• No results found

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland · dbnl"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zoo is 't in 't blije Vlinderland

Alfred Listal

bron

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland. Gebr. Kluitman, Alkmaar ca. 1920

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/list002zooi01_01/colofon.php

© 2010 dbnl

(2)

[Zoo is 't in 't blije Vlinderland]

Als de vlindertjes nog geen vlindertjes zijn, Maar popjes, voor 't vliegen nog veel te klein,

Dan doen ze dansjes en spelletjes, Op voetjes, die trippelen pas voor pas Heel zachtjes door het bloemige gras, -

Zoo is 't in het Land der Kapelletjes.

De tuin staat er altijd in bloei en in knop, De oudere zusjes die passen er op,

Op bloemen en poppenkindertjes;

De zon schijnt er altijd den heelen dag lang, De vogeltjes zijn er nooit moe van gezang:

Zoo is 't in het Land van de Vlindertjes.

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(3)

3

Zoo is 't in het zonnige

Vlinderland, daar dansen de popjes hand in hand.

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(4)

Wanneer de popjes geen popjes nog zijn En om te dansen nog veel te klein,

Dan kruipen ze op handjes en voetjes;

Dan drinken ze 't frissche bladersap, En wiegen elkander eens voor de grap,

Van dideldondeine, heel zoetjes.

Maar zijn er wat zonnige daagjes voorbij, Dan krijgen ze een kleedje, gesponnen van zij,

Daar spelen ze mee: ‘Gauw, verstop je!...’

Het is voor het spinstertje 'n héél gespin, - Ze kruipen er als een rupsje in,

En komen er uit - als een popje!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(5)

5

Ze kruipen op voetje en handje, Zoo is 't in 't Rupsenlandje.

Maar o heel gauw, maar o heel gauw, Is er niet één meer die kruipen zou, - Dan hebben ze allemaal vleugeltjes aan, Om uit vliegen, uit vliegen, uit vliegen te gaan!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(6)

Libelletje, Libelletje, Wat doe-je met dat koord?

Leer-je de popjes een spelletje, Te dansen als 'n kapelletje, Zoo vlugjes als 't behoort?

Want als ze spoedig hun vlerkjes krijgen Moeten ze fladd'rend den hemel in stijgen, En wiegen en wippen op bloempjes en riet, - En duizelig worden, dat mag dan niet!...

Libelletje, Libelletje, Jij weet wel hoe dat hoort, Te dansen als 'n kapelletje, Zeg, laat ze maar dat spelletje Vast leeren op 'n koord!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(7)

7

Daar staat er al eentje, Op 'n hiel, op 'n teentje!

Daar gaat er al een heel alleen aan de haal...

Morgen kunnen ze 't allemaal!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(8)

De Zonnestraaltjes in goud gekleed Die kwamen heel snel naar de aarde, En elk van de wachtende popjes weet

Wat ze voor hem bewaarden:

Zij brengen des Zomers, ieder jaar, Voor alle popjes een vleugelpaar.

Hoe schitt'ren hun lansjes als sterretjes licht, Zij hebben zoo'n vriend'lijk en vroolijk gezicht

En lachen naar alle bloemen;

En de popjes die trekken hun vleugeltjes aan, In allerlei kleuren zie-je ze gaan,

Te veel om op te noemen!

In 't rood, in 't geel, in 't blauw of in 't goud, - Juist waar ieder het meest van houdt.

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(9)

9

Nu geen grapje meer, Nu geen stapje meer, Geen lesje meer op het koord;

Nu geen poppe-kindertjes, - Maar als heusche vlindertjes De lucht in, zoo als 't hoort!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(10)

Opgevlogen naar een wolkje Was het blije vlinder-volkje

Van hun bloeiend veld;

En het wolkje heeft van verre Landen, bloemen, maan en sterren

O zoo mooi, zoo mooi verteld!

Want de witte wolkjes glijden Over zee en stad en weiden,

En wie reizen deed,

Wie zóó ver van huis ging dwalen, Die kan heel wat meer verhalen

Dan een kleine vlinder weet.

Maar nu gauw weer naar beneden;

't Zonnetje is al weggegleden, En de lucht wordt grijs, - En het avondroode wolkje

Wuift nog wat naar 't vlinder-volkje, En gaat eenzaam weer op reis.

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(11)

11

Laat de witte wolkjes reizen, Vlindertjes je hebt je zin, -

Als de nacht komt vouw je wiekjes, En slaap in een bloempje in...

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(12)

Wat wipt nog vlugger dan het windje?

Wat wappert als 'n veertje weg?

Dat doet een spelend vlinder-kindje, Geen ander is zóó vroolijk, zeg.

Wat is zoo donzig als een knopje Dat aan een lenteboom ontluikt?

Dat is een fijn, fijn vlinderkopje Dat dart'lend in de bloesems duikt.

Waar zijn ze kleiner dan Klein-Duimpje De kleuters, dansend hand in hand,

Van bloem naar bloem, op halm en pluimpje?...

Zoo is 't in 't blije Vlinderland!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(13)

13

Anders doen ze niet dan spelen,

De bruinen, de witjes, de roodjes, de gelen.

Een dansje, een wipje, een walsje, een toer, Alle voetjes van den vloer!

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(14)

Als het nacht is overal, En de stille boomen slapen,

Dan komen de mooie nachtvlinders aan, Ze zweven op wegen, in velden en laan,

Een stoet van meisjes en knapen.

Ze dragen hun fakkeltjes in de hand, De vlammetjes gloeien en glanzen, - En wie des nachts door de velden gaat, Ziet overal, waar-i te kijken staat,

De zachte lichtjes dansen.

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

(15)

15

O, wat zou er zoo blij en zoo fijn

Als 'n wiegelend, wapperend vlinderken zijn?

Wist je 't al, zeg, - of zie je 't nu pas, - Dat het zóó mooi in het Vlinderland was?

Alfred Listal, Zoo is 't in 't blije Vlinderland

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We use the fact that the chain 共1兲 is Darboux integrable if and only if its characteristic Lie algebras L x and L n both are of finite dimension to obtain the complete list of

't Is Koning Winter met zijn baard, Zijn jas en muts zijn wit en grijs, Zijn handen zijn zoo koud als ijs, Zijn stem is norsch, zijn oogen lijken Wel nooit eens vriendelijk te

‘Maar kijk 's,’ zoo zegt ze, ‘maar kijk eris aan, Wat hebben die kleuters hun best gedaan!’?. En ze roept tot een dravend, een

Wiege-wiege-waaien, Alle rokjes zwaaien, Alle voetjes stap-stap-stap, Alle handjes klap-klap-klap,5. Alfred

Een winkelier hield, terwijl hij bij herhaling het glas aan zijne lippen bragt, tegen den veldwachter stijf en sterk vol, dat Rijkhold wel een rijk man moest zijn, om zulk een

'Ik vraag mij af waar men, wanneer de spelling zo wordt dat niemand meer kans heeft een fout te maken met zijn beoordeling blijft over iemands prestaties.’ En zo is het ook: de

Hoewel hij dus geen zin meer had, oefenden anderen niettemin aandrang op hem uit, ‘groote heeren ende andere goede vrienden’ - let op hoe zorgvuldig hij zich hier als goede vriend

De naamuitleg moeten we zoeken in een doorgang, feidelijk een klei- ne lus, een oude Leiearm, gedeeltelijk de Slekke genoemd, die door de schip- pers gebruikt werd om de