• No results found

WEEKBLAD VAN DE VOLKS·PARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "WEEKBLAD VAN DE VOLKS·PARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRIJHEID IN

DEMOCRATIE

Zaterdag 8 Mei 1954 · - Ho. 30J

Onze competitie- prqsvraaK ..

<Zie pag. J)

WEEKBLAD VAN DE VOLKS·PARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

·De Bevrijding en Wl) ••

· Bevrijding en vrijheid zijn begrippen die min of meer in elkaars verlengde liggen. Waar on- vrijheid heerst kan slechts bevrijding de weg naar de vrijheid openen.

Vrijheid en onvrijheid beide zijn on,s vertrouw.

de begrippen. Wat vrijheid betekent hebben wij misschien eerst door de onvrijheid ten volle leren beseffen. Bevrijding van deze laatste bracht ons de kans op verwezenlijking van hetgeen"'onsvijf jaar lang. als een droombeeld voor de geest had gezweefd, méér herinnering vaak aan wat voor- goed ·verloren scheen dan mogelijkheid opnieuw grijpbaar.

• • •

Vertrouwd als de begrippen vrijheid en onvrij·

heid ons beide zijn, valt het ons nochtans moei- lijker het

eer~te

dan het laàtste gestalte en in- houd te geven. Dit vindt misschien zijn oorzaak hierin dat de ·onvrijheid ons

.ViW

.l;>uiten af .opge- legd wordt, terwijl wij de vrijheid zelf hebben te verwerven en te verwezenlijken.

Met onze

~bevrijding

was het zo gesteld: ook die moest van buiten komen, wat waardevolle bijdrage onze strijdkrachten van overzee en ons binnenlands verzetsfront ertoe mochten leveren.

En het is misschien mede hieraan toe te schrijven dat de, ons als in de schoot geworpen, herkregen vrijheid waarvoor toch ook ons eigen volk onzeg- baar zware offers bracht, ons in allerlei opzicht toch nog verraste en overviel. Van de ondraag- lijke dictatuur des vijands bevrijd, bleek ons openbare leven nog niet dadelijk van dictatoriale smetten gezuiverd. Zelfs in het zuiver-staatkun- dige kwam dit tot uiting in een kabinet buiten de uitgesproken volkswil om tot stand gebracht en zich een jaar lang handhavend zonder een vol- waardig parlement tegenover zich te begeren.

Onze Volkspartij voor V rijbeid en Democratie dankt haar ontstaan mede hieraan, dat de nieuwe maatschappelijke en geestelijke'

wer~ldstructuur

de aanhangers van de staatkundige vrijheidsiclee noodwendig tezamen bracht, zowel te harer ver- dediging als om haar opnieuw te verankeren

in

het denken en gevoelen van de naoorlogse gene- raties.

• • •

Het ware even dwaas als onrechtmatig, het vrijheidsideaal gelijk dat in de bezettingsjaren voor ons oprees, te vereenzelvigen met het staat- kundig vrijh"idsbegrip dat wij in onze partij voorstaan. Wanneer wij echter als nuchter féit aanvaarden, dat ons vrijheidsbegrip een ànder

is,

althans tot ándere politieke consequenties werd dan dat van ·andere partijen, dan is het duidelijk dat ook bij gelijke gezamenlijke dank- baarheid voor onze bevrijding er onder ons volk verschil van waardering is aangaande de vrijheid

die zij ons bracht en aangaande de ontwikkeling welke de vrijheid sinds de bevrijding doormaakte.

• • •

Bevrijdingsherdenking en bevrijdingsviering zijn twéé. Met de laatste zijn wij in een slop ge- raakt, deels misschien door eigen schuld, gewend als wij zijn om ook zulke dingen

va~

boven af te laten regelen. Of: is het eigenlijk niet om krie·

belig van te worden, dat een volk de vraag of het zijn bevrijding uit zo troosteloze ellende als waarin het

nege~

jaar geleden zat, feestelijk zal vieren, laat beslissen bij meerderheid van stem- men in regering en volksvertegenwoordiging ?

En zo men dit wèl als overheidstaak ziet - wat wij voor ons, heel persoonlijk dus!, niet doen - is het dan goed te keuren dat over de viering onzer bevrijding op louter utiliteitsoverwegin- gen wordt beslist ? Het eerste na-oorlogse kabi- net · hèeft o.i. deze zaak reeds in het

~'):keerde

spoor gereden door het 'economische motief van de éne dag productieverlies in 't geding te bren- gen.· En na de· troonsbestijging onzer Koningin heeft men zich al te gretig bediend van het argu- ment dat Haar verjaardag zo dicht bij onze offi- ciële bevrijdingsdag ligt, dat het moeilijk zou val- len, beide dagen waardig te vieren.

Wij zouden de Koninginnedag gaarne nog heel wat feestelijker, waarlijk gevierd, zien dan nu op veel plaatsen geschiedt en toch met warmte willen pleiten voor een waarlijk nationaal bevrij·

dingsfeest op 5 Mei. Want zo ooit dan heeft ieder Nederlander negen jaar geleden iets ver•

staan van wat de psalmdichter ergens zegt: de Heer heeft grote dingen aan ons gedaan, dus zijn wij verblijd".

Dit besef levendig te houden lijkt ons '<oor ons volk te hoog een zaak dan dat men die met tel- len en wegen van. incidentele en economische om- standigheden af zou mogen doen.

..

Zouden. zo vragen wij ons wel eens af - in de kwestie van de nationale feestdag ook motie- ven meespreken die men liever niet noemt, mis·

schien zelfs motieven die meer in ons àller onder·

bewustzijn dan in het

bewustzi~n

een rol spelen 1 Wij bedoelen dit: onze bevrijding en al wat daarmee samenhing herinnerde ons wel heel dui- delijk aan de internationale samenhang der din- gen. En juist op het internationale vlak bracht de bevrijding - laat ons in dit verband liever zeggen: de nederlaag van nazisme en fascisme - de wereld niet wat zij er in de jaren van Hitler- en Mussoliniwaanzin van verwachtte. Integen- deel: de dreigingen van het heden overschadu- wen - waarlijk niet enkel voor ons volk ! - de glans

di~

er van de bevrijding ook over onze

dagen nog uitgaat. Dat we blijde, met zekere in- •

getogenheid Koninginnedag vieren zou dan

nog

net binnen de grenzen van het mogelijke liggen, daar we dit dan zien als een .,huiselijk" feest, een feest alleen voor en binnen de eigen volks ..

gemeenschap. Maar een nationale bevrijdingsdag zou ons in gdeachten onmiddellijk in de branding .van het onstuimige volkerenleven brengen. Juist reeds omdat onze bevrijding niet ons eigen werk was maar dat van het geheel, waarin we waren opgenomen. En de branding van het

internatio~

nale leven is wel zo hevig dat we ons daar liever niet in wagen met ons

wan~le

bootje. Juist niet wanneer aan boord schuchter de vlag omhoog gaat, de vlag van de Bevrijding . . . .

Zo bezien zou misschien een in haar soberheid indrukwekkende, vrome herdenking onzer in de oorlogsjaren gevallen landgenoten, toch nog de meest passende viering onzer bevrijding zijn.

deR.

Dr. E. Held ring t

De, op 82-jarige leeftijd ge!itorven Dr Ernst Heldring worde ook in ons blad 'n woord van eer- biedige gedachtenis gewijd. Niet alleen omdat - wat in de necrologieën in de dagbladen niet vermeld werd - de overledene als lid der Eerste Kamer aan het politieke

le~en

heeft deelgeno- men, maar uit · diepgevoelde erkentelijkheid voor alles _wat Dr Heldring voor het liberalisme heeft betekend. In zijn over-bezette leven immers vond · hij - de man die zovelc'verantwoordelijke func- ties in het economisch en cultureel bestel van ons vaderland . bekleedde - steeds óók tijd en aan- dacht voor de problemen waarmede de leiders van het liberale politieke partijleven tot hem kwa- men. Steun verleende hij onbekrompen voor elk doel van welks nut hij overtuigd was. Van gro- ter waarde misschien nog waren de adviezen die deze waarlijk wijze mens. in moeilijke omstandig- heden welke men hem voorlegde wist te geven en die hij gaf met een bereidheid die u het ge- voel schonk dat hij uw zaak inderdaad als de zijne beschouwde en behartigde.

Liberaal was deze uit Reveil-kringen afkomsti- ge uitzonderTijk grote figuur in hart en nieren.

Hij heeft overal waar het lot hem bracht de naam van zijn geslacht, dat zovele verdienstelijke man- nen voortbracht, hooggehouden. Hij heeft ook de partij waaraan hij zich geestelijk verwant gevoel- de in allerlei opzicht zeer aan zich verplicht.

deR

(2)

Onze Partij Op de tweesprong

· Enige conclwiea waartoe de uitalag der verkiezingen aanleiding geelt

r

(Ingezonden).

De jongste verkiezingen hebben onze partij geen nieuwe vooroltgang gebracht.

:Na de laatste jareD va1l telkens stQgend stemmental, behoeft een dergelijke stij- stand niet onmiddellijk tot verwondering of zelfs ongerustheid aanleiding te geven.

Minder prettig evenwel is de nelging tot afbrokkeling sedert de Kamerverkie- zingen van 1952, die zich in vrijwel alle provincies heeft geopenbaard. De uitslag van de verkiezingen voor de_ Provinciale Stàten geeft ons bepaald, zoals wij ook Iu één van de Uberale dagJdaden ·lazen, geen reden tot Juichen.

De enige werkelijke overw~ In de sWQd bleek wederom de P.v.èi.A. te

• met 25 zetels winst (H na aclatera.f blijkt, aangezien de V.V.D. ia Utrecllt een zetel won- Red.), ltetgeen de zaak nog pikanter maakt, aangezien weder·

em In onze propaganda bij de verkiezingen deze partij als het grote gevaar werd

geschilderd. ·

l-"bor dit laatste hebben wij bij meer dan één gelegenheid gewaarschuwd en

wt

staaa In dit opdeltt -~lakkil' lllet aDeM, . . mogea wij ft8t&tellen, dat v-r der.e pclacJate ia 8811111Üp - ~ eent schoeitter enlJ' beJ'I'Ip Js entwaakt.

De toek~mst van de V.V.D. liJ't zeker niet bij voorbaat en bij uitsluiting in het als vijfde nel . . . de meelopen In een overigens positief-christelijke reprillc.

Enerzijds rijst i.mmerB de vraag ol de -zo eehreef reeds op I Sept. 1952 in dit herlnneriagen aan

een

dergelijke. rege- orgaan ons medelid, mr H. Fortuin en ring voor de brede massa van onze be- hij vervolgde:

'""

volking wel · van zulk een aangename .,Zij zal er toe kunnen bijdragen, dat aard zijn - de partij, welke voor de de verdelende gerechtigheid beter be- CIOI'log als paladijn van deze regering naderd wordt ,door op te komen voor e~ptrad, de a.r ~ hee4 na de oorlog enkel hen. die door te grote nivellering, zowel nog maar verlie~ geboekt - anderzijds materieel als geestelijk, in het gedrang moet worden betwijfeld of men in die komen."

kringen zelf, indien de omstandigheden zich zouden voordoen. op de V.VD. als partner in de coalitie voldoende prijs zou stellen. Alleen reeds om die reden ruSt op ons de plicht een modus voor 81l!D.enwerking ook met de P.v.d.A. open te houden •).

n a t iets dergelijks niet bij voorbaat naar het rijk der fabelen verwezen behoeft te worden, bewijst de ontwikke- ling in België. Verder zal niemand kun- nen ontkennen, dat wat de huidige rege- ring presteert onder een s;ocialistische minister-president niet in menig opzicht door de V.V.D. kan worden onderschre- ven.

Sterker, de tegenwoordige regering heeft een in menig opzicht liberale poli- tiek gevoerd en baars ondanks · vele

maatreg~len genomen. waarop onzerzijds sedert jaar en dag was aangedrongen.

Toegegeven, dat het hier kennelijk geen werkelijke socialistische politiek .betreft, kan het feit, dat de socialiSJten blijkbaar bereid zijn zoveel water in de wijn te doen niet alleen tot nadenken stemmen, doch ook de mogelijkheden voor een wat vriendelijker benadering van ~

P.v.d.A. begunstigen.

Mr Fort~in kwam tot de conclusie, dat de winst van onze partij in 1948 hoofd- zakelijk in linkse richting moest wor- . den gezocht, terwijl de vooruitgang in

1950 bij rechts werd behaald.

.,Uit deze zienswijze vloeit voort", zo vervolgde hij, .,dat de ontwikkeling, die de partij in de eerstkomende jaren zal hebben voor haar van beslissende bete- kenis zal zijn. Het staat vastt, dat men zijn aanhangers bij de stembus stellig niet krijgt door allerlei opportunistische middelen, maar alleen door een doel- bewuste politiek. En dan staat voor mij tevens vast, dat voor de V.V.D. de grote kans ligt in een ontwikkeling tot een alomvattende vrijzinnige progressieve partij. Wanneer daarnaast dan een con- servatieve partij tot ontwikkeling zou komen. waarvan reeds een begin zou kunnen worden gezien in de partij van de heer Welter, zou dit voor een gezonde · ontwikkeling van de democratie in N~

derland uitermate nuttig kunnen zijn."

Behartenswaardige woorden, vooral wanneer ze geprojecteerd worden op de uitslag van de jongste verkiezingen. Het

Nederlandse volk heeft zich wederom met beslistheid uitgesproken voor een vooruitstrevend beleid. - beleid in sociale zin.

Aan ons thans de taak om uit te ma- ken of dit in de toekomst zal blijken te zijn een vooruitstrevend vrijzinnig_ be- leid dan wel een. verdergaande vel'll&er- kin, van 80Cialistische tendenties.

In dit verbaud moge eveneens nog worden herinnerd aan wat dezerzijds in het nummer van 13 Sept. 1952 van dit orgaan werd opgemerkt: .,De V.V.D.

heeft na de oorlog een verheugende op- gaande lijn getoond, doch het was een diminuerende opgaande lijn. De winst is bij iedere verkiezing kleiner geworden en indien deze neiging zich zou voort- zetten, moet binnen niet te lange tijd zelfs met de mogelijkheid van verlies

rek:eni~ worden gehouden." Het ziet er helaas naar uit, dat deze zinsnede niet geheel zonder grond is gebleken.

Twee takes

Wij

hebben er in het jongste ver-

leden bij herhaling op gehamerd, dat de V.V.D. twee dingen te doen staan.

Ten eerste zal zij er voortdurend blijk van hebben te geven, dat _er naast het socialistische een ander, positief, pers- pectief te bieden is. Met andere woor•

den, dat afwijzing van het socialistisch perspectief niet betekent een terugval naar bepaalde vroegere verhoudingen, die men het gemakkelijkst kan samen- vatten onder de zinspreuk ,.Ieder voor zich, God voor ons allen. •

Het sociale element van het liberalis- me behoort, wil dit liberalisme een nieu- we toekomst voor zich .zien, bij voort- during duidelijk onderstreept te worden.

Op ons rust niet in de eerste plaats de plicht af te wijzen wat van anderen komt, ons te kanten tegen een aan de gang zijnde maatschappelijke ontwikke- ling, doch zelf te stellen waar het been moet en positief mede te werken om die maatschappelijke ontwikkeling in de juiste banen te leiden.

Wat dit betreft betekende ons jongste congres een belangrijk_e stap in de goede richting. Dat dit bovendien iets anders is dan een eenvoudige kwestie van <ge- lijk ook wel wordt opgemerkt) meer te bied..:n dan het socialisme, zal de aan-

Het gevaar van een al ~erp stel- ling nemen tegen de P.v.d.A. is ~e­

lijk, dat men daarmede deze parÜj in de kaart blijkt te sPelèn. Zij, die de aocialisten als hun doodsvijanden be- schouwen. mogen zich dit nog weleens voor gezegd houden.

DEZE -BURGER

Het grote stemmenreservoir voor de V.VD. ligt lmnlers juist aan de rechter- zijde van de P.v.d.A. Ell wil men due voorkomen, dat hier in de toekomst

~kdijlr.:e sociali.stische politiek wordt gevoerd, dan heeft men stemmen aan de P.v.d.A. te onttrekken, instede een ont- trekken van onze stemmen naar de P.v.

d.A. - gelijk zich met name in Fries- land en Groningen schijnt te hebben voorgedaan - toe te staan of in de hand te werken.

Y ooruiUtrevende

·vrijzinnige politiek

Deze stemmen krijgt men niet op grond van reactionnaire leuzen.

doch uitsluitend op basis van het voeren van een vooruitstrevende vrijzinnige politiek.

.,Aan een prQgressieve partij is naast 1111 tegenover de P.v.d.A. grote behoefte",

heelt kennis genomen van het teü dat er één land op aarde is, waar het Wilhelmus niet gezongen mag worden. Overal elders, van Patagonië tot Zanzibar, van Haïti tot Ethiopië mag het wèl, maar in Indonesië mag het n_iet.

Deze burger is niet zozeer op de hoogte van de knepen van het diploma-- tiek verkeer en daaiom zal ik

wel

helemaal mis zijn, als j}: veronderstel dat Nederland nu de diplomatieke betrekkingen met dit land zal gaan verbreken en de diplomatieke vertegenwoordiger van een overheid, die z6 beledigt, vraagt of hij alsjeblieft zo snel mogelijk wil ophoepelen.

Als burger zou je zo zeggen, dat er geen grotere belediging mogelijk is, dan burgers van een ander land te verbieden hun eigen volkslied te zingen.

Maar ik bèn nu eenmaal ge~n diplomaat en daarom zal ik het wel mis hebben. Er zal "met nadruk geprotesteerd" worden en daarmee zal dan wel aan de "eer" voldaan zijn.

Tenminste: aan de officiële, po I i tie k e eer.

De vertegenwoordiger van de beledigende natie zal rustig in zijn grote huis bI ij ven en als het zo gevalt zal hij opstaan. wanneer het Wilhelmus lclinlct.

Hij zal eerbiedig luisteren.

En als er een of andere receptie bij hem wordt gehouden, dan zullen wij- van-het-Wilhelmus even eerbiedig naar zijn volkslied luisteren.

·Ik zie het berichtje reeds in de krant: "tal van Nederlandse hoogwaardig- heidsbekleders en officiële persoonlijkheden kwamen hun opwachting maken bij Zijne Excellentie.

De wegen der diplomatie zijn soms onbegaanbaar voor

DEZE BURGER

dachtige lezer zonder •eer duidelijk zijn.

Hier komt DalDelijk 110g een andere uiterst belangTijke factor bij. Wil het liberalisme weerbaar zijn, dan zal dit • -niet slechts tot uitdrukking dienen te 'komen in zijn politiek beleid,· doch voor-

al ook ia de weerklank, die het in brede lagen ftn de bevolking vermag te wekken.

Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken, dat er op dit punt nog wel het een en ander aan ontbreekt en ook in dit opzicht hebben wij onze overtui- ging in een recent verleden niet onder stoelen of banken gestoken.

De dragers van de liberale gedachte behoren midden in het · ?Oik te

staan.

wil dit liberalisme in stA!eds breder Ja.

gen van dit VCilk aantrekkingskt'acht uitoefenen. Teveel DDg - het is. eea overblijfsel uit de jaren voor de oorlog - bleef h~t liberalisme de zaak vu een betrekkeitik .kleine eUte en te wei·

nig werd met name bij de candidaat- stellingen getracht een m groot moge.

l.Uke spreiding te verkrijgen over de verschillende maatschappelijke lagen.

Indien wij er in mogen slagen aan dit laatste punt in de naaste toekomst de nodige aandacht te besteden, Zal de strijd reeds half voor de V.V.D. ge-

wonnen zijn.

Wat anderen ervan

ze~l{en

H

et deed ons deugd, dat deze in·

zichten - welke ons zo na aan het hart liggen - thans blijken te worden gedeeld door het libelJlle dagblad He t V a d e r I a n d, dat de spijker op de kop slaat, indien het in zijn de dag na·

de verkiezingen verschenen nummer

constateert~

"De lès, welke de Hberalen uit deze verkiezingen kunnen Ieren is, dat

ziJ

een grotere activiteit moeten ontwilt- kelen en ervoor moeten waken, dat al- lerlei volkomen begrijpelijke verschillen in opvattingen naar bulten de indruk wekken van interne tegenstellingen, De nadruk dient te vallen op het feit, dat de

v.v:n.

zoals haar naam aangeeft een v o I k spartij <spatiêring red. Het Vaderland) i.s met een vooruitstrevend programma".

Duidelijker kan, wat wij persoonlijk steeds hebben voorgestaan, inderdaad niet samengevat worden. De tijd voor conjunctuurwinst, zo hebben wij ~

onzer lijsttrekkers hOl"en opmerken, ia voorbij. Op de huidige tweesprong moe- ten we duidelijk weten te maken, waar

W\f

niet órize beginsèlen staan!

*) Men zie onze beschouwingen in V. en :D.

van 12 Dec., 23 Dec. 1953 en 9 Januari 19M.

ROETHOF.

STALEN MEUBELEN

,.GISO"-LAMPEN

(3)

8 MEI 19M - PAG. 3

Amsterdam de kop

en Den Haag gaan nog steeds aan geven hoop voor de toekomst

en

Zwolle, W aaenaar en V oorburg vragen o.m. de aandacht

Nadat

WV

de wrige maal de aftslagen van de jongste verkiezingen YOor de PJOvinciale

Statea

Dader provinciegewijze hebben bekekea, voor zover het betreft de positie van de V.V.D., wmen

wU

tot slot nog enige aandacht besteden aaa de resultaten, die ia enkele grote steden en gemeenten door onze Partij werden

~Mmaald.

' • . Wd hebbell Ja oaze vorige be&chouwing reeds aangetoond, dat een vergel\jking de l'eiRIItatea · Yan de

Joat&ie

stembu8ultsla&" inet die van het vorip

ja&lf

vele opzichten .-ank gaat en dat wiJ er dus beter aan doen om de verld&o pui.tMacen vaa dit jaar te vergel\jken met die vaa de jaren 195:! ea 1950.

'~ Wij krijgen dan een zuiverder beeld, omdat de uitspraak van de kiezer in de

Jaft-

1860, 1IU en 19M meer op de aatioaale poBtiek Is Ingesteld daa vorig

~ jaar het geval was bij de gemeenteraadsverkiezingen. · Bezien wiJ de eQiers aldus. claa moJ'ell wÜ vaststeDen, dat A m s t er d a m ea Den Haag voor onze Partij een goed figuur hebben geslagen.

Ia de ltoofdatad bebaiiWe de V.V.D. ia lHO (Prov. St.tea) 18 .. o/o derf uitgebrachte stemmen; in 195% (Tweede Kamer) 10.'7 % en thans 11.'7 %•

Dit betekent een ononderbroken geleidelijke

croet.

hetgeen la de rode hoofdstad

eeo verblijdende oatwikkeling kan worden genoemd.

· Ook Den Baac' · hield zich uitstekend.

Aldaar waren de percentages voor onze Partij achtereenvolgens: 13.2, 12.9 en 14.3.

De betekenis van deze cijfers springt aog meer in het oog, indien wij beden- ken, dat in de twee genoemde steden in het totaal reeds ongeveer 800.000 stem- men worden uitgebracht.

M.a.w. zowel in de hoofdstad als in de residentie blijft Dien op de goede weg voortgaan. Hier ja voor onze Partij een geleidelijke, d.w.z. normale ontwikke- ling te constateren.

Immers, zou onze Partij gebaát zijn met een ontwikkeling, die is te vergelij- ken met die van het kind met het be- faàmde waterhoofd ? Wij menen deze vraag stellig in ontkennende zin te moe- ten beantwoorden.

Een snel (te snel) groeiende aanhang

Yan kiezers ia

mur

al te vaak gegrond op opportunistische overwegingen en is daardoor te weinig gefundeerd om er· in de toekomst op te kunnen bouwen, waardoor zeer ernstige teleurstellingen kunnen ontstaan.

De ontwikkeling in Amsterdam en Den Haag bewijst, dat onze groei gelei- delijk en dus gefundeerd ja en tenslotte ia aan ons allen de taak om de voor- waarden te scheppen, dat deze ontwik- keling zich kan voortzetten.

Rotterdam nog niet op peil

Bezien wij verder de cijfers van ·Rot- . . . dan moet worden gezegd, dat

aldaar de ontwikkeling enigszins van teleurstellende aard is geweest.

De percentages waren daar als volgt:

1950: 9.5%; 1952: 12% en thans 10.7%.

Vergeleken met de Statenverkiezingen van 1950 is er ongetwijfeld vooruitgang te boeken, doch vergeleken met de Ka- merverkiezingen van· 1952 gingen wij in de Maasstad iets achteruit.

Zeker, verontrustend is deze ontwik- keling geenszins, maár wij zouden toch gaarne allen wensen, dat Rotterdam het voorbeeld van Amsterdam en Den Haag zou kunnen volgen.

Zo zijn er meer steden en grote ge- meenten waar een kleine achteruitgang of een stilstand voor onze Partij valt waar te nemen, niet zo zeer in verge- lijking met de cijfers van de Statenver- kiezingen van 1950, doch wel in verge- lijking tot de resultaten behaald bij de , Kamerv'erkiezingea in 1952.

Opgemerkt dient daarbij te worden, dat het vergelijkingsmateriaal van de Kamerverkiezingen 1952 ten opzichte van de uitslagen van de Statenverkiezingen van dit jaar ook niet geheel zuiver is, doch anderzijds kan het nuttig zijn deze cijfers toch eens tegenover elkaar te stellen.

Doen wij aldus dan vertoont Haarlem een stilstand. Aldaar werd op onze Partij in 1950 uitgebracht 10.6% van het totaal uitgebrachte stemmen; in 1952 11% en thans eveneens 11%.

Ook Leeawarclell gaf een minder gun-

stig beeld te zien, getuige de navolgende percentages: 1950: 10%; · 1952: 10.2% en thans:. 9.5%.

De ·toestand jn Deventer was tele\Jl'o stellend met de navolgende percentages:

15.4; 13.4 en 11.9.

Nij~gen vertoonde · ee:11 zelfde beeld met resp. 4.3%; 4.1% en, 3.6%. '

Breda gaf eveneens een geleidelfJ"ke daling te zien. Daar waren de percen- tages als volit: 5.6; 5.2 en 5.1.

Onregelmaiig beeld

In andere gemeenten behaalden wij thans een hoger percentage vergeleken met de Statenverkiezingen van 1950, doch een lager in vergelijking tot de Kamer- verkiezingen van 1952.

Zo noemen wij b.v. Den Helder met 11.3; 12.9 en 11.5.

lllddel~ met U; 9.5 en 1.4.

Delft met 6.6; 8.5 en 7.4.

Heerenveen met 15.8; 12.9 en 14.-.

?.aaJMJun met 6.7; 8.- en 7.4.

Denlreeht in~ 10.3; 11.2 en 10.5.

Amhea :met 7.3; 9.8 en 9.2.

Hiertegenover staat ev,enwel weer een ontwik!k:eling in andere gemeenten, die ongetwijfeld gu..?J.stig is te noemen. Tot slot willen wij hiervan een paar voor- beelden geven•

Zo gaf Amersfoort een opgaande lijn te zien met 9.-; 10.6 en 10.7.

Hilversum deed het lang niet slecht met 12.6, 13.3 en 14.7.

Bussum vertoonde onregelmatiger beeld, doch kan tevreden zijn met de na- volgende. percentages: 18.2; 16.9 en 18.9.

zeist . ging geleidelijk omhoog met de navolgende percentages: 11.8; 14.8 en 15.1.

Zwolle liet het er ook niet bij zitten en gaf 't navolgende beeld: 9.2; 9.8 en 10.6.

Ook Leide.n toonde vooruitgang. Al- daar waren de percentages: 8.2; 8.7 en 8.9. En om het lijstje p1et een gunstig verloop voor onze Partij te besluiten dan nog de navolgende gegevens:

Voorbu~: 17.4; 10.5.en 21.4.

Wageningen: 10.9; 11.2 en 11.5.

Wassenaar: :n.9; 22.3 en 25.7.

Soest: 10.7; 12.9 en 13.9.

Katwb"k: 2.1; 3.8 en 4.2.

Hooceveen: 4.7; 5.2 en 5.5 •

Vrouwelijk napraatje over de Statenverkiezingen

E

lders in dit blad zijn reeds al- gemene beschouwingen over de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten gegeven en er atllen er nog 'Vel meer. volgen. In deze rubriek willen wij vooral aan- dacht geven aan de gekozen vrou- welijke Statenleden.

Het zijn

er

slechts vier:

Mevrouw R. M. Buurma-Vrede- voogd in Drente,

Mevrouw mr J. M. Stoffels-Van Haaften in Noord-Hoüand,

Mevrouw F. T. van d~ Torren- Veendorp Jn Zuid-Holland,

Mevrouw mr E. Veder-Smit iJl Utrecht.

In Zuid-Holland zijn mevrouw A.

H. Nienteljer-Van Nahuys en me- vrouw C. Sjollema.-'s Jacob niet teruggekomen; in Utrecht neemt mevrouw Veder de plaats in van mevrouw A. P. Overijnder v. d.

Brandeler, die wegens verhuizing tuasentljds was afgetreden en toen door een man werd opgevolgd.

Waarom ia het aantal vrouwelijke Statenleden niet groter?

Er stemden er wei meer op de lijS..

ten, maar niet op verkiesbare plaat- sen en het overgrote aantal ,van de kiezers en kiezeressen stemt nu een-

~op nr.l.

Toch zijn. er voorkeurstemmen 'gegeven en wij hadden die hier nu graag bekeken, maar de officiële cijfers zijn IX s in Juli beke~

Enke'~ aantallen zijn ons nu al ter ore gekomen. Zo hadden in Amster- dam het gemeenteraadslid mevrouw Wijsmulier-Meyer 1059 stemmen, mevrouw Stoffels-Van Haaften 694 en mevr. J. Edel-Visser 314 stem- men.

lu de kieskring va.n haar eigen woonplaats, Haarlem, was mevrouw Stoffels lijstaanvoerster, ~t wij hier niet van voorkeurstemmen kun- nen spreken.

In Den Haag kreeg het gemeente- raadslid mej. mr J. J. Th. ten Bl'oe- cke Hoekstra 1826 stemmen en me- vrouw v. d. Torren-Veendorp on- geveer 500.

In de provincie Utrecht, waar mevr. Veder-Smit ee~"St niet, maar later toch wel gekozen bleek te zijn, kreeg deze 802 stemmen.

Andere aantallen hebben wij tot heden (2 Mei) nog niet vernomen.

Deze enkele cijfers duiden er. wel reeds op, dat velen een vrouwelijk lid op prijs stellen.

Over het algemeen hadden wij reeds ee~"der de indruk, dat daar waar een vrouw een goede plaats op een candidatenlijst heeft, de vrouwe- lijke belangstelling voor de verkie- zingen in het bijzonder

en

voor de politiek in het algemeen stijgt.

Het is de taak van een politieke partij, de politieke belangsteHing

van

het kiezerspubliek op te wekken en het grootste deel hierva.n zijn

vrouwen. Is het nu niet kol"tzichtig van de kieskringen om vrouwen bij de verkiezingen geen goede kans te geven? Competente vrouwen, die zo'n kans verdienen, zijn er zeer _..

ker onder ons. Ma 'U' nog te vaak worden zij bij de candidaatstelling ten achter gesteld bij mannelijke candidaten, zelfs met minder capa- citeiten.

Nadat wij vrouwen aldus naar hartelust hebben uiting gegeven aan: "ze moesten .. .'' moeten wij ons nu toch ook afvragen, of wij niet ook moeten zeggen: "wij moesten ... "

Hebben wij ons uiterste best ge- daan, vrouwelijke candidaten te ont- dekken, naar voren te schuiven en te pro.pageren? Waren wij in grote getale aanwezig toen de candidaten- lijsten werden opgemaakt en er be- slist werd, of en waar eeri vrouw daarop zou staan? ·

Och ja, als er een interessante lezing is, vooral van een bekende spreekster, dan willen wij nog wel eens komen luisteren, maar zo'n vergadel'ing, waar zo echt vergaderd wordt, wat heb je daar nou aan'!' Zo'n hele avond in de rook er bij te moeten zitten, als ze zo eindeloos aan het delibereren zijn, nee hoor, daar voelen wij niets voor. Wij blij- ven lekker thuis, bridgen of lezen of breien. En zeggen dan later:

,,ze

moesten. ... ".··

;r. H.S.

Rheden: 9.8; 10.7 en U.3.

N'aeuwer-Amatel: 10.7; 14.2 en 14.T.

W

Gt

de cijfen om leren

Zo ziet men naast schaduwzijden zijn

er eveneens lichtpunten. Een ieder be- oordele deze cijfen naar eigen aard en temperament. De optimisteu mogen er uit leren. dat de ontwikkeling voor onze Partij niet geheel onbewolkt is. De pes- simisten mogen er echter uit kunnen zien, dat in vele delen van on$ land de Partij zijn opmars voortzet.

Nogmaals" het gaat

er

thans

om.

dat een ieder in zijn eigen gebied nagaat hoe de stand van zaken is en dat ook een ieder zich inspant oi:n een stilstand of achteruitgang in een beter beeld ·om te zetten.

Zo 'kan een nadere analyse van de uit- slagen der plaatselijke stembureaux van zeer. groot nut zijn. Men ga· in. zijn eigen plaats eens na hoe in bepaalde wijken is gestemd.

De bestudering van de uitslagen per stembureau kan van zeer groot nut zijn bü het richten van de propaganda in het algemeen en bij die voor de Kamerver- kiezingen in het bijzonder.

Mogen onze afdelingsbesturen hieraan eens de nodige aandacht besteden.

Globaal gezien hebben wij een kleine winst mogen·boeken. Dit is de grote lijn, die wij sedert 1946 hebben gezien. Laten wij ons daaraan vasthouden en laten ·wij ons allen zonder uitzondering voornemen deze stijgende lijn nog hoger GP te voe- ren.

Wij gaan nog steeds bergopwaarts.

Doch elke schrede naar de top gaat met meer inspanning gepaard. Daarom zetten wij de tanden op elkaar.

,Mogen dan de Statenverkiezingen van dit jaar voor ons allen een aansporing ' zijn om de voortgezette winst in die mate te vergroten, dat over de waarde hiervan , niet nader behoeft te worden gedebat- teerd.

Nog is het tijd. Nog ligt de toekomst voor ons open. Opdat wij tot een ferme aanpak overgaan. Jllien!

Een ieder op zijn eigen plaats. Naar zijn eigen aard en naar zijn eigen vermogen, maar bezield van een laaiend entho':l.Sia&- me, dat aanstekelijlk moge werken op allen, die de ware vrijheid lief hebben en de grote betekenis daarvan inzien voor een waarlijk menswaardig bestaan.

STEMPHER.

Copie voor deA rvbriek te .. ~enden t~~~e~r:

Me;utfr. Joh. R. Spring«, A.lezanderatr®t 14. H®rlem.

NATIONALE VROUWENRAAD VAN NEDERLAND

0

p 19 Mei houdt de Nationale Vrouwenraad haar negen-en- veertigste Algemene Vergadering in het Kasteel Hoekelwn te Bennekom.

Het programma vermeldt behalve de gebruikelijke verslagen, een lezing van .de heer P. Post over "Beeldende expressie op school en in huis" en een causerie van mej. J. R. Wolff over: .,Kinderlectuur",

De vergadering · is toegankelijk voor alle Vrouwen in de V.V.D.; de kosten van inschrijving en consump- tie, inclusief het middagmaal, bedra- gen i 3.15.

Voor deelneming kan men zich oP- geven vóór 10 Mei bij mevrouw mr E. Veder-smit, Ruysdaellaan 9, Huis ter Heide.

E.

v.-s.

J

(4)

Het onderwijzerstel{_ort wederol *

Tegenover de verdiensten, die de. vorlp minister van OnderwUs, K. en W., prof.

Rotten, ongetwijfeld gehad heeft, staat ten minste 6én aperte beleidsfout.

HU

heeft de ~hqwingen van onze geoestverwanten ~evr. Fortanier-de Wit la de Tweede en ~r. WendeJaar in de Eerste Kamer, voor het dreigeBde ollderwtJzers~ort voort..

durend met een onbegrijpelijke luchthartlghelcl In de wind geslagea.

Thans zitten wij, als gevolg vooral van bet hop geboortecijfer ba de eerste aa- oorlogse jaren, met het' drillgend~ probleem van het Ollderwijzerstekort.

Zonder zich nu als gelijk-hebber wat lllèn. noemt op de borst te slaan, herinnerde mr Wendelaar er toch uog eeM aan, hoe

hU

telkenjare ·voor dlt.tekort had gewaar- schu\fd. De toemnallge minister kwam dan steevast met veel optimistischer bereke- nlogee en ook ·de tegenwoordige bewindsman, mr Cals, kwam in April van het vorige jaar, na een betoog van de heer Wendelaar, toch niet verder.dan de erkennblg, dat het aantal beschikbare onderwijzers "aan de krappe kant" was.

Dit jaar zijn

wU

nu eindelijk zover, dat de minister het tekort in 1954 op .680 schat •. Dat wU zeggen, de minister raamt het aantal niet te bezetten plaatsen op . 880, betgeen niet hetzelfde is, daar men, zoals onze geestverwant opmerkte, toch altijd aog met een zekere velligheidsmarge moet rekenen. EigenlUk . is het teko~

dus nog wat hoger.

D

e minister raamt de onbezette plaatsen voor 1955 en 1956 op 940 en 2415, waar- na zij zulen teruglopen tot 680 in 1959. Afge- zien nu van het feit, dat men de werkelijke tekorten met het oog op de veiligheidsmarge

·dus hoger moet stellen, kon de heer Wende- laar de juistheid van de door de minister ge- geven getallen niet controleren. Maar wan- neer hij ze als juist aannam,. dan kan men toch met reden zeggen, dat het er voor de eerstvolgende jaren al heel slecht uitziet.

Mr Cals wil pogen, het gat aan te plempen met 1000 oudere actebezitters, maar ook_ dan

·nog raamt hij het tekort in 1956, 1957 en Hl58 op resp. 1400, 1000 en 500._

. Dat is, zo zei onze woordvoerder terecht, -bedroevend, waarbij men dan nog niet over

·het hoofd moet zien, dat ouderen weer inge- schakeld worden en dat dus het toch reeds

>verouderde onderwijzerskorps nog meer ver- grijst. . .

, ... ,Ji)e heer-Wendelaar gaf toe, dat dè huidige

.c minister.· de zaak thans krachtig had aan- , ::gepakt, maar zelfs. nu nog v-roeg hij ziçh af,

, of het wel voldoende was. . .

;,. Vooreerst· .stelt de minister een gedegen . ·behandeling van het vraagstu)t .. alweer. uit.

· · ·door een nota hierover toe te zegen. Maar

· vervolgens vreesde spreker, dat de· minister zich laat remmen bli het nemen van de nodi- ge maatregelen door zijn vrees voor een over- schot aan onderwijzers van 1960 af.

. Zeer au .fait kwam de heer Wendelaar nu -nog eens terug op het standpunt van minis-

·ter Staf in een andere kwestie <wij·verwij- zen hiervoor naar ons overzicht van het defensiedebat, van enige weken geleden).

In. navolging van minister Staf zei nu ook de heer Wendelaar: ledere tijd moet in de eérst.e plaats zijn eigen moeilijkheden op- knappen. En daarom wilde hij nu zeggen:

. de ogenblikkelijke . toestand is onhoudbaar en- moet tot elke prijs in orde worden ge- bracht. Zou daarvan een overschot. over een

·jaar of. tien het geyolg zijn, dan zal men .4at d à n moeten regelen.

· Maar de.heer Wèndelaar was van dat

; _overschot bovendien . nog niet zo overtuigd.

Allerlei· no®maatregelen vervallen dan;

men zal velen moeten pensionneren om het onderwijzerskorps te verjongen en bo- venal: men zal d à n toch eindelijk tot een verlaging van de leerlingenschaal moeten overgaan.

Dus - en hoe het zij - laat men toch niet uit angst voor mogelijke, maar hoogst . onzekere gevaren in de toekomst, terug-

deinzen voor maatregçlen, welke de "nood van dit ogenblik dringend eist.

Volgèns ·gegevens van B. en W. van Den , Haag zitten te dier stede van de 24.000 leer-

·Hngen bij het lager onderwijs er 10.000 in klassen van meer dan 40 leerlingen !

Het was de heer Wendelaar bekend, dat een van de maatregelen, die de minister heeft getroffen om . het onderwijzerstekort aan' te vullen, is een regeling met de mi-

nister van Oorlog over het met verlof stu- ren 'van of uitstel geven aan militairen.

Hier geldt het een kwestie van kiezen en van afwegen van belangen. Ook de moei- lijkheden van de minister van Oorlog en Marine met betrekking tot personeelsvoor- ziening en kadervorming zijn bekend, maar spreker vond het resultaat, dat de minister van Onderwijs bij zijn ambtgenoot had be- reikt (naar hij meende ging het hier over niet meer dan 125 man), toch wel pover.

Kon de minister niet alsnog een wat gun- stiger regeling bereiken ?

* * *

T

rouwe lezers van deze rubriek behoe- ven wij niet uitvoerig meer te ver- tellen, wat het geval-Heer in de jongste . aeschiedenis van de onderwijspacificatie be-

;. '''"'·-

:':~''(

· '"'.; r;.,

MINIST-~6, !RL~:.;";.;

•. ,. , __ :, <" : ; . _. ~ ·r

1

1~i'S

rt~kè.nt:.~~:~tl3~'1'r, naar aa~~~van

·.lf.ed_.

~-

....

W~erom ~-~_'··-~·':m ____

evr.

~~erJ.De:,~t)'als v ···' lc;:&~::.Wénde- Iaat, reeds · m~~ll}alen •;gè~chreve:h ..

~e regel

voór

'de . . n~f'~ll in~and- houding : vaR ~. öpë~~~- ~ó'* is: _ge- geven in artikel 19 der Lager-Onderwijswet.

Lid 2 daarvan zegt, dat ,.in elke gemeen- te voldoende lager onderwijs wordt gege- ven in een genoegzaam aantal scholen, wel- ke voor alle kinderen, zonder onderscheid van godsdienstige gezil)dheid, toegankelijk

zijn.'~·

Men he~ft echter. overwogen, dat deze be- paling tot een onnodig - en ongewenst - aantal zeer kleine openbare schooltjes zou kunnen l-eiden en daarom heeft men de uit- zonderingsbepaling van lid 4 opgenomen, volgens welke een gemeente een regeling kan treffen met een naburige gemeente.

Met toepassing van dlze . uitzonderingsbepa- ling zijn er tnans reeds in meer dan 300 gemeenten van ons land geen openbare scholen meer voor lager onderwijs.

Daartegen hoort men, naar de heér Wen- delaar opmerkte, weinig bezwaar, ook niet van onze kant, 01ndat .de grenzen 'van de redelijkheid daarbij in .het algemeen niet

·overschreden zijn. ·

Maar kan mep nu volhouden, dat deze uitzonderingsbepaling ook toegepast kan worden, wanneer voor 160 leerlingen (als in het geval-Heer) èen openbare school wordt gevraagd.

Hij kon het niet àriders zien, dan dat hier _een ter voorkotnili.g ván · kleine schpÓltjes gegeven bepaling · wordt misbruikt. Niette- min meende de minister niet tegen het des- betreffende besluit van de gemeentera-ad

·van de gemeente · Heer (bij Maastricht) ·te 'kunnen ingaan, omdat de wettelijke bepa-

lingen tenslotte niet overschreden zouden zijn.

De heer Wendelaar vroeg echter met na- druk aan zijn medeleden van de Kamer, in het bijzonder aan de voorstanders van het bijzonder onderwijs: vindt gij het billijk, dat de raad van een gemeente ter grootte van Heer het verzoek om een bijzondere school voor 50 leerlingen moet inwilligen en een verzoek voor 160 leerlingen voor een openbare school kan afwijzen ?

Hij kreeg daaorop geen antwoord. Naar de minister veronderstelde, omdat men dit als een ,.theoretische vraag" beschouwde;

maar dat was het stellig niet.

En wat de minister zel:(, betreft, hij achtte als gezegd, een ingrijpeh alleen verant- wóord en gemotiveerd, waneer het betrok- ken gemeentebestuur ..inderdaad en notoir"

zou hebben gehandeld in strijd met de wet of het algemeen belang,

Begro.tin~ van Onderwijs, K. en W.: Mr De schoolkwestie te Heer Het J

Be~roting van Landbouw, V. en V.: De·J

landbo~wpolitiek - l~JHU~If ',I_~

en •ocwle rechtvaard11{heid _(: . __ ,- Tweede Kamer: Nota omtrent vuilafooe

enure successen .

De minister beriep er zich echter op, dat er een openbare school op 2,5 km af- stand (een half uur gaans dus) in Maas- tricht is, maar dat de 160 ondertekenaars hun kinderen op het ogenblik - op een enkele uitzondering na - niet naar die school in Maastricht sturen, maar naar de (bijzondere r.k.> school in Heer. Hij achtte de verlangens van de ouders daarom niet voldoende duidelijk en overtuigend.

De heer Wendelaar was op_ ZiJn beurt echter niet. overtuigd door de minister. Hij merkte_ op, dat hij in zijn burgemeesters- tijd had geleerd, dat men naar de motie- _ ven van de ouders niet moet vrage!l

<om-

dat men dan toch wel op èen heel subjec- tief pad terecht komt) .

* * ..

E

en geheel allder p~t. door de h!!er Wendelaar 11og eens ter sprake .ge- . bracht; vormde' de kwestfe ván .·het .. lnfer- nàtiÖnaal Academisêh inStituut

fn

het voor- malige Kon. Paleis aan het Noordeinde te 's-Gravenhage.

Hij meende, dat men hier de 8chijn over het wezen liet triomferen. Voor 40 leerlin~

gen, meest- uit India en in het· bezit van beurzen, laat men ons ·volk jaarlijks vier ton . aan het instituut betalen' en . bovendien één ton aan de Stichting, van welk bedrag ook nog een belangrijk deel ten goede komt aan dit instiuut. ·

Om de jaarlijkse kosten te dékken, is dus voor elke leerling meer dan f 10.000 nodig.

Er bleef, naar hij zei, dus plaats voor de vraag, die hij in 1952 reeds aan· de minis- ter van- Oriderwijs had gesteld, namelijk of die niet beter had gedaan door dèze vijf ton aan de Nederlandse universiteiten of haar alumni ten goede te doen komen.

Ziet men dan, >dat het aantal studenten gering blijft, dat prof. Hofstra en de heer Le Poole heengingen, dat prof. Berg het hem aangeboden pro-rectorschap niet aan- vaardde (waarbij dan nog komt ·het onge~

luk van de ziekte van prof. Duyvendak), aan vreescie .de heer Wendelaar, -dat het he}e geval ,;een gruwelijke Sof wardt, zo- als- wij, Amsterdammers, zeggen". En daar is dan nu . nog het bericht bijgekomen, dat de Leidse curatoren .van oordeel. zouden zijn, dat .het instituut moet worden opge- heven.

Tot slot vermelden wij nog, dat mr Wen- delaar herinnerde·. aan. de toezeggingen, welke de minister had ged~an om -het sub- sidie voor }).et Algemeen. Ned.erlands Ver- bond zo mogelijk , tot f 10.000 te verhogen.

(de heer Wendelaar pleitte- voor verder gaande verhogingen, mede ten behoeve van het werk onder emigranten), dat hij de samenstelling van de commissie voor de Biennale in Venetië wel erg eenzijdig vond.

op spoed aandrong ten aanzien van het in behandeling nemen van het ontwerp op het kleuteronderwijs en de aandacht van de minister vroeg voor de slechte radio-ont- vangst in het Oosten van het land en voor een mogelijke uitbreiding van het &grarisch radio bulletin.

* *

*

Ü

nze geestverwant de heer Louwes hield bij de behandeling van de be- groting van Landbouw, Visserij en Voedsel.

voorziening een redevoering, welke ... 16%

· kolom beslaat in de Handelingen. Beter dan te trachten, van een zo uitvoerige rede in enkele kolommen een samenvatting te ge- ven, achten wij het, zo volledig mogelijk weer te geven het algemeen-principiële eer- ste gedeelte van deze rede. Dat gedeelte was bedoeld als een bezinning op de achter- grond van het landbouwbeleid en een toet- sing van .dat beleid aan deze achtergrond.

Ook het Dano~

Als wij, zo zei de heer Louwes, ons gen, welke economische en sociale 1 wij in Nederland zoudim verwachten er dan goed van vergewissen, dat.

land een dichtbevolkt land is, dat vc groot deel van. zijn export moet levE zouden-wij verwachten, dat wij in land zouden kennen een economisch ciaal bestel, dat geheel is ingesteld (I omstandigheid.

Wij moeten het immers van de hebben en op de exportrnarikt heei volkomen zakelijke prijsbepaling d<

wet van vraag en aanbod, dQOrltruu de binnenlandse bescherming,. de O'

gingen der handelspolitiek en dJe der taire maatregelen.

Doorredenerend, zou men tot de i trekking moeten komen, dat wij een binnenlandS bestel zouden kennen bedrijfsleven, waar de kosten - hur J1en, ~elastingen, etç. -:c zièh snel aan

·titf tlè goede· en kwa(te''kénSen van·

a

diensten bij de exp~rt. · · · De weilkelijkheid van het. maatsci l\ike en sociale bestel in Nederland. i ter, dat wij een p-olitiek voeren van mogelijke bestaanszekerheid en. een liO.

vaardig mogelijke verdeling van. het inkomen. DaarbU spelen zeer · sted_t p logische en politieke bezwaren tege~

passing in geld aan een lag~ .prlj$pt onze exportproducten en daardoor mogelijkheden der bedrijven .van. lon4 larissen, belastingen, enz., een zeer gr4 Ik geloof, zo zei de heer Louwes, d 't verstandigst is, uit te gaan van dE keli,Jkheid van dit bestel in Nederla da.t wij een landbouwbeleid moeten v dat. zich aan deze werkelijkheid a2

Het is zeker niet op aandrang-. van 'Cie bouw, dat wij een dergelijk economil sociaal beleid zijn gaan voeren.

Wij herinneren ons immers nog zee - e n de heer Louwes meende, 'dát hj zegenrijk is geweest - dat in de eris omstreeks 1927 de Regering de lan4 zeer. uitdrukkelijk g e e n bescherming

"erleend en heeft getr-acht te helpi!ll landb()!Jwonderwijs erllandbouwvoorl,ic Toen in 1929 en 1930 · de landbóu'l zich aandiende en de Regering ·vOd

<na het schoenen- en klompel<lWëtjè 1927, ter bescherming van bepaalde"

van onze industrie), nu een zekere be ming te verlenen aan de suikerindi .heeft ook de georganiseerde landboul daartegen uitgesproken., · .,:

MR WENDELAAR .. .. slechte radió-ontvangst ...

(5)

8 MEI 1954 - PAG. 6

n de Eerste l(amer aan de orde

rr bespreekt het tekort aan onderwijzers - taal Academisch Instituut.

~es~ l{eeft een principiële toetsint{ va!l . onze

,uw in .de politiek- mn bestaanszèkerlteid

~-export.

werking De heer Den Hartot{ boekt

·ijtrt een l{elijke kans.

fs nog in het voorjaar van 1930 was sle<:hts één stem meerderheid, dat Groninger Maatschappij van Land- P een "actieve landbouwpolitiek"

ngedrongen.

ndbouw besefte toen ook reeds te kwetsbare positie van onzE' export hij zou trachten in een systeem van

nmg '

E!D actieve landbouWpolitiek

~rdeel van een zodanige sociàle en sche politiek voor geheel ons volk- :e komen.

:; zo stelde de heer Louwes vast, t onweerstaanbare kracht die kànt t en hij meende, dat iedereen nu ten· erkennen, dat het niet anders k:und.

dertiger jaren zijn de gevolgen van weinig" en "te laat" deze kant op in vele streken voor onze boeren- lodlottig geweest.

ien nog noodlottiger .iri geestelijk natèneer op:i:iè}if,,

Villnr·:w\}

moeien m, dat de laridbouwénde &tand als ij het, dat hij er niet zonder ·grote

!uren is afgekómen,' toch de crisis redeli,ik heeft ·doorstaan, màar dat

I gevolg van het door de Regering g reageren op de noden van - de

r;

bewegingen met een zeker i"evo- r karakter als de boerenbonden, 1oemd Nationale Landbouwmaat-

err·' de actie-Bouwman een grote ebben genomen.

* * *

11les, zo zei de heer Lotiwes, moge n vingerwijzing zijn, dat, wannee1·

i!ilijke tijden zouden aanbreken, wij -les uit de geschiedenis bewu-,t

~in en dat wij ervoor hebben te at het .,te weinig" en ,,te laat" niet

11 pnze toekomstige landbo:nvpoli-

·_worden ge:i:egd.

1eten het landbouwbeleid dus voor- Is; het inpassen in een systeem van n economische zekerheid, dat ons rust zoveel mogelijk in zijn wet-

1-in zijn gehele beleid tracht door

1, De- consequentie van dat beleid k de landbouw· wordt ingepast. En m. zeggen, dat dit inderdaad in toe- .mate is gebeurd.

!r Louwes vroeg · zlèh daarna af, nsequenties het een en ander nu t was z . .i; in de eerste plaats, dat lt loon voor gelijke arbeid in de

· en de overige bevolkingsgroep'!!l

•den uitgel~eerd.

1dzaak daarvap wqrdt nog onder- m . enkele proeven van t~passing

~rkclassificatie in de landbouw dni-

>beh aangetoond, .dat de geschoolde arbeid zeer hoog moet worden ge-

~rd en recht hèeft op een beloning, lede in overeenstemming is.

.n de consequenties, hieraan ver- s ook, dat wij een beleid voeren, redel\]ke ondernemersbeloning en de gevallen ook een redelijke on- swinst medebrengt en dat er op , zo doelmatig en zo goedkoop mo- Jroduceren.

1 aanzien van de export heeft het 1 economische beleid, ·dat wij voe- lrlljk zijn consequenties.

immers blijft noodz~kelijk en uit d met zijn beschermende binnen- stelipeil, met dit volksmilieu met

hang naar best;lanszekcrheid en

~chtvaardigheid, moeten- wij toch

~ naar een veelszins onbarmhar- ld. WJ.f moeten daarvan de slechte eeds voll~ig in het oog houden.

BU onze export zullen wij dus zo doel- matig mogelijk moeten afzetten. Wij zullen

b~i onze handelspolitiek en bij onze han•

deisvoorlichting alle hulpmiddelen moeten geven, welke ook maar te geven zijn. Wij zullen. wanneer door bepaalde maatregelen de binnenlandse productie verhoogd wordt - spreker dácht met name aan monopoliehef- fingen - deze in ieder geval bij export moe- ten teruggeven.

En wanneer dat alles niet helpt en niet voldoende is om onze export op gang i;e houden. dan zal het gehele volk de conse- quenties eruit moeten trekken, dat zijn levensstandaard te hoog is en dat een zeikere aanpassing op een of andere wijze nood-

zakeilik is. -~

De landbouwpolitiek moet er naar het oordeel van onze geestverwant vooral op gericht zijn, dat men in degelijke omstan- digheden voorkomt, dat de daaruit voort- vlo~iende . moeiHikheden . ~~'tden . atgewen- JelQ J,J.lf <;1~- ligtdbotn\tè~deJ)~VPlki~g al}eEfn.

Het gaat :erom'; z.o,stelde hij vasf, dtJiilelijk te doen zUn, dat ae landbouw:.in Nedei"land wordt uitgeoefend in h~t sociale en ecmio- 'mls.che klimaat, dat wlj te zame11 scheppen . en· dat van dat klimaat uit geëxporteerd .moet. wor~en en dat de moeilijkheden bij de e.l!:POrt derhalve. als nationale moeilijkheden moeten worden O!lder'kend.

De heer.Louwes erkende, dat ons volk en dat de Regering in het algemeen de conse- quenties,. die hij noemde, aandurft en dat er een algemene wil is om bij het land- bouwbeleid zoveel mogelijk dat sociaal-eco- nomische klimaat, dat wij in Nederland hebben geschapen, uit te voeren en op een redeHil( niveau mogelijk te maken, met tie mogelijkheid ook in het nationale belang de landbouw zijn taak zo goed als het kan te doen vervullen en de export in stand te

houden. '

WU moeten echter waakzaam en wer'J~­

zaam blUven, vooral nu er een zeker onbe- hagén over de prijsvorming op de .wereld-

·markt, ook in ons land, openbaar wordt.

Het is nu het streven van de georganiseer- de landbouw - en de heer Louwes achtte dat ook juist - van de Regering zoveel mo--.

gel~jk stricte toezeggingen te krijgen:. · De landbouw, zo merkte de heer l.ouwes op (en daaronder natuurlijk ook de tuin- bouw begrepen) heeft uitstekend zijn plicht gedaan in de moeilijke crisisjaren vóór de oorlog, in de moeilijke bezettingstijd en m de moeilijke tijd van herbouw van het be- drUfslevèn · na de bevrijding.

DaarbU heeft h\i zich een grote prijs- beheersing laten welgevallen. Daarin is, al- dus de heer Louwes, een aanspraak gele- gen, die door de· Regering en zeker ook door minister Mansholt wel wordt erkend, maar trouw zal nu moeten blijken en dit zal in een strikt prijzenbeleid tot uiting moeten komen.

* * *

Z

oals wij de vorige week reeds aankon- digden, zullen wij thans nog een ogen- blik aandacht wijden aan het debat, dat de afgelopen maand in de Tweede Kamer is gevoerd over de vuilverwerking en cöm- postbereiding, naar aanleiding van de door minister Mansholt ingediende. "Nota" inzake de verdere ontwikkeling van de werkzaam- heden van de N.V. Vuilafvoermaatschappij

"V.A.M." te Amsterdam".

In April en in Mei 1952 was daarover resp. in de Tweede en in de Eerste Kamer reeds een gedachtenwisseling ·gehouden, waarbij de Kamers waren accoord gegaan met de bestemming van ee~edrag van f 10 millioen uit E.C.A.-hulp voor winning van organische meststoffen,, ter opvoering vari de productiviteit.

. Voor een belangrijk deel had de Regering dit bedrag willen besteden voor de stichting van compostbedrijven volgens het systeem-.

Van Maanen te Nuenen en te Stroe (80 pct) en het overschot (ong. 20 pct) had zij dan willen aanwenden voor het subsidieren van kleinere gemeentelijke installaties.

Zoals wij destijds (losbladige verzameling, pag. 61/62 en pag. 74, jaargang 1951/52) reeds- duidelijk hebben doen uitkomen, had- den de desbetreffende' Regeringsvoorstellen niet bepaald de algemene .instemming van de Kamer(s) gevonden en met name in de Tweeäe Kamer was door onze woordvoer- der, de heer Den Hartog en anderen aange- dongen op het verstrekken van nadere ge- gevens omtrent de opzet en de werkwijze van de V.A.M. en omtrent het vraagstuk der vuilve1-werking in het algemeen.

Deze nadere gegevens heeft de minister nu verstrekt in· de nota, welke, na het wis- selen van een aantal schriftelijke stukken, nader contact met de minister en een be- zoek van een aantal leden van de vaste Commissie voor dè Landbouw aan het kan- toor van de V.A.M. te Amsterdam, de afge- lopen maand in de Tweede Kamer is be- handeld.- · . ·

DEN HARTGG

~···-- geen motie ... .

Het. is wellicht goed, daarbij nog •even in herinnering te brengen, dat de compostbe- reiding zowel uit hygiënisch oogpunt als met het oog op de wenselijkheid om organische meststof te verwerv:en · (waaraan een · be- langrijk deel van onze landbouwgronden

· grote . behoefte heeft)·, van uitermàte groot belang is.

Ook na de nota van de minister was er echter ·nóg geen algehele· tevredenheid, het- geen: wel kan blijken uit het feit, dat onze woordvoerder, de heer Den· Hattog, in zijn rede in eerste rumleg. äankondigde, dat hij, -indien· ,.het' antwoord van de minister met betrekking tot de besteding van de beschik- bare gelden en ten aanzien . van de samen- stelling van· het. bestuur der Stichting Com- post voor hem onbevredigend zou zijn, zou overwegen, omtrent die beide punten (door middel van een -motie) een uitspraak van· de Kamer te vragen.

* * •

Z

ulk een uitspraak bleek eeltter niet

.J nodig, omdat minister Mansholt - met wie over het algemeen zeer wel· valt samen te werken - inderdaad volledig aan de wensen van de heer Den Hartog (die door anderen werden gesteund) is tegemoet gekomen.

Het standpunt van de heer Den Hartog wat de financiering betreft was. dat het nog niet mogelijk was, om in de kwestie van de keuze der systemen (die ook heel wel naast elkander kunnen bestaan, naar gelang van plaatselijke omstandigheden) een beslissing te nemen.

Dat was niet mogelijk, omdat de drie sy- stemen, die wij thans kennen - het systeem Van Maanen, het Raspsysteem en het Dano- systeem _!_ nog niet enkele jaren naast el- kander hebben gewerkt en men nog niet de beschikking heeft over vergelijkend cijfer- materiaal omtrent de kosten van verwer- king bij deze stelsels.

De heer Den Hartog was nu bepaaldelijk van mening, dat het systeem van gedecen- traliseerde verwerking, dus het Rasp- en het Danosysteem beide, een kans moest worden gegeven. Daarbij komt, dat naar de overtuiging van onze woordvoerder, naar hii nntt PPn~ nitVnPr;O' 11it~~Pol'l7t:t.tto oon T\ann-

of Raspsysteem grote voordelen heeft boven het systeem-Van Maanen (minder Jtlas- en andere scherven, voordeel uit hygiënisch oogpunt en behoud van recreatiegebieden zonder verpestende vuilnisbelten en geen vervoer over lange afstand).

De heer Den Hartog maakte nu een bere- kening voor de aanwending van· die f 10 millioen, welke de minister vrijwel geheel heett overgenomen.

Zij luidt aldus (wij nemen nu de cijfers van de minister), dat het bedrijf W, Nuenen een b~drag van ongeveer f 3,6 millioen zal vereisen; · daarnaal?t zal het raspbedrijf in Schiedam f 500.000 vergen.

Voorts zijn er op het ogenblik reen aantal serieuze aanvragen van gemeenten, die het- zi~ het raspbedrijf, hetzij een Danobedrijf wensen, waarmede een bedrag van ongeveer f 3 millioen zal zijn gemoeid. Dat is dus in totaal f 7,1 millioen.

Resteert dus nog een bedrag van f 2,9 mil- Hoen. Overeenkomstig de suggestie van onze geestverwant kon de minister ermede ac- coord gaan, dat dit bedrag zou worden ge- reserveerd, om, n;~.dat met de verschillende systemen voldoende ervaring zou zijn op- gedaan en de kostprijzen ook precies bekend waren, nader te beslissen over de besteding van die f 2,9 millioen.

Aanvankelijk. zou de Stichting Compost nog met f 1 millioen worden gefinancierd, maar het bleek nu mogelijk, deze Stichting al naar gelang het nodig is, tot een maxi- mum van f 1 milHoen te financieren uit de aflossing van de verschillende bedragen.

De iweede grief van de heer Den Hartog en van alle andere woordvoerders in de Kamer was de volledige "personele unie"

tussen de V .A.M. en de Stichting Compost, in die zin, dat d.ie Stichting uitsluitend wordt gevormd door leden van de Raad van Commissarissen van de V.A.M. en dat de directeur van de V.A.M. ook als direc- teur van de Stichting optreedt. . t

Zonder -de objectiviteit ~of de ·integ111iteit van -het bestuur in . twijfel , te ·trekken,

· mèënde meh toch, dat· dit onjuist Wàs; dat het bestuur van de V.A~M: uitstuitend een taak moest ·hebben tèn aanzien vàn het beheer det. ·eigen bedrijven, rrüiar dàt'' de financiering der· gemeenten riiet beöoi'deêld diende te ·worden door wat men noemde:

coacurrerende bedrijven.

Minister Mansholt verklaarde zich nu be- reid, een duidelijke scheiding aan te bren- gen tussen de taak van de V.A.M. bij het beheren van de eigen bedrijven <Nuenen en Schiedam) enerzijds en tussen de Stich- ting Compost anderzijds, die in het alge- meen een· voorbereidende taak heeft: studie voorlichting en voorbereiding van onder- zoek. Bovendien verklaarde de minister zich bereid, het bestuur van de Stichting te wij- zigen en uit te breiden met een aantal on- afhankelijke wetenschappelijke en andere personen.

Bij àe replieken noemde minister-Màns- holt ook nog de mogelijkheid; een advi"es- college in het leven te roepe~ mèt· betrek- king tot de gelden, die nog niet vastiiggen.

Daarmede had de heer Dén Hàrtog '-- en wij mogen wel zeggen: de gehele :K:ämer · - bereikt wat hij en Zij wilden. De resultaten zullen nu verder moeten worden àfgewacht.

A.

4 4 4 • • • 4 4 • • • • ·~~~~ 4 4 • • • • • • 4 • 4 ~

COMPETITIE-PRIJSVRAAG

l\len oefene nog even geduld.

A

angezien het Aigemeen Se- cretariaat nog niet beschikt over het offiCiële cijfer van het door de V.V.D. bij de Provinciale

Statenve~kiezingen in totaal be- haalde stemmental, kan op dit ogenblik nog niet begonnen wor- den met het uitzoeken van de in- zendingen van de ter gelegenheid van de ledenwervingsactie uitge-

schre·~en competitie-prijsvraag.

De inzendingen 3ijn na het ver- str:jJ<:en van de gestelde termijn verzegeld en het wachten is thans op de g<>gevens volgens de otfi.

ciële telling, die wij bij de betref.

fende Centraalstembnreaux heb- ben aangevraagd en derhalve binnen afzienbare tijd in ons be- zit hopen te hebben.

Daarna zal met het uitzoeken van de oplossingen een aanvang worden gemaakt en zullen de ge- lukkige prijswinnaars zo spoedig

mogelijk beric):lt ontvangen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

gen zien, waarvoor ze evenmin éen oplossing weten als hun dakloze geestverwanten. Zij blijven slechts ia het partijverband, omdat ze net als prof. Donkersloot,

Een vierde punt. Een van Prof. Rommes ernstigste grieven is, dat de liberale frac. tie in de Tweede Kamer zich gekeerd heeft tegen de door de Minister van

Maar juist dit bewustzijn legt ons allen dan ook de verplichting op, ons voortdurend te bezinnen op die fundamentele vragen, die Thorbecke centraal stelde en

J. o e Commissie voor het Statuut van de Vrouw heeft onlangs haar 6de bijeenkomst te Genève gehouden. Deze Commissie is een onderdeel van de Economische en Sociale

T en aanzien van het Duitse herstel is de auteur minder optimistisch. Hij verwacht in Duitsland in de eerste jaren geen aanzienlijke verruiming van de exportmogelijkheden,

schen aan de zijde van de voorstanders der afschaffing. Bijna vier maanden heeft het toen geduurd voordat Nederland weer een Kabinet had. Wanneer dus in dit

Dat uit een socialistische mond ook wel eens andere woorden kunnen worden gehoord dan de klassieke eisen }ot loonsverhoging, verho- ging van de belasting, het

H umOl' is zeldzaam en daarom kostbaar, in het dagelijks bestaan; doch zeker in de letterkunde. Zij in ons land, die dit bedrijf beoefenen leven in de