• No results found

Niets is wat het lijkt. Ook de “vette vis” niet“N-VA schuift de communautaire guer-

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Niets is wat het lijkt. Ook de “vette vis” niet“N-VA schuift de communautaire guer-"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1,95

70

ste

jaargang • nummer 31 • woensdag 30 juli 2014 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Deze week

Zeventig jaar Bretton Woods 2

Over de “Staatsklugheit”

van De Wever 3

Briefje aan Gwendolyn Rutten 3

Pittige vragen bij de

strategie van de N-VA 5

Loe de Jong (2) 4

Het personeelsprobleem

van de PS 7

Steriele sanctiestrategie 8

Op de praatstoel:

Lionel Vandenberghe 11

Niets is wat het lijkt. Ook de “vette vis” niet

“N-VA schuift de communautaire guer- rilla de komende vijf jaar volledig ter- zijde.” Het is een gifpijl die coformateur Charles Michel (MR), “bondgenoot” van de N-VA in de nog te vormen federale regering, via de RTBF-radio vorige woens- dag afschoot in het hart van De Wever. Of de coalitie met MR, N-VA, CD&V en Open Vld er komt, valt nog te bezien. De N-VA heeft na een schitterende voorzet van Di Rupo en Lutgen in Vlaanderen gescoord.

Een mooie, maar helaas ook maar een halve overwinning voor de partij. De fede- rale adders zouden de komende weken en maanden wel eens snel vanonder het gras kunnen kruipen.

Het hardnekkige eufemisme waarmee in Vlaamse media de federale kamikazecoalitie met MR een Zweedse coalitie wordt genoemd, is verbazend. Dan is de opinie van Karel van Eetvelt van Unizo toch een stuk eerlijker. Hij vindt dat de PS maar beter “in elke regering” - dus ook in de federale - zou zitten. Wil de N-VA een federale regering zónder de PS, “dan vind ik dat een grote fout”, poneert de Unizo-top- man. “In Vlaanderen stemt 30 procent voor de N-VA, in Wallonië bijna 30 procent voor de PS. Dan is het voor mij logisch dat ze allebei in de regering zitten… Een verdomde demo- cratische plicht.” Van Eetvelt is geen idioot, nemen we aan.

Kamikaze of Zweeds, een strateeg als De Wever zal wel weten dat de buit verre van binnen is. Di Rupo en Onkelinx, koning en koningin van de PS, bleven opzij staan toen de ministerspostjes in Wallonië en Brussel wer- den verdeeld. Dat laat vermoeden “dat die nog iets te goed hebben”, suggereert Wetstraat- watcher Marc van de Looverbosch.

In het beste geval (voor de Franstaligen) wordt dat de terugkeer van een klassieke tri- partite, maar dat is niet alleen voor Van Eet- velt en Unizo, maar voor heel veel Vlamingen

“een pudding die we echt nóóit meer willen eten”. In het beste geval (voor de Vlamingen) zal Di Rupo moeten vrede nemen met een preconfederale “notarisregering” waarin de deelstaten nog samen doen wat ze kunnen.

Niet omdat het kan, maar omdat het moet. De snelheid waarmee de PS zich koppelde aan de cdH laat vermoeden dat daar al afspraken over bestaan.

Preconfederaal

Is dit scenario te ver gezocht? In zo’n pre- confederale regering met twee sterke blokken - zonder socialisten in Vlaanderen en zonder liberalen in Wallonië - zouden een rechtser Vlaanderen en een linkser Wallonië in elk geval meer dan ooit zichzelf kunnen zijn. Is dit koninkrijk straks “de facto gesplitst”, sneller gesplitst dan door velen verwacht? “We staan er misschien iets dichter bij dan ooit”, aldus nog Van de Looverbosch.

De koning heeft Kris Peeters (CD&V) en Charles Michel (MR) wel een zomerse forma- tieopdracht gegeven, maar wat betekent dat?

Er is wel al een federale coalitie, maar nog geen federaal regeerakkoord.

In het scenario van een preconfederale regering kan De Wever doen wat hij graag doet: in Antwerpen blijven en ervan uitgaan dat zijn “nationale” politieke rol op waakvlam wordt gesteld. In Het Laatste Nieuws noemt commentator Jan Segers dat “lafheid”, maar hij vergeet dat De Wever al jaren geleden aan- kondigde dat dit zijn intenties waren.

In het scenario van een preconfederale regering wordt het vinden van 17 miljard euro om de overheidsfinanciën te saneren en soci- aaleconomische hervormingen door te voeren een uiterst lastige karwei. Maar niet moeilij- ker, en misschien zelfs makkelijker, dan in een Kamikaze-regering. De oppositie tegen de overheid zou in een zelfmoordcoalitie veel radicaler zijn, met alle gevolgen van dien.

In het scenario van een preconfederale regering leggen de sterkste partijen geen

hypotheek op hun toekomst in eigen regio.

De Wever is niet tegen een galante solidariteit met Brussel en Wallonië als dit op middellange termijn de Vlaamse autonomie vooruithelpt.

In zo’n kader is alles mogelijk en kan de juri- disch-technische weg snel worden afgelegd.

Tsjechen en Slovaken gingen nog een eind ver- der en sloten uiteindelijk ook vrij snel akkoor- den om hun eigen weg te kunnen gaan.

In het scenario van een preconfederale regering hoeft de N-VA niet bang te zijn dat ze haar Vlaams-nationale achterban zal moe- ten aantonen dat België best vlotjes werkt. En evenmin bang te zijn dat ze haar meer libe- rale volgers zal moeten ontgoochelen met een middenstandsregering die het land kapot bespaart.

Utopie?

De komende weken zal blijken hoe realis- tisch dat preconfederale scenario is. Het lijkt ons niet zwakker dan het bijna overal aan- vaarde scenario dat de Zweedse coalitie er stellig komt. Omdat Di Rupo de absolute chef blijft van Brussel en Wallonië. En omdat een kamikaze-scenario dat Michel en zijn MR nu zouden aanvaarden, onwaarschijnlijk lijkt – en in Vlaanderen zelfs absoluut onmogelijk. Drie- kwart van de Franstalige kiezers uitsluiten is nog van een andere orde dan (terechte) ver- ontwaardiging over een federale regering zon- der Vlaamse meerderheid.

We blijven vermoeden dat De Wever een ander scenario voor ogen heeft. Niet dat van een zoveelste Belgische “federale” regering, die hij overigens in geen geval zelf wil leiden.

Wel een scenario dat de zwakte van België ver- vangt door een copernicaanse omwenteling die zowel Vlaanderen als Wallonië de zuurstof van autonomie toedient.

De keuze tussen beide scenario’s heeft de N-VA maar deels in handen. Vandaar de toe- giften aan CD&V (Peeters premier, en mooie portefeuilles voor de Vlaamse ministers) en aan Open Vld (meedoen mag, maar niet te

fel). Met de vorming van de Vlaamse regering is die flank alvast afgedekt.

Gewipt

Veel feller kan de N-VA niet van stapel lopen. Daarvoor is de partij helaas niet sterk genoeg. Integendeel, bij overmoed kan ze zelf worden gewipt en is zelfs een absoluut ramp- scenario niet uit te sluiten: de terugkeer van een traditionele tripartite of van formaties zon- der de N-VA. Een regering zonder Vlaamse meerderheid zal dan helemaal geen zonde meer zijn, want “de N-VA vindt dat toch geen probleem?…” Zelfs op Vlaams niveau kan de partij worden gewipt. Niet makkelijk, dat weten we, maar met een constructieve motie van wantrouwen en als een alternatieve coa- litie klaarstaat, kan het wel.

Daarom stelt de partij zich op alle fronten erg redelijk op. Niet zonder twijfels, nemen we aan. “De geschiedenis van de Volksunie leert dat dergelijke ‘diplomatie’ op termijn destructief werkt, waarschuwde Manu Ruys al tien jaar geleden Geert Bourgeois. Diens jonge N-VA had toen na het samengaan met CD&V met het kartel in 2004 een eerste suc- ces geboekt. Tien jaar later zit een veel sterker geworden N-VA met een veel groter geworden dilemma. Hoelang kan de partij stilstaan? Hoe bleek kan ze haar Vlaams programma laten verkleuren?

De partij zit halfweg haar parcours naar Verandering. Benieuwd of dat goed afloopt.

De kritiek in Vlaams-nationale kringen (VVB, Doorbraak, e.a.) is vrij fel, maar halfweg het parcours dat de N-VA moet afleggen mis- schien wat voorbarig (lees hierover op blz.

5). Laat ons de beeldspraak beperken tot één zin: een vette vis ligt voor de Vlaams-nationa- listen nog niet op het bord, zelfs geen sardien- tje. Honger hebben de Vlamingen alvast wel.

Voorlopig is helaas ook met De Wever niets wat het lijkt. Zelfs niet de “vette vis” waar hij het vaak over had.

(2)

Actueel

30 juli 2014

2

Uit de smalle beursstraat

Zeventig jaar Bretton Woods

Op 22 juli 1944 sloten 44 landen in de VS het Bretton Woods- akkoord dat de dominantie van de dollar over de wereldeco- nomie bezegelde. Zeventig jaar later is er niet veel veranderd.

Als we het over die periode hebben, de zomer van 1944, dan denken vele kenners van de Tweede Wereldoorlog aan de mislukte aanslag van graaf von Stauffenberg op Adolf Hitler, en de ineen- storting van het oostfront na de Russische aanval met de code- naam ‘Bagration’.

Maar aan de andere kant van de grote plas werden in die hete julidagen beslissingen genomen die economisch van cruciaal belang waren voor de wereldeconomie. In Bretton Woods in New Hampshire kwamen experts van 44 landen samen om een nieuw mondiaal economisch systeem uit te dokteren. Bedoeling was dat de wereldeconomie zou draaien rond één munt: de dollar. Die was inwisselbaar in goud en de andere munten zouden een vaste waarde hebben ten opzichte van de ‘greenback’, al waren er wel bij- sturingen via devaluaties mogelijk. Met de akkoorden van Bretton Woods werd de Amerikaanse dollardominantie officieel bevestigd.

Die dominantie was al een aantal jaren een feit. De Britse his- toricus Adam Tooze, die in 2006 een magistraal werk over de opkomst en ondergang van de nazi-economie heeft geschreven, legt dat uit in zijn nieuwste boek ‘The Deluge’. Tooze toont aan dat de vele kredieten die de westerse landen van de Entente (Groot- Brittannië en Frankrijk vooral) tijdens de Eerste Wereldoorlog bij de VS aangingen, het einde inluidden van de Europese economische dominantie. De slag bij de Somme in 1916 werd door J.P. Morgan gefinancierd. De slag bij Passendale (1917) werd mogelijk dankzij Amerikaans manna. Groot-Brittannië en Frankrijk hadden na de eerste wereldbrand veel schulden bij de VS uitstaan en hoopten die onder andere via de zware Duitse herstelbetalingen te kunnen aflossen. Eigenlijk was de dollar al tijdens het interbellum de munt aan het worden waarrond alles draaide.

Bretton Woods bevestigde die almacht van de dollar: Amerika

werd de hefboom van het moderne mondiale vrije kapitalisme.

Gelijk werden de Wereldbank (die de heropbouw van Europa en Japan moest regelen) en het IMF opgericht.

In de loop der jaren hebben de Amerikanen hun economische positie keer op keer versterkt. In de jaren 60 lag in Fort Knox twee derde van de mondiale goudreserves opgestapeld. Maar in die periode kwam het systeem van Bretton Woods ook onder druk te staan. Om onder andere de oorlog in Vietnam te financieren, werden meer en meer dollars gedrukt en in 1971 werd de goud- standaard opgeheven. De munten begonnen vrij te vlotten rond de dollar.

Dat systeem is minder stabiel, maar monetair gezien blijft de dol- lardominantie bestaan. Negentig procent van de handel van grond- stoffen gebeurt in dollars. De centrale banken hebben wereldwijd deviezenreserves, maar die bestaan nog altijd voor twee derde uit dollars. In de VS zeggen ze steevast tegen andere landen: “De dol- lar is uw probleem en onze munt.” Al is het voor de Amerikanen ook een moeilijke evenwichtsoefening. Hun referentiemunt mag niet te sterk worden, anders lijdt de export eronder.

Feit is dat dollartegoeden voor landen cruciaal blijven. Het groene biljet gaat de wereld rond en wordt door bedrijven gebruikt om in groeilanden te investeren, dus om voor welvaart te zorgen.

Sommigen dachten dat de dollardominantie met de financiële crisis zou verdwijnen. Fout. Vorig jaar publiceerde de Development Bank of Singapore een interessante studie over de impact van de crisis van 2008. Daaruit blijkt dat de dollarmobiliteit aan het dalen was na de ineenstorting van Lehman Brothers. Gevolg was dat de economische activiteit in een groeiregio als Azië sterk afnam: min- der dollarkredieten, minder investeringen, minder handel,… Eigen- lijk kwam de dollar nog versterkt uit de crisis. Vandaar dat een aan- tal landen nu werken aan monetaire stelsels die een alternatief vormen voor de dollardominantie. Wat dat concreet inhoudt, leg- gen we volgende week uit.

ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN

De hype in “overdrive”

Het fenomeen “hype” in de media is niet nieuw, maar wordt wel almaar grotesker.

Overdrijven loont zelden. Zich daar veel aan bezondigen neemt de geloofwaardigheid weg, zeker als de resultaten niet in verhouding staan tot de in “overdrive” gevoerde pro- paganda. Denk alleen al aan de duivelshype. Van “onze jongens” in Brazilië werd ver- wacht dat ze de bodemlaag zouden leggen voor de verdere uitbouw van een nieuw Bel- gisch eenheidsgevoel in dienst van “het systeem”. Het draaide anders uit.

Het werk van de voetbalhelden viel tegen.

In tegenovergesteld geval had de bierspon- sor van koning voetbal in België de vraag naar tricolore vlaggen allicht niet kunnen bijhouden. Evenmin als de fabrikant(en) van hoesjes voor autospiegels. Nu verdwe- nen de meeste vlaggen en spiegelhoes- jes even vlug als ze gekomen waren. Pech voor de monarchisten die de steun voor een voetbalploeg verwarden met die van her- rijzende vaderlandsliefde van Belgen die bezig waren met de redding van het konink- rijk. Brute pech, zelfs voor een verhoopt in elkaar overgaan van de duivelshype naar die van de nationale feestdag. De media zetten zich over die pech heen, en grepen de “vie- ring” van een jaar “nieuw vorstenpaar” aan als alternatief om de door de Rode Duivels nagelaten leemte op te vullen.

Het lukte niet echt. Op 21 juli bleef van vlaggen en spiegelhoesjes in het straat- beeld nauwelijks wat over. Erger, het aan België o zo verknochte ouderlijke koppel van koning Philippe weigerde zijn perma- nente vakantie op kosten van de belasting- betaler te onderbreken om te doen wat zijn verdomde plicht was.

Namelijk in de tribunes zitten die op 21 juli in Brussel in de eerste plaats voor het godganse koninklijke circus annex het “esta- blishment” worden opgericht. In slaap val- len tijdens de militaire parade mag. Aanwe- zig zijn moet. Prins Laurent weet daar alles van. De media beperkten zich tot het “vast- stellen van feiten”. Meer dan gewettigde kri- tiek over de fenomenale blunder van Albert en Paola bleef uit. Zo gaat dat als het resul- taat van een hype de hype in de steek laat.

Doof en blind

Tussen de duivelshype, de nationale feestdaghype en de Tourhype werd voor ons allen – verzuurden uitgezonderd – de Tomorrowlandhype als tussendoortje opge- voerd. Men kan het zo zot of decadent niet verzinnen, of het gebeurt op de Schorre in Boom. Tenzij het “normaal” is dat een stinkend rijke Indiër daar, voor de lol, voor 20.000 euro flessen champagne laat leeg- spuiten. Dat wordt dan midden het feest- gedruis door de “meevierende” journalis-

ten genoteerd als een “fait divers” voor de aanzet en het afronden van de hype over een “wereldfeest” in de modelstaat België.

Dat dit “feest” mensen in een straal van tien kilometer en naargelang de windrich- ting terroriseerde, zal niemand ontkennen die het noodgedwongen moest meemaken.

Belet niet dat er altijd een journalist is die inzake deerniswekkende fantasie en verzin- sels boven de rest uittorent. Voor de Tomor- rowlandhype was dat de dienstplichtige die voor en in Het Laatste Nieuws brandhout moest maken van klachten over lawaai- en andere overlast.

Die bij uitstek geloofwaardige “journa- list” kreeg een volle bladzijde plaats om “te bewijzen” dat slapen bij overdadig gedreun een fluitje van een cent is. Hij tekende voor het statuut “buurtbewoner voor een nacht”, publiceerde een foto van zijn als marmot slapende zichzelf met de “beats” als naaste buur. Niks lawaai bij nacht en niks kapot tij- dens een zelf uitgevoerde inspectieronde bij het ochtendgloren. Zijn in alle onpartij- digheid getrokken conclusie? Klagers zijn zagers! Ronduit belachelijk zijn de enige woorden die bij dat soort journalistiek pas- sen, tenzij de auteur ervan én doof én blind zou zijn.

“Volks” aanvoelen

Om het aangename van een “wereld- feest” aan het nuttige te koppelen - pro- filering, voor het behoud van kansen op voortzetting van zijn “beleid“ -, verscheen ook Elio di Rupo op de Schorre. Kwestie van zich even in de gebruikelijke overdrive van de hype van de week belicht te zien.

“Diep geschokt” door de bombardemen- ten in Gaza en het neerhalen van een pas- sagiersvliegtuig in Oekraïne, beschikte de ontslagnemende premier blijkbaar nog over voldoende “gezonde reflex” om zich in een losgeslagen meute te mengen. Hij genoot naar zijn zeggen van de halfnaakte mannen en vrouwen die hem om de hals vlogen. Met

“lichte” voorkeur voor de eerste categorie allicht, zij het dat hij daarover niet repte.

Genoot zijn blijk van “volks” aanvoelen boventoon in de andermaal in “overdrive”

verslag uitbrengende media, gelukt was zijn poging tot verovering van Vlaamse jon- gerenzieltjes niet. Waar veel jongeren bij gebrek aan poen - een inkomticket kost 300 euro - weg moesten blijven en waar de “beau monde” regeerde, kreeg Elio, naast een lading ijsblokjes die de cham- pagne koel hield, ook een uitjouwtrakta- tie over zich heen. In dezelfde krant die bij monde van een “journalist” geen spoor van geluidsoverlast of vandalisme vond in en rond de Schorre, klonk de conclusie van opinieschrijver Jan Segers veelbetekenend:

“Zolang Di Rupo tussen twee moordaansla- gen in Oekraïne en Gaza door nog tijd en goesting vindt om zich tussen feestende jonge lijven te smijten op het hipste festival ter wereld, blijft België het beloofde land.

Tomorrowland, waar het ook morgen goed leven is.” Met zijn allen dus op naar de vol- gende Belgische hype in overdrive!

D.MOL

Keizerlijke ambities

(3)

Actueel 30 juli 2014 3 Over de “Staatsklugheit”

van De Wever

Is Geert Bourgeois de eerste Vlaams-nationale minister-president of eerste minis- ter? Ja, als men de bezettingsjaren uit de geschiedenis licht. Nee, als men aanneemt dat de VNV’er Gerard Romsée tijdens de bezetting als voorzitter van het college van secretarissen-generaal de bevoegdheid van een Belgisch eerste minister heeft uit- geoefend. Als niemand anders eraan herinnert, zal ik het maar doen, zeker?

Voor het overige: niets dan lof en geluk- wensen voor Geert Bourgeois.

Als N-VA een probleem krijgt, dan zal dat waarschijnlijk niets te maken hebben met de Vlaamse regering, die alleen aan de kant van Open VLD zeer zwak wordt ingevuld met twee- of derdekeuzeministers, terwijl N-VA en CD&V hun topkader naar de Vlaamse rege- ring stuurden. Dat is de confederale logica:

de beste mensen worden Gewestminis- ter. Zozeer zelfs dat er reden is om te vre- zen dat de Vlaamse regeringspartijen, als ze straks ook in de Belgische regering zitten, daar ondermaats zouden kunnen vertegen- woordigd zijn.

Het grootste probleem krijgt de N-VA te behandelen als eind augustus of daarom- trent een Belgisch regeerprogramma wordt opgesteld, en definitief blijkt dat er, in strijd met de kiesbeloften van de partij en in strijd met de reden waarom een aantal mensen op 25 mei voor N-VA hebben gestemd, deze regering wél een “rechts” beleid zal voeren, maar geen enkele stap zal zetten in de door de N-VA aangeprezen en beloofde richting van het confederalisme. De Belgische rege- ring wordt er dus een die, zowel op partijni- veau (de leden moeten met een tweederde meerderheid de deelneming aan de Belgi- sche regering goedkeuren) als op electoraal niveau (bij de volgende verkiezingen) afgere- kend zal worden op haar “rechts” beleid, plus op de afwezigheid van enige confederalisti- sche vooruitgang. Onvermijdelijk zal hierte- gen oppositie vanuit de Vlaamse Beweging worden gevoerd. Zelfs indien dat gebeurt met fluwelen handschoenen en vol begrip voor een moeilijke keuze tussen consequent radi- calisme en consequent participationisme, dan nog krijgt N-VA een probleem.

In de lijn van Romsée ….

Natuurlijk kan men er begrip voor hebben dat de N-VA wilde verhinderen dat er een regering di Rupo bis kwam, die trouwens nog steeds tot de mogelijkheden behoort. In ieder geval houdt formateur Charles Michel (MR) dit laatste in zijn achterhoofd. Blijkt eind augustus dat de N-VA niet op sommige Frans- talige eisen ingaat, dan ligt dit project weer op tafel. Luistert men goed naar de bittere toon die iemand als CD&V voorzitter Beke (in De Standaard, 26 juli) of de voorzitter van het ACV aanslaan als ze het over de N-VA heb- ben, dan weet men dat zij met een plan B in hun achterhoofd zitten.

Maar laten we daar even niet aan denken en ons verplaatsen in het hoofd van N-VA’ers die te goeder trouw de keuze hebben gemaakt om te doen wat volgens de onder- schatte Vlaams voorman wijlen Karel Dil- len een Vlaams-nationale partij nooit mocht doen, namelijk deelnemen aan een Belgische regering die niet de laatste Belgische rege- ring zou zijn. Alleen in zo’n “laatste Belgische regering”, die dus het land zou opsplitsen, had regeringsdeelneming voor Vlaams-natio- nalisten zin, aldus Dillen. Laten we misschien denken aan de overwegingen die ook wijlen Gerard Romsée heeft moeten maken toen hij als Vlaams-nationalist aan het hoofd ging staan van een feitelijke Belgische regering. Ik heb het daar ooit met hem over gehad en kan getuigen dat zijn antwoord was: om beters- wil moest ik dat doen. Ik moest, zei hij, mij dienstbaar stellen aan de bevolking van dit land. Kunnen de N-VA’ers vandaag hetzelfde zeggen? Gelden voor Vlaams-nationale col- laboratie met België dezelfde verontschul- digingen als voor collaboratie met andere mogendheden?

.. en naar het woord van Reyn- ders

Het is zo, dat een kwart eeuw socialistisch mede-bestuur van de Belgische staat tot een sociaal-economische impasse heeft geleid, waarvan het ijverige Vlaanderen de nade- len ondervindt. Volgens die redenering kan

men met de woorden van de Waalse liberaal Reynders zeggen dat een regering zonder socialisten op zichzelf reeds een soort van staatshervorming is. De manier waarop de PS de Belgische staat monopoliseert voor het uitdelen van voordelen aan Wallonië in het algemeen en aan de eigen partij in het bijzon- der, en de opeenstapeling van Waals-socia- listische veto’s tegen een beleid dat gunstig zou zijn voor Vlaanderen, hebben in Vlaande- ren een klimaat geschapen van afkeer voor Walen én afkeer van socialisme, veel ster- ker dan men ter linkerzijde wil toegeven. Het socialisme komt in Vlaanderen nooit van de grond zolang het staat voor eenzijdige “soli- dariteit” met een Waals sociaal profitariaat.

Het bericht dat volgens de werkgeversor- ganisatie Unizo bij een herhaling van de rege- ring-Di Rupo ruim de helft van de Vlaamse ondernemers een wervingsstop of een delo- kalisering van hun bedrijvigheid overwegen (kranten van 30 juni), heeft verrast en is zeker aan het Hof opgemerkt. Overigens zijn ook steeds meer Walen uit de kringen van nij- verheid en vrije beroepen het socialistische beleid beu. Hadden zij “een De Wever”, dan zou die al spoedig 30 procent van de stem- men halen, volgens sommigen (Le Soir, 20 januari). Men weet niet wat er zou gebeu- ren als in Wallonië een charismatisch leider opstaat, zoals André Renard er een was, en de zelfstandigheid bepleit.

Men zou kunnen zeggen dat De Wever en de N-VA in Vlaanderen inspelen op en gebruik maken van een klimaat dat gunstig is voor een “rechts” beleid, en dat de partij dus, als het voorlopig niet mogelijk is de economische hefbomen van de macht naar de gewesten te verplaatsen, de plicht heeft om in België zodanig te wegen op het economische beleid dat het op z’n minst Vlaanderen niet langer benadeelt. Een regering zonder PS betekent een regering die althans op Belgisch vlak een einde maakt aan het Waals-socialistische cli- entelisme, het immobilisme en het assista- naat, de bijstandscultuur waardoor de werk- loosheid in delen van Henegouwen tot een beroep wordt dat overgaat van vader op zoon.

De soap rond de politieke benoemingen van de regering-Di Rupo heeft velen van afkeer vervuld. De PS wil steeds meer overheidsbe- moeienis, terwijl Vlaanderen oor heeft voor de woorden van de Nederlandse minister- president Mark Rutte, die zegt (in Elsevier, 21 december 2013): “Voor mij kan de rol van de overheid niet klein genoeg zijn”.

Smeken om confederalisme

En het kan natuurlijk gebeuren dat, nu de Parti Socialiste zich teruggetrokken heeft op Wallonië en Brussel, die partij, zoals De Tijd (2 juli) schrijft, na enkele jaren Belgisch niet- socialistisch bestuur, zal “smeken om con- federalisme”. Een regering van MR en N-VA brengt volgens de Franstalige socialisten het voortbestaan van België in gevaar. Dat zeg- gen ze als dreigement in de hoop daarmee steun te winnen aan het Hof en waar voorts nog “Belgisch” wordt gedacht, maar het kan wel kloppen. Deelneming van de N-VA aan zulk een Belgische regering zou allicht een mechanisme in gang kunnen zetten dat het confederalisme als vanzelf naderbij brengt.

Of dit zal lukken, zal de toekomst uitwijzen.

Maar nu het toch zo is dat “weinigen het zien zitten om opnieuw veroordeeld te worden tot een klassieke tripartite, de constellatie die getest zal worden als alle andere naar de prullenmand zijn verwezen” (De Tijd, 5 juli), moet men het maar eens proberen. Slaagt De Wever in zijn plan, dat er op neerkomt eerst aan de macht in België deel te nemen om mede van daaruit en door het normale ver- loop van de geschiedenis tot confederalisme te komen, dan zou dat getuigen van een wel uitzonderlijke (om het in het mooiste Duits te zeggen) Staatsklugheit.

MARK GRAMMENS

De blauwe bierbrouwer is terug van weggeweest

Plat op de buik

Mevrouw de linzensoepdrinkster, Omdat op het federale niveau de contou- ren van een regering werden uitgetekend waarin uw partij een rol zou moeten spelen, zat men in Vlaanderen met een probleem.

Gij hadt namelijk verklaard dat uw partij ofwel in de Vlaamse én de federale regering zou zitten, ofwel in geen van beide. Vijf jaar oppositiekuur in Vlaanderen en vier jaar in de federale regering hadden immers geen goed gedaan. De oplossing bestond er voor de Vlaamse onderhandelaars - die ook op federaal niveau aan zet zijn - dan maar in u op te vissen, al hadden zij uw partij niet nodig om een meerderheid te vormen. Op 21 juli rond 21 uur kreegt gij het door de N-VA en CD&V onderhandelde akkoord voor de neus met de twee-ene boodschap dat het te nemen was en zeker niet te laten. In dat geval was uw regeringsdeelname ver- zekerd. En zo geschiedde.

Zonder dralen, in een mum van tijd, slik- ten gij en uw partij het akkoord van het her- boren N-VA/CD&V-‘kartel’. Na zo’n vijftig dagen erover te hebben onderhandeld, wist dat ‘kartel’ heel goed dat gij er geen sikkepit meer aan kondt, laat staan mocht, verande- ren. ’s Anderendaags, in de ochtend, stondt gij mee in het Vlaams Parlement te blinken met ‘veel goesting en ambitie’ als redster des vaderlands. Uw verkiezingsprogramma verdween als sneeuw voor de zon. Voor een bord linzensoep liet gij het voor wat het was.

Zo hadden jullie storm gelopen tegen het Oosterweeltracé in Antwerpen en alterna- tieven voorgesteld. In een mum van tijd lag dat allemaal op de politieke vuilhoop, want de Vlaamse regering gaat het Oosterweel- tracé uitvoeren, mét uw zegen. Ja, ja, voor de schone schijn beloofden ze u nog een stu- die te zullen laten uitvoering over de over- kapping van (delen van) de Ring. Een zoet- houdertje.

Meer nog: gij krijgt Begroting en Finan- ciën als ‘cadeau’ van uw nieuwe vrienden, waarmee gij Annemie Turtelboom aan een

nieuwe baan helpt. Zij mag bijgevolg alle maatregelen van de nieuwe regering gaan berekenen én verdedigen.

Over een vergiftigd geschenk gesproken.

Niemand van het kartel stond te springen om die klus te klaren, in een heuse bespa- ringsregering. Annemie zal geregeld de zwartepiet toegeschoven krijgen. En dan haalt gij ook Sven Gatz boven water, om minister van Brussel en Cultuur te worden.

Omdat de andere twee partijen hun man- netjes en vrouwtjes al hadden klaarstaan, mocht gij dan ook nog die kastanje uit het vuur halen; er moet immers een Brusse- laar in de Vlaamse regering zitten. Sven Gatz, die niet aan de verkiezingen deelnam en dus geen democratisch verkozene is, krijgt de eer. Een man die het Vlaams Par- lement voortijdig verliet met de boodschap dat hij politiek uitverteld was en die toen, gelet op de grote commotie, zijn riante uit- tredingsvergoeding node afwees. Heeft de brouwersbaas opnieuw iets te vertellen? Of alleen aan de toog?

Terloops, met mijn slecht karakter dacht ik eraan: Turtelboom begon haar politieke car- rière in de CVP, en Gatz begon de zijne in de Volksunie. Ik neem aan dat dat geen voor- waarde was van de kartelpartners.

Hoe dan ook, dit is geen fraai verhaal.

De snelheid en de gewilligheid waarmee gij, wellicht in opdracht van de oude kroko- dillen in uw partij, op de buik zijt gegaan, is zelden gezien in de Belgische politiek.

Om België overeind te houden, is heel wat mogelijk, blijkt telkens weer. Het is ver geko- men dat de vorming van een Vlaamse rege- ring afhankelijk is geworden van de Belgi- sche formatie.

Gij treedt dus in een regering waarin gij niet nodig zijt en waarin gij met aan zeker- heid grenzende waarschijnlijkheid het ver- schil niet gaat maken. Ik ben eens benieuwd hoe lang uw goesting gaat duren…

Briefje aan Gwendolyn Rutten

SPAARZAAM WALLONIË

Vlaanderen kan die zesde staatshervor- ming op vrij korte termijn verteren, mits de nodige besparingen.

Voor Wallonië, dat in 2015 tegen een gapend tekort van 1,1 miljard euro aan- kijkt, en voor het permanent nooddruftige Brussel ligt dat veel moeilijker. Daar heb- ben ze, volgens een Brussels PS-kopstuk,

‘pas un franc’ op overschot. Al blijkt dat laatste dan weer niet uit het aantal minis- ters, schrijft Rik Van Cauwelaert in De Tijd.

De Waalse en de Brusselse en de regering van de Federatie Wallonië-Brussel (voor- heen Franse Gemeenschap) tellen liefst 23 kabinetten van ministers en staatssecreta- rissen. Kennelijk moeten al die overtollige federale PS- en cdH- cabinetards aan de slag blijven.

(4)

Actueel

30 juli 2014

4

Loe de Jong (2)

Twintig jaar geleden schreef Loe de Jong de laatste van de 16.000 bladzijden van “Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede oorlog”, een monument dat vandaag, tezamen met de reputatie van de auteur, wat geërodeerd is.

De incubatietijd

Aan het schrijven ging een buitengewoon lange incubatietijd vooraf. De Jong wist hoe gevoelig de oorlog lag, dus ging hij vanaf 1955 niet over één nacht ijs. Hij bleef de baas van het Rijksinstituut voor Oorlogs- documentatie, maar wilde voor 16 uur niet gestoord worden bij zijn opzoekingen. Ieder- een kon de enorme collecties van het insti- tuut consulteren, maar in de praktijk ging een zeer groot deel van de tijd en het werk van de medewerkers naar assistentie van de baas om hem de mogelijkheid te bieden het Hoofdwerk (met kapitale H) te realiseren.

De Jong las alles wat er te lezen viel over de oorlog. Hij consulteerde stapels archiefstuk- ken (binnen de tien minuten te bezorgen op zijn bureau) en noteerde alles op fiches.

Hij ondervroeg getuigen langdurig en zorg- vuldig, en bijna altijd eiste hij vervolginter- views als zijn kennis in de loop der jaren ver- meerderde.

De Jong een interview weigeren, was “not done”; temeer omdat ex-koningin Wilhel- mina het goede voorbeeld gaf en open met hem sprak over haar Londense jaren. Hij noteerde de woorden van zijn gesprekspart- ners op zijn fiches maar de gesprekken wer- den in hun geheel nooit opgenomen en uit- getypt, zodat menige gesprekspartner jaren later zich afvroeg of ie juist geciteerd was.

Die fiches waren De Jongs geheugen en wer- den keurig geklasseerd in twee grote kluizen.

Ieder kwartaal schreef De Jong een lang verslag voor zijn raad van toezicht, voor wetenschappelijke commissies en voor de ministers die het instituut subsidieerden en die zoals alle politici zich afvroegen waarom alles zo lang duurde. Keer op keer werd het mandaat van het “tijdelijk” instituut na wat bureaucratische gevechten verlengd.

Als ontspanning schreef De Jong voor Vrij Nederland over internationale politiek (tot hij aan de deur werd gezet, wegens zijn steun aan de Amerikaanse politiek in Vietnam). Hij hield een gelijkaardig praatje voor de VARA- televisie.

De tv-ster

Natuurlijk reageerde hij enthousiast op een voorstel om zijn expertise, en die van zijn instituut, ten dienste te stellen van een paar televisieprogramma’s die de twintig- ste verjaardag van de oorlog herdachten. Als vanzelf evolueerde die expertise eerst naar brede assistentie, vervolgens naar een sce- nario-opdracht om te eindigen bij de presen- tatie en alle touwtjes in de handen van De Jong. De programma’s gingen live, bestonden grotendeels uit zijn presentaties, afgewisseld met wat interviews en de weinige beeld- fragmenten die toen beschikbaar waren. Ze sloegen in als een bom, want de timing was perfect.

Er was nog geen tweede net, tot okto- ber 1964, en het aantal tv-toestellen steeg van 600.000 naar 2.000.000 in de tijd dat

“De Bezetting” duurde. “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister” was niet aan De Jong besteed. Ten slotte werden er 21 lange afleveringen over vijf jaar uitgesmeerd. In die programma’s kwam al de thesis aan bod die heel De Jongs productie zou beheersen.

De oorlog was een zaak van wit tegen zwart geweest, van goed en fout, van een held- haftige Nederlandse bevolking en een bees- tige bezetter.

De Vlaamse kopie

De invloed op Vlaanderen was groot, want de BRT begon ook met de aanzet van oor- logsprogramma’s. Toch was er een belang- rijk verschil. De Jong was een historicus die de bronnen uit de eerste hand kende. Bij de BRT bezaten de programmamakers (Louyet, Verhaeghe, Van de Vijver) geen historische vorming. Toen Maurice de Wilde zich bij het team voegde, werd dat een absolute regel.

Geen historici die hem met hun academi-

sche achtergrond op zijn plaats konden zet- ten of zijn ziekelijke aandacht voor onbenul- lige details inperken. Hij wilde harde werkers die van hem afhankelijk waren zodat hij als enige alle aandacht kreeg en zich kon verrij- ken met voordrachten en auteursrechten van boeken die door anderen geschreven waren tot zij die “negerfuncties” beu waren.

Gevolg: het tweede boek over collabo- ratie verscheen nooit. En de enige keer dat De Wilde zelf wat research deed, moest de omroep door het stof omdat hij ten onrechte reputaties had beschadigd. Maar zoals bij De Jong werd het oorlogsthema tot vervelens toe uitgemolken.

Reputaties maken en breken

In 1965 kreeg De Jong een kans voor open doel. Beatrix wilde absoluut met een Duit- ser trouwen en Nederland gruwde bij de gedachte. De hevig Oranjegezinde De Jong bood aan een onderzoek te verrichten naar de oorlogsactiviteiten van Klaus von Ams- berg, die als officier in Italië had gevoch- ten. Op een week tijd concludeerde De Jong dat Klaus onschuldig was, want hij had geen spoor van oorlogsmisdaden gevonden.

De Jong had geluk dat Amsberg inderdaad een onschuldig schaap was, want op het moment van zijn conclusies wist hij alleen iets van het bataljon maar niets van het indi- viduele gedrag van de nieuwe prins.

Een jaar later was het vooronderzoek voor- bij en begon De Jong effectief te schrijven.

In 1955 had hij meegedeeld dat de 8 of 9 delen in 1970 zouden klaar zijn. In werkelijk- heid werden het 14 delen (verspreid over 26 boeken). Het einde kwam eerst in november 1994. Altijd was er wel wat extra uit te leg- gen, begreep men de situatie niet als men de voorgeschiedenis niet kende en die ging soms veel jaren terug.

De Jong schreef in een vlotte journalis- tieke stijl maar met bijzonder veel details en – nogal raar voor een historicus – met wei- nig bronvermeldingen. Hij zorgde ervoor dat in ieder deel wat sensationele krenten zaten (bijvoorbeeld over de bastaarden van konin- gin Wilhelmina’s man). Televisiezenders en andere media werden weken op voorhand

“onder embargo” verwittigd dat er een nieuw deel was. De boeken verschenen altijd in het late najaar, zodat ze geschikt waren als geschenk. Het Hoofdwerk was een goud- mijn voor de uitgeverij: lange tijd minstens 100.000 verkochte exemplaren per boek. De Jong werd er niet armer door. Hij had de boe- ken in zijn werkuren als ambtenaar geschre- ven, maar kreeg toch een procentje. Hij ver- diende zo’n drie miljoen gulden.

De Jong kon een tijd mensen breken en maken. In het roddelcircuit hoorde hij dat de fractievoorzitter van het CDA, Willem Aantjes, een ministerspost had geweigerd wegens zijn oorlogsverleden. De Jong kraakte Aan- tjes in een beruchte persconferentie, waar- bij hij beweerde dat die politicus lid geweest was van de Waffen SS en daarmee feitelijk zijn Nederlanderschap had verspeeld.

Dat bleek later de Germaansche SS (een politieke beweging) geweest te zijn om naar Nederland terug te keren, waarna Aantjes gedetineerd werd door de Duitsers. De Jong erkende later die vergissing, maar de loop- baan van Aantjes was voorbij. Met Joseph Luns (toenmalig secretaris-generaal van de NAVO, waar De Jong een groot voorstan- der van was) had hij meer meelij. Hij aan- vaardde de doorzichtige leugen van Luns dat die onwetend drie jaar lang als lid van de NSB van Mussert was aangemeld door zijn oudere broer.

Na de voltooiing van het Hoofdwerk spande een jongere generatie historici zich in om vooral het grijs van de oorlog te beklem- tonen, en De Jongs werk werd zwaar en soms terecht bekritiseerd. Hij overleed in 2005, maar zijn instituut bestaat nog altijd (nu het NIOD). Omdat het werk van de auteur met belastinggeld gefinancierd werd, kunt u alle boeken gratis downloaden. Waarschijnlijk hebben maar enkele duizenden Nederlan- ders echt alles van het eerste tot het laatste woord gelezen, maar zowat elk prominent iemand bezat toentertijd een boekenplank met werken van De Jong. Vandaag aanvaar- den kringloopcentra en moderne boekenan- tiquariaten die boekenberg van 1 meter 60 zelfs niet meer gratis. JAN NECKERS

Di Rupo buiten spel gezet?

MINISTERSPOST GEMIST

Het heeft niet mogen zijn voor onze vriend Noël Slangen: hij stond bovenaan het lijstje van Gwendolyn Rutten om minis- ter te worden. Slangen, op vakantie in Tur- kije, moest zich stande pede melden op het Open Vld-hoofdkwartier.

Echter, er was een probleem. De minis- ter van Cultuur en Media die de Open Vld mocht leveren, moest een Brusselaar zijn.

Dus werd koortsachtig naar een oplossing gezocht: Slangen moest zich binnen 24 uur domiciliëren in Brussel, en ondertussen ook nog eens een appartement vinden. In de praktijk was dat onmogelijk, en zo zag Slangen de kans om minister te worden aan zijn neus voorbijgaan. Noël is absoluut niet blij, maar wij wel.

PERSONEELSPROBLEEM

De eerste namen die gefluisterd werden, als mogelijke kandidaten voor dezelfde ministerspost, waren de blauwe dames Els Ampe en Ann Brusseel. Over Brusseel lezen we op Wikipdia volgende omschrij- ving: “Brusseel trekt vooral de aandacht omwille van haar vermeende belgicisti- sche standpunten en haar kritiek op Vlaan- deren, waardoor ze graag wordt geciteerd in de Franstalige pers en door drukkings- groepen die streven naar het herstel van de unitaire staat. Ze kwam in 2009 ook in het nieuws door wat ze achteraf “een slecht grapje” noemde over de zieke Marie-Rose Morel.”

Hoe dan ook: zowel Els Ampe als Ann Brusseel werden te licht bevonden door Rutten. Vierkant gebuisd. Wat meteen aan- toont dat de verplichting één Brusselse Vlaming aan te stellen tot bloedarmoede leidt. Ook Pascal Smet geraakte maar in de vorige Vlaamse regering als tweede keuze.

Enkel omdat aan de quota moest voldaan worden, werd Smet minister.

VASTSTELLING

Wat kunnen we uit heel die toestand besluiten? Dat Open Vld niemand met ministeriële capaciteiten uit de eigen partij vanuit Brussel naar voren kon schuiven als minister. Bloedarmoede noemen we zoiets.

Dat er dan gedacht wordt aan trucen van de foor, om andere mensen te laten ver- huizen, smaakt bedenkelijk. Er werd niet alleen gedacht aan Noël Slangen, die van Hasselt naar Brussel moest verhui- zen, ook aan Bart Tommelein (Oostende), Jean-Jacques Degucht (Aalst) en zelfs Bart Somers (Mechelen) werden gepolst of ze bereid waren te verhuizen naar Brus- sel. Het voorgaande bewijst dat het regel- tje “het moet een Brusselaar zijn, want ook de Brusselse Vlamingen moeten vertegen- woordigd zijn in de Vlaamse regering” geen enkele waarde heeft als het erop aankomt de postjes verdeeld te krijgen.

CD&V-“LAND”

De verkiezingsslogan van de CD&V was toch opmerkelijk: “een sterk Vlaanderen in een sterk land”. Met andere woorden, voor de CD&V is Vlaanderen geen land.

Maar evenzeer: waarom dan niet gewoon

“een sterk Vlaanderen in een sterk België”

schrijven? Te meer daar we toch al decen- nia weten dat voor de CD&V maar één ding telt: België, en het Belgische staats- belang, en zeker niet Vlaanderen. Het valt wel meer voor dat wie zich onderwerpt de naam van de overheerser niet meer durft uit te spreken, uit respect of uit angst. Als een lezer een betere verklaring heeft voor de schroom die de CD&V aan de dag legt voor de naam België, mag hij het ons altijd laten weten.

LINKS OF RECHTS

Wordt Vlaanderen met de nieuwe rege- ring nu rechtser en Wallonië linkser? Pro- fessor Marc Hooghe merkt daar niet veel van in de teksten. Het nieuwe Vlaanderen vijlde de scherpste kantjes er af en “ver- donkeremaande” ze in vage teksten, “alsof rechts nog wat schroom heeft om zijn ware gelaat te laten zien”. Neem nu de aanpak van nieuwkomers. Ook voor hen is er in Vlaanderen een “flinke dosis newspeak”:

integratie wordt niet langer beoordeeld op inspanning via het volgen van lessen, maar op resultaat, zo luidt het. Maar wat betekent dat in de praktijk, vraagt Hooghe?

Vliegt diegene die de dt-regel niet onder de knie krijgt terug naar Kaboel? Wordt wie Nederlands met een zwaar Antwerps accent spreekt manu militari van het grondgebied verwijderd? Hooghe maakt met die vragen natuurlijk een karikatuur van de doelstellingen van het (taal)onder- wijs. Proffen stellen de vragen, oké, maar met zo’n nonsens in de krant, zouden som- migen van de universiteit moeten worden verwijderd. Hooghe weet best dat ook de doelstellingen, proeven en examens van zijn universiteit niet verhinderen dat de helft van de studenten slaagt als ze de helft van het gevraagde kunnen beantwoorden.

Het Vlaamse integratiebeleid is een stap in de goede richting, maar gaat absoluut niet ver genoeg. Hooghe zou moedig zijn indien hij de problematiek van de integratie kri- tisch zou analyseren. Maar het Vlaams regeerakkoord wegzetten als “bestraffend”

en “sadistisch” en het Waalse “ondersteu- nend” en een “retour du coeur” volstaat om te weten dat we dit soort afstandelijke analyses van Hooghe nooit mogen ver- wachten. Ook zijn communautaire analy- ses zijn ronduit belgicistisch.

ROTTERDAM DOET HET

Dat er met die taalsituatie in migran- tenmiddens iets aan de hand is, leren we in het buitenland. In landen waar de taal geen grote wereldtaal is, stelt dit probleem zich scherper. Zo ook in Nederland. De stad Rotterdam gaat laaggeletterdheid in de stad aanpakken. Neen, het voorstel komt niet van de PVV, maar van GroenLinks en VVD die vragen om meer geld hiervoor vrij te maken. Hun voorstel werd door een meerderheid in de Rotterdamse gemeente- raad gesteund. In Rotterdam wonen bijna 100.000 mensen die de Nederlandse taal

“onvoldoende” beheersen om goed mee te kunnen doen in de samenleving. Hooghe moet zich misschien daar eens gaan infor-

(5)

Actueel 30 juli 2014 5

De Vlaamse Volksbeweging (“N-VA, quo vadis?”) feliciteerde De Wever en zijn N-VA omdat die erin lijken te slagen ook op fede- raal niveau een centrumrechtse coalitie op de been te brengen. Maar volgens de “ten zeer- ste ontgoochelde” VVB stemden de Vlamin- gen niet alleen massaal centrumrechts, maar ook Vlaams. En er is weinig ‘Vlaams’ terug te vinden in het Vlaamse regeerakkoord.

“Quo vadis? Waar ga je heen? Gaan we enkel België versterken of gaan we, via Vlaanderen, ook en vooral belangrijke stappen zetten rich- ting een onafhankelijk Vlaanderen?” Interes- sante vragen van Bart de Valck, al valt te vre- zen dat de verzwakte Vlaamse Beweging nog even op een antwoord van de in de partijpoli- tiek actieve Vlaamsgezinden zal mogen wach- ten. Tenzij die Beweging onder impuls van De Valck en zijn VVB haar tweede adem vindt.

Homeopathie

De auteurs die publiceren in het e-zine Doorbraak zijn er evenmin gerust in. Ze ver- gelijken de “kracht van de verandering” die de N-VA voorlopig ontwikkelt met die van homeopathie en Zweedse kruiden. Jean- Pierre Rondas was de eerste met een pittig vraagteken.

Rondas spreekt over een “zelfmoordre- gering” en zit met duidelijke vragen voor de N-VA. Dat de Vlaamse partijen met de N-VA voorop ‘als Vlaamse regeringspartijen’ naar de federale onderhandelingstafel trekken, is “historisch” en “nooit gezien in de Belgi- sche staat”. Dat de socialisten aan de kant zijn geduwd, is politiek “sterk spel”. Tot daar het goede nieuws. Want het “zelfmoordleger”, waartoe de MR als kamikaze-francofonen wil- len toetreden, daar lijkt Rondas niet in te gelo- ven. Dat de Franstalige liberalen met niet eens tien procent van de kiezers zeven ministers- posten in het vizier hebben, “toont nog meer aan hoe absurd die formule wel is”.

“Precies dit zouden we nu van de Fransta- ligen verlangen, dat ze zich zouden neerleg- gen bij een veel eclatanter minderheid dan dat ene zeteltje dat de Vlamingen tekort kwa- men?”, stelt Rondas. Weinig kans dat dit onder de taalgrens wordt gezien als “democratische representatie”. Veel kans dat er een perma- nent gevoel opsteekt van “vernedering, mino- risering, gebrek aan respect”.

Rondas merkt terecht op dat de N-VA wordt omringd door partijen die niet alleen in de meest extreme bewoordingen het commu- nautaire deel van haar programma hebben uitgespuwd, maar gelijk de hele partij zelf, wat ze ook zei of deed. “Nous, c’est sans le N-VA” (Reynders), “Nul komma nul vertrou- wen in N-VA… De N-VA heeft geen Fransta-

lige partners” (Charles Michel, die het natio- nalisme haat uit de grond van zijn hart). “We mogen toch veronderstellen dat deze mensen daar toch iets van zullen gemeend hebben?”, werpt Rondas op.

En wat met de Vlaamse bondgenoten, die glimmen van vreugde omdat ze “erbij zijn”?

In de politiek is niets wat het is, maar voor- zitter Beke van CD&V wil nog altijd “een ster- ker Vlaanderen in een sterker land”. Een ster- ker land, daarmee bedoelt Beke toch “België versterken”? Ook Rutten herhaalde in haar eerste interventies opmerkelijk de campag- neslogans. “Zal N-VA België mee helpen ver- sterken?”, vraagt Rondas.

Knipperlicht

Zijn besluit is dan ook een fel knipperlicht:

om aan de macht te komen, heeft N-VA zich al een paar keer “homeopathisch verdund”:

voor de verkiezingen (de zogenaamde Bracke- bocht), dan tijdens de onderhandelingen voor de Vlaamse regering, en uiteraard nu nog een keer tijdens de onderhandelingen voor de federale regering. In de homeopathie kan men blijven verdunnen, maar geldt dat ook voor een politieke partij?

Quid Vlaamse resoluties, eigen fiscaliteit, Vlaamse sociale zekerheid? Quid de imple- mentatie van die vervelende kiezeltjes van die zesde staatshervorming, waar de N-VA toch niet gelukkig mee was? Quid de federale kies- kring, waar de liberalen hun zinnen op heb- ben gezet? Quid le tres grand Bruxelles dat verder gestalte krijgt via de sluipwegen van constructies rond de BMR (Brussels Metro- politan Region, nu Communauté Urbaine)?

Vlaams regeerakkoord

“Helpen Zweedse kruiden?”, vraagt Door- braak-hoofdredacteur Pieter Bauwens zich af.

Vlaamsgezinden hebben tot dusver geen rede- nen om euforisch te zijn. Bauwens lijkt ervan overtuigd te zijn dat de kamikaze-regering er komt, maar “niet te snel”. MR moet minstens de indruk geven dat het de huid duur verkoopt.

Bauwens vergelijkt het regeerakkoord met de akkoorden van vorige Vlaamse regerin- gen (2004 en 2009). Die omvatten toen toch enige ambitie inzake taalgrensperikelen, BHV, Brussel en de Vlaamse Rand. “Deze regering heeft geen gemeenschappelijke visie op het verder institutioneel versterken van de eigen deelstaat. Waarvan akte. We hadden van een V-partij als leidende partij meer verwacht”, aldus Bauwens.

Bauwens herinnert eraan dat de N-VA niet werd betrokken bij de zesde staatshervor- ming, waarmee Vlaanderen onder meer met medewerking van CD&V en Open Vld wel meer bevoegdheden kreeg, terwijl een deel

van de bijhorende middelen op het federale niveau bleef hangen. Die zesde staatshervor- ming zorgt andermaal voor veel versnippering van de bevoegdheden, die vaak deels fede- raal bleven. Gaat de N-VA dat inderdaad alle- maal slikken?

Bauwens wijst op een soort voluntarisme dat hem aan de rampzalige periode van paars doet denken. “Misschien helpt de N-VA een Belgische regering op de been die de levens- verwachting van België niet verkort maar ver- lengt? Misschien toont de N-VA hier wel frisjes aan, dat het Belgische systeem flexibel genoeg is en toch werkt?

Vlaams Belang

Vlaams Belang noemt de centrumrechtse Vlaamse regering “noch Vlaams, noch rechts”.

In het Vlaams Parlement zei de nieuwe VB- fractievoorzitter Chris Janssens dat een rege- ring zonder socialisten zowat het enige plus- punt was. Janssens had het ook over de paradox van deze meerderheid: “Nog nooit was een Vlaams-nationale partij zo groot in het parlement, nog nooit was er een Vlaams- nationale minister-president en toch is elke communautaire ambitie afwezig. Loyale uit- voering van de voor Vlaanderen nadelige zesde staatshervorming blijkt nu bij de N-VA in de plaats te komen van Vlaamse staats- vorming.”

Ook hij wijst erop dat het nieuwe regeerak- koord - in tegenstelling tot het vorige - geen enkele communautaire passage bevat. “Is dat nu de kracht van verandering en vooruit- gang?”, vroeg Janssens.

Janssens had voorts kritiek op duurder water, de verlaging van de kinderbijslag, de verhoging van de inschrijvingsgelden aan de universiteit, de vermindering van de woonbo- nus, een vorm van “gecamoufleerde belasting- verhoging.”, de invoering van het rekeningrij- den, een lager bedrag (500 miljoen euro) dan ooit vooropgesteld (1,3 miljard) voor Welzijn.

Het ontbreken van een resultaatsverbintenis bij het inburgeringsbeleid.

“Het uitgangspunt van dit regeerakkoord is niet de kracht van verandering, wel die van de continuïteit van de macht”, besloot Janssens.

De stilaan toenemende kritiek op de grote stilte van de N-VA op het communautaire front maakt Vlaamsgezinden nerveus. Dat is niet helemaal verwonderlijk, want de partij houdt zich – zacht uitgedrukt – op de vlakte.

Anderzijds is het Vlaamse bestuursniveau niet het politieke theater waar het communau- taire conflict in eerste instantie kan worden uitgevochten. Vlaanderen concentreert zich op de bevoegdheden die het heeft (onderwijs, welzijn, cultuur, milieu, verkeer). Maar nu daar de postjes zijn verdeeld, mogen De Wever en co stilaan eens iets vertellen over wat er in de partijstatuten staat, over de ideeën die ze de voorbije tien jaar aan Vlaanderen hebben ver- kocht én over de afspraken die ze in het voor- jaar met hun leden nog hebben gemaakt op een driedaags confederalismecongres.

ANJA PIETERS

Pittige vragen bij de strategie van de N-VA

De politieke commentaren van de voorbije week gingen vooral over de Vlaamse rege- ringsvorming en het Vlaamse regeerakkoord. Uitspraken over wat er ons op federaal vlak nog te wachten staat, waren er nauwelijks. Wegens te onvoorspelbaar wellicht.

Is het politieke glas voor het ogenblik half vol of half leeg? Vlaams-nationale opinie- makers houden hun hart vast. Ook voor Vlaams Belang is het Vlaamse regeerakkoord

“noch Vlaams, noch rechts”. Is die kritiek voorbarig?

meren. GroenLinks fractievoorzitter Judith Bokhove: “Als je de taal niet goed beheerst kan dat zorgen voor werkloos- heid, maar ook voor communicatieproble- men bij de dokter of gebrekkige contacten met andere inwoners”… “De samenle- ving wordt steeds ingewikkelder en daar- door wordt een slechte taalbeheersing een steeds grotere beperking. Daarom is het zo belangrijk dat Rotterdam aan de slag gaat met het terugdringen van laaggelet- terdheid”, zo stelt ze.

DE ALLES-GRATIS FREAKS

We kunnen er niet naast kijken: links in Vlaanderen zit met een probleem. We maken ons daar niet vrolijk over, want een tegengewicht tegen een eventuele “ruwe”

verrechtsing van een samenleving hoort thuis in een behoorlijk draaiende demo- cratie.

Alleen moeten linkse media en politici dan wel opletten dat ze vanuit hun frustra- tie niet op alle slakken zout gaan leggen.

Er wordt meteen na de Vlaamse regerings- vorming al wat afgezaagd. Onder meer over het afschaffen van gratis tram en bus voor 65-plussers. De schuld van “rechts”?

Alstublieft, zeg. Het gratis openbaar vervoer voor senioren werd in Brussel en Wallonië afgevoerd. Voerden die door de PS gedirigeerde gewesten dan een rechts beleid? De 65-plussers betalen er voor een jaarabonnement respectievelijk 60 euro (MIVB) en 36 euro (TEC). We nemen aan dat dergelijk bedrag voor de Vlaamse tram- en busgebruiker niet tot hongers- nood veroordeelt. Niet wie een schappe- lijke prijs vraagt voor overheidsdiensten slaat de bal verkeerd. Wel diegenen die denken dat men de olijke gratispolitiek van Stevaert met hand en tand moet ver- dedigen.

Een gelijkaardig debat zal zich aandie- nen in het onderwijs. Progressieve critici zijn in die milieus altijd op zoek naar een portie “revolutionaire geest” in kringen van studenten en academici. Over de ver- hoging van het inschrijvingsgeld voor stu- denten in het hoger onderwijs doen nu al wilde verhalen de ronde. In het najaar, als de dure festivals en korte vakantie achter de rug zijn, zullen de studenten tijd zoe- ken om de asociale regering Bourgeois te jennen.

TWEE DEMOCRATIEËN

Uit een peiling van Het Laatste Nieuws (AQ Rate, uitgevoerd op 23 en 24 juli) blijkt dat de “Zweedse” federale coali- tie (ook kamikazecoalitie of Ikea-coali- tie genoemd) waaraan nu wordt gewerkt, het land verdeelt. Zes op de tien Vlamin- gen ziet een centrumrechtse regering met N-VA, CD&V, Open Vld en MR zitten, zes op de tien Walen wil er niet van weten.

Die verdeeldheid legt een hypotheek op de slaagkansen van een Zweedse coali- tie, schrijft Peter Gorlé. “Als Bart De Wever beweert dat Noord en Zuid twee aparte democratiën zijn, bewijst deze peiling alvast zijn gelijk”. Bij de N-VA-kiezers loopt die steun op tot 90,4%. Kiezers van CD&V (70,7%) en Open Vld (65,5%) zijn iets min- der enthousiast. Bij de PS-kiezers is 87,2%

tegen een centrumrechtse regering, bij CdH 71,3%. Alleen de MR-kiezers vertrou- wen in het Zweedse project (76,5%).

STEMGEDRAG ONGEWIJZIGD

De peiling van Het Laatste Nieuws leert ons ook dat het stemgedrag van de Vlaamse kiezers twee maanden na de ver- kiezingen van 25 mei nauwelijks zou ver- anderen, mochten er nu federale verkie- zingen plaatsvinden. Verschuivingen zijn kleiner dan 1% en dus haast verwaar- loosbaar. “Dat lijkt erop te wijzen dat de meeste kiezers zich helemaal kunnen vinden in wat ‘hun’ partij sinds de stem- busslag al dan niet beslist heeft”, besluit Gorlé.

EENHEIDSWORST OF NIET?

Tijdens de vorige legislatuur had de socialistische minister Smet een “master- plan” uitgewerkt dat het Vlaamse onder- wijs volledig zou ruïneren. De hoofddoel- stelling daarbij was niet de verbetering

van het onderwijsniveau, maar het berei- ken van een utopische maoïstische “gelijk- heid”. Nu halen ijverige en begaafde leer- lingen betere resultaten dan hun domme, luie en ongemotiveerde leeftijdsgenoten, en die “ongelijkheid” is een doorn in het socialistische oog. Behalve de verdere uit- holling van studierichtingen met klassieke talen, is het opvallendste element in dat masterplan het afschaffen van het BSO, het TSO en het ASO. Die moeten allemaal tot dezelfde eenheidsworst verwerkt wor- den. Iedereen gelijk, iedereen even dom en onontwikkeld.

Alsof de immigranten door het afschaf- fen van de driedeling BSO-TSO-ASO plots dertig IQ-punten meer zouden krijgen en zeven eeuwen beschavingsachterstand zouden inlopen. Wij waren dan ook opge- lucht toen we minister-president Bour- geois hoorden verklaren dat de indeling in BSO, TSO en ASO behouden blijft. Maar we hebben ook het onderwijsluik in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord gelezen, en daarin staat zwart op wit dat het mas- terplan toch uitgevoerd wordt. Een kanjer van een tegenstrijdigheid.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De minister-president droomde ten slotte van algemene vrede, toch kan niet aan wapenpro- ductie voor de eigen veiligheid worden ontko- men, maar voor het overige doet Vlaanderen

Welnu, de vraag die dan moet gesteld worden is: Vlaming, ben je bereid te aanvaarden, dat je zoon of dochter die ’s morgens met de trein naar het kot in Leuven vertrekt, of je

De thema’s die hij aansneed (11 juli betaalde feestdag, eigen Vlaamse Grond- wet, geen federale inmenging in Vlaams buitenlands beleid,...), tja, men kan daar moeilijk tegen

Er waren immers toch iets te veel benoemingscarrousels tijdens de jongste re- geerperiode waaraan ook N-VA zonder protest deelnam… Had haar partij zich daar in 2014 ook niet

Het zal wel toeval zijn, want bij de FAZ hebben ze meest- al geen gevoel voor humor of satire, maar op hun webstek stond een eindje onder een artikel over kameraad Kühnert

Hij wil leven zo- als de mensen in het nieuwe land waar hij zich heeft gevestigd, en volgens Zemmour uit zich dat na een of twee generaties al door de namen die hij voor

Barbara Pas (fractievoorzitter VB) was niet onder de indruk, liet zich niet uit haar lood slaan en zei aan al degenen die jarenlang voor miljarden tekorten in de begroting

Zo’n fe- derale regering is slecht voor het land, maar kan niet anders dan een cadeau zijn voor Vlaams Belang en N-VA.. Zij kunnen de verhoopte op- positie voeren tegen een regering