemotiveerd, af van de gebruikelijke procedure bij het college. Door het grote aantal overeenkomstige geschillen dat bij het college aanhangig is gemaakt, heeft het college ervoor gekozen om uit proceseconomisch oogpunt een vereenvoudigde procedure als bedoeld in artikel 10 van de Procedureregeling toe te passen. Veel van de zienswijzen die partijen hebben ingebracht komen ook overeen. De overwegingen met betrekking tot deze overeenkomstige zienswijzen van partijen zijn in een bijlage bij het

onderhavige besluit opgenomen. In deze bijlage is ook het juridisch kader opgenomen, opdat deze bijlage zoveel mogelijk een zelfstandig leesbaar karakter krijgt. In het lichaam van het besluit zijn vervolgens de feiten en de standpunten van partijen voor zover deze specifiek zijn voor het geschil en de overwegingen terzake opgenomen. Het college beoogt op deze zoveel mogelijk uniforme wijze de toegankelijkheid van zijn besluitvorming inzake de MTA-tarieven te vergroten.

2. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

3. Voor het verloop van de procedure verwijst het college naar de stukken die in bijlage 1 van dit besluit zijn opgesomd.

(2)

3. FEITELIJKE GRONDSLAG VAN HET GESCHIL

4. Vodafone en O2 zijn aanbieders van mobiele openbare telefoonnetwerken en –diensten in de zin van artikel 1.1, onderdelen m en n, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). De netwerken van

Vodafone en O2 zijn niet direct gekoppeld. Het verkeer tussen Vodafone en O2 wordt over en weer afgeleverd via het vaste netwerk van KPN Telecom B.V. (hierna: KPN Telecom). Hierover bestaat tussen Vodafone en O2 geen schriftelijke overeenkomst. Wel hebben Vodafone en KPN Telecom aan de ene kant en O2 en KPN Telecom aan de andere kant schriftelijke overeenkomsten over MTA- en transitdienstverlening.

5. Een en ander leidt ertoe dat Vodafone voor het verkeer dat op haar netwerk ontspringt en dat is bedoeld voor een eindgebruiker op het netwerk van O2 aan KPN Telecom een transitvergoeding betaalt voor het afleveren van dit verkeer bij O2. KPN Telecom levert dit verkeer vervolgens af bij het netwerk van O2 aan wie KPN Telecom een tarief betaalt voor het termineren van dit verkeer op diens netwerk. Omgekeerd geschiedt hetzelfde. De tarieven die Vodafone en O2 aan KPN Telecom in rekening brengen voor het termineren van elkaars verkeer berekent KPN Telecom aan hen door in haar zogenoemde premium transittarief. Dit tarief bestaat uit een vergoeding voor de transitdienst die KPN Telecom levert en het MTA-tarief van -in het onderhavige geval- Vodafone onderscheidenlijk O2. Aldus betalen Vodafone en O2 elkaar -op indirecte wijze- voor het afleveren van verkeer. Ofschoon de MTA-tarieven van Vodafone en O2 een niet als zodanig te onderscheiden onderdeel uitmaken van de transittarieven die zij aan KPN Telecom betalen, zijn beide partijen op de hoogte van elkaars MTA-tarieven. Op basis van verkeersvolumes over de periode vierde kwartaal 2000-derde kwartaal 2001 stelt het college vast dat het gemiddelde van de door O2 gehanteerde MTA-tarieven

[bedrijfsvertrouwelijk xxxxx] eurocenten bedraagt2.

6. Bij brief van 3 mei 2002, kenmerk MvdL_020097, heeft Vodafone O2 verzocht haar te bevestigen dat, indien Vodafone na een besluit van het college de MTA-tarieven die Vodafone hanteert voor het mobiele telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van O2 verlaagd dienen te worden, O2 de MTA-tarieven die zij hanteert voor het mobiele telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van Vodafone zal verlagen tot maximaal het tarief dat Vodafone zal hanteren voor het beëindigen van het verkeer dat origineert op het netwerk van O2.

7. Bij schrijven van 19 juni 2002, kenmerk 14818/JTI/PWI/SHU heeft Vodafone het college verzocht op grond van artikel 6.3 van de Tw de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden terzake van de MTA-tarieven van O2.

8. Bij brief van 1 juli 2002, nader gemotiveerd bij brief van 17 juli 2002, heeft Vodafone voor de afwikkeling van het verkeer dat zij bij O2 dient te termineren het college op grond van artikel 6.1, derde lid, van de Tw verzocht een ontheffing te verlenen van haar plicht om direct met O2 te interconnecteren. Het college heeft Vodafone bij besluit van 18 juli 2002, kenmerk

OPTA/IBT/2002/201967 de ontheffing verleend.

4. HET STANDPUNT VAN PARTIJEN 4.1 Het standpunt van Vodafone

(3)

9. Voor de standpunten van Vodafone verwijst het college naar de door Vodafone ingebrachte stukken. Het standpunt van Vodafone laat zich als volgt samenvatten:

10. Vodafone verwijst naar haar reactie op het consultatiedocument en naar de in het geschil tussen KPN Mobile en Vodafone ingediende zienswijze. Daarin stelt Vodafone zich op het standpunt dat zij kritisch staat tegenover de Beleidsregels en de toepassing van de door het college in de aan het college voorgelegde geschillen op grond van artikel 6.3 van de Telecommunicatiewet. Tevens betwist Vodafone daarin de bevoegdheden van het college tot het stellen van regels in deze geschillen. Vodafone merkt op dat zij het onderhavige geschil uitsluitend ter bewaring van recht en ter waarborging van haar belangen en de belangen van haar klanten aan het college voorlegt. 11. Vodafone stelt zich op het standpunt dat op dit geschil niet de vereenvoudigde procedure zou

moeten worden toegepast.

12. Volgens Vodafone is er een geschil tussen Vodafone en O2 inzake de MTA-tarieven die O2 berekent voor het beëindigen van het mobiele telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van Vodafone. Vodafone verwijst daartoe naar de brief van Vodafone aan O2 van 3 mei 2002.

13. Volgens Vodafone zijn de tarieven van O2 onredelijk hoog, gelet op de thans ontstane situatie en op het feit dat O2 aan het college heeft gevraagd een beslissing te nemen op het geschil tussen O2 en Vodafone inzake de MTA-tarieven die Vodafone berekent voor het beëindigen van het mobiele telefoonverkeer dat origineert op het netwerk van O2 . Vodafone verwacht dat het college zal besluiten dat de MTA-tarieven van Vodafone onredelijk hoog zijn.

14. Vodafone stelt zich op het standpunt dat voor O2 en Vodafone dezelfde maximale MTA-tarieven zouden moeten gelden. Volgens Vodafone bestaan tussen de relatieve posities van O2 en Vodafone geen relevante verschillen die een differentiatie in tariefniveau kunnen rechtvaardigen.

15. Vodafone verzoekt het college dan ook de volgende regels te stellen. Primair: O2 dient voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van Vodafone met ingang van de ingangsdatum van het besluit van het College naar aanleiding van het verzoekschrift van O2 van 2 mei 2002 inzake de MTA-tarieven van Vodafone een gemiddeld MTA-tarief in rekening te brengen dat maximaal gelijk is aan het gemiddelde tarief dat Vodafone ingevolge het besluit van het college in rekening mag brengen voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van O2. Subsidiair:

uitsluitend voor het geval het college met recht van mening zou zijn dat er verschil tussen de tarieven die Vodafone respectievelijk O2 hanteren gerechtvaardigd is en volgens het college het MTA-tarief dat O2 hanteert hoger mag zijn dan het MTA-MTA-tarief dat Vodafone hanteert, dient O2 voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van Vodafone met ingang van de ingangsdatum van het besluit van uw college naar aanleiding van het verzoekschrift van O2 van 29 april 2002 inzake de MTA-tarieven van Vodafone een gemiddeld MTA-tarief in rekening te brengen dat maximaal gelijk is aan het tarief dat uw college maximaal redelijk acht.

4.2 Het standpunt van O2

(4)

beroep aan te tekenen tegen de beslissing op bezwaar van het college in de zaak KPN Mobile tegen O2 (hetgeen inmiddels bij schrijven van 14 augustus 2002 is gebeurd). In dit licht geeft O2 te kennen haar argumenten om redenen van proceseconomie in – onder andere – het onderhavige geschil met KPN Telecom niet te zullen herhalen.

5. BEOORDELING VAN HET GESCHIL

17. De inhoud van de Beleidsregels, zoals aangepast bij het besluit van 22 juli 2002 dient hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. Zij maken integraal onderdeel uit van de overwegingen die aan de besluitvorming van het college in het onderhavige geschil ten grondslag liggen.

18. In het licht van het feit dat O2, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, te kennen heeft gegeven ervan af te zien haar zienswijze te geven en te volstaan naar de argumenten die zij heeft aangevoerd in de zaak KPN Mobile vs. O2 (geschil met nummer 16.01), volstaat het college op zijn beurt met de verwijzing naar zijn reactie op die argumenten in dat geschil. Daarbij verwijst het college met name naar de beslissing op bezwaar van 19 juli 2002, met kenmerk

OPTA/JUZ/2002/201770.

Overwegingen inzake de bepaling van een redelijk tarief De invulling van de redelijkheid; marginale toetsing

19. In aanvulling op hetgeen hierboven is vermeld stelt het college in het onderhavige geschil vast dat MTA-tarieven, die O2 jegens Vodafone hanteert, onredelijk zijn, omdat het gemiddelde MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals vastgesteld in de Beleidsregels.

6. CONCLUSIE

20. Het college komt op basis van de Beleidsregels en de voorgaande overwegingen tot het oordeel dat hij in het onderhavige geschil bevoegd is ten aanzien van de MTA-tarieven van O2 regels te stellen. Voorts oordeelt het college dat het stellen van regels aangaande de MTA-tarieven van O2

gerechtvaardigd is. Het college komt immers op basis van de Beleidsregels tot de conclusie dat het gemiddelde MTA-tarief dat O2 in rekening brengt bij Vodafone onredelijk is, omdat dit MTA-tarief gelegen is boven het maximaal redelijke niveau, zoals neergelegd in de Beleidsregels3. Het college stelt een maximaal redelijk gemiddeld MTA-tarief conform de Beleidsregels vast, nu O2 geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die aanleiding geven om af te wijken van de invulling, die het college in de Beleidsregels aan de redelijkheid bij het stellen van regels ten aanzien van MTA tarieven heeft gegeven.

21. In de onderstaande tabel is de bovengrens voor het gemiddelde MTA-tarief weergegeven dat O2 als gebruiker van 1800 MHz frequenties vanaf 1 december 2002, onderscheidenlijk 1 april 2003, in rekening mag brengen voor het termineren van verkeer dat afkomstig is van het netwerk van Vodafone. Deze tarieven zijn vastgesteld aan de hand van de in hoofdstuk vier van de Beleidsregels neergelegde beoordelingssystematiek.

(5)

gemiddeld MTA-tarief heden4 1 december 2002 1 april 2003

O2 Vertrouwelijk

[xxxxx]

18,28 16,48

Bedragen in eurocenten per minuut

23. In de Beleidsregels is tevens opgenomen dat O2 gehouden is om aan te tonen dat het gemiddelde van de tarieven in haar MTA-tariefstructuur (bestaande uit de tarieven voor set-up en conveyance in de piek- en dalperioden) omgerekend naar een enkel tarief per minuut, niet hoger uitkomt dan de in de bovenstaande tabel opgenomen gemiddelde tarieven. Het college zal O2 op grond van artikel 18.7 van de Tw verzoeken om dit voor de door haar met ingang van 1 december 2002 te hanteren

tariefstructuur op uiterlijk 1 november 2002 onderbouwd aan te tonen. Ten aanzien van de wijze van onderbouwing zij verwezen naar de berekeningswijze, zoals in alinea 37 van de Beleidsregels is opgenomen.

24. Overigens wijst het college er met nadruk op dat het O2 niet is toegestaan om de verlaging van het gemiddelde MTA-tarief te compenseren door verhoging van bestaande dan wel invoering van nieuwe vergoedingen, die zij in het kader van de mobiele call termination dienstverlening vraagt5.

25. Voor een volledige uiteenzetting van de door het college voorgestane regulering en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen zij verwezen naar de Beleidsregels, zoals aangepast bij besluit van 22 juli 2002 en de daarbij behorende toelichting.

7. DICTUM

Het college besluit op grond van artikel 6.3 van de Tw als volgt:

(1) O2 is jegens Vodafone gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het mobiele netwerk van Vodafone met ingang van 1 december 2002 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 18,28 eurocenten per

minuut;

(2) O2 is jegens Vodafone gehouden om met inachtneming van de Beleidsregels voor het termineren van telefoonverkeer dat origineert op het mobiele netwerk van Vodafone met ingang van 1 april 2003 een gemiddeld MTA-tarief te hanteren dat niet hoger is dan 16,48 eurocenten per minuut; (3) wijst het door Vodafone meer of anders verzochte af.

4 Het college heeft dit gemiddelde MTA-tarief vastgesteld op basis van verkeersvolumes in de periode vierde kwartaal 2000-derde kwartaal

2001

(6)

Aldus besloten te Den Haag, op 10 september 2002,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

mr. L.Y. Gonçalves-Ho Kang You

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90240

2509 LK Den Haag

(7)

Bijlage I bij het besluit inzake het geschil G.26.02

Het college heeft bij zijn omschrijving van het geschil tussen partijen als verwoord in de brief, waarvan deze bijlage onderdeel uitmaakt, de navolgende stukken in overweging genomen:

1. Verzoekschrift van Vodafone d.d. 19 juni 2002

2. Brief van Opta aan Vodafone d.d. 24 juni 2002 inzake ontvangstbevestiging verzoekschrift 3. Brief van Vodafone aan Opta d.d. 1 juli 2002 inzake ontheffingsverzoek

4. Brief van Opta aan Vodafone d.d. 16 juli 2002 inzake inbehandelingneming verzoekschrift 5. Brief van Opta aan O2 d.d. 16 juli 2002 inzake indiening zienswijze

6. Besluit van Opta d.d. 17 juli 2002 inzake ontheffingsverzoek van Vodafone 7. Brief van Opta aan O2 d.d. 24 juli 2002 inzake indiening zienswijze

8. Brief van Vodafone aan Opta d.d. 7 augustus 2002 inzake aanvulling aanvraag

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ben verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Dutchtone zullen gelden ter

Ben verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en O2 zullen gelden ter zake van

Als het college zou besluiten dat Vodafone voor het termineren van verkeer dat origineert op het netwerk van KPN Mobile een lager MTA-tarief in rekening mag brengen dan het tarief

O2 verzoekt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) om de regels vast te stellen die tussen haar en Ben zullen gelden ter zake van

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die Dutchtone jegens

Derhalve verzoekt O2 het college voorwaardelijk om de terminating tarieven die Tele2 KPN Telecom in rekening brengt voor het afwikkelen van verkeer dat origineert op het netwerk van

In aanvulling op hetgeen is vermeld in randnummer 52 van bijlage II bij dit besluit stelt het college in het onderhavige geschil vast dat de MTA-tarieven, die Vodafone jegens

uitsluitend voor het geval het college met recht van mening zou zijn dat er verschil tussen de MTA- tarieven die Vodafone respectievelijk Ben hanteren gerechtvaardigd is en volgens