• No results found

De luchtspiegeling van het N-VA-confederalisme

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De luchtspiegeling van het N-VA-confederalisme"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,30

74ste jaargang • nummer 29 • donderdag 19 juli 2018 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

“Grosso modo hebben we twee keuzes.

Ofwel gaan we door met de huidige formule, waarbij de ene gemeenschap de andere domi- neert (...) De tweede optie is de confederale omslag. Ik hoop dat ook de Franstaligen inzien dat het confederalisme voor hen een betere optie is.” Dat verklaarde Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) recent in een interview in De Tijd. Blijkbaar is de N-VA van plan om in de aanloop naar de verkiezingen toch op de communautaire trom te roffelen.

Federaal vicepremier en minister van Bin- nenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) liet een paar weken geleden iets gelijkaardigs verstaan.

De N-VA kiest voor een uitgesproken commu- nautair programma in de aanloop naar de ver- kiezingen. En wie dacht dat het grote liefde is tussen de Vlaams-nationalisten en het fede- rale België vergist zich: de N-VA wil volgend jaar zeker niet de premier leveren. Jambon zei daarover: “Vandaag ligt de MR permanent onder vuur. Kan u zich het circus in de Kamer inbeelden als de premier een N-VA’er zou zijn?

Dat is een waanbeeld.”

Wat staat in de Atoma-schriftjes?

Lange tijd zag het ernaar uit dat N-VA zich ging verzoenen met de deelname aan een rege- ring-Michel II, die zich net als de huidige rege- ring in eerste instantie zou focussen op een sociaaleconomisch beleid. Dat lijkt de voorbije weken te zijn gewijzigd. Door een harde stel- lingname in het migratie- en identiteitsdebat werd de N-VA met de hulp van de media in de hoek geduwd. Sommigen spraken al openlijk over een anti-N-VA-coalitie in 2019. Trouwens, de Vlaams-nationalisten werden de wacht aan- gezegd door de invloedrijke Vlaamse zaken- wereld, via werkgeversorganisatie Voka. Een aantal kopstukken lieten aan de N-VA-minis- ter verstaan dat men wat moest ‘dimmen’ rond asiel, migratie en identiteit. De focus moest verlegd worden naar het economische beleid.

Nu lijken een aantal N-VA’ers te kiezen voor de zogenaamd communautaire piste. Meer dan vroeger wordt gesproken over de noodzaak van een confederale omslag. Is dit louter ver- kiezingspraat? Een manier om de Vlaams-nati- onalistische achterban te paaien? Weyts was duidelijk: “Ik hoop dat we in 2019 stappen kun- nen zetten naar dat confederalisme. Al hangt dat van twee dingen af: het mandaat van de kiezer en wie tegenover ons aan de onderhan- delingstafel zit.”

Met het tweede deel van de zin zitten we meteen bij de essentie van het probleem. N-VA wil via een onderhandelde manier meer auto- nomie nastreven. Een eenzijdige onafhankelijk- heidsverklaring, of een eenzijdig confederaal

‘moment’ in het Vlaams Parlement bijvoor- beeld, is niet aan de orde.

Welnu, dan zitten de Vlaams-nationalisten niet in een comfortabele situatie. Zijn er wel partijen die willen praten over het verder uitkle- den van België? Niet echt. Het Vlaams Belang lijkt de enige optie, en dat is dan enkel om deel te nemen aan de laatste Belgische rege- ring ooit. CD&V mag zich dan wel confederaal noemen, intern spreekt niemand er nog over.

De liberale as MR/Open Vld is belgicistischer dan ooit. Van de linkerzijde valt weinig te ver-

wachten. Bij de PS is het met een vergrootglas zoeken naar de Waalse regionalisten. Neen, de N-VA heeft geen gesprekspartner voor een nieuwe staatshervorming. De confederale omslag heeft dus veel weg van een luchtspie- geling. Al is er een klein beetje hoop. Het is een publiek geheim dat aan het begin van de legis- latuur tussen de coalitiepartners een aantal discrete afspraken worden gemaakt. Die wor- den vaak neergeschreven in Atoma-schriftjes.

Zo is er sprake van een aantal artikels uit de grondwet die aan het einde van de legislatuur voor herziening vatbaar worden verklaard. Jan Jambon had dat eind 2014 bevestigd tijdens een lezing voor het Katholiek Vlaams Hoog- studentenverbond (KVHV). Vraag is: om welke artikels gaat het? En worden die afspraken van 2014 straks gehonoreerd?

Nieuwe belgitude is een kwakkel

Indien ja, dan is het pas een eerste stap. Ver- volgens moeten immers concrete onderhan- delingen volgen over een staatshervorming of stappen richting confederalisme. En daar lijkt zoals gezegd geen enkele partij zin in te heb- ben. Ook nu zijn de Franstalige partijen geen vragende partij voor een nieuwe staatshervor- ming. De huidige financieringswet is dan wel nadelig voor de deelstaten en zeker voor Wal- lonië, maar volgens de meeste experts heeft Wallonië pas in 2024 een probleem.

Eén vonk is genoeg om de communautaire vlam in de pan te laten slaan. Laten we even 32 jaar in de tijd teruggaan. Gewoon omdat er voldoende parallellen zijn met vandaag. Na de vierde plaats van de Belgische voetbalploeg op het WK ’86 in Mexico leek een nieuwe peri- ode van ‘belgitude’ aangebroken, maar een jaar later was men al uit die droom ontwaakt. De rooms-blauwe regering-Martens viel over het probleem Voeren. Nu is bekend dat dat een drogreden was, en dat het eigenlijk het ACV was dat die sociaaleconomisch te rechtse rege- ring (met toenmalig ‘joenk’ Verhofstadt) weg wou. Feit is dat de verkiezingen van eind 1987 in Wallonië gewonnen werden door de PS met een Waals-regionalistisch programma. Het jaar daarop werd een akkoord gesloten over een nieuwe staatshervorming.

Sommige waarnemers, zoals een Dave Sinar- det, raken opgewonden van de vele Jupiler- vlaggen in het straatbeeld. Er werd nog net niet gesproken over ‘een nieuw politiek feit’, zoals Siegfried Bracke als VRT-journalist in 1993 kon opperen bij de dood van koning Boudewijn.

Welnu, die belgitude is een kwakkel, en die zal zoals zo vaak snel verdwijnen. Er ligt immers genoeg ‘communautair’ dynamiet klaar. Over de transfers wordt nog amper gesproken, maar de nachtvluchten rond Brussel, de keuze van de opvolger voor de F-16, het gedrocht van het aangepaste taalregime in gerechtszaken, een aanpassing van het stelsel van de werk- loosheidsuitkeringen en het beleid betref- fende gezondheidszorg zijn thema’s die voor Vlaams-Waalse spanningen kunnen zorgen, de komende maanden. En dan zou het plots kun- nen dat partijen als de PS een communautaire campagne voeren.

Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) hoopt in 2019 op een staatshervor- ming die een stap richting confederalisme zet. Federaal vicepremier Jan Jambon liet al iets gelijkaardigs verstaan. De kans op een nieuwe staatshervorming, laat staan een stap richting confederalisme, is zeer klein. De Franstaligen zijn zeker de komende vijf jaar geen vragende partij. Al kan het communautaire spook altijd onverwacht opdui- ken. In 1986 vierde men net als vorig weekend op de Grote Markt in Brussel een nieuwe

‘voetbalbelgitude’ na een geslaagd WK. In 1987 viel de regering-Martens over Voeren en won de PS de verkiezingen met een Waals-nationalistisch programma. Ook in 2019 kan het op die manier lopen.

De luchtspiegeling van het N-VA-confederalisme

Paspoortenschandaal in Groot-Brittannië

Uit onderzoek in Groot-Brittannië is gebleken dat daar een lucratieve handel in Britse paspoorten bestaat, waarbij die persoonspapieren vlot verhandeld worden aan migranten en mogelijk ook aan jihadisten. Er zouden duidelijk terroristische linken zijn.

Het gaat niet om valse maar om echte paspoorten die gestolen worden, hetzij gekocht worden van hun Britse eigenaars.

Eens in hun bezit, brengen bendes die pas- poorten naar Istanboel of Athene, waar ze worden doorverkocht aan mensensmokke- laars.

Fysieke gelijkenissen

Het is verontrustend dat Britse burgers hun paspoorten gewoonweg verkopen! In Groot-Brittannië is in elk geval gebleken dat het vooral paspoorten zijn van mensen met een Arabische of Pakistaanse naam, die veel gevraagd zijn.

Gemiddeld bedraagt de kostprijs van een “goed paspoort” ongeveer 2.500 pond, aldus Europol, het politieagentschap van de EU.

Ondanks de omvang van het feno- meen blijkt een gecoördineerd politieop- treden toch moeilijk. Zo beschikt Interpol (de wereldorganisatie van politie) over een enorme hoeveelheid gegevens betreffende gestolen en verkochte paspoorten en iden- titeitskaarten, maar Interpol wordt niet auto- matisch geïnformeerd over de passagiers op vliegtuigen tussen de continenten. Daaren- boven is de SLTD-lijst (Stolen or Lost Tra- vel Documents) niet geconnecteerd met de nationale lijsten van gestolen of verloren paspoorten…

Het gevolg laat zich raden. Veiligheids- diensten die zich bezighouden met migra- tie, consulteren niet eens de SLTD-lijst om te checken of een onder het loketglas gescho- ven paspoort of identiteitskaart gestolen of verkocht werd. Pietvan nieuwvliet

Migratie zorgt voor

extra problemen bij begroting.

De Afrikaanse koekoek rukt op.

(2)

Actueel 19 juli 2018

2

Uit de smalle beursstraat

De ballon van de vakbonden loopt leeg

De vakbonden bij de NMBS die twee dagen na elkaar sta- ken in de grote vakantie - van 10 tot 12 juli - waardoor ouders op eigen houtje kinderen moeten gaan afhalen op kamp: vroe- ger was dit het hoofdpunt op een journaal en werd daar in het hele land schande over gesproken. Nu kijkt niemand nog op.

Akkoord, de spoorstaking van vorige week ging eigenlijk uit van een kleinere vakbond. En er was de minimale dienstverlening, waardoor minstens een op drie treinen uitreden. Er is echter meer aan de hand. Het protest bij de syndicale organisaties over het beleid van de regering - recent nog naar aanleiding van de discussie over de lijst van zware beroepen - is al een tijd over haar hoogtepunt heen. Vorig jaar waren er in totaal 63 stakingsdagen. Dat is het laagste cijfer sinds 2013. De vakbon- den en hun militanten hebben blijkbaar door dat protest tegen het beleid weinig zin heeft. De regering zet toch door. Boven- dien is het zo dat de ploeg rond Charles Michel (MR) geen ver- regaande sociaaleconomische maatregelen meer neemt aan het einde van de legislatuur. Er is gewoon minder aanleiding om te staken of te betogen.

Meeste stakingsdagen sinds het

‘Globaal Plan’

Aan het begin van de legislatuur was dat anders. Een rege-

ring zonder de PS, de indexsprong, het tegen 2030 optrekken van de pensioenleeftijd tot 67 jaar: het waren allemaal rede- nen voor de vakbonden om de spierballen te laten rollen. Er volgden stakingen en betogingen. Cijfers tonen aan dat de regering-Michel zo een van de meest bestookte werd van de voorbije decennia. De cijfers van het gemiddeld aantal sta- kingsdagen per 1.000 inwoners tijdens een legislatuur beves- tigen dat. Sinds 2014 waren er 12,2 stakingsdagen per 1.000 werknemers. Meer dan onder de regering-Di Rupo, toen er 5,7 waren. Onder Di Rupo was er wel een nationale staking eind januari 2012. In november 2014 gebeurde hetzelfde tegen het beleid van de regering-Michel.

Om een regering te vinden met gemiddeld meer stakings- dagen dan deze, moeten we al terug naar de eerste regering- Dehaene tussen 1992 en 1995. Het was de periode dat er gesaneerd moest worden om België te kunnen laten toetre- den tot de Europese Muntunie (EMU) in 1999. Daarvoor werd het Globaal Plan op de sporen gezet, met besparingen en een loonstop. Het leidde tot een lange stakingsperiode. De rege- ring-Dehaene telde 13,4 stakingsdagen per 1.000 werknemers, maar ook Jean-Luc Dehaene zette door.

In vergelijking met de eerste regering-Dehaene en de hui- dige federale beleidsploeg was het de jaren voordien rela-

tief rustig: 6,1 stakingsdagen per 1.000 werknemers onder de tweede regering-Verhofstadt (2003-2007). Toen liep men storm tegen het Generatiepact. De stakingen lagen onder de eerste regering-Verhofstadt iets lager. Onder Leterme I (2008) was het met 5,8 stakingsdagen per 1.000 werknemers nog rustiger. Idem voor de regering-Van Rompuy (2008-2009 3,6 dagen per 1.000 werknemers) en de laatste regering-Dehaene (4,9 dagen per 1.000 werknemers).

Economische groei

Syndicale rust lijkt er vooral te zijn als men de vakbonden in het beleid tegemoetkomt, maar ook als het economisch beter gaat. Dat was het geval onder de laatste regering-Dehaene en de eerste regering-Verhofstadt. Dan kunnen royalere loonak- koorden worden afgesloten en dalen de sociale spanningen.

Dat is - naast het feit dat de regering-Michel nog maar weinig gedaan krijgt - wellicht één van de redenen waarom het pro- test tegen deze ‘rechtse’ regering als een ballon leegloopt. De economische groei, die steevast boven 1,5 procent op jaarbasis uitkomt, zorgt voor extra jobs en dus meer koopkracht. Boven- dien heeft deze regering de klassieke truc toegepast om aan het einde van de legislatuur een - zij het beperkte - belasting- verlaging door te voeren. In zo’n periodes komen vakbonden vooral over als ruziemakers. Als er dan toch protest is, komt dat vooral van de overheidsvakbonden en de vakbonden van de non-profit. Die zijn weinig afhankelijk van economisch con- juncturele bewegingen. Angélique VAnderstrAeten Niemand kijkt nog op als een paar spoorbonden aankondigen dat ze het werk neerleggen. Het vakbondsprotest

tegen het beleid van de regering is steriel geworden. De regering-Michel is met 12,2 stakingsdagen nochtans één van de meest bestookte van de voorbije decennia. Het protest dateert wel vooral van het begin van de legislatuur.

Het dragen van een boerkini is blijkbaar nieuws voor zwembaden in Gent, maar in Nederland mag het vrouwencondoom vermomd als ‘badpak’ al jaren in publieke zwem- baden gedragen worden. Sterker nog, in vakantieparken als Center Parcs en Sunparks wordt dat al jaren toegestaan. “Het gaat slechts om enkele bezoekers per jaar”, luidt het zinnetje waarmee het eerste schaap over de dam is. Vele schaapjes zullen volgen.

Column Ebru Umar

“Hoeveel zijn er het er überhaupt?”

In 2003 - het kan ook 2004 geweest zijn, de cineast en columnist Theo van Gogh leefde nog - besloot ik met een fotograaf te gaan ‘boerka bashen’. Zo noemden we het aanspreken van

vrouwen die ervoor kozen om in een boerka door de Amsterdamse wijk Bos en Lommer te lopen. In 2003 was de wereld nog anders.

Ja, er waren lijnvliegtuigen in de Twin Towers geramd en Pim Fortuyn was vermoord, maar de wij-zij-kampen van islamapologeten en -cri- tici hadden zich nog niet ingegraven. Integen- deel, fotograaf Thomas Schlijper en ik werden uitgelachen dat we die mensen in boerka wil- den aanspreken, want “om hoeveel mensen gaat het nou helemaal?!” In 2003 ging het om enkelingen. Sterker nog, Schlijper en ik zijn twee dagen bezig geweest om twee vrouwen te vinden. Twee dagen!

“Elke acceptatie is er een te veel.”

Tegenwoordig hoef je maar met je ogen te knipperen of je ziet ze, niet alleen op straat, maar ook in de Albert Heijn, Ikea en op alle plekken waar je niet geconfronteerd wilt wor- den met vrouwenmishandeling, vrouwenon- derdrukking en islam in het algemeen.

Een ander verschil met 2003 is dat we des- tijds zonder schroom op de mensen af durfden te stappen. We waren nieuwsgierig, bevoor- oordeeld ook, maar deinsden er niet voor

terug om de vrouwen aan te spreken. Die tra- den, op hun beurt, open met ons in gesprek.

Ze bevestigden dat vrouwen ondergeschikt zijn aan mannen. En dat ze binnenskamers geen boerka dan wel hoofddoek droegen, maar in gezelschap van anderen? Altijd. Het vreemde was dat die vrouwen niet alleen importbrui- den waren, maar ook opgeleid. Althans, dat beweerden ze. En ik geloofde hen: ze spraken Engels. Geen woord Nederlands, uiteraard niet, maar hun Engels was prima.

Twee vrouwen, twee dagen. Hoeveel zijn het er nou helemaal? Het is de verkeerde vraag. De enige juiste vraag is: hoe willen we dat onze samenleving eruitziet en zich in de toekomst ontwikkelt? En wat voor maatregelen moeten we vandaag dan nemen om ervoor te zorgen dat onze toekomst geen illusie blijkt te zijn, maar werkelijkheid wordt?

Het is een glijdende schaal van hoofddoek naar boerka naar boerkini. Toen de eerste gast- arbeiders kwamen, was de mantra: “Hoeveel zijn het er überhaupt, die hoofddoekjes?” Veer- tig jaar later was het: “Hoeveel zijn het er über- haupt, die boerka’s?” En nu, weer een decen- nium later, klinkt een pathetisch: “Hoeveel zijn het er überhaupt, die boerkini’s?”

Het enige juiste antwoord is dat elke accep- tatie ervan in een vrije samenleving er een te veel is.

Optreden voor land en vrijheid

Dat mensen zich bij een sekte aansluiten, moeten ze absoluut zelf weten. Dat hun waan- zin in het openbare domein getolereerd wordt, is een publieke zaak. Normaliter bewegen sek- teleden zich op afgesloten terreinen, ver van het publieke leven.

Wat de hare krisjna’s allemaal doen, of welke kleur kleding ze dragen, we vinden er wat van, maar we halen daarover onze schouders op.

Ze doen en laten maar. Als ze in hun oranje gewaden zwembaden zouden betreden, zou het land te klein zijn. Dan zou niemand twijfe- len dat ze uit het bad gehaald moeten worden.

Dat ze binnen de sektemuren vrije seks pro- moten, die na jaren toch blijkt onder dwang en groepsdruk te hebben plaatsgevonden, ook daar vinden we wat van. En ook daar halen we onze schouders over op. We durven het ech- ter wél te veroordelen en er een mening over te hebben zonder te vrezen voor onze eigen veiligheid.

Hoe anders is het als het de islam betreft.

Voorzichtigheid is geboden. Je zou de zieke zieltjes maar kwetsen. Die komen jou immers vervolgens kwetsen. Niet met woorden, maar met fysiek geweld. We oogsten wat we zaaien.

Hoeveel het er nou helemaal zijn? Nou, te veel, want wie niet in de basis ferm optreedt, geeft niet alleen have en goed op, maar ook land en vrijheid.

ebru umAr

Emigratie van Europeanen…

U kent de discussie: heeft het nog zin in Vlaanderen te blijven wonen?

We krijgen de boel nooit meer goed, dus waarom blijven wonen op een plek waar je steeds minder wordt gerespec- teerd en waar het duur wonen en leven is? Een discussie die onder vrienden of onder familieleden wel eens wordt gevoerd: heb ik hier nog kansen op een herkenbaar, Vlaams leven?

Dergelijke discussies blijken in Europa veel uitgebreider voor te komen dan lange tijd gedacht. Volgens een studie onder de titel “Workforce View in Europe” door het bedrijf Automatic Data Processing (ADP) zou 37 procent van de actieve Franse bevol- king eraan denken het land te verlaten bin- nen een termijn van twee jaar. 7 procent bereidt dat vertrek op een actieve manier voor. In Italië is de toestand nog duidelijker:

57 procent van de actieve Italianen zou het land willen verlaten. Absoluut geen kleine minderheid meer, en een bewijs van groot maatschappelijk onbehagen. Maar er zijn ook tegenvoorbeelden. Zwitserland bijvoor- beeld, een land met een regering met een

‘extreemrechtse’ partner, waar slechts 18 procent van de actieve bevolking eraan denkt uit te wijken. En Nederland, waar het slechts om 3 procent zou gaan.

Gevolg van falend asielbeleid?

Ongeveer samenhangend daarmee, maar volledig los van elkaar georgani- seerd, werd door Odoxa-Denstu Consul- ting (voor rekening van France Info en Le Figaro) een peiling onder de Fransen gehouden hoe ze naar het migratiebeleid van Frankrijk en de EU kijken. Zouden de resultaten van de ene peiling beïnvloed kunnen worden door of verband houden met de resultaten van deze peiling? Feit is dat uit de peiling van Odoxa-Denstu blijkt dat 60 procent van de Fransen vindt dat Frankrijk te veel migranten opvangt. De onderbuik van Frankrijk rommelt, maar evengoed de middenklasse en de meer gegoeden hebben op een stille doch niet mis te verstane manier hun onvrede over de gang van zaken laten weten. In een reactie op deze duidelijke cijfers stelde Flo- rent Gueguen, directeur van de “Fédéra- tion des Associations d’Accueil et Réinser- tion”, een vereniging die opkomt voor een

‘transversale’ en ‘inclusieve’ maatschappij, dat het “verontrustend is dit vast te moe- ten stellen, want er is een daling merkbaar van de waarden van solidariteit en gastvrij- heid”. Zou Gueguen nu echt geen seconde of een fractie van een seconde denken dat het misschien wel eens door de opengren- zenpolitiek kan zijn dat die solidariteit zo onder spanning komt te staan?

Pietvan nieuwvliet

Ebru Umar in gesprek met moslima.

(3)

Actueel

19 juli 2018 3

Orakelend

Mijnheer de overbezorgde,

Gij hebt uw galactisch groot moreel licht laten schijnen over de voordracht van de conservatief-rechtse barones Mia Doornaert als voorzitster van het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL). Gij zegt bezorgd te zijn over deze voordracht omdat gij problemen zoudt hebben met de greep van de politiek op het literatuurbeleid, en niet zozeer met de per- soon Mia Doornaert. Klinkt goed, maar niets is wat het lijkt, want de Vlaamse culturo’s dragen wel eens vaker oogkleppen en bekij- ken alles altijd door een gekleurde bril.

Het Vlaams Fonds voor de Letteren werd in 2000 door minister van Cultuur Luc Mar- tens (CD&V) opgericht. Doel was een onaf- hankelijk orgaan op te richten om onze lite- ratuur niet alleen bekend te maken, maar ook structureel in te bedden in het Vlaamse culturele landschap, en talent aan te moe- digen via prijzen en subsidies. Het was een nobel initiatief, voorwaar.

Uiteraard was er een decreet nodig om de werking te verankeren en op poten te zetten.

En daarin staat onder meer dat de Vlaamse regering op voordracht van het zittende VFL- bestuur zeven bestuurders aanstelt voor een termijn van vier jaar. Maar wie dat decreet en de politieke geplogenheden besnuffelt, zal zien dat de zetelverdeling altijd gebeurt binnen de politieke verhoudingen van het moment. Hoe dan ook, er is altijd politieke beïnvloeding geweest, zij het indirect. En of nu de Vlaamse regering of het VFL-bestuur een voorzitter voordraagt, wat is in wezen het verschil? Meer nog: nu de Vlaamse regering eens iemand voordraagt die tot geen enkele politieke partij behoort, duidelijk onafhanke- lijk is in doen, laten en denken én zelfs een Belgische adellijke titel draagt, nu duikt het verwijt van de partijdigheid en de politieke machtsgreep op. Uw conclusie het treurig te vinden dat de Vlaamse politiek het lette- renbeleid weer in haar greep wil krijgen, is toch wel een eind naast de kwestie, evenals uw verwijt dat men teruggrijpt naar de oude politieke cultuur van bevoogding, willekeur en mediocriteit. Misschien krijgt het lette- renbeleid precies door een onafhankelijke bestuurder-voorzitter, die voldoende afstand kan houden binnen het VFL-bestuur van de echt politiek benoemden, wel méér mogelijk- heden tot autonomie en nieuwe politieke cul- tuur binnen en buiten het VFL... Met iemand als Mia Doornaert, die niet gauw een blad voor de mond neemt, die vrank en vrij voor

haar mening uitkomt, lijken hier nieuwe per- spectieven te liggen. Wat is dan het pro- bleem, Marc?

Over Doornaerts voorganger, de groene goeroe Jos Geysels heeft nooit iemand moeilijk gedaan, al was hij als weinig ande- ren gepokt en gemazeld in de politiek en was hij lang niet neutraal en onafhanke- lijk. Zijn virulente haat tegen alles wat (radi- caal) rechts en conservatief is, is legenda- risch. En toch mocht hij VFL voorzitten. En daar knelt precies het schoentje. Hij werd door de culturo’s en links intellectueel Vlaan- deren steevast aanzien als de garantie op een progressieve vrijgeleide in de culturele wereld voor zovele groen-rode cultuurbo- bo’s die menen het mooie culturele weer in Vlaanderen te moeten maken. En daar zou wel eens een einde aan kunnen komen met iemand met een andere, eerder behou- dende visie op taal en cultuur, die boven- dien enigszins kritisch is tegenover al dege- nen - van hier en van ver - die een bedreiging vormen voor onze taal, onze gewoonten en onze cultuur. Rik Torfs vatte in een twitter- bericht uw echte probleem in één zinnetje meesterlijk samen: “Openheid en diversi- teit in culturele kringen: niet altijd gemak- kelijk.” Zeker als men iemand moet gedogen die pleit voor klassieke omgangsvormen, cor- rect gebruik van standaard-Nederlands en al eens kritiek durft geven op de opdringerige islam. Het is altijd hetzelfde liedje: wie niet groen of progressief is, die polariseert, ver- bindt niet en probeert politiek te beïnvloe- den. Schei toch uit!

Uw verhaal over politieke beïnvloeding is eigenlijk een rookgordijn om de werke- lijke boodschap af te dekken. Goed gepro- beerd, maar het is te doorzichtig. En dat wordt alleen maar bevestigd door de vele reacties op de sociale media waarin stevige kritiek wordt geuit tegen Mia Doornaert en de lof wordt gezongen van de nooit politiek neutrale cultuurpaus Jos Geysels.

Mia Doornaert reageerde op Twitter op de heisa: “Jos Geysels, mijn voorganger, ‘dank zij Groen naar Vlaams Letterenfonds?’ Nie- mand kikte toen prominente figuur van een partij benoemd werd. Maar partijloze onaf- hankelijke schrijver en columnist is verdacht?

Pffff.” Heel uw betoog, mijnheer het ora- kel, zou ik dan ook even kernachtig willen samenvatten, om het daarna verticaal te klasseren: pfffff!

Briefje aan Marc Reynebeau

Beeld van de week

Vlaamse Letteren: “Ik krab jouw rug en jij de mijne.”

Mia Doornaert is de nieuwe voorzitter van het Letterenfonds. Vanuit progressieve hoek stond men meteen klaar om fors bagger uit te storten over haar vinnige lijf. Dat heeft te maken met haar conservatieve meningen en met het feit dat een handvol men- sen van de georganiseerde letterkunde met uw belastinggeld vrienden, kennissen en meelopers pampert. De angst om minder subsidies voor de linkse letterenkerk te krij- gen, speelt mee in de kwaaie kreten tegen Doornaert. De zelfverklaarde kwaliteitskran- ten De Morgen en De Standaard verdragen de warboel echter. De Standaard heeft het bovendien gepresteerd, maar dat zal u niet verbazen, niets van zich te laten horen bij haar promotie, behalve een negatief en chagrijnig artikel. En dat over een eigen colum- nist met een staat van dienst van 38 jaar.

De sinterklazen van de Vlaamse literatuur vormen een kluwen van elitemensen dat de handen samenklemt - soms zelfs via verwant- schap of huwelijk - bij onder meer het Vlaams Fonds voor de Letteren, de Stichting Lezen, Het Beschrijf, deBuren, Ons Erfdeel, Passa Porta en Behoud de Begeerte. Met werkbeur- zen, reistoelagen, vertaalsubsidies en euro’s voor lezingen voedt dat clubje steeds dezelfde schrijvers. Jarenlang, door dik en dun. De voor- trekkers waren en zijn: letterkundeprofessor Hugo Bousset, zijn dochter Sigrid Bousset (de vrouw van Stefan Hertmans die, na een kwart eeuw literair slijpsel in de coulissen, einde- lijk won met “Oorlog en terpentijn”), Mayo de Saedeleer, Carlo van Baelen (de autoritaire dagelijkse chef van het Vlaams Fonds voor de Letteren, tot hij met pensioen ging, maar opvol- ger Koen van Bockstael brengt geen beter- schap), Ilke Froyen (Het Beschrijf/Passa Porta), Luc Devoldere (Ons Erfdeel), Dorian van der Brempt (ex-deBuren), Luc Coorevits (Behoud de Begeerte).

Twee auteurs symboliseren het cliëntelisme:

Bart Moeyaert - een jeugdschrijver voor dames van middelbare leeftijd - en Anne Provoost, bij de Vlamingen onbekend en onbemind, maar populair bij haar progressieve subsidiemak- kers.

“Man in de marge, Kafka in letterland”

Wie dat allemaal aan het licht bracht in een pracht van een onderzoeksboek (2015), is Marc Hendrickx, zelf jarenlang uitgever. In “Man in de marge, Kafka in letterland” is zijn stelling onderbouwd met feiten: “Wie niet uitverkoren is, zal jarenlang zélf zijn brood moeten verdie- nen door voor zijn/haar boeken kopers te vin- den. Niet zo voor ‘de ontvangers’. De Vlaamse republiek van de letteren is allerletterlijkst een milieu van ik krab jouw rug en jij de mijne.”

Marc Hendrickx (53) publiceerde zijn ana- lyse in een tekst van 380 bladzijden bij De Vries-Brouwers, met namen, cijfers, anekdotes, voorvallen, getuigenissen. “Man in de marge, Kafka in letterland” is onbehaaglijk, snijdend, onthullend en vernederend voor de hogere zogenaamde letterenvrienden.

N-VA en VB - met hun wrevel om de cul- turo’s - en de blauwe cultuurminister Gatz hoeven het boek slechts te openen met een boekhouder en McKinsey aan hun zijde en ver- volgens de inteelterige rotzooi op te kuisen tij- dens deze legislatuur. U las over het boek van Hendrickx een interview in ’t Pallieterke, maar zag nooit een bespreking in De Morgen en De Standaard, want die vormen een onderdeel van het beschreven milieu. Hendrickx weet dat dit boek niet zijn verstandigste investering is. Hij had echter stapels nota’s liggen en vond dat die op het moment dat ze ‘nog warm zijn’ op schrift moesten. Hij kotst immers van de kliekjesvor- ming en het favoritisme in de Vlaamse letteren.

Namen noemen

Marc Hendrickx noemt veel namen, want, zegt hij, het gaat over concrete mensen en mis- standen, dus je moet namen noemen. Lanoye en Mortier kunnen leven zonder de rijkelijke aalmoezen van de fondsen en zijn daarin uit- zonderingen. Naar jeugdauteur Marc de Bel op de Boekenbeurs stromen massa’s kinderen voor een handtekening, maar bij Bart Moeyaert staan vrouwen van plus veertig, geen kinderen.

Het is echter ‘jeugdauteur’ Moeyaert die tien- duizenden euro’s ontvangt van de fondsen, ter- wijl De Bel geen cent ontvangt.

De Jeugdboekenweek bereikt amper 15 pro- cent van de scholen en promoot 60 tot 70 procent Nederlandse auteurs. Dan kom je tot stommiteiten. Zo was er een journalist van Vrij Nederland die jubelde over het kwaliteitsbesef van de Vlaamse jeugd, maar die niet weet hoe

die oefening opgezet spel is om zogenaamde hoge kwaliteit te promoten. De Vlaamse jeugd kiest voor de speelse muis Geronimo Stilton, waarop de fondsen en de stichtingen neerkij- ken, niet voor Guus Kuijer of Bart Moeyaert.

De ‘verfondsing’ begon onder Bert Anciaux, met de beste bedoelingen, maar door gebrek aan goed toezicht is die onafhankelijkheid ver- worden tot een nomenklatoera die ver van de minister en het parlement haar goesting doet.

Marc Hendrickx stelt dat een handvol pennen- ridders met volle teugen geniet van toelagen, werkbeurzen, lezingengeld, vertaalsubsidies en reisbeurzen. Deels omdat zij talent hebben, maar zo zijn er meer. Het is voor het grootste deel omdat zij in de smaak vallen van de fond- senbazen. Het fonds wikt en beschikt. Dezelfde auteurs ontvangen bovendien jaar na jaar over- dreven veel middelen. Idem bij de illustratoren:

Carll Cneut en Klaas Verplancke zijn de chou- chou’s van de fondsen. Dat vloekt met de geest van een fonds, want dat moet jong talent kan- sen geven en in leven houden.

Marc Hendrickx beveelt aan: “De tijd waarin iemand kan gesubsidieerd worden, moet beperkt worden en afgetopt, bijvoorbeeld gecumuleerd op 18.000 euro per jaar maxi- mum (vandaag is dat alles samen bijna het dubbele!). Verdeel de geldpot over meer schrij- vers. Als je iets waard bent als auteur of illu- strator, dan zal je het na het zaaigeld redden op eigen kracht.” De letterenfondsen werden opgericht om ministeriële interventies uit te bannen, maar werden net daardoor een pro- bleem. ‘Ontfondsing’ is een spoor om te over- wegen, maar begin met minstens meer toe- zicht, aldus Hendrickx. Als een fonds in de fout gaat, dan krijgt het vandaag een terechtwijzing, maar sancties zijn niet voorzien. Zo wijzigt er niets aan het beleid en worden dezelfde fou- ten - heel bewust - aangehouden.

Vertaalsubsidies zijn kassa-kassa

Hendrickx hekelt ook de vertaalsubsidies, want dat is makkelijk geld voor buitenlandse uitgevers die slechts vertaalde boeken uitge- ven waarvan het merendeel in hun kelder ver- stoft. De Vlaming en sinoloog Luk Kwanten leidt in China het grootste literaire agentschap ter wereld. Hij weet, en vertelde aan Hendrickx, hoe Chinese uitgevers Vlaams geld ontvan- gen voor vertalingen, goedkoper vertalen (dus winst maken) en die boeken niet eens écht uit- brengen, maar als relatie-exemplaren gebrui- ken. Als co-oprichter van het enige Belgische literaire agentschap A.A.A. ziet Hendrickx hoe het óók kan… Hij werkt keihard en zweet uren aan een peperduur werktafeltje op de Frank- furter Buchmesse, zonder het snoepje van de vertaalsubsidies voor onze auteurs. A.A.A. ver- kocht Diane Broeckhoven in 17 landen, louter op basis van haar kwaliteit.

Toen pas was het fonds bereid om haar werk te subsidiëren, omdat ze er niet meer omheen konden. In een ander Messe-gebouw kloppen de bedienden van de Vlaamse fondsen hun uren met een zak belastinggeld bij de hand om gewillige buitenlandse uitgevers lekker te maken voor Vlaamse boeken. Denk je, aldus Hendrickx, dat Annelies Verbeke in 22 landen zou vertaald zijn zonder Vlaamse subsidies, en idem voor Bart Moeyaert? Voor buitenlandse uitgeverijen zijn vertaalsubsidies kassa-kassa.

De uitgever loopt amper een risico, verkoopt meestal weinig exemplaren en kan zich de sta- tus aanmeten van een internationaal uitgeef- huis. Wie onderzoekt, met de boekhoudingen erbij, wat de vertaalsubsidies hebben opge- leverd? Mia Doornaert is gedropt in een wes- pennest, maar wie haar kent, weet dat zij kun- dig en kordaat is en niet terugschrikt voor het saneren van rotsituaties. Frans Crols

(4)

Alleen op de barricade

Het was enigszins vreemd dat enkel Filip Dewinter van het VB de minister van Justi- tie in het wekelijkse vragenuurtje ondervroeg naar aanleiding van de brutale aanval op een juwelier en diens reactie door met een vuur- wapen een van de daders te doden. Hij nam het op voor de juwelier en vroeg aan minister van Justitie Geens om initiatieven te nemen om het recht op wettige zelfverdediging uit te breiden naar de verdediging van eigendom.

Koen Geens antwoordde sereen en zei dat hij begrijpt dat er ernstige menselijke gevoe- lens spelen en dat men verschrikkelijk boos is.

Maar hij stelde dat het monopolie op geweld in ons land bij de overheid berust. Hij waar- schuwde dat voor men daarop terugkomt, men toch twee keer moet nadenken: “Kijk maar naar de enorme aantallen doden in de Ver- enigde Staten die daardoor worden veroor- zaakt.” Dewinter begon na dat antwoord niet te tempeesten, maar bleef kalm en erkende het monopolie op geweld door de overheid.

Maar daaraan koppelde hij de noodzaak dat de overheid alles in het werk dient te stel- len opdat het risico op dergelijk brutale en gewelddadige overvallen tot een minimum beperkt wordt. En daar mankeert het wel vaker aan, stelde hij. Los van al het juridische, vond Dewinter dat in dit soort gevallen altijd de kant van het slachtoffer dient gekozen te worden in plaats van die van de daders. Hoe dan ook, daarmee verkondigde hij niet alleen de stem van zijn kiezers, maar ook die van een groot deel van de bevolking.

Politieke spelletjes

Op 17 mei werd de taalwetgeving in gerechtszaken stoemelings uitgekleed, dat heeft u enkele weken geleden ook in ’t Pallie- terke kunnen lezen. N-VA had er toen geen erg in, en op de goed bevolkte studiedienst en in de Kamerfractie van die partij was geen bel- letje gaan rinkelen. Alleen V&W en VB hebben toen tegengestemd, waarmee ze fors aan de alarmbel trokken. In de wandelgangen werd door heel wat geschrokken N-VA’ers al gauw gesproken van een noodzakelijke reparatie- wet. Even recapituleren: de taalwetgeving in gerechtszaken werd versoepeld ten voordele van vooral de Franstaligen in de Vlaamse Rand rond Brussel en Halle-Vilvoorde. Het principe dat een schending van de taalwet in gerechts- zaken automatisch tot de nietigheid van de zaak leidde, was een garantie dat de streek- taal ook de gerechtstaal was, zonder discus- sie. Dat wordt nu afgeschaft door de meerder- heidspartijen, N-VA incluis. De rechter mag dus een schending niet meer ambtshalve inroepen, en een procespartij die zich voort- aan benadeeld voelt, moet nu heel omslach- tig ‘belangenschade’ gaan aantonen. Vuye en Wouters dienden daarop een wetsvoor- stel in om terug te keren naar de oude taal- wet in gerechtszaken, om de wet te repareren dus. En, ze nodigen de Vlaamse partijen uit dit te steunen door het mee te ondertekenen.

Dat gebeurde natuurlijk niet. Daarom vroeg Hendrik Vuye vorige donderdag de urgentie om zijn wetsvoorstel onmiddellijk te behande- len. Hij zei: “Collega’s van de N-VA en CD&V, ik richt mij vooral tot u: gisteren was het 11 juli, gisteren mochten eventjes alle teugels los, gisteren hebt u eens de Vlaamse Leeuw

Roddels uit de Wetstraat

Dossier 19 juli 2018

4

mogen zingen. Vier Vlaanderen eens niet alleen op 11 juli, maar ook op 12 juli en her- stel de fameuze kemel die u hebt geschoten op 17 mei.” Gevolg: de urgentie werd afgewezen.

En Peter de Roover, fractievoorzitter van N-VA, schoot daarop nog de hoofdvogel af door het initiatief van Vuye te catalogeren als - houd u vast - politieke spelletjes. Hallo, Vlaanderen, moet er nog zand zijn?

Van onze spion

De wandelgangen van het Paleis der Natie zijn integraal een onderdeel van het poli- tieke gebeuren. Zoals bekend, worden daar gesprekken gevoerd over onderwerpen die best niet meteen aan de grote klok worden gehangen. Er hebben contacten plaats tus- sen mensen van diverse partijen, ook wel eens over de grenzen van meerderheid en opposi- tie heen. Discretie wordt vaak beloofd aan het einde van zo’n gesprekken, maar even vaak is de bekomen informatie zo interessant dat ze toch in het ‘grootste vertrouwen’ wordt door- verteld om ze alsnog te lekken naar de pers.

En zo gebeurde vorige week, toen een van onze spionnen kon vernemen dat het broodje van Kris Peeters gebakken is. Het zit zo. Pee- ters werd geen premier in 2014 omdat de partij voor Marianne Thyssen koos als Euro- pees commissaris. Twee hoofdvogels was niet mogelijk voor een partij die het bij de verkie- zingen niet zo best had gedaan. Peeters was daarna lang ongelukkig al vicepremier. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht overspeelde hij zijn ambitieuze kaarten door naar Antwerpen te verhuizen en de strijd met Bart de Wever aan te binden, met minstens het ambt van havenschepen in het perspectief. Na wat blunders met een Joodse kandidaat op zijn lijst en een in de peilingen dreigende afgang, werd hij wanhopig. Vorige week werd hij uit zijn lijden verlost: Marianne Thyssen kondigde aan met politiek te stoppen in 2019, na de parlements- en Europese verkiezingen. Met andere woorden, het Europese niveau lonkt met een commissariaat. En met die lucratieve uitgroeibaan zou Peeters best kunnen leven.

Exit Peeters. Regering en parlement zullen er niet rouwig om zijn.

Plaatsvervanger?

Een gemeenteraadslid dat lange tijd ziek is en dat kan staven met een doktersattest, kan zich tijdelijk laten vervangen door de eer- ste opvolger. Logisch, toch? Als parlements- lid kan dat merkwaardig genoeg niet. Zo is er Vanessa Matz van cdH, die al zo’n twee jaar niet meer aanwezig is en week na week stee- vast verontschuldigd staat ‘om gezondheids- redenen’. Voor alle duidelijkheid: daar zullen goede redenen voor zijn! Maar ook vrouwe- lijke parlementsleden die met zwangerschaps- verlof zijn, worden niet vervangen. Het zou niet mogen kunnen. In Nederland is dat wel mogelijk, binnen een aantal voorwaarden.

Als iemand langdurig afwezig is om ernstige medische redenen, zou het billijk zijn dat de fractie voltallig blijft door het aanduiden van de eerste opvolger. Nu blijven mensen soms maanden of zelfs jaren weg, terwijl de bankre- kening elke maand gespekt blijft worden. Dat klopt eigenlijk niet. Misschien iets voor een parlementslid met een sociale reflex om hier- voor een regeling uit te dokteren?

Mediahaat

Het leven van Pius herleiden tot zijn zwijg- zaamheid over het lot van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is fout, maar zijn houding roept wel veel vragen op. Dit zijn mijn antwoorden, waar u al dan niet mee akkoord gaat. Is de paus een antisemiet?

Neen, maar een vriend van de Joden is hij ook niet, want Eugenio Pacelli is ... katholiek.

Oudere lezers herinneren zich de zegevie- rende Kerk, de zekerheden van de katholieke geestelijkheid die de waarheid in pacht heeft en die met brio uitdraagt. Andersgelovigen als protestanten en Joden moeten als mens gerespecteerd worden, maar staan toch een trap lager in de hiërarchie.

Opgepast: er is geen enkele hoge katho- lieke geestelijke die uitroept ongelovigen te vermoorden, zoals heel gewoon is in het mohammedanisme. Vergelijkingen tussen de Kerk en zijn leer van liefde (soms meer in theorie dan in praktijk) en de crimineel- gewelddadige islamideologie zijn ronduit leugenachtig.

Veel latere Pius-vijandige auteurs zijn daarenboven uitgetreden priesters of heren die het seminarie vroegtijdig verlieten en die met wrok naar de Kerk kijken. Die afkeer wordt bij de huidige media bijna een obses- sionele haat. Journalisten schreeuwen hun afkeer voor pausen als Johannes Paulus II en Benedictus XVI uit, omdat Wojtila en Rat- zinger zich uitten als ouderwetse katholie- ken in plaats van een oppervlakkig en bijna vrijzinnig katholicisme-light te verkondigen.

De twijfelaar

Weet de paus wat er tijdens de oorlog gebeurt? Ja, denk ik. En vroeger dan de geal- lieerde leiders. Via kerkelijke bronnen weet hij hoe de Duitsers huishouden in Polen, waar ze vanaf oktober 1939 de Poolse elite uitmoorden. Uit Slovakije - notabene een land geleid door de katholieke priester en Duitse collaborateur monseigneur Tiso - krijgt hij berichten over een harde Joden- vervolging. Tiso stopt op bevel van het Vati- caan met de uitlevering van Joden.

Wanneer de Duitsers de Sovjet-Unie bin- nenvallen, begint de onverbiddelijke massa- moord voorgoed. 250.000 Italianen vechten aan Duitse zijde en zij brengen hun priesters mee. Aalmoezenier Don Pirro Scavizzi, die aan hetzelfde instituut als Pius heeft gestu- deerd, is getuige van gruwelen en hoort van Italiaanse soldaten over de onverbiddelijke slachtpartijen op mannen, vrouwen en kin- deren. In een rapport op Driekoningen 1942 raamt hij het aantal moorden correct op min- stens een miljoen. Twee keer krijgt hij een lange audiëntie bij de paus, en hij schrijft:

“Ik zag de paus wenen als een kind en bid- den als een heilige.” Pius zwijgt opnieuw.

Hij twijfelt over het standpunt dat hij moet innemen.

“Een twijfelaar” wordt hij later genoemd in de berichten van Ernst von Weizsäcker, Duits ambassadeur bij het Vaticaan en vader van de Duitse bondspresident. Beslissend is misschien de Nederlandse situatie, althans volgens de latere getuigenis van zuster Pas- calina (Josefina Lehnert, de Duitse huis- houdster van de paus).

Aartsbisschop Jan de Jong van Utrecht is een even conservatieve katholiek als Pius, maar hij twijfelt niet om de Duitsers en hun Nederlandse collaborateurs te veroordelen.

In juli 1942 zenden hij en protestantse lei- ders een telegram aan de Duitse rijkscom- missaris waarin ze de Joodse deportaties aanklagen, want die zijn tegen “het diepste zedelijke besef van het Nederlandsche volk”,

“tegen hetgeen van Godswege als eisch van gerechtigheid en barmhartigheid gesteld is”.

De Duitsers delen de Nederlanders mee dat bekeerde Joden gespaard worden en eisen dat de tekst van dat telegram niet bekend wordt. De Nederlandse Hervormden

zwijgen braaf, maar De Jong laat de tekst in alle kerken voorlezen. Een week later nemen de Duitsers honderden Joodse katholieke kloosterlingen gevangen en zenden een groot deel linea recta naar Auschwitz. Pius wordt doodsbleek als hij het nieuws hoort en durft niets meer doen. Wel zegt hij in zijn kerstboodschap dat “honderdduizen- den wegens hun nationaliteit of hun ras ter dood veroordeeld zijn of geleidelijk uitge- roeid worden”, maar de diplomaat Pacelli noemt de nazi’s en hun slachtoffers niet bij naam, al is het wel de eerste veroordeling van de deportaties door een wereldleider.

Dan doet Pius er het zwijgen toe. Is het alleen uit vrees voor de gevolgen, of is het dat hij zich volkomen machteloos voelt in die orgie van geweld tegen alles en ieder- een die de Tweede Wereldoorlog is? Gelooft hij misschien, zoals zoveel katholieken van zijn generatie, dat God de wereld met deze plaag bestraft?

Bisschop van Rome

De paus is wel actief op dat lapje grond waar zijn woord iets betekent en waar - dat vergeten wij altijd - hij die andere belang- rijke functie heeft: bisschop van Rome. Pius doet al in januari 1943 een beroep op presi- dent Roosevelt om Rome te besparen van de luchtbombardementen die in heel Europa bijna een miljoen onschuldigen het leven kosten. Na de bezetting van de stad door de Duitsers, in september, vallen er toch bom- men op de wijk San Lorenzo. De paus gaat persoonlijk de slachtoffers moed inspreken.

Roosevelt denkt natuurlijk aan zijn herver- kiezing, en houdt rekening met de ontzet- ting van de Amerikaanse katholieken indien Rome blijvend gebombardeerd wordt. De bevrijding van Rome gebeurt dan ook zon- der verder geweld.

Met de Duitse aanwezigheid beginnen wel de anti-Joodse razzia’s; op korte tijd wor- den 1.200 mensen naar Auschwitz gestuurd.

Nog altijd discussiëren historici over de rol van Pius. Hij zwijgt, maar belangrijke leden van de curie protesteren bij de Duitsers, en het is twijfelachtig of ze dat zonder zijn toe- stemming doen.

Nog belangrijker zijn de reddingsacties van de Romeinse kloosters, die 4.000 Joden verbergen. In de roddelmaatschappij die Ita- lië is, is het moeilijk te geloven dat de fascis- ten geen geruchten opvangen, maar op één uitzondering na blijven de Duitse bondge- noten uit de kloosters. Italiaanse verzets- mensen zoals de latere premier De Gas- peri verbergen zich in seminaries. Sommige curieleden vragen Pius de antifascisten aan de deur te zetten uit vrees voor een Duitse reactie. De paus weifelt even, maar weigert.

Tien maanden duurt de Duitse bezetting en dan verdwijnt de nachtmerrie, al heeft Pius er een nieuwe bij: de bezetting van Oost- en Midden-Europa door de Sovjet- horden, die meteen hun godsdienstoor- log beginnen. Pius en velen in de Katho- lieke Kerk hebben één les geleerd: alleen een behoorlijk werkende democratie biedt de Kerk de mogelijkheid zich te ontplooien en onderwijs en religieuze opvoeding aan te bieden. De rest van het pontificaat van Pius is gewijd aan zijn herderlijke taak. Ook op dat punt wordt hij later bekritiseerd. Hij maakt gebruik van zijn “pauselijke onfeil- baarheid in geloofszaken” om in 1951 de Hemelvaart van Maria als dogma te verkon- digen. ‘Slecht voor de oecumene’, roepen zijn vijanden, want protestanten aanvaar- den dit dogma niet.

Ze hebben blijkbaar nooit de schilde- rijen van Rubens en tientallen andere schil- ders gezien, die bewijzen dat de katholieke gemeenschap al eeuwen dit geloofspunt koestert. Pius sterft in de nacht van 8 op 9 oktober 1958, als de meest controversiële paus van de 20ste eeuw.

Jan neckers

Pius XII (3)

Uw columnist heeft geen jaren in Vaticaanse archieven doorgebracht. Hij moet zich een mening vormen in een oerwoud van boeken die Pius schuldig of onschul- dig verklaren, die hem vervloeken of bejubelen. De Pius in deze artikelen is dus de paus zoals ik hem zie, maar in tegenstelling tot de echte paus, ben ik niet onfeilbaar.

(5)

Actueel

19 juli 2018 5

Een 11 juli-boodschap vanuit de federale Kamer van volksvertegenwoordigers?

Terwijl op de vooravond van 11 juli en op de dag zelf in gans Vlaanderen boodschap- pen in het rond werden geslingerd, gaande van braaf over academisch tot strijdbaar, omkaderd met muziek en franje, en gevolgd door de obligate recepties, was er één die niet in het klassieke rijtje thuishoorde. Een buitenbeentje onder de 11 juli-boodschap- pen als het ware. Die kreeg niet de weerklank die ze verdiende. Vandaar dat wij er wél aandacht aan besteden.

V-Kamerleden

Wie bij het lezen van de titel hierboven de wenkbrauwen fronst, kunnen we meteen geruststellen. Het gaat niet om een officiële 11 juli-boodschap die onder luid applaus van- uit de Kamer de wereld werd ingestuurd. Stel je voor… Wel gaat het om een boodschap van drie Kamerleden uit twee verschillende frac-

ties die eventjes het puntje op de Vlaams- nationale ‘i’ zetten. Hendrik Vuye en Veerle Wouters (V&W) en Barbara Pas (VB) sloe- gen de handen in elkaar om als zogenaamde V-Kamerleden aan Vlaanderen te zeggen waar het wetgevend in het kader van communau- taire dossiers op aan komt, zeker in het voor- uitzicht van de verkiezingen 2019 en de rege- ringsvorming daarna. Ze tonen aan dat precies

de regering-Michel de nood bewijst aan een Vlaams-nationaal project.

In hun goed gestoffeerde boodschap leggen zij uit waarom het communautaire in 2014 zo nodig in de diepvries moest: de nieuwe rege- ring zou het op begrotingsvlak beter doen dan de net geliquideerde regering-Di Rupo, want er zou een begrotingsevenwicht komen in 2018. En dat moest voorrang op alles krijgen.

De sociaaleconomische regering zou eerst financieel orde op zaken stellen alvorens zich met andere dingen bezig te houden. Het wordt niks, want intussen is het begrotingseven- wicht al enkele keren uitgesteld en uiteinde- lijk verschoven naar … 2020. De V-Kamerle- den besluiten: “De rekeningen zijn niet op orde, en toch moest het communautaire net hier voor in de diepvries. De regering-Michel heeft haar bestaansreden verloochend.”

Communautaire leegte en communautaire achteruitgang

Vuye, Pas en Wouters herinneren zich dat kort na de regeringsvorming vicepremier Jan Jambon (N-VA) in La Libre Belgique verklaarde dat de communautaire stilstand maar vijf jaar ging duren. “Meer kan een Vlaams-nationa- listische partij zich niet veroorloven”, stelde hij. In september 2016 wordt de communau- taire stilstand evenwel uitgebreid tot tien jaar, want veel N-VA’ers dromen van een regering- Michel II…

En dan volgt een reeks van communau- taire (wan)toestanden die aantonen dat er nog werk aan de winkel is: blijvende oneven- wichten, de verengelsing, de schendingen van de taalwetten in Brussel, enzovoort. Maar ook de blijvende transfers - 78 miljard in tien jaar communautaire stilstand – worden vermeld,

evenals de conflicten tussen het federale en het regionale niveau, die er de oorzaak van zijn dat de bevoegdheidsverdeling niet het beoogde soelaas heeft gebracht. Alles loopt vast. Zelfs in een niet-communautair dossier als dat van de migratie doet de regering het niet beter dan de vorige. De influx is gemid- deld 7 procent hoger… De V-Kamerleden komen opnieuw tot een besluit: “Deze rege- ring toont net aan dat binnen de Belgische structuren verandering brengen niet moge- lijk is.”

Een Vlaams-nationaal project

De drie Kamerleden stellen dat de regering- Michel een belangrijke les is voor de Vlamin- gen, want die toont net aan dat een Vlaams- nationaal project dringend nodig is om uit het failliet van de communautaire stilstand te geraken. Zij roepen de brede Vlaamse Bewe- ging dan ook op dit project in de verf te zet- ten. Tegelijk herinneren zij Vlaanderen eraan dat het hoog tijd wordt dat de Vlamingen hun meerderheid gaan gebruiken en zich ook gaan gedragen als een meerderheid. Want, zeg- gen ze, in het parlement kan veel met een gewone meerderheid beslist worden zonder dat een tweederdemeerderheid nodig is, of een staatshervorming. Het scherpstellen van de taalwetgeving bijvoorbeeld, of afdwingbare sancties bij overtredingen voorzien...

“Indien de Vlamingen over de partijgren- zen heen het belang van Vlaanderen voorop- stellen, dan kan heel veel. Meer Vlaanderen moet een evidentie worden over de grenzen heen van meerderheid en oppositie”, stellen de drie V-Kamerleden.

Deze 11 juliboodschap is er geen van triomf- berichten en overzichten van wat we allemaal al bereikten. Het is er een van “er is nog veel te doen”. Bovenal toont ze aan dat er binnen een Belgisch kader voor Vlaanderen zelfs geen kruimels van de tafel vallen. Het was goed dat Vuye, Pas en Wouters dat nog eens expliciet onderstreept hebben.

KvdP

Dure geschenken moeten Europese Commissie gunstig stemmen

Op 18 juli 2016 gaf een internationale vereniging met vestiging in België een Apple iPad Pro 128 GB aan Violeta Bulc. Ze is namens Slovenië Europees commissaris Vervoer.

In het document dat we konden inkijken, staat de naam van de organisatie niet ver- meld. Het zou wel eens van een vereniging kunnen zijn die van Bulc een gunstige rege- ling inzake vervoer verwacht.

Ook voorzitter Juncker kreeg volgens het document de laatste jaren tientallen geschen- ken, zoals een lederen boekentas, een exclu- sief schilderij en een kristallen servies. Vreemd genoeg geen flessen dure cognac, de lieve- lingsdrank van de man met ‘rugproblemen’.

Maar misschien waren de flessen al leegge- dronken voor ze op het document geregi- streerd konden worden.

Geschenkenlijst goede zaak

In de lijst staan mooie geschenken: een dure pen van Mont Blanc, een halsketting gemaakt van echte parels… In de laatste drie jaar ging het in totaal om 84 geschenken voor de Euro- pese Commissie. Heel wat geschenken kwa- men van overheden. Zo gaf India aan Juncker

een schilderij met een papegaai, een varken en een tijger. Misschien een boodschap voor de man; een antwoord op de vraag welk dier hij is. Sommige geschenken kwamen van niet nader genoemde instellingen of organisaties.

De lijst met geschenken is een stap vooruit.

Commissarissen moeten geschenken met een waarde van meer dan 150 euro immers aan- geven. Dat impliceert dat ze geschenken met een beperkte waarde niet moeten aangeven.

Bovendien moet de vraag gesteld worden of alle dure geschenken ook daadwerkelijk aan- gegeven worden. Alleszins zou het beter zijn indien de naam van de ‘schenkende’ instellin- gen en organisaties gekend is.

Thierry debels

Volgend Europees Parlement zal er helemaal anders uitzien (2/2)

Normaal had in deze kolommen het tweede deel moeten staan van het artikel met boven- staande titel. Maar onze medewerker is met vakantie vertrokken, kreeg zijn artikel niet afge- werkt (hij moest van zijn vrouw de koffers inpakken, en die vrouw is onverbiddelijk), en onder- weg is het er evenmin van gekomen om aan zijn kopij te werken. Wij vragen dus een weekje

uitstel. K.v.C.

Nieuwe Schotse feestdag?

We maken het niet elke dag mee, de aankondiging van een nieuwe feestdag. En al zeker niet als het gaat om een feestdag van autochtone oorsprong. In Schotland gaan stemmen op om van de dag van de executie van de Schotse verzetsheld William Wal- lace een nieuwe feestdag te maken.

Uit een peiling, georganiseerd tussen 8 en 11 juni, is gebleken dat 42 procent van de bevraagde Schotten “Braveheart”, William Wal- lace, “de moedigste Schot van alle tijden” vindt.

38 procent vindt hem zelfs belangrijker dan Saint Andrew, de schutsheilige van Schotland.

The Edingburgh Dungeon

Eén van de attracties in de Schotse hoofd- stad Edinburg is zeker The Edingburgh Dun- geon, een spektakelzaal waar historische tafe- relen worden opgevoerd voor het publiek. Het bestuur van The Edingburgh Dungeon maakt zich op om in een campagne Schotland een nieuwe feestdag te geven, 23 augustus met name, de dag waarop Engeland de befaamde Schotse verzetsheld liet executeren. Iedereen in Nederland en Vlaanderen werd ontroerd door de film Braveheart van Mel Gibson, maar dat was nog meer in Schotland het geval.

In The Edingburgh Dungeon ging op 29 juni alvast een nieuw spektakel van start, “Brave- heart’s Revenge”, wat de campagne nog meer onder de aandacht zal brengen. “Het Schotse publiek heeft luid en duidelijk zijn fierheid uit- gesproken over de figuur van William Wallace.

Dit moet bekroond worden met een eigen nationale feestdag. Wallace beroert de Schot- ten vandaag meer dan Saint Andrew. Vandaag wordt William Wallace nergens met een feest- dag of een herdenking geëerd, en wij vinden dat dit wel moet kunnen”, aldus Evans, alge- meen directeur van The Edinburgh Dungeon.

Een woordvoerder van de Schotse regering heeft verklaard dat die “niet de intentie heeft om een nationale feestdag in te voeren om Wil- liam Wallace te herdenken”. De eerste aanzet is echter gegeven, ook vanuit het middenveld.

PieTvan nieuwvlieT

In één nacht werden vuurwerkbommen gegooid naar de woning van Gerry Adams, de vroegere leider van Sinn Fein en naar de woning van zijn medestander Bobby Storey, die aan het hoofd staat van Sinn Fein in Bel- fast. Bovendien heeft de dissidente groep

“New IRA” de voorbije week in Londonderry bij verschillende incidenten in totaal zeven- tig molotovcocktails naar politiemannen in Londoderry gegooid. Zoiets was in jaren niet meer gebeurd. De groep ontkent echter ver- antwoordelijk te zijn voor de aanslagen op

Adams en Storey. We weten niet wie hier juist achter zit. We weten niet of dit iets te maken heeft de Brexit en het probleem van de grens tussen Noord-Ierland en de Republiek. Maar het is duidelijk dat er iets broedt. Al moet men natuurlijk nog niet meteen dramatiseren. De aanslagen met vuurwerkbommen waren niet ongevaarlijk, maar toch heel amateuristisch.

Zelfs molotovcocktails staan nog heel ver af van de dodelijke en gesofistikeerde aansla- gen die het IRA vroeger pleegde met bommen, vuurwapens en zelfs mortieren.

NEW IRA

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

tot oorlog. Want deze wereld kan niet zo krankzinnig zijn, dat zij de algehele vernietiging zal verkiezen indien er een ander en beter middel tot oor- logvoeren

De overtreding hiervan zal immers meestal worden veroorzaakt door een formele wet, namelijk de (reguliere) begrotingswet of een supple- toire begrotingswet, althans op

Veron- derstel dat de loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden voor de pensioenbonus in de toekomst samen met de leeftijd waarop mensen vervroegd op pensioen kunnen gaan, strenger

Ambtenarenzaken gericht aan de heer Geert Bourgeois, Minister-President van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed wordt conform de

Er waren immers toch iets te veel benoemingscarrousels tijdens de jongste re- geerperiode waaraan ook N-VA zonder protest deelnam… Had haar partij zich daar in 2014 ook niet

Barbara Pas (fractievoorzitter VB) was niet onder de indruk, liet zich niet uit haar lood slaan en zei aan al degenen die jarenlang voor miljarden tekorten in de begroting

Ik wil voor het secun- dair onderwijs ook verwijzen naar het budget van 120 miljoen frank dat in het schooljaar 2000-2001 is uitgetrokken voor de extra ondersteuning van scholen

Meer nog, centra die reeds een jaren- lange ervaring hebben op het veld, zoals het Cen- trum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ) dat er reeds twintig jaar actieve werking