• No results found

TWEEDE HOOFDSTUK

In document W.T.VAN HENGEL^ BOEKHANDEL / 1^ (pagina 28-46)

Hethuishouden van een„bachelor".

Des Zondagsmorgens liet

Van Pommeren

metkerkelijken ijver de valgordijnen voor de groote ruiten vanden winkel hangen.Geenboos voorbijgangersoogmocht dandenbliknaar binnenslaan,

om

alde weelde der pas voltooiden zwarte rok-ken, uniformjassen, zomerpantalons en witte vestente aan-schouwen.

Van

heel degloriederweidschekleermakerszaak

was

thans niets zichtbaar als degrooteverguldelettersop deramenen het wapenschildbovenden hoofdingangvan den winkel.

Op de ramen las men:

E mi

Ie

van Pommeren,

fils,

fournisseur

delaCour.

Memand

kon metgrooter ingeno-menheidditopschrift ontcijferendande eigenaarzelf.Die kleine zwierig gekleede heerin'tzwartmetparelgrijzehandschoenen, die daar langzaamdoor de Hoogstraatkomt aanwandelen,is de hoogstachtbare heer Emilevan

Pommeren

ineigen elegan-ten persoon. Het is halftwaalf,hij komtuitde kerk;uitde Waalsche kerk natuurlijk. Een

fournisseur

delaCour, die een ziertje achting voor zich zelven koestert,

komt

in

geene andere.

Dezelfde Augustuszon, welkedien eigenmiddagop de ver-schoten parasols der damesDe Mildezalblaken,alszijmet hunvriend Mr. AndrédeWittcomplottenzullensmedenvoor dezilveren bruiloftharerouders

diezelfdeAugustuszonvalt

EENE SCHITTERENDE „CAKKIÈRE". 17

nu met volle strafheid op de welafgeschuierde gestaltevan den talentvollen maitretailleur

Van Pommeren.

InAugustus 1853 had

men

de taalkundige ketterij nog niet oogluikend doen voortwoekeren, waardoor het eenvoudige bijvoeglijk naamwoord:

net

later eene geheelnieuwe enallerburgerlijkste beteekenis kreeg

-

desnietteminzou

men met

volkomen ge-wetensrust hebben kunnenvolhouden, dat dezemooiopgedirkte kleermakersbaas een der „netste"menschenuit de residentie mocht geschat worden. Hij staat nu stil voor het kapitale huis, waarin de zaak van Emile van

Pommeren,

flls,is ge-vestigd.

Metgroote teederheidneemthij denvoorgevelop,en glim-lachttegen het blinkendewapenschild bovende deur.„Midden in de Hoogstraat.... „de beste stand".... „kranig," „heel kranig!"

-

mompelt de netteman.

Van Pommeren

heefteen levendig besef vanzijnehooge beteekenisalsstaatsburger en Hagenaar.

Welk

eene „clientèle"

kwam

zich niet bij

hem

voorzien van de heerlijkste zomer- en winterkostumen!

De

voornaamste edelen derresidentie,zelfsde Ministervan Marine pleegdenzijnkunstenaarssmaaktevolgen! Inderdaad,niemand twijfeldeaande „sierlijkheid" van de„coupe" zijner meester-stukken, dat wil zeggen, van de voorwerpen, die in zijne

„ateliers"werdenvervaardigd.

Van Pommeren,

flls,„dirigeerde", hij stondtehoogvoor practischen arbeid.

Terwijlhij vlakvoorzijnhuis eenoogenblik toeft,tintelen de kleme oogjes van plezier. Hij richtzichomhoog,plaatst zichop zijneteenen,

om

zijnpaleisrechtgoedinoogenschouw te nemen. De in het zonnelichtglinsterendehoedvaltbijna van hetmet geurige

pommade

gezalfde hoofd,

maar

hij bliift tevreden knikken. De eerste verdiepingmet apartenopgang

ISverhuurd aaneen uitmuntend „locataire". Ziemaar!

-

aan den deurpost naast den hoofdingang van het „atelier" staat-van Eeelant

-

doodeenvoudig,

maar

dat is Jonkheer

Van

Reelant, dereferendaris, devoorname, deftigeman, diesinds 15 Juh zijn bovenkwartier bewoont. Door den plotselingen

2

i

li EENESCHITTERENDE „CARRIÈRE

dood van een vorig „locataire" was het kwartierjuistvrij, toenmeneer

Van

Reelantzichaanmeldde.

Yijf

weken

woontde jonge,welgekleede referendarisboven

Yan

Pommeren,fils.Dezelaatsteheeft nietsdanvreugdeaan zijnnieuwen„locataire"beleefd.

Van Pommeren

gelooft, datdehooggeborenreferendaris de eer van boven zijne beroemde ateliers te

wonen

volkomen waardig is. Niemand is zoo stipt en correct in alles, als Jhr.

Van

Reelant. De oudeAnna,die

hem

bedient, kanhet getuigen.

Van

Pommeren,fils, isniethetminsttevreden over de beleefde houding van zijn „locataire". Reeds een paar malen heeft hij een uitvoeriggesprekmet

hem mogen

aan-knoopen, maar tot

Van

Reelant's eer moet hijzeggen, dat de toon van het onderhoud buitengewoon fatsoenlijk was,

„parfaitement

comme

il faut".

Emile van Pommeren,fils, wasbijzonder gesteldop waar-deering.Zijneaanzienlijke „clientèle", zijnevoornamekennissen, de invloed door

hem

geoefendintalvan Haagschekringen, verhieven

hem

totdenrang vaneenaanzienlijkpersonage

naar hij meendete

mogen

vaststellen.Bovendien

was

hijin de residentie bekend als een talentvol virtuoos, daar hij op liefhebbers-concerten verschillende reizen met den hoog-sten lof een solo voor viool had uitgevoerd.Alleste

zaam

genomen, meende de achtbare „fournisseur delaCour",dat er in Den

Haag

wel minder bevoorrechte schepselen rond-wandelden.

Onder deze endergelijke aangenameoverpeinzingen bracht de heer

Van Pommeren

een miniatuur-sleutel voor den dag, en wilde juistde winkeldeur ontsluiten, toennaast

hem

de deur van het bovenkwartier openging, en Jhr. Mr. Arnold van Reelant te voorschijn trad.

Van Pommeren nam

zijn spiksplinternieuwen Zondagschen hoed meteen snellenzwaai

af,boog alseen dansmeester, enzeionmiddellijk:

„Goeien morgen, meneer

Van

Reelant!

Warm

weer,vindt nniet?"

EENE SCHITTERENDE „CAERIÈRE' 19

dat ikonmiddellijkzal De aangesprokene greep even naar zijn hoed, en knikte deftigmet het plan bedaard doortestappen.

Van Pommeren

gUmlachte zeerhoffelijk,envervolgde snel:

„Pardon, meneer

Van

Reelant!

Neem me

niet kwalijk!

Pardon!

maar

nu ik ujuist ontmoet.... ikhebzoo zelden de eer u tezien

mag

ik vragen, isutevreden over het kwartier, overde bediening!"

„Zeer tevreden,meneer!

Dank

u!"

„Bij de minstekleinigheid,hoop ik,

gewaarschuwd worden!"

„Dank uzeer, meneer

Van Pommeren!"

En Van

Reelantmaakteaanstalten,

om

snelop

weg

tegaan.

„Pardon, meneer

Van

Reelant!

Neem me

niet kwalijk!

maar, totnogtoe vergatik utezeggen "

„Later, als ik u verzoeken mag. Ik hebhaast, en

moet

naar dentrem,

om

eene

dame

vanmijnefamihe aftehalen'"

„Neem

nietkwalijk!Ik heb vergetenutezeggen, dat, als u soms boven een soiree of een souper zouwillen geven,

allefaciliteitenu ten dienste staan.... glaswerk,porselein .. "

„Uitstekend!

Dank

u!"

Maar ditmaal bleef het niet bij het voornemen, en

Van

Reelant snelde vluchtig groetendweg.

Hij hadwaarlijkhaast. Hijliep vlug voort,

maar

toch zoo, da zijnewaardigheidvanreferendarisen edelman geen oogen-Wik gevaarliep.

Van

Reelantkende

Den

Haag. Toen hy nog

brok^n '' H ''''' ^"' ^y ^«^^ '''''' J^^^"byna onafge brokn in de residentie „geresideerd."

Hy

had den slagbeet,

bLilt ZZZ.

'''' '''-'' ''''''''-''''^'''^'

-^' mlJfJ'^'"^'.

""'^'^ ^'^^'^^ ^^"^ ^^^^eidoen ontwaken tot een

meuw

leven.

Van

detweejaren, alsgriffier bil het

IT::ZZ:' 'T--''''

voorgebracht,'poogt hy zichzoo

hHs

nu ..' :,^^"-"-«"- Aldie „misères"zijn voorby.

2 reZJ '?'°''

""'^""^'^^^^^°^^^^- 2Unebetrekking als referendaris bij Buitenlandsche Zaken had

hem met

tal

20 EENESCHITTERENDE„CARRIÈRE

vaninvloedrijkepersoneninaanraking gebracht.Reeds

kwam

er van tijdtot tijd gelegenheid den onderdanigen groetvan den een ofander voorbijgangertebeantwoorden.Hijzieter, als naar gewoonte, keurig uit. Met groot overleg is zijn kostuumeenvoudig,maartochsmaakvolgekozen.Het mocht in 'toogvallend genoemd wordenvoor hen,die

hem

vroeger gekend hadden, dat de kleur zijnerhandschoenendonkerder en deftiger, dat zijn blond hair strenger afgeknipt, datzijn geheeleuiterlijkernstiger enafgemetenergewordenwas.

Of de gedachtenloop, die

hem

bezig hield, aangenaamot verdrietelijkteachten was,kon

men

aandekalmeuitdrukking zijnertrekkennietwaarnemen.Hij liepsnelvoort door Yeene-straatenWagenstraat,

om

tijdigbijhetstation tezijn.Toen

hij eindelijk de pseudo-classieke portiekin het verschiet ont-waarde, bleek het, dat hij overvloedig tijdhadbedaarderte wandelen.

Zoo naderde hij dus langzaam. Hij streed in stilte een zwaren strijd.Hij stond op hetpuntietszeergewaagds, iets zeeronvoorzichtigstedoen ....

Mevrouw

Suzanna de Huibert, geboren Muller Belmonte, zou zich dien schoenen Zondag voor goed inderesidentie vestigen, enhij

- Yan

Reelant

-

zou haarbijhetaankomen vandentreinverwelkomen.

Daar waren allerlei gewichtige oorzaken,

waarom

hijdien plicht juist niet met de hoogste geestdrift vervulde. In de eerste plaatsherinnerdehijzicheen nacht op Lindenstein, en telkenspoogdehijmeteenesnelle bewegingde gedachte aan de schande, op heeter daad betrapt te zijn, van zichaf te stooten.... Dan

kwam

ereene reeks vangebeurtenissenuit Osterwolde .... dan brieven vanSuze,diebijhetherdenken

hem

somberstemden.Hetsprakvanzelf, dathijzich tegen-over haarin zijneantwoordenzeer belangstellendhadgetoond

;

dathijzelfsde betreurenswaardige onhandigheidbegaanmoest, Suze schriftelijk nogmaals vanzijneliefdeteverzekeren....

Hij kon ooknietweten, datzij zoospoedig besluitenzou,

I

EENE SCHITTERENDE „UARRIÈEE". 21

om

met hare moeder en zuster zichvlakinzijne nabijheid te Rijswijk te vestigen.

En

daarnahadhijin een allerharte-lijksten,liefdevollenbriefvernomen,datSuzevan voornemens

was

in

Den Haag

te

komen wonen

op gemeubileerdekamers

bij eene fatsoenlijke, stille familie. Hijmoestzichhoudenof hij deze tijding met de hoogste verrukking hoorde.... hij moest veinzen ....

Waarom

moesthij dat?

Jonkheer

Van

Reelant had er zijne goedereden voor. In Osterwoldehad Suzezijnleeg bestaan geur enkleurgegeven.

Hij had haartoen noodig,

om

door zijn tijd tekomen, en zich met iets aangenaams bezig tehouden.In de vervlogen twee jaren had hij haar liefgehad

met

meerhartstochtdan waarvoor hij zijn kalm,berekenendkarakterinstaatachtte.

Suze zelve had bewezen, dat zij

hem

bovenallesterwereld had uitverkoren. Zonder voorbehoud had zijzichedelmoedig gegeven, had zij eeden en beloftenaan haar echtgenoot

met

voeten getreden. Vrijwillig had zij alles gewaagd voorhem, zonderden minsten schijnvan zelfzucht.

Van

Reelantkon met voldoening tot zich zeivenzeggen, dat deze

vrouw hem

in alles volgde, in alles vereerde'

m

alles aanbad. Hoewel hij een dergelijken toestand niet volledig

onwelkom

keurde, moest hij toch overleggen, hoe na de laatste gebeurtenissen te handelen.

Ware

er niets geschied op Lindenstein, en

mevrouw De

Huibert

met

haar

man

naar

Den Haag

gekomen, hijzou geen tijdnoch moeite te kostbaar geacht hebben,

om

haar te volgen en te ver-plichten. Als huisvriend van eene aanzienlijke familie opte treden, daartegen kon niets ter wereld worden ingebracht maar bescherming te verleenen aan eene onbekende dame' zonder behoorlijketoehchtingvan haarburgerlijken en maat' schappelijken staat .... daarin zag de verstandige

man

een groot„inconveniënt."

In stilte had hij zijngelukkig fortuinbewonderd,toenhij ontdekte opwelkeenzandgrondzijnevroegereplannen zouden

22 EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE

zijn gebouwd, en hoe verschrikkelijk„gecompromitteerd"hij zou geweest zijn,indien Suzezijnewettigevrouw geworden ware! Maarnu zouzijnatuurlijk zijnehulpvragen,rekenen op hem, die haar zoo vaak van zijne hefde had pogente overtuigen.... enjuistnu

kwam hem

de heelezaakminder wenschelijkvoorbij deeerzuchtigeplannen,diehijkoesterde.

InDen

Haag

moesthijsnelenonbesprokeneene schitterende

„carrière" maken. Alles had hij overlegd, alles voorzichtig vastgesteld. Zijnegedragslijn

was

volledigafgebakend. Onvoor-zichtigheden kon hij nietbegaan. Opzijn

naam

mocht geen smet kleven. Reeds had hij dien morgen zijn gewonen kerkgang verzuimd, ennuwashij opweg,

om

eeneinDen Haaggeheelvreemde dameteontvangen....

Tot nog toe had hij in zijne brieven Suze groote voor-zichtigheid aanbevolen, maar zij antwoordde op zijn laatste schrijven,datzij

hem

zeergewichtigemededeelingen tedoen had, en

hem

dus dienZondagmorgen wenschtetebezoeken.

Dit konde en wilde hij niet beletten.Hijwildeniet,omdat ondanksalzijneplannen de herinneringaanSuze's belangelooze en vurige liefde

hem

nog

immer

buitengewoon ontroerde.

Reeds was zij bij herhaling voor enkele ureninDen

Haag

geweest, en'telkens had hij haar vooraf gemeld, dat zijne veelomvattende bezigheden

hem

kluisterden in zijnecelaan het ministerievanBuiten! andsche Zaken.

Van

Reelant had het stationvan denHoUandschenspoor bereikt.Dagdieven, nieuwsgierigen,leegloopers,enzenuwachtige reizigers stoffeerden het plein en drongen door dezuilenrij naar binnen. Uit eerbied voor zijn achtbaar uiterlijk werd

hem

de toegang tot hetperron onder hethoogeglazendak nietgeweigerd.De grooteklokleerde hem,dathijnogeenige minuten geduldigte wachtenhad.Hij sloeg dereizigersder eerste klasse gade, of

men hem

soms kennenofbespieden zou. Geen nood, achtenswaardige Nederlanders van eenigen maatschappelijken invloed reizennietopZondag,en de vreem-delingenzouden

hem

nietverraden.Hijlieponder de menigte

EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE' 23

rond, levendig overtuigd, dat de

gewone

alledagsmenschen vervelend zijn met hunne

domme

drulcte en kinderachtige gesprekken:„Hoegaathet thuis ?"

-

„Hoevaart

mevrouw

?"-„Alles wel?"enz. enz.

Een lichtdreunenin devertekondigtdentreinaan.Luider wordt het sissen en donderendhet razen,waarvandegrond siddert onder zijne voeten. Plotsehng verzamelt zich eene grootemenigte.De locomotiefrolthet station binnen.Hoofden worden opgeheven, handen uitgestoken.

De

conducteurs schreeuwenluide: „Den Haag!

Den

Haag!"

De

deuren der waggons worden geopend. Zij, die vrienden en familieleden wachtten, reppen zich. Uit een coupé eerste klasse daalt langzaam eene

dame

In 'tzwart,jong,bevaUig, elegant.

Zij-haast zichniet, zijzietnietrond. Instiltehoudtzijzich bezig met eene zilvergrijzeparasol,die op reiswat bestoftschijnt.

Van

Reelant heeftevenzoo gewacht,

maar

haaroogenbhkkelijk herkend. Hij nadert haar, zonderiemandinden

weg

teloopen

:

zijnediepe buiging doet de

dame

in'tzwartopzien. Hij biedt zijne hand aan, zij reikt

hem

de hare,in smetteloos licht-grijzen handschoen verborgen.Zijrichthaar donkerbruin oog strakop zijngelaat.

Van

Reelant druktverward en

bewogen

hare hand vaster in de zijne,en zondersprekenhaastenzij zich beiden door den uitgang naar buiten. Met eene enkele beweging roept

Van

Reelantdenkoetsiervaneen coupé, die op

hem

schijnt tewachten.

Zoodrahetrijtuig voortrolt,vestigt

Van

Reelantzijneblikken op Suze's bleek,

maar

sprekend gelaat. Zij haddedonkere oogen neergeslagen, aan denrand harerwimpersparelde een traan. Trots heel zijn verstandig overleg klopte zijn hart plotsehngmet sneller slag.Suze's schoonheidenSuze's tranen veroverden

hem

opnieuw. Hij strekt zijne armen uit, en prangt haar plotseling met onstuimigen hartstochtaanzijne borst. Zacht weenend beantwoordt Suze zijne omhelzing terwijldezilvergrijzeparasol opden

bodem

van den coupézinkt'

Een oogenbhk later streek .ze snel de lichtpaarselinten

24 EENE SCHITTERENDE „CARRIÈRE

glad, die haar hoed van fijn zwart stroodooreen breeden strik onder de kin bevestigden, en droogde ze nogsneller haar zakdoek oog enwangen. Toenglimlachte zemet

mond

enoogenbeide, enlisptezij

:

„Arnold! Arnold!"

Yan

Reelant lietzijneberekeningenindensteek,en trok haar aanzijnezijde.

„Heugt hetjenog, Suze!"

-

fluisterthij

-

„hoe

we

voor tweejaar in den barren wintervanLindensteinnaar Oster-wolde reden?"

„Opdendag, toenDe Huibert

me

vroeg!"

„Wat

iserveelveranderd!"

„Maarikbendezelfdegebleven,Arnold!

En

jij?"

„Vraagmijniets! Ikhebje hef!"

Suze genoot in stiltevanhaartriumf'. Zijhad eenduister vermoeden gekoesterd, dat

Van

Reelant,sederthij naar

Den Haag

vertrok, eene andere gedragslijn zou volgen. Al de ellende, diehaar opeenmaalgetroffenhad,maaktehaaruiterst achterdochtig. Zij had in de verloopen

weken

weleen groot aantal liefdevollebrievenvan

hem

ontvangen,maarhare voor-stelhng zijner offervaardigheid ging oneindig verder.Zij had gehoopt op eene volkomen toewijding, vooral nu ramp aan ramp haar verpletterden .... Zij liet evenwel spoedig deze illusie varen, en rekende alleen op hare persoonlijke tus-schenkomst.

De coupé hield stil in de Hoogstraat voor de beroemde ateliers van Emile van Pommeren,fils.Door niemandgezien stond de eigenaarvandezen

naam

achtereen gordijntegluren, hoe „de dame" van meneers famiheermochtuitzien.Toen Suzedeftiguitden coupéstapte,terwijl

Van

Reelantbuigend met hare parasolindehandzichhaasttededeurteopenen, glimlachte

Van Pommeren

geheimzinnig, en mompelde hij

:

„Een vreemde....niet

kwaad

....kranig,heelkranig!"

Van

Reelant wipte snel de trap op en leidde zijnegast naarzijnezitkamer.Bijhetbinnentredenvielhetiederbezoeker

EENE SCHITTERENDE„CARRIÈRE". 25

in'toog,dat lietruime vertrek overmeubeld was,en dat

men

er bijna niet ioopen kon door den rijkdom aan groote en kleine sofa's,fauteuils,tafeltjes enallerleisoortenvanstoelen.

Daarenboven was eralteijveriggeofferd aan verguldsel;de pendule, de luchters, de lichtkroon, de lijsten,

om

reusachtig»

Engelsche gravuren

-

wedrennen enjachtpartijen voorstellend

-dit alles

was

zwaar verguld. Gelukkig hadde waardige

Van Pommeren

uitstekendezonneschermen voor de

ramen

gehan-gen, zoodat een zachtlicht denovervloedigenglansvanaldat verguldsel temperde.

Suze trad aarzelend eenige schreden vooruit.

Van

Reelant gevoelde zichwat beklemd, en sprakniet. Hijzettezijnhoed op het gesloten klavierenzag, datSuze voordenspiegelbij den

marmeren

schoorsteenmantel bezig

was

voorzichtig de breede,nieuwe linten van haar mooihoedjelos testrikken Terstond vlooghijhaarterhulp,en

nam

hij dekanten

man-tille en den hoeduithare handen. Voorzichtig legdehijbeide

^eg, en wachtte eene poos, terwijlzij zwijgendhare hand-schoenen uittrok. Toen

kwam

hij naast haar staan, en zei met zachte stem, alsof hij vreesde, dat

men

hen beluis-terenzou

:

„Ik

maak

jemijn compliment, Suze!Jehebternognooit zoogoeduitgezien....

En

altijd,diemooie, prachtige krullen...

."

Hij roerdemet zijnerechterhandeven denoverhaar schou-dervloeienden lokkenschat aan.

Suze opende de fluweelige, donkere oogen en zag glim-lachend, vol blijdehoop naar

hem

op.

Van

Reelantkon dien bhk geen weerstandbieden;met beide armen klemdehiihaar vurigaanzijnhart ....

Naast de zitkamer van den referendaris

was

een aardig kabinetje,waardeze schranderestaatsambtenaardes

Zondags

dejeuneerde. In de

week

moesthij zichvergenoegen meteen paar broodjes, die de oude, deftigeAnna, meid en huishoud-ster van den hofleverancier beneden, voor

hem

klaarmaakte

26 EENESCHITTERENDE „CARRIÈRE

Zijn dienstijveraan het ministerievanBuitenlandscheZaken gedoogde niet,dathijzicheen oogenblik verwijderde. Boven-genoemdkabinetjezagmetéénraamop de Hoogstraatuiten onderscheiddezichdoor een zeer gemakkelijken divan en een drietalkostbarefauteuils, allesmetkeurig nieuvpblauw damast bekleed. Eene ronde tafel voorden divanprijkte metkoffie:

een buffet op den achtergrondverried,dat

Anna

voor brood, wijnen eenekoudekipgezorgd had.

een buffet op den achtergrondverried,dat

Anna

voor brood, wijnen eenekoudekipgezorgd had.

In document W.T.VAN HENGEL^ BOEKHANDEL / 1^ (pagina 28-46)