Betsy Blitz-Kater
bron
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof. Uitgevers-Maatschappij "De blauwvoet", Hilversum ca. 1925
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/blit013inde01_01/colofon.php
© 2011 dbnl
3
In den Hoenderhof.
(Bij de titelplaat.)
Trippel-trap, de treden af, Gaan de kipjes op een draf:
‘Is in 't schortje iets gebleven, Of heb j'alles weggegeven?’
Haantjes, kuikentjes en hennen, Zie ze, als in wedstrijd, rennen!
‘Kom, we vliegen er op aan,’
Pik...pik...pik...de snavels gaan.
‘Maak je ons met maïs weer blij, Dan leggen wij gauw een ei.
Nog één handjevol, Marie!
Dank je wel! Kikereki!’
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
Het Lievelingseten.
Krelis denkt: ‘Nog maar een eindje, Ginds zie ik den molen al,’
Maar het ezeltje zegt brommend:
‘'k Wil niet meer, je lijkt wel mal!’
‘Ik moet altijd vrachten sjouwen, Elken dag bij 't slechtste weer, Ik mag zeker wel eens rusten.
Anders gooi 'k de zakken neer!’
‘Rusten kun je later, ezel!’
‘Eerst eet ik wat distels, vent, Want die zijn mijn liev'lingseten, Vreemd, dat je zoo woedend bent!’
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
5
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
In de Wei.
Marietje melkt haar koetjes, Ze zit er rustig bij,
De witte schijnt te vragen:
‘Boe - boe - vergeet je mij?’
‘Ja, witje, 'k neem je daad'lijk Je lekker melkje af,
Wees maar niet ongeduldig, Ik kom al in een draf!’
En met haar volle emmers Komt ze bij ons terug, We wachten met de bekers, Die vult Marietje vlug!
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
7
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
In de Provisiekast.
Moeder hoorde gisteravond Vreemd geritsel in de kast;
‘Zullen we de val eens zetten, Muizen zijn een groote last!’
Als de huisgenooten slapen, Is de muis druk in de weer, Zij roept alle broers en zusjes, Telkens komen er nog meer!
Eén schijnt dol te zijn op suiker, En een andere op vet,
Een brutale, kleine rakker Heeft niet op de val gelet!
Nèt wou ze een stukje snoepen Van die heerlijk gele kaas, Plof - daar zat ze al gevangen, Dat was mis, jij, snoepersbaas!
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
9
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
De gelukkige Varkentjes.
‘Wij werden geboren Daar ginds in den stal, Met lichtrose oortjes.
Geknor overal!’
‘De boer geeft ons alles, We hebben 't hier fijn, Wat is het toch heerlijk, Een varken te zijn!’
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
11
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
Mijn Konijntjes.
In het schuurtje staat het hok, Waar ik mijn konijntjes fok.
's Morgens eer 'k naar school toe ga, Krijgen ze veel blaadjes sla.
‘Ze kennen mij al op een prik, Ja, beestjes, kijk maar, dat ben ik!
Eén maakt er zelfs een buiging bij, Die krijgt een hapje méér van mij!’
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
13
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
Kattenvisite.
‘Goeden morgen, witte poes!
Zeg, wat vind ik jou een snoes.
Ik drink ook een beetje mee.’
‘Er is plaats genoeg voor twee!’
‘Zijn die poesjes daar van jou?
Alle drie, wit, zwart en grauw?
Wat zijn die kleuters bijdehand!’
‘Aan suffers heb ik erg 't land!’
‘Kun jij óók zoo naar 't bosch verlangen?
Heb jij al een musch gevangen?’
‘Die melk heeft mij echt goed gedaan!’
‘Anders had je 't laten staan!’
‘Zie je hier wel eens een muis?
Of zijn die bang voor jou in huis?
Kom nu ook eens gauw bij mij!
Dan zijn mijn kindertjes zoo blij!’
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
15
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
Onder den Appelboom.
Moeder rust een oogenblikje.
‘Wat komt vader laat vandaag!
Eet je blaadjes maar, hoor, geitje, Want die lust je toch zoo graag!’
Pietje zit op 't hek te wachten, Als 't zijn baasje komen ziet, Vliegt het daadlijk op zijn schouder, En zingt daar het hoogste lied.
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
17
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
Bij den Vijver.
‘Eendjes, baden jullie fijn?
'k Zou óók graag in 't water zijn, Maar ik heb een kou gevat, Daarom mag ik niet in 't bad!’
‘Witje, heb je 't koekje, zeg?
Of nam die zwarte 't van je weg?
Vang nu gauw dit brood van mij, O, 't gaat wéér je neus voorbij!’
‘Eendjes, ben je nu tevreê?
Morgen komt mijn broertje mee.
Nu moet ik nog vroeg naar bed.
't Kruikje is al klaargezet.’
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
19
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
Weer Thuis!
Wat hebben ze een reis gemaakt, Door bosschen en langs velden, Vervelend, dat we niet verstaan, Wat zij elkaar vertelden.
Ze vliegen naar de duiventil, Dicht bij het oude huisje, Alles is keurig opgeruimd, Je ziet geen enkel pluisje.
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
21
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
De Zwaluwen.
We hebben ons nestje, Dicht onder het dak.
We wonen er veilig, Best op ons gemak.
We vliegen om voedsel De stad in het rond, We vinden veel wormpjes, In 't zand op den grond.
En nu in een vaartje Naar huis, lieve man.
Daar wachten de jongen, Die smullen er van.
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof
23
Betsy Blitz-Kater, In den hoenderhof