• No results found

W.T.VAN HENGEL^ BOEKHANDEL / 1^

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "W.T.VAN HENGEL^ BOEKHANDEL / 1^"

Copied!
236
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

/ 1^

W.T.VANHENGEL^

BOEKHANDEL

(3)

'O

(4)
(5)
(6)

w

(7)

BENE SCHITTEEENDE „CAERIÈEE".

(8)

¥

(9)

EENE

SCHITTERENDE XARRIÉRE"

DOOE

Dk. jan ten brink.

Derde

Druk.

LEIDEN

BIJ A.

W. SIJTHOFF.

(10)
(11)

INHOUD.

Eerste Hoofdstuk.

Bladz.

Grooteplannen '

Tweede

Hoofdstuk.

Het huishouden vaneen „bachelor" 16

DerdeHoofdstttk.

Drukke werkzaamheden 34

Vierde Hoofdstuk.

Noodzakelijke verklaringen 45

VijfdeHoofdstuk.

BijdenSecretaris-generaal 57

Zesde Hoofdstuk.

EaadgevingenvanEgeria 75

Zevende

Hoofdstuk.

EenuitstapjenaarLeiden 92

Achtste Hoofdstuk.

Prettigekomplotten 109

Negende

Hoofdstuk.

DeSecretaris-generaalad-interim 130

(12)

VI INHOUD.

Bladz.

Tiende Hoofdstuk.

Fluweelenkoorden 149

ElfdeHoofdstuk.

Lief en leeduitde loopbaan vaneenadjunct-commies 163

Twaalfde Hoofdstuk.

Nemesis 181

DertiendeHoofdstuk.

Point-d'orgue 203

(13)

EEESTE HOOFDSTUK.

Groote plannen.

De „oude" heer

De

Milde knikt.

Kee had gelijk. Het was nog vroeg genoeg, 't

Zou

wel nietvo] zijnin detent.Altijd zoo'n haast

De „oude"heer

De

Mildestaptbedaard verder.

Zijnedrie grootedochtersvolgenzwijgendditvoorbeeld.Zij schrijden langzaam voort door de breede lindenlaan, dieeen- maal aanConstantin

Huygens

de stofvoor een uitvoerigge- dichtschonk.

Nog

altijd slingeren zich de forsche takken van hooge, krachtige linden tot eengroen gewelf bovendehoofdender wandelaars inde residentie

-

deschim vanFrederikHendrik's Raad-en Rekenmeester zouzichnietteergerenhebben gehad over de zorgeloosheid van het nageslacht,alszij naastden heer

De

Mildeen zijnedochtershad

mogen

meewandelen.

De

schaduw derhooge linden

was

voor hetviertalnogte verkwikkelijker op dien brandend heetenZondagmiddag van Augustus 1853, omdat ze, sedert zehunne

woning

inhet Lage Westeinde verlieten, door dezonnige straten enlangs de breede pleinen drentelend, al dikwijls overdehittege-

klaagd hadden. *

De oude heerhad het plangemaakt vooreenewandeling naar Scheveningen,

maar

terhoogte vanhet koninklijk paleis ontzonk

hem

demoed. De

dames

opperden geen bezwaar en

1

(14)

o EENESGHITTEEENDE „CAREIÈRE".

door het Heulstraatjewarenzenubinnen de weldadigeschaduw vande aloude lindenlaan aangekomen.

Hetsprakvanzelf,dat dedriegezusters DeMilde eenparig voor een bezoek aan desociëteitstentinhetBoschstemden.

Een ander plan zouindergelijkeen drietalHaagschejonge- dames-hoofdenbij zulkeen heerlijkenzomerdagmoeielijk heb- ben kunnen opkomen. Maar daar ze nu onwillekeurigwat harder voortstapten, had haar vader op minderdriftaange- drongen, enwas zijneoudste dochterKeewel zoo goed

hem

daarinteondersteunen. ,,

De wandelaars in hetVoorhout

namen

nietveel „notitie vandedriedamesen haargeleider.Vooreerst

was

hunaantal niet groot, en daarbij

kwam,

dat de familie DeMilde zich door geen enkel bijzonder kenteekenonderscheidde.Eenpaar malen gebeurde het,dateendeftigoud heer in'tzwartzijn hoedvoorhenafnam, maaroverigens zagniemandnaarhen

om

Papa" De Milde was juistzulk een deftigheeralsde dito-dito's, die

hem

groetten, en die

hem

kenden, omdatzij

hem

opzijnpostineen der bureelen dergemeentelijkegriffie hadden ontmoet, ofwel, omdat zij gewoon waren met

hem

aanhetzelfde tafeltjeder„Witte"hunne morgenversnapermgen

teverorberen. ^. . .-u

«

Eenzeker zonderlinghuiselijkgebruikwilde,dat het hootd des gezins steeds metuitdrukkelijke vermeldingvantermen als: .,deoude heer," „deoudeman," ofdergelijkenwerdaan- gewezen, 'twelk te zonderlinger was, omdat de waardige heer Leopold de Mildewelvijfdochters,maar geen enkelen zoon bezat.Deze maniervanspreken,bij vrouwen dochters inzwang, was langzaamdoor de vriendenovergenomen,zoodat hij meestal methet praedicaatvanden„ouden"heerDeMilde aan vreemdelingenofnieuwekennissenwerdvoorgesteld.

In contrastmetzyn

naam

legdehet" slachtofferdezermoed- willige titulatuur eene buitengewone mate vanbedrijvigheid en jeugdigen levenslust aandendag.

Hy

liep,enbewoogzich

met

grootedrukte.Hijwas gewoonieder zijnerwoordendoor

(15)

EKNE SCHITTERENDE „CARRIÈRE'

eene overbodige weelde van gebaren teondersteunen.In ge- zelschap zorgde hij door luidschreeuwen enuitzettenzijner

(zwakke

stemdeaandachtte winnen. Hoewelhijdeftig inhet zwart gekleed ging, en nooit verzuimde een spiegelgladden cyUnderhoed op tezetten, trachttehijtochnogietszwierigs

.an zijn kostuum te verleenendoor schitterend witte vesten

- en blinkende sjaaldassenvan zwartsatijn,waarop een diamanten

,^; doekspeld fonkelde, die een of andere baryton uit eencafé- ifijconcert

hem

had

mogen

benijden.

Be heerDe Milde vertoonde een rond envriendelijk glim-

ar*

lachend gelaat bovende hoogewitteboorden,die zijne glad- geschoren kin beschermden. Zoo dikwijls hij zijnhoed

met

#eene

schielijke buiging afnam, zag

men

hetkeurig gladge- borstelde haar, onberispelijkzwartzonder een enkelen zilveren draad, zich in eene statige kuif boven zijn voorhoofdver- heffen. Misschien haddendehuisgenooten kunnen mededeelen ofditverschijnselenkel een voorrecht der natuur, ofweleen talentvolkunstwerk mocht

genoemd

worden.

De

kleinegrijze -ogenglimlachtenaltijd

met

den breeden

mond

mee, 'twelk

sbij de gezonde roode kleur zijner

wangen

aan den heer DeMildeietsbijzonder prettigsenjeugdigs schonk.

Daar hij eer klein dan groot van gestalte was, enzich altijdrechtophieldals een welgedrildsoldaat,scheenhet zeer moeielijkzijnleeftijdtebepalen. Zelfsschertsend wildehij er zich

nimmer

over uitlaten, hoewel hetmetalenkruis inzijn knoopsgat eenige

wenken

kon geven omtrentzijn ouderdom De beste getuigenaangaandezijnejaren waren evenwelzijne drie volwassen dochters, die

men

tehuis en ondervrienden met deweinigdichterlijke

namen

vanKee,Jans en Willemien aansprak.

Naast den „ouden"heer onderdrukgebabbel voortstappend leverden zij bij het eerste gezicht zeer weinigopmerkelijks of

m

hetoogvallends.Kee en Jansonderscheidden zichvan deschraleWillemien door zekere gezetheid,die zelfsdeijver- zucht derglunderste boerendeernhad kunnen gaande

maken

i^bi

(16)

4 EENESCHITTEEENDE „CAERIÈRE".

Alle drie knappe brunetten, zouden ze toch door niemand voorvolmaakte schoonhedenzijnversleten.Handen envoeten muntten niet uit door fijnheid en sierlijkheid, terwijl haar gelaat doorschijnende blankheid miste, en geene dezer drie gratiën den frisschen blos van haar beweeglijken vaderhad geërfd.

, i-,„4.

Kee Jans en WiUemien hadden het eerste levenslicht

m

Den Haag aanschouwd, maar zouden daarom nog volstrekt niet als de waarachtige vertegenwoordigers der „Haagsche damesbijuitnemendheid

mogen

gelden. NochinAssen,noch inEindhoven,nochinNijmegenof inwelkeandere stadook uit het zuiden,noordenofoosten deslands,zou iemand van deze trits beweerd hebben, dat zij zich kenmerkte door bijzondereHaagscheeigenaardigheden.Haartoiletverried,dat de dames zich veel moeite getroostten,

om

zoo prachtig mogelijk voor den dagtekomen,doch het bleekmaaralte duidelijk, dat zij daartoetwee gegevens misten: smaak en eene welgevulde beurs.

Onze nieuwe kennissen schenen als oudeHagenaars het niet der moeite waard te keureneens in 'trond tezien, terwijl ze onder de verkwikkende schaduw van hetLange Voorhouthenengleden.

En

toch tooverde deAugustuszondaar de verrukkelijkste stadsgezichten,diehet hart eens kunstenaars hadden kunnendoen popelenvangenot.Hetmachtige zonne- hcht schoot doordebladerrijkekruinen derlinden, enwierp eenfijnenregenvangoudstoftemiddenderdichtsteschaduwen.

Over den broeden

weg

dansten en huppelden zonnevonken, zoo dikwijlseen hchtkoeltjede bladoren aanroerde.Destatige huizen en paleizen aan de noordzijde baadden zich inhet volle, strafie hcht, zoodat de grauwe en grijze gevels, met gulden tinten overdekt, schenenteglimlachen tegen hettrillend azuurvanden wolkenloozen hemel.

Iets verder onder de achtbare kastanjeboomen voor het vorstelijkwoonhuis vanPrins Frederik der Nederlandenwerden deschaduwenbroeder,maarde zonneglans buiten de boomenrij

(17)

des te verblindender. Onze wandelaars zagen niet

om

naar het schilderachtigehertenkamp, blakend van zonneweelde,

maar

herademden,toen zij over deBoschbrugde eerstelanenvanhet oude grafelijke

woud

mochtenbereiken.

De

stroom vandrente- lende Zondagsmenschen

met

hunne kostelijkste kleedij, de dichterijenvoetgangersonderde

boomen

en de langereeksen vanrijtuigen, ruiters enamazonenopdengrooten

weg namen

devolleaandachtderdames DeMildeinbeslag. Zijgavener nietom,ofHeüoshet breedegraspleinvandeMaliebaan

met

golvende

vlammen

verschroeide; of hij ieder blaadje boven haar hoofd met een gouden biesje

omzoomde;

of hij hoog

omhoog

in de takken der

boomen

van de Jacoba-laan een triumflied aanhief als alverwinnend dagvorst;zij zagen naar demenschen,die op enneer dwarrelden

en, schoon zelven niet uitmuntend door eigen goeden smaak, wistenzeonop- houdelijk het vernietigendst oordeel over het

kostuum

van anderenuittespreken.

In de Jacoba-laanvertoondenzichde velen, die op en neer spanceerden, wijl zij den toegang misten tot het „beloofde land"

-

de sociëteitstent. Onderofficieren in groot tenue;

dragonders,donkerblauw metwituitgemonsterd;jongedames met kinderwagentjes; bezoekers van het platte land in de buurt met omvangrijke regenschermen en ouderwetschereis- taschjes

-

alle dezen werdendoor de dochtersvan den heer DeMilde zorgvuldig

opgenomen

enbesproken.Doorde

warmte

onwillekeurig in hare snelle vaart gestuit, duurde het vrij lang,eerzijde „tent"bereikten. Tegen verwachting

was

het zeer vol. Vreemdehngen en Hagenaars hadden zichaanalle zijden

om

degroenehouten tafeltjesgeschaard.

Doorde spitsroede der rustig zittende familiënheenloopend, werd menige hoed afgenomen voor vader en dochters, en achter

hun

rug soms een glimlach gewisseld over deronde figuurtjesvan Kee en Jans enhet „allerdolst"toilet.Gelukkig vonden zij aan een hoek bijhetwater nog eenvry tafeltje en zetten ze zichhaastig neer,

om

uit teblazenen rondte

(18)

6 EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE.

kijken. Vroolijke,welluidende tonenvandeberoemdemilitaire- kapel hadden hun blijden intocht verwelkomd, maar, of ze nietshoorden,haddenzedoorgekeuveld zonder ophouden. Zij

kwamen

nu eenmaal

om

menschen te zien,

om

aanmerkingen temaken,en,daartothet bijeenbrengenvanzooveelmenschen muziek onvermijdelijk scheen,

namen

zij de muziekop den kooptoe.

De heer De Mildehad metveelomslageen knecht aange- klampt,en

hem

zeeruitvoeriginde oorengefluisterd,watde damesverlangden.Weldraprijktenglaasjesmaderaofadvocaat voor het viertal, en drukker dan ooit wisselden de mede- deelingenen de glimlachjes elkanderaf.Boven hunnehoofden zouden ze tusschen de takken en het vergulde groen den helderblauwen hemel hebben kunnen ontdekken, somsvoor korte pooze verduisterd doorsneeuwwittewolkstapels,dieals dreigende gevaarten denzonnegodschenentebestormen,maar ijlings terugweken, zoodra deze devolle laag zijner straal- bundels tegen hen uitgoot. Noch voor dit alles, nochvoor het treffendcontrastvanhetschitterend verhchteBosch met het plotselingverduisterdeBosch hadden zijoogen. Zij zagen hetniet, datdetakken, diezichoverhunnehoofden welfden, in wier koele schaduw ze zich verkwikten, duizenden en milhoenen bladeren als festoenen samensnoerden; zij zagen niet, hoediedofgroene bladeren onder Helios tooverstafdoor- schijnend werden, hoe ze droppelden, hoe ze fonkeldenvan saffierenengoud....

Ze zagen de menschen aan detafeltjeszittenen dewan- delaars doorde voetpaden slenteren.

Hunne

eenige vreugde was iets bijzonders te weten over de personen, die hen omringden.

„Was

dat

Hugo

Brouwerniet?" - vroeg AViUemien.

„Jawel, die geëngageerd is met Jetje Sandérus!"

-

ant- woorde Jans.

„Raar, dat zoo'njongmenschzonder zijnmeisjeindetent komt!" - fluisterdeKee.

(19)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE . /

„De jongedame kan onpasselijk zijn!"

poogde deheer DeMildeteverklaren.

Het

was

een eigenaardige trekvandezentrouwen ambtenaar der gemeente, dathijinhetgesprekallerleistadhuiswoorden enboekachtige volzinnen bezigde.

„Mij zou zoo'n engagement niet bevallen!"

oordeelde Willemien,terwijldedonkereoogenvrijmoedigin'trondzagen.

„Kijk, daar

komen

de dames Halder aan!"

riep Jans.

„Wat

een kleeding!

Blauw

satijnmet kantenmantilles!Die lui hebben altijd iets vreemds!

En

wat een

omvang!

Ze vullenmet z'nbeienhet heelewandelpad!"

„Dat

komt

weer inde mode!"

vielpapain.

— „Wacht

maar,binnen een jaarzal

men

nog wel watanderszien!"

„Alweerverandering!"

zuchtteKee,terwijlzeeenbangen blik sloeg op het zwartbarègekleedje,

waarmee

zegehoopt hadnogheeldenzomer mooite zullenzijn.

„Daar

komen

deTulkenaan! Kijk toch vóórje,Willemien!"

DezevermaningdercorpulenteJansdeed de schrale jongste

dame

vanhetgezelschap nogscherper opzien.

Er werden groeten gewisseld tusschen de Tulken enhet tafeltjeder

De

Mildes.

ToendefamiüeTulk onder dewandelaars verdwenen was, staken dedames dehoofdenbijeen enfluisterden:

„Wat

een bluf!"

„Als datmaar goedafloopt!"

„Jemoet maar durven!"

„Drienieuweparasols!"

„Enfin!zemoetenhetweten!"

De

heerDeMilde hieldzichbezigmetzijnesigaaren sprak niet veel.Hijschepte erbehagenin zijnerdochters het

woord

te laten.

En

bij deinderdaaddrukkende

warmte

kwelde

hem

de behoefte

om

luidtespreken minder dangewoonlijk.

Zijne dochters zetten zich meer en meerop haargemak, terwijl ze zich den inhoud der glaasjes voortreffelijk deden smaken. Klonk de muziek wat forsch, dan sprakenze wat

(20)

8 EKNESCHITTERENDE ,,CARRIÈRE

harder.De dikkeKee hadalgeruimepoos naar eenvrijver- wijderd tafeltje met heeren en dames gegluurd. Eindelijk sprakze

:

„Nubeniker! Zie jedaar ginderdat tafeltjemetdefamilie

Van

Beek? Die twee vreemde heerenzijndenevenuitden Bosch....Er isverledenDonderdageen heelepartijgeweest

!

Ze zijn er misschien voor overgekomen.Ikgeloof, datAra- bella vanBeek meteenvandienevengeëngageerdis!"

„Gekheid!"

riepWillemien.

„LuitenantDe

Haak

heeft Arabellealeen poosje het hofgemaakt!Het verwondert me, dathijernietbijzit!"

„Daar

komt

hijnetaan!"

merktJans op.

„Wat

een drukte,wateen gegroet, wateenbeweging!"

pruttelt Willemien.

„DievanBeeken kennen ookiedereen!"

De heerDeMilde kniktevriendelijk,enfluisterdebescheiden

:

„Enwij zijnerookbij! Demeisjes

komen

tenonzent!"

„Maar,alszeeene grootepartijgeven, laten ze ons thuis!"

sprakKeescherp.

„Voorveertiendagenbenjenogop een muziekpartijbijde

Van

Beekengeweest!

antwoordt de „oude"heer.

„Nuja,maarverledenDonderdaglietenze ons thuis!"

Willemien klemde delippenopelkaar, nadatze ditgezegd had,en scheen vanplannietweertespreken voorden gehee- lendag.

Plotselingklonk eenevroolijke,welluidendestem

:

„Hoevaren dedames?HoevaartmeneerDeMilde?"

„Bonjour,André!"

„Hoe

maak

je 'tDe Witt?"

Zooluiddende begroetingen,waarmeeons viertaleenjong- menschontving,dat den vaderzijnehandreikte, enniet ver- zuimde de grijze, geleofdonkerbruine vingeren der dochters eerbiedigaanteroeren.

Oogenbhkkelijk hadhijeenstoelgevondenenplaatsgeno-

men

tusschen Kee en Willemien

een feit, 't welk dezer laatsteeen purperroodenblos opde

wangen

joeg.

(21)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE

Hetgezelschap

nam

ergeene „notitie"van, daar

men

ter- stond zeer druk begonte babbelen,waarbij denieuwaange-

komen

jonkman wel het minste zeide. Hij

was

een vriend van den huizeDeMilde,iederhad

hem

een verhaaltedoen.

Zwijgendluisterdehij, terwijl zijnoogzichonwillekeurignaar

omhoog

richtte, en steelsgewijze het in zonnegoud badende Bosch bewonderde.

Mr.AndrédeWitt,adjunct-commiesbij het ministerie van BuitenlandscheZaken,

was

eendierjongelieden,welkealdoor hunuiterlijkhettwijfelachtigvoorrecht bezittenvandoor ieder te worden opgemerkt en gekend.

Hoog

vangestalte,welge- vormd, trok hij hetmeest deaandachtdoorzijngelaat.

Het

breede voorhoofd overtrof in blankheid de bleeke kopjes der drie gezusters

De

Milde,

maar

vooralmunttehij boven dezen uitdoor de sprekende, fonkelende oogen,donkerbruintotzwart wordentoe;door het krullende, glanzigehair, dat de frissche kleur van zijne

wangen

duidelijk deeduitkomen. Mr. André deWitt maakte denindruk vaneen kunstenaarinhetroman- tisch kostuum, dat van 1830tot 1850 denartistkenmerkte.

Eéndingevenwel temperde dezen indruk:deuitnemende smaak,

waarmee

hij diteenigszins vreemde

kostuum

droeg.

Zijn grijze vilten hoed met breede randen

was

nietover- matigbreedof in'toogvallend; zijnluchtig jasje van zwart lustre

was

hoog toegeknoopt en lietnauwelijks een paarstre- penderroomkleurigesatijnendas onder de breede, witte boor- denzien.Schoonhij dusbij deeerste kennismaking watzon- derling mocht schijnen doorzijn artistiekpak,geen vreemde kon

hem

aanzien zonder eene vluchtige belangstelling voorzyn open oog, de frissche kleur zijner

wangen

en de kloekheid zijnerbewegelijkeen gespierdefiguur.

Niemand

zou opdege- dachte

komen hem

voor eenijdel pronkertehouden,

omdat

hij grijze slobkousen met witte knoopen droeg,zoodra

men

den kalmenblikuit dedonkere oogenontmoette,en denfijnen trek langs den scherp geteekenden neus en denkrullenden bruinen knevel gewaarwerd. Zijnehoudingdrukte vastberaden-

(22)

m

10 EENESCHITTERENDE„CARRIÈRE'

heiden wilskrachtuitmeteenlichttintjevanovermoed. Als hij naar iemand luisterde, verriedhet spelzijnerwenkbrau- wen, van zijn oogopslag en zijner bewegelijke trekken het antwoord, dat volgen moest.

Kee hadhetzeerdruk, enmaaktezichspoedigvan denboven- toon meester,terwijlhij bijtusschenpoozen een enkelwoordsprak.

„Jeweetwel,André!dat

we

jevandieknappe damever- teldhebben, diedameuitRijswijk ....jeherinnert hetjenog wel,verledenZondag...."

„Perfect!"

„'tIsgisteren inordegekomen!

Mama

isdolblijen de oude heer ook!"

Papa DeMilde kniktevriendelijk.

„'tIseene heele uitkomst! Jebegrijpt dedriemooiste kamers van onze eerste verdieping, endanbediening,diner en ontbijt allestezaamvoorduizend gulden!

Me

dunkt dat schikt nogal!"

„Voorhoe lang hebjegecontracteerd?"

„Vooréénjaar, metdriemaandenvooraf opzeggen!'tSchijnt eene heellievevrouwtezijn!

Mama

heeftgezegd,datzeons altijd welkom zalwezen,alszeinden huiselijken kring wil komen. Zonder juist trotsch tezijn,hadzeietsvoornaams, toen zij antwoordde, dat zij door treurigefamiheomstandig- heden vooreerstnietveellusttotconversatiehad Zij zal alleen dineeren op haar kamer! Zij was heel elegant in't

zwart.Ze zagerknapuit,heelknap!"

Op datoogenblikvielJans in:

„Zeisbepaaldinden rouwover haar

man!"

„Datheeftzenietgezegd!"

-

hernamKee.

„Dat behoeftookniet!"

-

merktde „oude" heer glimlachend op.

-

„Men kaneenefatsoenlijkedamenietuithooren.Treu- rigefamilieomstandigheden, datisgenoeg!

We

zullen er later welmeer van vernemen!"

Mr. AndrédeWitthieldden „ouden"heerscherp in'toog en sprak

(23)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE". 11

„Hoe noemt diedainezich?"

„Mevrouw

De

Huibert!"

Andréschudt het hoofd.

„Een onbekende

naam

!Enfin, ikhoop, dat uveelgenoegen van denieuwe huisgenoot

moogt

beleven!"

„Daartwijfeliknietaan!"

riepJans uitdeonnoozele be- hoefte

om

tegen tespreken wat ergezegdwerd.

„Ik ben

heelblij, dat

mevrouw De

Huibertbij ons

komt wonen!"

Ervolgdeeenoogenblik stilte.

Daar devirtuozeneenepoos schenenuitte rusten,zei de dikkeKee:

„Wat

is'thierdrukkend

warm

onderdie

boomen

!Ik zou wel eens willenwandelen!"

Andréstondsnel op,en verklaardezichbereiddedameste begeleiden. Kee en Willemien maakten van het aanbodge- bruik.Janszou den „ouden"heer gezelschap houden.

De

jongelieden vingenaanlangzaam depaden enlanen der sociëteitstenttevolgen.

Nu

maakte Willemienzichvan hetgesprekmeester.

„Kee heeft jede helft

maar

gezegd, André! Het verhuren van de kamers en al watdaarbij komt,gaat ons alleen aan, en

mama

ooknatuurlijk.De oudeheer heeft hettedrukmet zijne betrekking, hij kan zich zoo

met

allesnietbemoeien.

Daarenboven, hij isteroyaal, degoeieman, hijzouallesveel te goedkoop doen.

Mevrouw

De Huibertisvoor een veertien

<iagen onze kamers

komen

zien. Ze hadeen jonge

dame

bij zich,dienietinden

rouw

was,en die zelater aan

mama

als hare zuster presenteerde. Ikhoudhet voor uitgemaakt, dat ze

om

haar

man

inden

rouw

is.Zeheeftallesheelnauwkeurig bekeken, alles nagesnuffeld, en de voorwaardenheel uitvoe- rig afgesproken. Gisteren

kwam

ze

met

haar zuster terug.

Er moest nog een massa veranderd worden. Vooral inde slaapkamer.De spiegeldeugde niet.Er moest nog eentafeltje bij

-

enfin, eindelijk

was

ze tevreden.Toenzeheenging, verzocht ze

mama

drie

maanden

huurvooruitte

mogen

betalen.

Mama

(24)

EENESCHITTERENDE „CARRIEKE

heefthet aangenomen, maardeoude heer vondhetlater ver- keerd.Zoo staatde zaak."

Willemienhadzeersnelenfluisterendgesproken, endaarom haar bleek neusje zoodichtmogelijk bijAndré's schouderge- bracht.

Dezeglimlachtevroolijk.Hijzagnu geenbezv^aarmeerin de zaak.Hijwaszeer nieuwsgierig naarhetmooieweeuwtje, en beloofde spoedig eenste

komen

kijken.

,,.Ja,maarvoordien tijdmoeten

we

jenog watanderszeg-

gen!"

-

viel de oudste zuster in.

-

„André, je zoudt ons meisjes een grootplezierkannen doen!"

„Kom

aan! Dattreftgoed! Alwatje maarwilt!"

„Ja,maarjemoogtermet niemandover spreken!"

„Een geheim!

Nog

beter!"

„Het geheim isnietgroot,maar

we

willenhet toch hever onder ons houden! Toekomende jaarinOctober vierenpapa en

mama

zilveren bruiloft. De oude lui zullen er welniet veelwerk van maken, maar

we

willenzeeens verrassen.Ons plan is een klein huiselijk feest te geven.

We

vragen onze beste vrienden, de naaste familie

een groote twintigmen- schen. Je begrypt, dat er wat bijzonders moet wezen! Wij kunnen zelven moeilijk ietsaardigs organiseeren,maar wien zouden

we

hetbeterkunnenvragen,danaan onzen geestigen vriendAndrédeWitt?"

Kee had metgrootedeftigheidgesproken.

De jonkman hadditallesmeteven grootestatigheid,schoon soms schielijkghmlachend, aangehoord.

Was

hijgetroffendoor denaïevevleierij,of

kwamen

herin- neringen

hem

vriendelijkebeeldenvaneen pas vervlogenver- ledentebinnenbrengen?

André woondesindseenjaarinderesidentie. Daarhijtot nog toe maarzeerweinigHaagschefamiliënhadleeren ken- nen, en door'een toevalligensamenloop van omstandigheden op zeer vriendschappelijken voetbijdefamilieDeMildewerd ontvangen, achtte hijzichverplichthet plan derjongedames

(25)

13

zonder eenige aarzelingteaanvaarden.Ondankszijndeftig

ambt

van adjunct-commies bij het ministerie van Buitenlandsche Zaken, afdeeling: Handelszaken,had hij dengrootenvoorraad opgeruimdheid en vroolijkenlevenslust, vandeacademiemee- gebracht, nog

nimmer

verzaakt.

AndrédeWitt

was

dezoonvan een onbemiddeldpredikant te Leiden, die in de verte verwant

was met

de familie

De

Milde.DaarAndrézichde eerste

maanden

vanzijnevestiging in de residentie soms verveelde, omdat hij een vijandvan eenzaamheid eneenbuitengewoongezelligschepselwas,maakte

hij gebruik van eene ontmoeting

met

den oudenheer op de

„witte" sociëteit, en meldde hij zich eenige dagenlaterbij defamiheDeMilde aan.

De

damestradenineenzeeruitvoerig overlegomtrentde familiebetrekking der

De

WittenuitLeiden en der

De

Mildes,

maar men kwam

totgeenanderbesluit, dan tot eene uiterst verwijderde betrekkinginde zijtakken der beidegeslachten.

Om

dezeennogandere zeer belangrijke redenen had de jonge

De

Witt zich bij het gezinvan den jeugdigen „ouden" heer

De

Mildeaangesloten.

De mededeeling van deoudste dochter des huizesaangaande de zilveren bruiloftharer ouders werddoorAndrénietterstond beantwoord,omdatde beidejongedames

hem

metallerleidenk- beelden overstelpten, die op de toekomstigefeestvieringbe- trekking hadden. Teneinde vrijertekunnenspreken, traden ze buiten detent,en wandelden zehetBoschin. Willemien plooide haar

mond

toteen vroolijken glimlach, enzagAndré vragend aanterwijlzesprak:

„Je weet,"

-

zei ze,

-

„dat

we

heelwat ruimte hebben thuis voor zulkeen partij.

De

achterkamer

met

de

suite

is groot genoeg

om

tedansen, enindevoorkamer zoudenwij kunnensoupeeren...

."

„Dansen moet geen hoofdzaakworden!"

-

viel

Kee

in.

-

„Daar zouden de zilveren bruid en bruidegom niet veelaan hebben! Neen, er moet iets aardigs, iets amusants bedacht worden! André zal wel wat weten!"

(26)

u

eëneschitteeende„carrière

„Laat onsdancomedie spelen!"

-

riepWillemien.

„Als

we

ermaartalentvoorhebben!"

merkte Andréop.

„Talentzullen

we

hebben, alsjijons helpt!"

„Met het grootste plezier! Ik zalje helpen! Maar eris veel noodig voor zoo'n onderneming. Vooreerst een geschikt stukof stukje...."

„Datkunjijwelschrijven, André!"

„Ja, maar dat gaat zoo gemakkelijkniet!Opeen zilveren bruiloftmoet

men

altijd geest hebben voortien,en datzal nietgelukken!"

„Nietgelukken?"

Willemien vroeg dit met eene verontwaardiging zoo onge- veinsd,datAndréplotsehnghartelijklachte.

„Neen,

maak

nu geen zwarigheid,André!"

-

vermaande Kee.

-

„Je kunt, alsje maar wilt! Ik vind hetidéévan comedie spelen heel goed.

We

zullen jeallesvertellenvan papaen

mama!

Datzal jetepas

komen

in jestuk.

En

dan, dat de oude heer den tiendaagschen veldtochtheeftmeege- maakt nadat hij pas twee jaren getrouwd was en allerleigrappigescènes...."

.,Ja,maar,André!jemoetvoor ons altemaal eenerolmaken, en voor de meisjes thuisook enjemoet mooie kostumen bedenkenen dan nogeen paar verrassingen!"

De jonkman keek metgrappige verlegenheid naar dereus- achtigeboomen bovenzijnhoofd,enriep

:

„Alles goed en wel! Ik zal ereens ernstig over denken, dames! Maar ik geloof, datjeluide moeilijkhedenvan zoo'n onderneming tegemakkelijk wegredeneert!Stel,bij voorbeeld dat ik een stuk fabriceer, dan moeten er primo acteurs zijn...."

„Heel goed!"

-

viel Willemien in.

-

„Je hebt vooreerst vijfdamesDe Milde..-."

„Dat vindikverrukkelijk,maar devraagis, of ikzooveel damesrollen kan creëeren!"

-

riepAndrélachend.

-

„Ikmoet (lokeenigeheeren hebben

!

(27)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE".11 15

„Kom, kom, geen bezwaar!

We

kunnen Kees Tulkvragen, enjijspeelt natuurlijkmee, André!Wilje

soms

nogeen derde heer,danzalikzelfoptreden!

Wat

denkje daarvan?"

Willemien had gehoopt meer plezier van haar voorstelte beleven. André schuddehet hoofd, terv^yihij haar

met

comi- schen ernst aanzag. Zulk een

travesti

scheen

hem

een waagstuk!

Daarom

poogdehij de zwarigheiduitden

weg

te ruimen,enzei schielijk-

„Nu, dat is van laterzorg! Maar, alshetstuk er is,dan moeten

we

onophoudelijk repeteeren, enwaarzullen

we

dat doen...

."

„Bijons,dat spreektvanzelf!Laatdat

maar

aanmijover!

Ikzal

mama

welheteen ofander zeggen."

Willemien sprak zoo beslist, dat hare oudste zuster er vreemd van opzag. Toch vond Kee goed met een flinken hoofdknikalles toetegeven.

De driejongeliedenwaren den groeten rijweg genaderd,en beslotennaar de tent terugtewandelen,daarzijgeenemuziek meer hoorden, en begrepen, dat het concert afgeloopenwas.

Op

het punt vanzich

om

tekeeren greepWillemienplotse- hng als door eene hevige gemoedsbewegingoverweldigd den

arm

vanAndré enfluisterde:

„Kijk,daar, daar!"

André zagnaar de aangewezenrichting,en bespeurde een ordinair huurrijtuig met ééne

dame

erinlangzaamvoortrol- lend temidden derfraaieequipages.

De

dame

lette weinig op de wandelaars,naar het scheen.

Zij staarde peinzend naar het bladerendakboven haar hoofd, terwijlzijachtelooseenezilvergrijzeparasol inde linkerhand hield.Zij

was

statig

maar

smaakvolinlichten

rouw

gekleed.

De hoed van fijn zwart stroo

was

metlange, breedelicht- paarse lintenonder de kinvastgeknoopten

bedwong

nauwe- lijks eenschat van glinsterende,donkerbruinekrullen,dieover schouders enruggolfden.Hetgelaatdiervrouw

was

innemend, hare donkere, schitterende oogen fonkelden

met

hartstochte-

(28)

16 EENE SCHITTERENDE „CAREIÈRE'

lijken gloed. Devoorbijgangers vestigden nieuv^sgierigeof be- wonderendeblikkenop hetrijtuig.

Willemienkneep Andréinden arm, enriep

,,Daarhebje onzemevrouw!Datis

mevrouw

DeHuibert!"

TWEEDE HOOFDSTUK.

Hethuishouden van een„bachelor".

Des Zondagsmorgens liet

Van Pommeren

metkerkelijken ijver de valgordijnen voor de groote ruiten vanden winkel hangen.Geenboos voorbijgangersoogmocht dandenbliknaar binnenslaan,

om

alde weelde der pas voltooiden zwarte rok- ken, uniformjassen, zomerpantalons en witte vestenteaan- schouwen.

Van

heel degloriederweidschekleermakerszaak

was

thans niets zichtbaar als degrooteverguldelettersop deramenen het wapenschildbovenden hoofdingangvan den winkel.

Op de ramen las men:

E mi

Ie

van Pommeren,

fils,

fournisseur

delaCour.

Memand

kon metgrooter ingeno- menheidditopschrift ontcijferendande eigenaarzelf.Die kleine zwierig gekleede heerin'tzwartmetparelgrijzehandschoenen, die daar langzaamdoor de Hoogstraatkomt aanwandelen,is de hoogstachtbare heer Emilevan

Pommeren

ineigen elegan- ten persoon. Het is halftwaalf,hij komtuitde kerk;uitde Waalsche kerk natuurlijk. Een

fournisseur

delaCour, die een ziertje achting voor zich zelven koestert,

komt

in

geene andere.

Dezelfde Augustuszon, welkedien eigenmiddagop dever- schoten parasols der damesDe Mildezalblaken,alszijmet hunvriend Mr. AndrédeWittcomplottenzullensmedenvoor dezilveren bruiloftharerouders

diezelfdeAugustuszonvalt

(29)

EENE SCHITTERENDE „CAKKIÈRE". 17

nu met volle strafheid op de welafgeschuierde gestaltevan den talentvollen maitretailleur

Van Pommeren.

InAugustus 1853 had

men

de taalkundige ketterij nog niet oogluikend doen voortwoekeren, waardoor het eenvoudige bijvoeglijk naamwoord:

net

later eene geheelnieuwe enallerburgerlijkste beteekenis kreeg

-

desnietteminzou

men met

volkomen ge- wetensrust hebben kunnenvolhouden, dat dezemooiopgedirkte kleermakersbaas een der „netste"menschenuit de residentie mocht geschat worden. Hij staat nu stil voor het kapitale huis, waarin de zaak van Emile van

Pommeren,

flls,isge- vestigd.

Metgroote teederheidneemthij denvoorgevelop,en glim- lachttegen het blinkendewapenschild bovende deur.„Midden in de Hoogstraat.... „de beste stand".... „kranig," „heel kranig!"

-

mompelt de netteman.

Van Pommeren

heefteen levendig besef vanzijnehooge beteekenisalsstaatsburger en Hagenaar.

Welk

eene „clientèle"

kwam

zich niet bij

hem

voorzien van de heerlijkste zomer- en winterkostumen!

De

voornaamste edelen derresidentie,zelfsde Ministervan Marine pleegdenzijnkunstenaarssmaaktevolgen! Inderdaad,niemand twijfeldeaande „sierlijkheid" van de„coupe" zijnermeester- stukken, dat wil zeggen, van de voorwerpen, die in zijne

„ateliers"werdenvervaardigd.

Van Pommeren,

flls,„dirigeerde", hij stondtehoogvoor practischen arbeid.

Terwijlhij vlakvoorzijnhuis eenoogenblik toeft,tintelen de kleme oogjes van plezier. Hij richtzichomhoog,plaatst zichop zijneteenen,

om

zijnpaleisrechtgoedinoogenschouw te nemen. De in het zonnelichtglinsterendehoedvaltbijna van hetmet geurige

pommade

gezalfde hoofd,

maar

hij bliift tevreden knikken. De eerste verdiepingmet apartenopgang

ISverhuurd aaneen uitmuntend „locataire". Ziemaar!

-

aan den deurpost naast den hoofdingang van het „atelier"staat- van Eeelant

-

doodeenvoudig,

maar

dat is Jonkheer

Van

Reelant, dereferendaris, devoorname, deftigeman, diesinds 15 Juh zijn bovenkwartier bewoont. Door den plotselingen

2

(30)

i

li EENESCHITTERENDE „CARRIÈRE

dood van een vorig „locataire" was het kwartierjuistvrij, toenmeneer

Van

Reelantzichaanmeldde.

Yijf

weken

woontde jonge,welgekleede referendarisboven

Yan

Pommeren,fils.Dezelaatsteheeft nietsdanvreugdeaan zijnnieuwen„locataire"beleefd.

Van Pommeren

gelooft, datdehooggeborenreferendaris de eer van boven zijne beroemde ateliers te

wonen

volkomen waardig is. Niemand is zoo stipt en correct in alles, als Jhr.

Van

Reelant. De oudeAnna,die

hem

bedient, kanhet getuigen.

Van

Pommeren,fils, isniethetminsttevreden over de beleefde houding van zijn „locataire". Reeds een paar malen heeft hij een uitvoeriggesprekmet

hem mogen

aan- knoopen, maar tot

Van

Reelant's eer moet hijzeggen, dat de toon van het onderhoud buitengewoon fatsoenlijk was,

„parfaitement

comme

il faut".

Emile van Pommeren,fils, wasbijzonder gesteldop waar- deering.Zijneaanzienlijke „clientèle", zijnevoornamekennissen, de invloed door

hem

geoefendintalvan Haagschekringen, verhieven

hem

totdenrang vaneenaanzienlijkpersonage

naar hij meendete

mogen

vaststellen.Bovendien

was

hijin de residentie bekend als een talentvol virtuoos, daar hij op liefhebbers-concerten verschillende reizen met den hoog- sten lof een solo voor viool had uitgevoerd.Alleste

zaam

genomen, meende de achtbare „fournisseur delaCour",dat er in Den

Haag

wel minder bevoorrechte schepselen rond- wandelden.

Onder deze endergelijke aangenameoverpeinzingen bracht de heer

Van Pommeren

een miniatuur-sleutel voor den dag, en wilde juistde winkeldeur ontsluiten, toennaast

hem

de deur van het bovenkwartier openging, en Jhr. Mr. Arnold van Reelant te voorschijn trad.

Van Pommeren nam

zijn spiksplinternieuwen Zondagschen hoed meteen snellenzwaai

af,boog alseen dansmeester, enzeionmiddellijk:

„Goeien morgen, meneer

Van

Reelant!

Warm

weer,vindt nniet?"

(31)

EENE SCHITTERENDE „CAERIÈRE' 19

dat ikonmiddellijkzal De aangesprokene greep even naar zijn hoed, en knikte deftigmet het plan bedaard doortestappen.

Van Pommeren

gUmlachte zeerhoffelijk,envervolgde snel:

„Pardon, meneer

Van

Reelant!

Neem me

niet kwalijk!

Pardon!

maar

nu ik ujuist ontmoet.... ikhebzoo zelden de eer u tezien

mag

ik vragen, isutevreden over het kwartier, overde bediening!"

„Zeer tevreden,meneer!

Dank

u!"

„Bij de minstekleinigheid,hoop ik,

gewaarschuwd worden!"

„Dank uzeer, meneer

Van Pommeren!"

En Van

Reelantmaakteaanstalten,

om

snelop

weg

tegaan.

„Pardon, meneer

Van

Reelant!

Neem me

niet kwalijk!

maar, totnogtoe vergatik utezeggen "

„Later, als ik u verzoeken mag. Ik hebhaast, en

moet

naar dentrem,

om

eene

dame

vanmijnefamihe aftehalen'"

„Neem

nietkwalijk!Ik heb vergetenutezeggen, dat, als u soms boven een soiree of een souper zouwillen geven,

allefaciliteitenu ten dienste staan.... glaswerk,porselein .. "

„Uitstekend!

Dank

u!"

Maar ditmaal bleef het niet bij het voornemen, en

Van

Reelant snelde vluchtig groetendweg.

Hij hadwaarlijkhaast. Hijliep vlug voort,

maar

toch zoo, da zijnewaardigheidvanreferendarisen edelman geenoogen- Wik gevaarliep.

Van

Reelantkende

Den

Haag. Toen hy nog

brok^n '' H ''''' ^"' ^y ^«^^ '''''' J^^^"byna onafge brokn in de residentie „geresideerd."

Hy

had den slagbeet,

bLilt ZZZ.

'''' '''-'' ''''''''-''''^'''^'

-^' mlJfJ'^'"^'.

""'^'^ ^'^^'^^ ^^"^ ^^^^eidoen ontwaken tot een

meuw

leven.

Van

detweejaren, alsgriffier bil het

IT::ZZ:' 'T--''''

voorgebracht,'poogt hy zichzoo

hHs

nu ..' :,^^"-"-«"- Aldie „misères"zijn voorby.

2 reZJ '?'°''

""'^""^'^^^^^°^^^^- 2Unebetrekking als referendaris bij Buitenlandsche Zaken had

hem met

tal

(32)

20 EENESCHITTERENDE„CARRIÈRE

vaninvloedrijkepersoneninaanraking gebracht.Reeds

kwam

er van tijdtot tijd gelegenheid den onderdanigen groetvan den een ofander voorbijgangertebeantwoorden.Hijzieter, als naar gewoonte, keurig uit. Met groot overleg is zijn kostuumeenvoudig,maartochsmaakvolgekozen.Het mocht in 'toogvallend genoemd wordenvoor hen,die

hem

vroeger gekend hadden, dat de kleur zijnerhandschoenendonkerder en deftiger, dat zijn blond hair strenger afgeknipt, datzijn geheeleuiterlijkernstiger enafgemetenergewordenwas.

Of de gedachtenloop, die

hem

bezig hield, aangenaamot verdrietelijkteachten was,kon

men

aandekalmeuitdrukking zijnertrekkennietwaarnemen.Hij liepsnelvoort door Yeene- straatenWagenstraat,

om

tijdigbijhetstation tezijn.Toen

hij eindelijk de pseudo-classieke portiekin het verschietont- waarde, bleek het, dat hij overvloedig tijdhadbedaarderte wandelen.

Zoo naderde hij dus langzaam. Hij streed in stilte een zwaren strijd.Hij stond op hetpuntietszeergewaagds, iets zeeronvoorzichtigstedoen ....

Mevrouw

Suzanna de Huibert, geboren Muller Belmonte, zou zich dien schoenen Zondag voor goed inderesidentie vestigen, enhij

- Yan

Reelant

-

zou haarbijhetaankomen vandentreinverwelkomen.

Daar waren allerlei gewichtige oorzaken,

waarom

hijdien plicht juist niet met de hoogste geestdrift vervulde. In de eerste plaatsherinnerdehijzicheen nacht op Lindenstein, en telkenspoogdehijmeteenesnelle bewegingde gedachte aan de schande, op heeter daad betrapt te zijn, van zichaf te stooten.... Dan

kwam

ereene reeks vangebeurtenissenuit Osterwolde .... dan brieven vanSuze,diebijhetherdenken

hem

somberstemden.Hetsprakvanzelf, dathijzichtegen- over haarin zijneantwoordenzeer belangstellendhadgetoond

;

dathijzelfsde betreurenswaardige onhandigheidbegaanmoest, Suze schriftelijk nogmaals vanzijneliefdeteverzekeren....

Hij kon ooknietweten, datzij zoospoedig besluitenzou,

(33)

I

EENE SCHITTERENDE „UARRIÈEE". 21

om

met hare moeder en zuster zichvlakinzijne nabijheid te Rijswijk te vestigen.

En

daarnahadhijin eenallerharte- lijksten,liefdevollenbriefvernomen,datSuzevan voornemens

was

in

Den Haag

te

komen wonen

op gemeubileerdekamers

bij eene fatsoenlijke, stille familie. Hijmoestzichhoudenof hij deze tijding met de hoogste verrukking hoorde.... hij moest veinzen ....

Waarom

moesthij dat?

Jonkheer

Van

Reelant had er zijne goedereden voor. In Osterwoldehad Suzezijnleeg bestaan geur enkleurgegeven.

Hij had haartoen noodig,

om

door zijn tijd tekomen, en zich met iets aangenaams bezig tehouden.In de vervlogen twee jaren had hij haar liefgehad

met

meerhartstochtdan waarvoor hij zijn kalm,berekenendkarakterinstaatachtte.

Suze zelve had bewezen, dat zij

hem

bovenallesterwereld had uitverkoren. Zonder voorbehoud had zijzichedelmoedig gegeven, had zij eeden en beloftenaan haar echtgenoot

met

voeten getreden. Vrijwillig had zij alles gewaagd voorhem, zonderden minsten schijnvan zelfzucht.

Van

Reelantkon met voldoening tot zich zeivenzeggen, dat deze

vrouw hem

in alles volgde, in alles vereerde'

m

alles aanbad. Hoewel hij een dergelijken toestand niet volledig

onwelkom

keurde, moest hij toch overleggen, hoe na de laatste gebeurtenissen te handelen.

Ware

er niets geschied op Lindenstein, en

mevrouw De

Huibert

met

haar

man

naar

Den Haag

gekomen, hijzou geen tijdnoch moeite te kostbaar geacht hebben,

om

haar te volgen en tever- plichten. Als huisvriend van eene aanzienlijke familie opte treden, daartegen kon niets ter wereld worden ingebracht maar bescherming te verleenen aan eene onbekende dame' zonder behoorlijketoehchtingvan haarburgerlijken en maat' schappelijken staat .... daarin zag de verstandige

man

een groot„inconveniënt."

In stilte had hij zijngelukkig fortuinbewonderd,toenhij ontdekte opwelkeenzandgrondzijnevroegereplannen zouden

(34)

22 EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE

zijn gebouwd, en hoe verschrikkelijk„gecompromitteerd"hij zou geweest zijn,indien Suzezijnewettigevrouw geworden ware! Maarnu zouzijnatuurlijk zijnehulpvragen,rekenen op hem, die haar zoo vaak van zijne hefde had pogente overtuigen.... enjuistnu

kwam hem

de heelezaakminder wenschelijkvoorbij deeerzuchtigeplannen,diehijkoesterde.

InDen

Haag

moesthijsnelenonbesprokeneene schitterende

„carrière" maken. Alles had hij overlegd, alles voorzichtig vastgesteld. Zijnegedragslijn

was

volledigafgebakend.Onvoor- zichtigheden kon hij nietbegaan. Opzijn

naam

mocht geen smet kleven. Reeds had hij dien morgen zijn gewonen kerkgang verzuimd, ennuwashij opweg,

om

eeneinDen Haaggeheelvreemde dameteontvangen....

Tot nog toe had hij in zijne brieven Suze groote voor- zichtigheid aanbevolen, maar zij antwoordde op zijn laatste schrijven,datzij

hem

zeergewichtigemededeelingen tedoen had, en

hem

dus dienZondagmorgen wenschtetebezoeken.

Dit konde en wilde hij niet beletten.Hijwildeniet,omdat ondanksalzijneplannen de herinneringaanSuze's belangelooze en vurige liefde

hem

nog

immer

buitengewoon ontroerde.

Reeds was zij bij herhaling voor enkele ureninDen

Haag

geweest, en'telkens had hij haar vooraf gemeld, dat zijne veelomvattende bezigheden

hem

kluisterden in zijnecelaan het ministerievanBuiten! andsche Zaken.

Van

Reelant had het stationvan denHoUandschenspoor bereikt.Dagdieven, nieuwsgierigen,leegloopers,enzenuwachtige reizigers stoffeerden het plein en drongen door dezuilenrij naar binnen. Uit eerbied voor zijn achtbaar uiterlijk werd

hem

de toegang tot hetperron onder hethoogeglazendak nietgeweigerd.De grooteklokleerde hem,dathijnogeenige minuten geduldigte wachtenhad.Hij sloeg dereizigersder eerste klasse gade, of

men hem

soms kennenofbespieden zou. Geen nood, achtenswaardige Nederlanders van eenigen maatschappelijken invloed reizennietopZondag,en de vreem- delingenzouden

hem

nietverraden.Hijlieponder de menigte

(35)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE' 23

rond, levendig overtuigd, dat de

gewone

alledagsmenschen vervelend zijn met hunne

domme

drulcte en kinderachtige gesprekken:„Hoegaathet thuis ?"

-

„Hoevaart

mevrouw ?"-

„Alles wel?"enz. enz.

Een lichtdreunenin devertekondigtdentreinaan.Luider wordt het sissen en donderendhet razen,waarvandegrond siddert onder zijne voeten. Plotsehng verzamelt zich eene grootemenigte.De locomotiefrolthet station binnen.Hoofden worden opgeheven, handen uitgestoken.

De

conducteurs schreeuwenluide: „Den Haag!

Den

Haag!"

De

deuren der waggons worden geopend. Zij, die vrienden en familieleden wachtten, reppen zich. Uit een coupé eerste klasse daalt langzaam eene

dame

In 'tzwart,jong,bevaUig, elegant.Zij-

haast zichniet, zijzietnietrond. Instiltehoudtzijzich bezig met eene zilvergrijzeparasol,die op reiswat bestoftschijnt.

Van

Reelant heeftevenzoo gewacht,

maar

haaroogenbhkkelijk herkend. Hij nadert haar, zonderiemandinden

weg

teloopen

:

zijnediepe buiging doet de

dame

in'tzwartopzien. Hij biedt zijne hand aan, zij reikt

hem

de hare,in smettelooslicht- grijzen handschoen verborgen.Zijrichthaar donkerbruin oog strakop zijngelaat.

Van

Reelant druktverward en

bewogen

hare hand vaster in de zijne,en zondersprekenhaastenzij zich beiden door den uitgang naar buiten. Met eene enkele beweging roept

Van

Reelantdenkoetsiervaneen coupé, die op

hem

schijnt tewachten.

Zoodrahetrijtuig voortrolt,vestigt

Van

Reelantzijneblikken op Suze's bleek,

maar

sprekend gelaat. Zij haddedonkere oogen neergeslagen, aan denrand harerwimpersparelde een traan. Trots heel zijn verstandig overleg klopte zijn hart plotsehngmet sneller slag.Suze's schoonheidenSuze's tranen veroverden

hem

opnieuw. Hij strekt zijne armen uit, en prangt haar plotseling met onstuimigen hartstochtaanzijne borst. Zacht weenend beantwoordt Suze zijne omhelzing terwijldezilvergrijzeparasol opden

bodem

van den coupézinkt'

Een oogenbhk later streek .ze snel de lichtpaarselinten

(36)

24 EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE

glad, die haar hoed van fijn zwart stroodooreen breeden strik onder de kin bevestigden, en droogde ze nogsneller haar zakdoek oog enwangen. Toenglimlachte zemet

mond

enoogenbeide, enlisptezij

:

„Arnold! Arnold!"

Yan

Reelant lietzijneberekeningenindensteek,en trok haar aanzijnezijde.

„Heugt hetjenog, Suze!"

-

fluisterthij

-

„hoe

we

voor tweejaar in den barren wintervanLindensteinnaarOster- wolde reden?"

„Opdendag, toenDe Huibert

me

vroeg!"

„Wat

iserveelveranderd!"

„Maarikbendezelfdegebleven,Arnold!

En

jij?"

„Vraagmijniets! Ikhebje hef!"

Suze genoot in stiltevanhaartriumf'. Zijhad eenduister vermoeden gekoesterd, dat

Van

Reelant,sederthij naar

Den Haag

vertrok, eene andere gedragslijn zou volgen. Al de ellende, diehaar opeenmaalgetroffenhad,maaktehaaruiterst achterdochtig. Zij had in de verloopen

weken

weleen groot aantal liefdevollebrievenvan

hem

ontvangen,maarhare voor- stelhng zijner offervaardigheid ging oneindig verder.Zij had gehoopt op eene volkomen toewijding, vooral nu ramp aan ramp haar verpletterden .... Zij liet evenwel spoedig deze illusie varen, en rekende alleen op hare persoonlijke tus- schenkomst.

De coupé hield stil in de Hoogstraat voor de beroemde ateliers van Emile van Pommeren,fils.Door niemandgezien stond de eigenaarvandezen

naam

achtereen gordijntegluren, hoe „de dame" van meneers famiheermochtuitzien.Toen Suzedeftiguitden coupéstapte,terwijl

Van

Reelantbuigend met hare parasolindehandzichhaasttededeurteopenen, glimlachte

Van Pommeren

geheimzinnig, en mompelde hij

:

„Een vreemde....niet

kwaad

....kranig,heelkranig!"

Van

Reelant wipte snel de trap op en leidde zijnegast naarzijnezitkamer.Bijhetbinnentredenvielhetiederbezoeker

(37)

EENE SCHITTERENDE„CARRIÈRE". 25

in'toog,dat lietruime vertrek overmeubeld was,en dat

men

er bijna niet ioopen kon door den rijkdom aan groote en kleine sofa's,fauteuils,tafeltjes enallerleisoortenvanstoelen.

Daarenboven was eralteijveriggeofferd aan verguldsel;de pendule, de luchters, de lichtkroon, de lijsten,

om

reusachtig»

Engelsche gravuren

-

wedrennen enjachtpartijen voorstellend

-

dit alles

was

zwaar verguld. Gelukkig hadde waardige

Van Pommeren

uitstekendezonneschermen voor de

ramen

gehan- gen, zoodat een zachtlicht denovervloedigenglansvanaldat verguldsel temperde.

Suze trad aarzelend eenige schreden vooruit.

Van

Reelant gevoelde zichwat beklemd, en sprakniet. Hijzettezijnhoed op het gesloten klavierenzag, datSuze voordenspiegelbij den

marmeren

schoorsteenmantel bezig

was

voorzichtig de breede,nieuwe linten van haar mooihoedjelos testrikken Terstond vlooghijhaarterhulp,en

nam

hij dekanten man-

tille en den hoeduithare handen. Voorzichtig legdehijbeide

^eg, en wachtte eene poos, terwijlzij zwijgendharehand- schoenen uittrok. Toen

kwam

hij naast haar staan, en zei met zachte stem, alsof hij vreesde, dat

men

hen beluis- terenzou

:

„Ik

maak

jemijn compliment, Suze!Jehebternognooit zoogoeduitgezien....

En

altijd,diemooie, prachtige krullen...

."

Hij roerdemet zijnerechterhandeven denoverhaarschou- dervloeienden lokkenschat aan.

Suze opende de fluweelige, donkere oogen en zagglim- lachend, vol blijdehoop naar

hem

op.

Van

Reelantkon dien bhk geen weerstandbieden;met beide armen klemdehiihaar vurigaanzijnhart ....

Naast de zitkamer van den referendaris

was

een aardig kabinetje,waardeze schranderestaatsambtenaardes

Zondags

dejeuneerde. In de

week

moesthij zichvergenoegen meteen paar broodjes, die de oude, deftigeAnna, meid en huishoud- ster van den hofleverancier beneden, voor

hem

klaarmaakte

(38)

26 EENESCHITTERENDE „CARRIÈRE

Zijn dienstijveraan het ministerievanBuitenlandscheZaken gedoogde niet,dathijzicheen oogenblik verwijderde. Boven- genoemdkabinetjezagmetéénraamop de Hoogstraatuiten onderscheiddezichdoor een zeer gemakkelijken divan en een drietalkostbarefauteuils, allesmetkeurig nieuvpblauw damast bekleed. Eene ronde tafel voorden divanprijkte metkoffie:

een buffet op den achtergrondverried,dat

Anna

voor brood, wijnen eenekoudekipgezorgd had.

„Magikdehonneurs waarnemen, Arnold?"

vroeg Suze, toen beidenzichaan detafelvanhetgezelligvertrekhadden neergezet.

Van

Reelant drukte haar metstralendeoogen dehand.

En

aanstonds

nam

Suze het beheer overalles,terwijlze tevre- den glimlachte. Zeprees dekoffie, schonkvoor

Van

Reelant een glas wijn, en bracht leven en gloed inhet anders zoo eenzamekabinetje. Toenhet déjeunerwasafgeloopen, sprong ze uithaarfauteuil, enzettezichbij

hem

op den divan.

Kalm

sprakzetoen:

„Arnold!

Nu

moetikalleseens bedaardmetjeoverleggen

!

Kunnen we

gestoordworden?"

„Neen! Ikheb mijn oude gedienstige vacantie gegeven,en ik verwacht van niemandvisite!"

„Heel goed! Als je rooken wilt, geneerjeniet.Uit mijn brievenkenjemijn toestand.Nadat

mama

met Betsyen mij een paar weken te Amsterdam bij

oom

Muller,denkolonel, had gelogeerd, begonik de handenuitde

mouw

testeken.

Al deellendevanden laatsten tijd hadmijhaastbedwelmd.

Maar wat het meestmij drukte,wasdeschandevan nuop kosten derfamiliete moetenleven. Mijnoom, dekolonel,is rijkdoorzijnevrouw

hijtoondezichzeerhartelijk,maar....

dat kon zoo niet blijven. Snel hebikmijnplan ten uitvoer gebracht. Ik schreef naar Osterwolde aan Wigbold de Huibert...."

Van

Reelant zag hevig verschrikt op. Maar voor hijeen woordsprekenkon, ging Suze voort:

(39)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE". 27

;,Laat mij uitspreken! Ik wist wat ikdeed.

De

beide

De

Huiberts wenschen, datniemand ons geheim zalkennen.

De

menscheninOsterwolde gissennogindenblinde.Ze denken, dat

Onno

zich den plotselingen dood van papa en alleswat daarbij moest uitkomen,zoosterk heeftaangetrokken, dathij nietmeerop Lindensteinwil blijvenwonen. Ikheb Wigbold geschreven, datik scheiding eischte...."

„Suze!"

„Luisterdantocheerst!Ik wist,dathijhet afslaanzou...

.

Maar ik verlangde onderstand,ik wilde fatsoenlijk leven, als mijn

naam mevrouw

De Huibert zou blijven....enikheb gekregenwatikvroeg!"

Suze sprak haperend, metneergeslagen oogen. Zijvreesde voor denindrukvan dezelaatstewoorden.

Maar

Van

Reelantbleefafgetrokken zwijgen.

Zijne misdadige betrekkingtot

De

Huibert's echtgenootezou een geheimblijven.Hijhad het grootste belangditgeheimte helpen bewaren. Dat Suze, nuhare famihetot denbedelstaf was gezonken, steun had durven vragenbij den broedervan den bedrogen Onno, scheen

hem

vermetel

maar

hijdurfde geene tegenwerping maken. Hij dacht aan den steun,die er misschienvan

hem

zoukunnengevorderdworden hijdacht aanzijne toekomst....

Suze schuift nader tothem, enlegt delinkerhand opzijn schouder.

„Benjeboos,Arnold?"

-

^.raagtze.

-

„O,misken

me

niet

!

Ik deed het in je belang, ikdeedhet,omdat ik jeliefheb

!

Ik wilde geen schrikbeeld, geen levend verwijt voorjezijn.

Ikwildejeterugzien,

maar

zonderje eenenkel oogenbliktot lastteworden.Lieverzouik mijn handafkappen,danzeuit testrekken naarden man, wiensliefdemijneenige schatis

'

Een

dmg

alleen wildeikbereiken, demogelijkheidjevantijd tottijdinstiltetezienentespreken!"

Van

Reelant voelde den zachten druk harerhand opzijn schouder! de geur harerlokken omzweefde

hem;

dedonkere

(40)

28 EKNE SCHITTEEENDE „CARRIEEE.

oogen keken

hem

ernstig vragendaan.In stiltewildezij

hem komen

zienen spreken, datwasalles.Erging een hcht voor

hem

op. Plotseling wierp hij allebekommering vanzichaf.

Ondanks zijne zelfbeheersching klonk er hartstochtinzijne stem, toenhij vroeg

:

„Je hebt

me

dan welbovenalleslief,Suze?

Kan

ikopje rekenen, ookhier....nu alles zoo heel andersis?"

De jonge vrouw rees

omhoog

uit haregebogenhouding.

Haargelaat werdbleeker,hareoogenschitterdenvuriger.Bijna fluisterend antwoorddeze

:

„Arnold! Je weet,datikje hefheb! Jemoogthet mijniet vragen. Alsjenog eennieuwbewijsnoodighebt, stel

me

dan op de proef! Vorder van me, wat je wilt! Ik zalgehoor- zamen!"

„Goed! Ikgeloofje!Ik weet, datje dewaarheid spreekt!

En

nu ga ik je op deproefstellen,Suze!Onzetoestandi&

hier in Den

Haag

anders, heelandersdaninOsterwolde.Ik heb hetinmijnmachthierzeer snelcarrièretemaken. Maar een dingishoofdvereischte,ikmoet...."

Suze belette

hem

voorttegaan. Zijsloegde beidearmen

om

zijnhals,enbegonluidtelachen.

Van

Reelant ziethaarverwonderdaan.Steeds glimlachend gaatzijvoort:

„Neen,Arnold! Dat"weetikallang! Ikbenop de hoogte!

Je carrière enik,

we

zullengoede vrienden blijven!Je hebt eenmaalgezegd:mijne vooruitzichtenenmijntoekomstbehoo- renjou, Suze.Denkjedan, datikgeenzorg zou dragen voor die beide? Jemoet vooruit, Arnold! Ikzal jesteunen!Re- ferendarisisheelgoed,

om

tebeginnen,maardatisniet ge- noeg.HierinDenHaagvindje eenheerlijken,breeden weg,.

dienaar hoogerleidt.Alsjewilt, zul jeerkomen!"

Luid klopte het hart vanden kalmenman,toenhij onder den indruk dezer betooverendewoordenSuze's beidehanden totverbrijzelenstoeindezijnedrukte.Meteenpijnlijk lachje trok ze harehandenterug, en ging voorttespreken opon-

(41)

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE". 29

achtzamen toon, alsof de zaak hare belangstelling nietver- diende:

„Uit je brieven heb ik gezien,datjehierheel verstandig begonnenbent! Wiljemijne opinie weten, gadanzoo voort.

Neem

jebetrekkingmet nog grooterijverwaar,alshetmoge-

lijkis.

Maak

kennismetal watinvloedheeft,of indehoogste kringen leeft.

En

bovenal,

maak

een program voor je toe- komst.Kiesjedepolitiek, goed;

maar

zegdan tot jezelven

:

ik willidvandeTweede Kamer, ikwil ministerworden, en houdt er jevan den

morgen

totden avond

mee

bezig!"

Van

Reelant zag deknappespreekstermetdehoogsteinge- nomenheidaan.Hijschaamdezichoverzijnevroegerebezwa- ren enzijne lafhartigevrees.Hijbooghet hoofdinverwarring, engreep Suze's rechterhand,terwijl hij de blanke vingersaan zijne lippenbracht,alsof hij vergiffenis wildevragenvoor de

drift,

waarmee

hij ze eenoogenbliktevoren hadgedrukt.

Suze zweegeene poos, en zeiop snellerenluider toon:

„Daar

was

nog meer uit je brieventelezentusschen de regels,Arnold! Ikhad recht erboos overte zijn,

maar

ikwilde met

-

het

kwam

van jou! Iklas, datde heer

Van

Reelant

m Den Haag

niet gaarnezou willen weten,watzooalgebeurde toenhij noggriffiervan hetkantongerechtteOsterwolde was' Ik las, dat hij zich angstig begon te

maken

voor de gevol- gen,en maarhalf voldaan

was

over de

komst

van hetdwaze schepsel, dat zich aan

hem

gewijd en gegeven had

met

liif

enziel!" "^

Van

Reelantwerd doodsbleek. Hijstrekte beidehanden naar haar uit, en poogde te spreken. Maar Suze voorkomt

hem

Zachtkensglijdtzevan dendivanophare knieën. Hare oogen vullenzichmettranen. Zij grijptde rechterhandvan denjonk- man, en zegtheftig:

„Nu

moet ik het weten! Zeghet mij zonder uitvluchtenr

Wees

nu oprechten eerlijk,Arnold! Mijnetoekomst staatop

Ifj^t, ^

""" '^^'' '"'"^'^''^^^" Buitenjou,Arnold!.

heeft het leven voor mij geenwaarde. Ikben verloren wan-

(42)

?,() EEN ESCHITTERENDE „CAREIERE

neerhetnu uitkomt,datje

me

nietmeerliefhebt. Maarzeg het mij ten minste, als het zoois! Zooveel oprechtheiden erkentelijkheidbenje

me

schuldig!Hetideevoorttelevenin eendroom van geluk,diebinnenkort zoumoetenblijkenijdel te zijn geweest, ismij ondragelijk!Op ditoogenblikzou ik mijn vonnis met kalmte kunnen hooren....ikbenopalles voorbereid ....maarlaterniet,Arnold! laterniet."

Van

Reelantwasgetroffendoordenhoogenernst,uithare trekken enstemsprekend.Zij hadhareoogen metzulkeene angstige spanning tot

hem

opgeslagen, dat hij een pijnlijk gevoel, naar wroeging zweemend, ternauwernood kononder- drukken. Ijlings hefthijhaar vanden grond, klemthaarin beidearmen, enfluistertdevurigstewoorden van liefde....

De oogengeloken,mettranen opdewangen,en toch glim- lachend van gadelooze zaUgheid, luisterdeSuze.Zij hadveel gewaagd en alles gewonnen. Niemand zou haarnuinhare rechtenop

Van

Reelantkunnenaantasten.

En

daarenbovenzij twijfeldenunietmeer. Zijkendedemacht vanhaar persoon- lijkeninvloed,maarhad,dooronverschrokkenoverharentoe- stand na te denken, er al de dubbelzinnigheden engevaren vandoorzien.

Erverliepeen oogenblikvanonbeschrijfelijkgeluk.

Suze bleef luisteren,en

Van

Reelant spreken.Debetoovering wasvolkomen. Suze'sbekoorlijkheid, Suze'sgrooteliefde hiel- den

hem

alsgevangen.

Van

harezijdezou nimmereenigge- vaar dreigen, redeneerde dezelfzucht, endaaromsteldezijzich zonder vrees onder den schepter der zinnenweelde.

DochSuze wikkeltzichzachtuitzijnearmenlos, en zegt:

„Nu moeten

we

eens verstandig afspreken,wanneerje mij het bestaudiëntiezultkunnengeven,Arnold!Ik geloofhaast, datjehetidee,

om

mij te

komen

zieninhet Westeinde, wei- nig bekoort!"

Van

Reelant vraagt naar de famiüe DeMilde,en verneemt, dat het gezin uitvijfdochters,eenedrukbabbelendemoeder en een zeer luidruchtigen vaderbestaat.

(43)

EENli SCHITTERENDE „CARRIÈRE' 31

„Mij dunkt, dat

we

diemenschenbuitenonze zaken moeten houdenliefste!"

-

oordeelt

Van

Reelant.

-

„Haagschefamiliën uitde

bourgeoisie

hebbendegewoonte verbazend nieuws- gierig te zijn, en niet te rusten, voordat zij op de eene of andere wijze een

chronique scandaleuse

vanvrienden en buren hebben afgeneusd. Ik had vroeger en.nu weer"

opnieuw de gelegenheid die luitjes te leerenkennen.

Wees

voorzichtig, zezullen probeerenje uittehooren "

Suze werpt hare krullen lachend in dennek,en betoogt, datzeop ditpunt volkomen gerustis.

„Maar dan is het beter,"

-

gaat ze voort,

-

„datgeen sterveling in

Den Haag

mij ooitinjegezelschapziet! Mijn nieuwe huisgenooten

mogen

zelfs niet vermoeden, datwij elkaar kennen! Ik

kom

alleennaar

Den Haag

wonen,

om

je van tijdtottijdtezien,

om

teweten, datikdichtbijjeben...

.

meer niet!"

Nu

volgde een zeer levendig envroolijk overleg.

Van

Reelanthad geene woordengenoeg,

om

Suze's schran- derheid en beleidteprijzen. Opgetogenberaadslaagdenzijover de strenge handhaving van

hun

geheim.

De

referendarisver- klaarde, dathijgewoonlijkniemandontvingin zijne„appartemen- ten", daar hijgeene vriendenonderdeHaagsche

jeunesse dor

e e bezat, en niet hoopte ze ooit te zullen bezitten

-

schoon hijoverigensallemogelijke„relatiën"

met

de aanzien- lükste

knngen

gewenschtoordeelde.Zijne

kennissen ontmoette

hij

m

zyneclub,de „Place Royale",

maar

bleefsteeds ijverig opzijnehoedevoor eenealtevurigeontboezeming vanvriend- schappelijke gevoetens. Jonge menschen, die nietveelbezig- heden hebben, kunnen zich in 't geheel geene voorstelling vormen van deonschatbare kostbaarheid der voorbijvliegende uren. Hijhaddus het vaste plan opgevat,geene„connectiën"

met jonge vrienden meer aan teknoopen.

Men

had zichal aandeze wijzevandoen gewend,

men

hield

Van

Reelantvoor een zeer „serieus" en wetenschappelyk

man;

hy deedzyn best,

om

deze meeningingeenenkel opzicht afbreuktedoen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Met wetenschappelijke uitgaven van kleineren omvang is dat be- zwaar zoo groot niet, hoewel door de verplichte inzending direct bij uitgave van een presentexemplaar aan bedoelde

de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De boekhandelaar Klemm, te Leipzig, heeft met groote op- offeringen eene zeldzaam aanzienlijke collectie van oud drukwerk bijeengebracht;

informatiën worden gaarne verstrekt. kunnen dienen, en aanbieding van goedk. romans voor leesbibl.. Deze rubriek 10 ets. per regel, bij vooruitbetaliug te voldoen. 959

Noothoven van Goor, Voorzitter C. 26.—, over te schrijven op de postgirorekeningio4i4 ten name der Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels. Is het verschuldigde

Spanje was zoo gelukkig niet. Het raakte langzamerhand zijn macht en aan- zien kwijt en kwam geheel in verval. In alles zag men Gods oordeelen rusten op het land, dat zoo

Arbeidsovereenkomsten, Collectieve, in Nederland op I Juni 1940. [Uitgegeven door het] Centraal bureau voor de statistiek. : Introductory note on the phylo- genetic and

Een laatste groet aan Betsy kan gebracht worden in het Funerarium Hulsmans op woensdag 16 juni 2021 van 19 tot 20

Het nieuwe geslacht der laatste twintig jaren moet het een genot zijn te lezen, hoe Jacques Perk zulk een feestelijkheid beschreef, maar even zeer hoe de Hollanders toen