• No results found

college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "college van burgemeester en schepenen Zitting van 10 november 2011"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

beraadslaging/proces verbaal Kopie

college van burgemeester en schepenen

Zitting van 10 november 2011

Besluit GOEDGEKEURD

A-punten stadsontwikkeling

Samenstelling

De heer Patrick Janssens, burgemeester

De heer Robert Voorhamme, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen;

mevrouw Leen Verbist, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer Luc Bungeneers, schepen; de heer Guy Lauwers, schepen; mevrouw Monica De Coninck, schepen

De heer Roel Verhaert, stadssecretaris Iedereen aanwezig, behalve:

De heer Philip Heylen, schepen; de heer Guy Lauwers, schepen

1 2011_CBS_15153

Milieuvergunningen Vlarem tijdelijke klasse 2 - F.R.T. Belgium bvba - Rijnkaai 14 - 2000

Antwerpen. Dossiernummer AN2011/490/JV - Goedkeuring

Beknopte samenvatting

F.R.T. Belgium bvba vraagt een milieuvergunning klasse 2 aan voor de tijdelijke uitbating van een café met dansgelegenheid in het gebouw gekend als "De Shop".

Motivering

Aanleiding en context

Aanvrager: F.R.T. Belgium bvba, Luikstraat 6, 2000 Antwerpen. De aanvraag omvat de tijdelijke exploitatie van een café met dansgelegenheid in het gebouw gekend als "De Shop".

Juridische grond

Het milieuvergunningendecreet van 28 juni 1985, meermaals gewijzigd, en haar

uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II) bepalen dat niemand zonder vergunning of melding een hinderlijk inrichting mag exploiteren.

Regelgeving: bevoegdheid

Artikel 36,4° van Vlarem I bepaalt dat het college een uitspraak dient te doen over een milieuvergunningsaanvraag klasse 2.

Argumentatie

Het college beslist op basis van het verslag van de dienst milieuvergunningen, dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Besluit Artikel 1

Het college beslist een milieuvergunning goed te keuren aan F.R.T. Belgium bvba, Luikstraat 6,

(2)

1.

gekend als Antwerpen afdeling 7 sectie G nummer 129 K3. De vergunning heeft als voorwerp de tijdelijke exploitatie van een café met dansgelegenheid.

Artikel 2

Het college beslist dat de milieuvergunning ingaat op 10 november 2011 en eindigt op 10 mei 2012.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe voor de stad geen financiële gevolgen.

Bijlagen

Bijlage bij dit besluit: an2011_490_bijlage_ebesluit.doc

(3)

an2011_490_bijlage_ebesluit.doc

Verslag van de dienst milieuvergunningen Voorgeschiedenis

De aanvraag omvat de tijdelijke exploitatie van een café-dancing. De inrichting zal worden ondergebracht in een deel van het voormalige aanwervingslokaal van de scheepsherstellers (gekend als "De Shop") aan de Rijnkaai 14.

In het verleden is voor dit gebouw al een horeca-project uitgewerkt waarvoor een milieuvergunning werd afgeleverd. De initiatiefnemer heeft echter afgezien van deze

vergunning en momenteel staat het gebouw leeg en rust er geen milieuvergunning op de site.

Feiten en context

Op 5 september 2011 vraagt de bvba F.R.T. Belgium, Luikstraat 6, 2000 Antwerpen, een milieuvergunning klasse 2 voor de tijdelijke exploitatie van een café met dansgelegenheid

“De Shop”, gelegen Rijnkaai 14, 2000 Antwerpen, kadastraal gekend als Antwerpen afdeling 7 sectie G nummer 129 K3.

Volgens de aanvrager zijn volgende rubrieken van toepassing op deze aanvraag:

Rubriek Omschrijving Gevraagd voor

3.2.2.a het, zonder behandeling in een

afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van huishoudelijk afvalwater, ander dan afkomstig van woongelegenheden, met een biologisch afbreekbare organische belasting van meer dan 20 inwonersequivalenten wanneer het

lozingspunt is gelegen in een gemeente waarvoor het gemeentelijke zoneringsplan definitief is vastgesteld:

lozingspunt gelegen in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1 050 m³/jaar (7 000 IE/jaar)

12.1.2.b elektriciteitsproductie: niet in rubrieken 20.1.5, 20.1.6 en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geinstalleerd totaal

elektrisch vermogen van 100 kW tot en met 10 000 kW, in de andere dan de sub a) bedoelde gevallen;

100 kW

(stroomgenerator)

17.3.6.1.b opslagplaatsen voor vloeistoffen met een

ontvlammingspunt hoger dan 55 °C, maar dat 100 °C niet overtreft, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van 100 liter tot en met 20 000 liter voor andere dan sub a bedoelde inrichtingen;

een bovengrondse dieselopslagtank van 3 000 liter voor de

aandrijving van de

stroomgenerator 31.1.1.b vast opgestelde motoren met een totaal nominaal

vermogen van 10 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

een

stroomgenerator van 100 kW

(4)

32.1 feestzalen en lokalen, wanneer deze een dansgelegenheid omvatten en de totale oppervlakte van de voor het

publiek toegankelijke lokalen 100 m² of meer bedraagt.

een oppervlakte van 363 m² en een capaciteit van ongeveer 450 personen

Fasering

Procedurestap Datum

ontvangst milieuvergunningsaanvraag 5 september 2011 ontvankelijk- en volledigheidverklaring 19 september 2011

uiterste uitspraak 18 november 2011

Advies

TECHNISCHE ADVIEZEN

ADVIES STADSONTWIKKELING/VERGUNNINGEN/STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNINGEN

Stadsontwikkeling/vergunningen/stedenbouwkundige vergunningen geeft een gunstig advies in haar verslag van 29 september 2011, waarin wordt vermeld dat het exploitatieadres gelegen is in een woongebied van het gewestplan (RUP 'Eilandje', zone voor centrumfuncties -

stedelijke functies), en dat de aanvraag conform is met de voorschriften van het gewestplan/RUP.

Motivering:

Het café is conform de vergunning. Aangezien er geen beperking is in deze zone voor het in gebruik nemen van horeca om ook te dansen, wordt gunstig advies verleend.

Voorwaarde:

 Voor alle werkzaamheden dient een machtiging van onroerend erfgoed bekomen te worden.

ADVIES BRANDWEER

De brandweer geeft een gunstig advies in haar verslag van 14 oktober 2011, waarin een aantal tekortkomingen worden vastgesteld, en brandbestrijdingsmiddelen worden opgelegd.

Motivering:

De instelling valt onder de specifieke bepalingen van artikel 5.32.2 van het VLAREM.

De brandweer wijst er echter op dat het toezicht op de naleving van deze eisen berust bij de daartoe aangewezen ambtenaren.

Op grond van artikel 4.1.3.2. van dit reglement adviseert de brandweer de blusmiddelen zoals vermeld in de onderstaande beoordeling.

ADVIES STEDELIJKE VERGUNNINGSCOMMISSIE

(5)

De stedelijke vergunningscommissie geeft een gunstig advies op 20 oktober 2011 mits rekening gehouden wordt met de volgende opmerkingen:

 het maximum aantal bezoekers wordt vastgesteld op 450 personen.

 bij gebruik van de discotheek als lokaal met dansgelegenheid:

- moet de exploitatie gebeuren met gesloten ramen en deuren;

- wordt, in afwijking van artikel 5.32.2.2 §2 van Vlarem II, de openingsuren vastgelegd als volgt: alle dagen tot 05.00 uur in de ochtend om de scheiding tussen dag- en nachtactiviteiten te respecteren.

 er wordt voorgesteld de milieuvergunning te verlenen voor een periode van 6 maanden.

Beoordeling

Watertoets

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen

opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

Algemeen

De huidige aanvraag past in een nieuw renovatieproject waarbij in het complex opnieuw, zij het in gewijzigde vorm, horeca-activiteiten zullen worden ondergebracht. De aanvraag voor een dancing in de rotonde past in dit nieuwe initiatief. Het gaat om een tijdelijke

vergunningsaanvraag omdat de verbouwingswerken aan het complex nog lopende zijn en de huidige locatie (rotonde) niet de definitieve locatie is van de dansgelegenheid in het complex.

Hierbij kan worden opgemerkt dat tijdens het plaatsbezoek kon worden vastgesteld dat de staat van het gebouw de laatste tijd danig is verslechterd. De vrees is helaas reëel dat

waardevolle delen van dit beschermd monument verloren zullen gaan wanneer niet snel met het herstel kan worden gestart.

In rotonde zal het gelijkvloerse deel worden ingericht als café-dancing, op de eerste verdieping worden enkel de sanitaire installaties voorzien. De exploitant mikt op een bezoekersaantal van maximum 450 personen. In afwijking met de sectorale voorwaarden wenst de exploitant elke dag te kunnen exploiteren van 18.00 uur tot 06.00 uur. Op dit

verzoek kan gelet op de ligging en de bestemming van het complex worden ingegaan met dien verstande dat het meer aangewezen is 05.00 uur als einduur te hanteren om de scheiding tussen dag- en nachtactiviteiten te respecteren.

Qua hinder werd van de aanvrager vernomen dat een akoestisch onderzoek in voorbereiding is en zal worden uitgevoerd zodra de aanpassingswerken dit toelaten. In de directe omgeving van de inrichting bevinden zich momenteel diverse bouwwerven, naar mobiliteit toe een handicap. De exploitant zal hiermee rekening moeten houden tijdens de gevraagde exploitatieperiode. Aangepaste communicatie naar de klanten is aangewezen.

Een tijdelijke vergunning kan worden toegestaan voor een termijn van 3 maanden, éénmalig verlengbaar met de oorspronkelijk vergunde termijn.

De aanvraag wordt milieutechnisch gunstig geadviseerd. De gevraagde termijn van 6 maanden is aanvaardbaar.

De milieuvergunning omvat volgende Vlarem-rubrieken:

Rubriek Omschrijving Vergund voor

(6)

3.2.2.a het, zonder behandeling in een

afvalwaterzuiveringsinstallatie, lozen van huishoudelijk afvalwater, ander dan afkomstig van woongelegenheden, met een biologisch afbreekbare organische belasting van meer dan 20 inwonersequivalenten wanneer het

lozingspunt is gelegen in een gemeente waarvoor het gemeentelijke zoneringsplan definitief is vastgesteld:

lozingspunt gelegen in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1 050 m³/jaar (7 000 IE/jaar)

12.1.2.b elektriciteitsproductie: niet in rubrieken 20.1.5, 20.1.6 en 43.2 bedoelde inrichtingen voor elektriciteitsproductie, uitgezonderd de aspecten die betrekking hebben op de kernbrandstofcyclus, met een geinstalleerd totaal

elektrisch vermogen van 100 kW tot en met 10 000 kW, in de andere dan de sub a) bedoelde gevallen;

100 kW

(stroomgenerator)

17.3.6.1.b opslagplaatsen voor vloeistoffen met een

ontvlammingspunt hoger dan 55 °C, maar dat 100 °C niet overtreft, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, met een totaal inhoudsvermogen van 100 liter tot en met 20 000 liter voor andere dan sub a bedoelde inrichtingen;

een bovengrondse dieselopslagtank van 3 000 liter voor de

aandrijving van de

stroomgenerator 31.1.1.b vast opgestelde motoren met een totaal nominaal

vermogen van 10 kW tot en met 100 kW, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied;

een

stroomgenerator van 100 kW 32.1 feestzalen en lokalen, wanneer deze een dansgelegenheid

omvatten en de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke lokalen 100 m² of meer bedraagt.

een oppervlakte van 363 m² en een capaciteit van ongeveer 450 personen Volgende vergunningsvoorwaarden zijn van kracht:

Algemene en sectorale milieuvoorwaarden:

V01 Algemene milieuvoorwaarden (hoofdstuk 4.1)

V02 Algemene milieuvoorwaarden, geluid (hoofdstuk 4.5)

V03 Algemene milieuvoorwaarden, oppervlaktewater (hoofdstuk 4.2) V35 Elektriciteit (hoofdstuk 5.12)

V46A Gevaarlijke producten, algemene bepalingen (hoofdstuk 5.17, afdeling 5.17.1) V46C Gevaarlijke producten, opslag in bovengrondse houders (hoofdstuk 5.17,

afdeling 5.17.3)

V69 Motoren met inwendige verbranding (hoofdstuk 5.31)

V70 Ontspanningsinrichtingen, lokaal met dansgelegenheid (hoofdstuk 5.32, afdeling 5.32.2)

Bijzondere voorwaarden:

1. de exploitant werkt een pakket maatregelen uit om de afgeleide hinder te beperken,

(7)

2. de exploitatie dient steeds te gebeuren met gesloten ramen en deuren;

3. het maximum aantal bezoekers wordt vastgesteld op 450 personen;

4. het sluitingsuur wordt voor elke dag vastgesteld op 05.00 uur;

5. voor alle werkzaamheden dient een machtiging van onroerend erfgoed bekomen te worden.

Brandweervoorwaarden

De brandweer wijst erop dat er volledig rekening moet gehouden worden met volgende inzake brandbeveiliging van toepassing zijnde wetten, verordeningen en besluiten:

* Code van de Gemeentelijke Politiereglementen,

Titel I Hoofdstuk 5: "Inrichtingen toegankelijk voor het publiek en recreatie"

Afdeling 1 - Inrichtingen toegankelijk voor het publiek

- Onderafdeling 2: Maatregelen tot het voorkomen en bestrijden van brand;

- Onderafdeling 5: Maatregelen van toepassing op inrichtingen toegankelijk voor het publiek waar 50 of meer personen toegang kunnen hebben;

- Onderafdeling 6: Controle, afwijkingen en administratieve maatregelen;

- Onderafdeling 7: Pictogrammen.

De feestzaal met een oppervlakte van circa 363 m² gelegen op het gelijkvloers beschikt over 2 afzonderlijke uitgangen.

De uitgangen (die momenteel nog moeten verbouwd worden) dienen volledig in

overeenstemming met de voorschriften van bovenvermeld politiereglement uitgevoerd te worden.

Bijzondere aandacht dient geschonken te worden aan volgende artikels:

200.1

De trappen, gangen en deuren evenals de wegen, die er naartoe leiden, hierna met de term

“uitgang” aangeduid, moeten een snelle en gemakkelijke ontruiming van de inrichting mogelijk maken. Er is steeds minimum één uitgang die rechtstreeks toegang geeft op de openbare weg of op een hiermee gelijkgestelde plaats. Inrichtingen of gedeelten van

inrichtingen, waar het maximum aantal personen honderd of meer bedraagt, moeten over ten minste twee afzonderlijke uitgangen beschikken. Drie afzonderlijke uitgangen zijn vereist voor inrichtingen of gedeelten van inrichtingen waar het maximum aantal personen vijfhonderd of meer bedraagt.

‘…’

200.2

De uitgangswegen en deuren moeten een totale breedte hebben die ten minste gelijk is - in centimeter - aan het aantal personen, die ze moeten gebruiken om de inrichting te ontruimen.

Elke uitgang moet evenwel een vrije breedte hebben van minimum 80 cm ‘…’ en een minimum vrije hoogte van 2 meter. Wanneer de inrichting op bovenverdiepingen of in kelderverdiepingen voor het publiek toegankelijke lokalen heeft, moeten deze door vaste trappen bediend worden. Verdiepingen waar het maximum aantal personen honderd of meer bedraagt, moeten over ten minste twee afzonderlijke trappen beschikken. Verdiepingen waar het maximum aantal personen vijfhonderd of meer bedraagt, moeten over ten minste drie afzonderlijke trappen beschikken. De trappen moeten een totale breedte hebben in centimeter ten minste gelijk aan het aantal personen, door wie zij moeten gebruikt worden om de

uitgangen van de inrichting te bereiken, vermenigvuldigd met 1,25 indien het om dalende

(8)

trappen gaat en vermenigvuldigd met 2 indien het om stijgende trappen gaat. Het berekenen van deze breedten moet gesteund zijn op de onderstelling dat, bij het verlaten van het gebouw, alle personen van een verdieping zich samen naar de naburige verdieping begeven en dat deze al ontruimd is, als zij er aankomen. De minimumbreedte voor elke trap bedraagt minimum 80 cm ‘…’.

200.3

Om aan de eisen van artikel 200.2 te voldoen:

- komen rol- en spiltrappen evenals hellende vlakken met een helling van meer dan tien procent niet in aanmerking;

- moeten de trappen uit rechte delen bestaan en een aantrede hebben van minimum 20 cm;

- draaitrappen kunnen toegestaan worden, mits de aantrede op de looplijn minimum 24 cm bedraagt.

200.6

De deuren in de uitgangswegen moeten ofwel in beide richtingen ofwel in de vluchtzin opendraaien. Tijdens de openingsuren van de inrichting mogen zij in geen geval vergrendeld of met een sleutel gesloten worden. Uitgangsdeuren, die zich op minder dan hun breedte van de rooilijn bevinden, draaien naar binnen open en moeten tijdens de openingsuren van de inrichting permanent en vergrendeld openblijven. Uitzondering wordt gemaakt voor uitgangsdeuren van een bijzonder type, die bij gewone druk alleen naar binnen kunnen draaien maar bij een sterkere druk ook naar buiten kunnen draaien; deze hoeven niet permanent en vergrendeld open te blijven tijdens de openingsuren van de inrichting. ‘…’

Bijkomende voorschriften inzake oprichting, inrichting en herinrichting.

205.1

De binnenwanden, die de scheiding vormen van de voor het publiek toegankelijke lokalen en hun uitgangen, met de overige delen van het gebouw, dienen een Rf van tenminste een uur te hebben. De deuren in deze binnenwanden dienen een Rf van ten minste een half uur te hebben. ‘…’

Volgende aanhorigheden mogen beschouwd worden als deel uitmakend van het publiek toegankelijke gedeelte:

- aanrechtkeukens;

- keukens waarin alle vaste bak- en braadtoestellen uitgerust zijn met een vaste automatische blusinstallatie, welke gekoppeld is aan een mechanisme dat bij in werking treden van de blusinstallatie de brandstoftoevoer afsluit;

- muurkasten;

- lokalen die als drankopslagplaats gebruikt worden.

205.5

De minimumbreedte van de uitgangen, uitgangswegen en uitgangstrappen is 80 cm.

Opmerking

De aandacht van de aanvrager(s) wordt erop gevestigd dat indien later in het hierboven vernoemde gebouw personeel wordt tewerkgesteld conform artikel 2 §1 van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, er dan ook zal dienen rekening gehouden met alle eventueel hierop van toepassing zijnde bepalingen uit het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) en de Codex

(9)

Het toezicht hierop berust echter bij de Arbeidsinspectie.

Brandvoorzorgsmaatregelen

Onafhankelijk van de verplichtingen aan de houder van de milieuvergunning opgelegd via de vigerende milieureglementering alsmede via het milieuvergunningsbesluit, en onverminderd de maatregelen ter voorkoming en bestrijding van brand, door de houder van de

milieuvergunning te treffen in uitvoering van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden, dient de houder van de milieuvergunning reeds te voorzien in de hierna vermelde

blusmiddelen voor eerste tussenkomst:

1. Muurhaspels met axiale voeding (conform NBN EN 671-1) aangesloten via een aangepaste leiding op de openbare waterbedeling of ander gelijkwaardig voedingssysteem, dienen op oordeelkundig gekozen plaatsen opgesteld zodanig dat elk punt van de inrichting kan bespoten worden.

Hun aantal wordt zodanig bepaald dat de af te leggen afstand vanaf om het even welk punt tot het dichtst bijgelegen toestel niet meer bedraagt dan de lengte van de gebruikte haspels.

De haspels dienen gevoed met een leiding onder druk zodanig dat het debiet bij de minst bedeelde haspel gelijk is aan of groter dan 24 liter per minuut.

De leidingen voor bluswater dienen vervaardigd in staal of in een metaal dat minstens dezelfde waarborgen biedt.

De geplaatste muurhaspels dienen voorzien van een vergrendeling derwijze dat men het afsluitmondstuk niet kan verwijderen zonder het openen van een handbediende afsluiter op de watertoevoer.

2. Snelblustoestellen van minstens één bluseenheid conform NBN EN 3-7 – bij voorkeur 6 kg poeder type ABC – dienen aangebracht op volgende plaatsen:

• In de zaal op het gelijkvloers: 3 toestellen;

• In de vestiaire (gelijkvloers): 1 toestel;

• Op de verdieping: 2 toestellen.

3. De inrichting moet voorzien worden van veiligheidsverlichting, die onmiddellijk en automatisch in dienst treedt bij het wegvallen van de stroom. Minimaal dienen armaturen aangebracht te worden boven elke uitgangsdeur, in alle evacuatiewegen (gangen en trappen), in de nabijheid van de brandbestrijdingsmiddelen en in alle lokalen die uitsluitend door kunstlicht bediend worden. De veiligheidsverlichting dient verder uitgebreid te worden zodanig dat de plaatsing en de verlichtingssterkte voldoende is om een gemakkelijke

ontruiming te waarborgen. De veiligheidsverlichting moet tenminste gedurende 1 uur zonder onderbreking kunnen functioneren.

(10)

Niet digitale bijlagen:

Het volledige dossier is ter inzage volgens de richtlijnen van de openbaarheid van bestuur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college keurt goed dat voor deze opdracht een bijkomend ereloon wordt vastgelegd op naam van KARUUR architecten bvba voor een bedrag van 2.323,20 EUR, inclusief btw.

Bijkomend wordt de bestaande woning op Lambermontstraat 8 voorzien van een terras ter hoogte van de achtergevel op de tweede verdieping, hiervoor wordt de bestaande achterbouw

Overeenkomstig het besluit van 5 mei 2000 van de Vlaamse regering, zoals gewijzigd, betreffende de openbare onderzoeken over aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen

Indien een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd voor enkel een volume- uitbreiding en/of functiewijziging naar een andere functie dan wonen dient enkel de oppervlakte

De heer Robert Voorhamme, schepen; de heer Philip Heylen, schepen; de heer Ludo Van Campenhout, schepen; mevrouw Leen Verbist, schepen; de heer Marc Van Peel, schepen; de heer

In toepassing van artikel 26, §1, 2°, a van de wet van 15 juni 2006 zal deze opdracht voor aanvullende werken waarvan het bedrag niet hoger ligt dan 50% van het bedrag van

Het college beslist de stedenbouwkundige vergunning, met uitsluiting van de uitbreiding ten noorden van het bestaande gebouw (vermits dit geen voorwerp uitmaakt van de huidige

Op 30 september 2015 werd advies gevraagd aan het gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen Zij brachten advies uit op 29 oktober 2015.. Het advies is