• No results found

Wanneer is de N-VA incontournable?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wanneer is de N-VA incontournable?"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

68

te

jaargang • nummer 13 • woensdag 27 maart 2013 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Wanneer is de N-VA incontournable?

Lees blz. 5

Als het V-kamp niet verder groeit, wordt 2014 niks

Zondag heeft VTM met nieuwe pei- lingresultaten uitgepakt. Wie daar dan commentaar op geeft, begint steeds met:

‘We moeten voorzichtig zijn met opinie- peilingen, maar…’ Dus, we moeten voor- zichtig zijn met peilingen, maar…

Wanneer we het gedoe achter en net voor de komma’s achterwege laten, vertonen ze wel enige consistentie. Ten eerste: N-VA blijft zich probleemloos aan de kop en zelfs ver voor het peloton handhaven. Ten tweede:

de tegenstand fietst op een hoopje ver ach- ter de club van De Wever en kent geen beter- schap. Ten derde: het Vlaams Belang herstelt nu weer een beetje, zakt dan weer wat en lijkt daarmee de ondergrens eindelijk bereikt te hebben.

Groei

Dat brengt ons echter meteen bij een ten vierde: van een geweldige groei van de V-zijde is al een tijdje geen sprake meer. Het Vlaamsgezinde V-kamp ziet op de grens tus- sen Vlaams Belang en N-VA wat over en weer gewip. Vele VB’ers peinzen er niet aan voor De Wever en co te kiezen en het gros van de N-VA’ers is immuun voor de sirenenzang van het Belang. Maar op de grens tussen die par- tijen zit wel een grote groep kiezers voort- durend de hersenen te pijnigen: welk bol- letje inkleuren? Gaan voor het duidelijke en rechtlijnige verhaal? Toch maar op de kar van de gedoodverfde winnaar springen om

zo de schok bij de Belgisch-gezonden gro- ter te maken? Misschien wekt Annemans als nieuwe VB-voorzitter wat extra vertrouwen in die rangen? Misschien duwt N-VA hen weer wat weg als er warrig over confederalisme en zelfbestuur wordt gecommuniceerd?

Wat dat laatste betreft, zit N-VA nog niet echt goed in het vel. Het sterk bezette en ste- vig bijgewoonde symposium van de Vlaamse Volksbeweging over confederalisme en onaf- hankelijkheid werd samengevat als ‘nog huis- werk voor de N-VA’. Geert Bourgeois praat anders dan Bart de Wever; anders zelfs dan Geert Bourgeois enkele dagen later; anders dan Jan Peumans in de Balkan; hetzelfde als Peumans in de Vlaamse pers als Jan op dreef is; anders dan Ben Weyts… Tegenstan- ders vergroten de verschillen buitenproporti- oneel, omdat ze daar kansen zien. Aan CD&V en Open Vld wordt nooit de vraag gesteld wat zij met confederalisme bedoelen. N-VA belooft een congres daarover. Bij de klassieke par- tijen staan daar alleen eersteklas begrafe- nissen van het begrip tegenover.

Duidelijkheid

N-VA maakt van confederalisme haar unieke verkooppositie, dus mag iets meer duidelijkheid verwacht worden. Het verdien- stelijke Kamerlid Peter Dedecker hamerde in De Zevende Dag weer stevig op de ACW- spijker, maar komt in het defensief zodra het c-woord valt. Als het daarover gaat, kan N-VA in elk geval (nog?) niet overtuigen. De posi-

tie van N-VA is dan ook totaal anders dan die van de andere partijen. Vlaams Belang kiest voor heldere en rechtlijnige communicatie.

De B-partijen ook, wat België betreft: zij wil- len het land tot elke prijs in stand houden.

N-VA is intussen echter zo fel gegroeid dat het eigen publiek over een indrukwekkende breedte van het debatveld verspreid ligt. Een twitteraar formuleerde het wel erg scherp: ‘De Wever wil iedereen te vriend houden. Rechtse belgicisten en linkse nationalisten. Die partij gaat sneller splitsen dan België.’ We laten het besluit even onbesproken maar de vaststel- ling die gemaakt wordt, is niet helemaal fout.

2014

Het Vlaams Belang zit inhoudelijk een stuk comfortabeler, maar moet dan weer geloof- waardig maken met die rechtlijnige stand- punten ook daadwerkelijk voor een verschil te kunnen zorgen. N-VA en Vlaams Belang gaan best niet bij dezelfde communicatiestrategen te rade, want ze staan voor verschillende uit- dagingen.

De verschuivingen op die grenslijn tus- sen N-VA en VB zijn onzeker en niet altijd erg duurzaam, maar ze interesseren dit blad eigenlijk amper of niet. Het is voer voor wie partijpolitiek redeneert. Vlaanderen kan in 2014 maar een zware sprong vooruit maken als het V-kamp als zodanig groeit. En daar wijzen die peilingen niet op. Beide V-partijen zouden er verstandig aan doen zich daarover te beraden. Hoe boren ze dieper in het elec-

toraat van de B-partijen, een categorie waar CD&V nu dus weer formeel toe behoort?

De Wever kiest in zijn reactie op de pei- lingsresultaten, die de indruk wekken dat zijn partij ter plaatste trappelt, van het commu- nautaire thema weg te draaien en nog ster- ker de kaart van de belastingafkerige, hard- werkende en PS-vijandige Vlaming te trekken.

Die aanpak legde zijn partij de jongste jaren geen windeieren. De toekomst zal leren of er met die aanpak nog veel te rapen valt. Het vergroot wel de druk op de klassieke Vlaams- gezinden, die niet per definitie in dat liberale kamp zitten.

Het Vlaams Belang wil zich als een soci- ale Vlaams-nationale partij profileren, eco- nomisch zelfs wat links, maar van die opera- tie merken we voorlopig weinig. Een thema dat het VB wel helemaal kan opeisen en waar de partij een heel aparte stem laat horen, is natuurlijk dat van de ‘Europese Unie’. Overal klinken steeds luider eurokritische stemmen, alleen bij ons heerst nog altijd een gênante eensgezindheid die neerkomt op: meer Europa is onze hoop in bange dagen. Wie al eens buitenkomt, weet dat het publiek die politieke eensgezindheid niet deelt. Daar lig- gen voor het Vlaams Belang zeker kansen, om te vissen buiten de V-vijver.

Wij hopen alvast dat N-VA en Vlaams Belang met de B-partijen de strijd aangaan, want als het V-kamp niet verder groeit...

De voGelspinnen van

Jan Fabre 2

eric van rompuy

en het Failliete belGië 2

brieFJe aan

rik torFs 3

70 Jaar GeleDen:

het Drama van mortsel 4

roDDels uit De

Wetstraat 4

vlaanDeren haD cyprus kunnen reDDen 11

acW, De holDinG van

minstens 1,1 milJarD euro 11

ZimbabWe, De krachten WorDen Gemeten 14

rik op zoek naar een nieuwe uitdaging

(2)

Actueel

27 maart 2013

2

Uit de smalle beursstraat

Eric van Rompuy en het failliete België

Er gaat geen dag voorbij of CD&V-ouderdomsdeken Eric van Rompuy valt de N-VA aan. De Zaventemnaar blijft het Belgi- sche malgoverno verdedigen, terwijl hij er in zijn jonge jaren een scherp criticus van was.

Dat België niet meer te besturen valt, dat het land ondanks herhaal- delijke saneringsoperaties nog altijd een staatsschuld van 100 procent van het bbp torst, dat het begrotingstekort verder oploopt en dat zelfs een Europese boete dreigt, zorgt in de Wetstraat voor frustratie. Zoals bij Eric van Rompuy (CD&V), die zowat elke dag fulmineert tegen de N-VA omdat die partij de oorzaak legt bij de inefficiënte Belgische staat en dat aanklaagt. Van Rompuy wordt woest van die kritiek. Hij zou beter moeten weten. Afgezien van de paarse periode onder Guy Verhofstadt is de CD&V mee verantwoordelijk voor de precaire eco- nomische toestand waarin het land zich bevindt.

Van Rompuy lijkt zich bij het huidige status quo neer te leggen. Men moet er bij wijze van spreken het beste van maken. Er zit toch niets anders op dan met de Franstaligen samen te werken.

Wel, de volgende keer dat Van Rompuy een frontale aanval op de N-VA inzet, zou men er goed aan doen de Vlaams-Brabander te her- inneringen aan zijn politieke ‘wonderjaren’ toen hij - terecht - fulmi- neerde tegen het Belgische wanbeleid aan het einde van de jaren 70 en het begin van de jaren 80. Het was net in de periode 1977-1983 dat Van Rompuy CVP-jongerenvoorzitter was. Het was niet alleen een periode van grote communautaire spanningen (Egmontpact, Voe- ren…), ook heerste toen grote economische onzekerheid. Om de cri- sis ten gevolge de olieschok van 1973 op te vangen en de tweede van rond 1980 de baas te kunnen, had de regering een neokeynesiaans beleid gevoerd van stijgende overheidsuitgaven en aanwerving van ambtenaren. De hoge inflatie, via de automatische loonindexering, zorgde voor een ernstige aantasting van het concurrentievermogen.

Men kan het zich vandaag nog amper voorstellen, maar het begro- tingstekort liep in 1981 op tot -16 procent van het bbp. Dat was in het jaar dat Mark Eyskens een kortstondige regering leidde samen met de balorige PS. Er werd voortdurend tegen de Belgische frank gespecu- leerd. Hier heersten toen Griekse toestanden. De PS wou onder geen

beding zware besparingen doorvoeren. De opmaak van de begro- ting voor 1982 leek veel op de werkstukken die de regering-Di Rupo heeft afgeleverd: te weinig besparingen, te veel belastingverhogingen.

Jongerenvoorzitter Van Rompuy viel Eyskens frontaal aan, met een artikel in De Nieuwe Gids. Hij verweet de eerste minister “meer en meer de gevangene te zijn van de Waalse socialisten”. Eyskens bleef het beleid verdedigen. Hij was zelfs woedend op de kritiek van Van Rompuy. Samen met zijn broer Herman was Eric voor veel CVP- ers “een ambetant ventje”. Behorend tot de Tindemans-clan werden ze gehaat door Wilfried Martens. Ook in Wallonië waren de broers kop van Jut. En dat had niet alleen met de begroting te maken. Eric van Rompuy bleef zich in die periode altijd met hand en tand ver- zetten tegen een blanco cheque voor de armlastige Waalse staalin- dustrie. In die periode werd de Belgische regering door de Europese Commissie voortdurend op de vingers getikt. België moest zijn staats- financiën dringend op orde krijgen. Er werd al in 1981 gepleit voor een devaluatie (die er een jaar later zou komen). België werd in Europa beschouwd als een quasi-failliete staat. Het scheelde niet veel of het land kwam onder curatele van het IMF en tutti quanti.

In die economisch chaotische omstandigheden is de kortstondige regering-Eyskens overkop gegaan. In de daaropvolgende verkiezin- gen leed de CVP een historische nederlaag: van 43 naar 31 procent van de stemmen. Een mokerslag zonder voorgaande. Achteraf gaf Eys- kens Van Rompuy de schuld voor die nederlaag.

Die verkiezingen hebben er voor gezorgd dat er een rooms-blauwe regering aan de macht kwam, die langzaam maar zeker het herstel- beleid kon inzetten. Ere wie ere toekomt: dat is ook een deel de ver- dienste van Eric van Rompuy, die aanhoudend wees op de onmoge- lijkheid om met de PS te regeren.

Dat Eric van Rompuy nu een bocht van 180 graden maakt, en een fervent voorstander van het geldverslindende federale België is geworden, is onbegrijpelijk. Lijdt hij aan selectief geheugenverlies? Is hij ziende blind geworden? Het wordt hoog tijd dat iemand Eric van Rompuy met de neus op de feiten drukt en hem met zijn verleden als rebel confronteert.

A

ngélique

V

AnderstrAeten

Ideetje van een tijdgeest

Volgens officiële cijfers wordt Europa momenteel geteisterd door – schrik niet – liefst 3.600 criminele bendes. Elke dag wat meer glijdt het oude continent af naar “Far West”- toestanden die we nog kennen van tweederangsfilms uit de oude Amerikaanse doos. Het zal niet verbazen dat in België de “trend” zich met zevenmijlslaarzen doorzet, sinds de linkse progressieve slogan “alle grenzen open” bijval kende en waarvan bepaalde gevol- gen de samenleving kenmerken.

Onlangs presteerde een jongerenbende in Parijs het onwaarschijnlijke feit een metrostel tot stoppen te dwingen en alle passagiers te beroven. Dat soort driestheid blijft onze con- treien voorlopig nog bespaard, zij het dat de nieuwsgaring van enkele dagen over crimi- nele feiten erop wijst dat wat nog niet is elke dag kan komen.

Een opgerolde Roemeense dievenbende heeft in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland massa’s sloffen sigaretten gestolen. In ware westernstijl gooiden de dieven hun buit ‘s nachts uit rijdende goederentreinen waarin ze zich hadden laten opsluiten. “Collega’s” volg- den de treinen via parallelwegen en pikten de sigarettensloffen in. België fungeerde als doorvoerland voor die vrachten. De gangsters logeerden in Antwerpse en Brusselse hotels.

In Antwerpen kwam vorige week een einde aan de activiteiten van een bende gespecia- liseerd in grootschalige drughandel. Vieren- twintig “jongeren”, voornamelijk Marokkanen,

werden ingerekend. De bende dealde gemid- deld voor vier- tot vijfduizend euro per dag in hun “afzetgebied”, reikend van het Antwerpse Kiel tot aan de grens van Zwijndrecht op Linkeroever. Men kon verder nota nemen dat een bende “hangjongeren” het platte dak van de Christus Koningkerk in Laken al een tijd als voetbalveld gebruikt, zelfs als er een mis wordt gevierd, en er regelmatig ruiten aan dig- gelen gooit. Dat die hangjongeren ook op het platte dak van een moskee durven voetbal- len, laat staan daar ruiten ingooien, is eerder twijfelachtig.

Grootje

De door de nieuwe orde gelanceerde slo- gan “de wereld is een groot dorp” heeft tot toe- standen geleid zoals de recent opgetekende en hierboven uiteengezet. Die toestanden roepen vragen op. Een criminologe verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel zag brood in een rond- vraag bij een dertigtal gewapende overvallers

naar hun motieven, de beste tijdstippen om een overval te plegen, de voorkeurdoelwitten en andere “interessante weetjes”.

In de lijst van de bevraagde bajesklanten doken namen als Abdel, Mehmet en Azzouz op, maar in aantal ondergeschikt aan André, Charles, Dirk, Kevin, Jérémy en Omer. Of die nomenclatuur beantwoordt aan een realisti- sche verdeelsleutel van achter de tralies zit- tende nationaliteiten, is een vraag waarop het enige mogelijke antwoord duidelijk is zonder het te vermelden.

De bevolking via de kranten bestoken met de resultaten van dat onderzoek is allicht een ideetje eigen aan de tijdgeest. Het ziet er niet naar uit dat lectuur van criminele ditjes en dat- jes het al zo sterk op de proef gestelde vei- ligheidsgevoel van de burger zal opkrikken.

Volgens de “studie” ligt de zucht naar gemak- kelijk geldgewin aan de basis van vrijwel elke gewapende overval. Dat wist mijn grootje al.

Een “studie” had ze daar niet voor nodig. Laat wereldvreemd “Europa” de bevolking van de lidstaten trouwens nog een tijdje verder rich- ting armoede drijven, en de criminele drijf- veer nummer één van alle tijden zal daar niet onder lijden.

Trots

Wat de kranten over die bevraging publi- ceerden, deed vooral denken aan een hand- leiding voor aspirant-criminelen. Uitbaters van tankstations, krantenwinkels, nachtwinkels en kleine winkels, en apothekers, “die overal zijn en je voor het uitkiezen hebt”, zullen graag horen bevestigen dat zij uitverkoren doelwit- ten zijn. Die locaties zijn “interessant”. Er is

“amper of geen beveiliging en er zijn tijdstip- pen dat een minimum aan klanten aanwezig is”. Het beste moment voor een overval is slui- tingstijd. “Nogal wiedes, dan is er het meeste poen te rapen.” Nachtwinkels zijn dan weer in “omdat eigenaars niet altijd naar de flikken bellen. Het is handig om ze te beroven, want mensen herkennen je in het donker minder”.

Bij die “gids voor toekomstige criminelen”

vernam men ook dat de ondervraagde bajes- klanten er trots op zijn dat ze “al veel van elkaar geleerd hebben” en al even trots zijn dat ze

“angst voor de politie” met een schouderopha- len en een onverschillig “pfff” kunnen afdoen.

U mag ervan uitgaan dat de kans op recidive- ren hoger ligt dan dat die bajesklanten na hun verblijf in hotel “De houten lepel” als brave doordeweekse burgers door het leven zullen kuieren. Door de media bevraagd, noemde minister van Binnenlandse Zaken Joëlle Milquet het VUB-onderzoek “een zeer interes- sante studie die zou toelaten om het preven- tiebeleid aan te passen”. Wie in die blabla een concrete beleidsdaad tegen misdaad kan ont- dekken, mag het altijd laten weten.

d.M

ol

Splits zelf de sociale zekerheid!

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

Splits zelf de sociale zekerheid!

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

Word lid van het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

De vogelspinnen van Jan Fabre

151 dagen, zolang is het geleden dat Jan Fabre van zeven mannen slaag heeft gekregen. De daders zijn nog steeds op vrije voeten. Trouwens, wat is er gebeurd met de klachten die toenmalig sche- pen voor Dierenwelzijn Luc Bungeneers heeft ingediend in verband met het kat- tengegooi? Ook Michel Vandenbosch van GAIA heeft toen klacht neergelegd. In het ledenblad van GAIA lazen we dat één van de katjes wel degelijk blijvend letsel heeft opgelopen. De kater Cesar hield er gescheurde kruisbanden aan over en één pootje moest geamputeerd worden. Jan Fabre heeft beloofd, als Wiedergutma- chung, om de kosten van de dierenarts te betalen. Daar is Cesar vet mee wanneer hij op muizenjacht wil gaan.

En ook dit lazen we in het GAIA-tijd- schrift: in Eupen was er de voorbije weken een tentoonstelling met werken van Jan Fabre, met allemaal werken rond het thema “insecten”. Bij de opening op 25 november werd één werk verwij- derd: het “Spinnenkoptheater”. Fabre had twee levende vogelspinnen in een hou- ten bak met compartimenten gestoken.

In één van de compartimenten, “Battle- field” genaamd, vormden rechtopstaande scheermesjes hindernissen voor de spin- nen. Hoe ziekelijk moet een multidiscipli- nair kunstenaar zijn om zoiets te beden- ken? Bovendien voldeed de houten bak absoluut niet aan de minimale vereis- ten om het voor die vogelspinnen leef- baar te houden. Fabre was enkel bereid de scherpe kantjes van de scheermesjes af te stompen met… nagellak. Uiteinde- lijk kon Michel Vandenbosch de organisa- toren overtuigen de vogelspinnen uit de tentoonstelling te verwijderen.

Tja, die spinnen hoorden daar sowieso niet thuis, want de tentoonstelling han- delde over insecten. Tot nader order zijn spinnen geen insecten, tenzij er al een paar pootjes van de spinnen geamputeerd werden. Wij met ons slecht karakter vra- gen ons af: waar verblijven momenteel die vogelspinnen van Fabre? Kent hij de Wet- geving Dierenwelzijn wel? Voert de die- renbescherming voldoende controles uit?

TRAJECTCONTROLE

Vlaams verkeersminister Hilde Crevits (CD&V) streeft naar meer verkeersveilig- heid. Voorbije week werden op drie plaat- sen in Vlaanderen een systeem van tra- jectcontrole opgestart. De investering van die systemen bedraagt zo’n 925.000 euro en wordt volledig door het Vlaams Gewest gedragen. Natuurlijk zijn we niet tegen ver- keersveiligheid, maar Crevits zou eens eer- lijk moeten antwoorden waar de opbrengst van de boeten naartoe gaat. Ongeveer de helft van de opbrengst van alle boeten die in Vlaanderen geïnd worden, gaat recht- streeks naar Wallonië. Als u een boete van 100 euro betaalt, gaat er (afgerond) 50 euro naar Vlaanderen en 50 euro naar Wallonië. Zo gaat dat in België: Vlaande- ren investeert en Wallonië gaat met de opbrengst lopen. In Wallonië staan er nau- welijks flitspalen en er werd daar nog geen enkel trajectcontrolesysteem in gebruik genomen.

(3)

Actueel 27 maart 2013 3

Ongeëvenaard egotripper

Mijnheer de overambitieuze,

Gij zijt een tijdje balorig en nukkig geweest, nadat uw haring niet had gebra- den bij een rectorverkiezing aan de KU Leuven, want gij hadt de duimen moe- ten leggen. Vooral de studenten stonden toen niet aan uw kant. En gij, toen al een bekende Vlaming, kondt daar niet mee lachen. Nochtans kwaamt gij ruimschoots op de kwelbuis. Men voerde u meer dan goed was voor de menselijke spijsvertering op als de olijke professor in spel- en andere volksverheffende programma’s, waarin gij met éénlijners en soms bedenkelijke grap- pen uw ding mocht komen doen. Gij hingt met andere woorden de flauwe plezante uit en gij kreegt bovendien een flinke schnab- bel uit de ruif van de Vlaamse staatszen- der. Voor ’t geld danst den beer, nietwaar?!

Toen de tsjeven, op zoek naar bekende smoelwerken in een - mislukte - poging om een verkiezingscatastrofe in 2010 af te wenden, u op de Senaatslijst een tweede plaats aanboden, hapte gij graag toe. Er was immers een tijdje te gaan tot de vol- gende rectorverkiezingen en gij moest u naast wat colleges kerkelijk recht aan de alma mater toch nog wat bezighouden, liefst met een meer dan behoorlijke zakcent en een schone medewerkster aan uw zijde.

Gij trokt naar de Senaat in de overtuiging dat gij iedereen daar ook eens te kijk kondt gaan zetten en in hun gezicht gaan uitla- chen. Heel wat politici liepen in een boog om u heen, want al vanaf dag één bleek dat gij geen ploegspeler waart, maar een Ein- zelgänger en een camerageile egotripper.

En nu gij tot op de dag hebt uitgerekend wanneer de campagne voor de rectorver- kiezingen van start gaat en gij bestudeerd hebt aan welke voorwaarden kandidaten moeten voldoen, kuist gij uw schop af en aast gij opnieuw op de hoogste functie in Leuven. Berekening is het, niet meer en niet minder. Uw senatorschap was derhalve een tijdverdrijvend intermezzo, dat toch geen verlengstuk zou krijgen als de Senaat vol- gend jaar in zijn huidige vorm zal verdwij- nen.

Bovendien hadt gij het bij uw voorzitter en de top van uw partij al geruime tijd ver-

korven. Meer dan eens hadt gij kritiek op uw partij eerst in de media gaan spuien; want daarvan zijt gij altijd de lieveling gebleven, zeker omdat gij uw eigen nest ongegeneerd bevuilde. Nochtans hadt gij met Inge Ver- votte en nog anderen naar ideeën voor poli- tieke vernieuwing gezocht.

Maar het bleef bij veel blabla, om nadien de ezelsstamp te geven aan uw partij met de kwalificatie ‘onvoldoende ideologisch profiel’. Niemand kon uw vertrek uit het Paleis der Natie beter verwoorden dan pro- fessor Sinardet, met de onnavolgbare woor- den: “Eindelijk goed nieuws voor CD&V.”

De rotte appel heeft zichzelf uit de mand gekeild. Het is een publiek geheim dat er in de CD&V geen kat te vinden is die u op uw beslissing probeert te doen terugko- men. Integendeel. In kringen rond Eric van Rompuy en ver daarbuiten heeft men zon- der de minste twijfel een fles champagne bovengehaald om in grote dankbaarheid uw afscheid te vieren.

Gij hebt altijd in een waan geleefd. De waan dat gij als professor kerkelijk recht eigenlijk een van rechtswege toegevoegde dimensie zijt aan de heilige Drievuldigheid.

Die indruk wekte gij altijd weer opnieuw.

In Leuven zullen ze u graag zien terug- komen, de niet-ploegspeler die een acade- misch team zou kunnen gaan leiden. Het zou voor iedereen beter zijn dat gij terug- keert naar uw oude stiel van professor ker- kelijk recht. Iedereen is het erover eens dat gij daar goed in zijt. Niet meer, maar ook niet minder. Schoenmaker blijf bij uw leest en ken uw plaats. Al die zever over de opge- dane ervaring in de politiek die u nu dienst- baar kan zijn om de alma mater bij de tijd te brengen en een nieuwe dimensie vol signa- len naar de samenleving te geven, is dikke lulkoek. Als gij u als rector zult gaan gedra- gen volgens uw balsturig karakter, uw abso- luut gemis aan korpsgeest en uw middel- puntvliedende ingesteldheid van uw eigen persoon, dan zal dat voor de oude universi- teit geen goede zaak worden. Het valt dus te hopen dat de rectorkiezers hun verstand zullen gebruiken.

Brief aan Rik Torfs

De teloorgang

van de middenklasse

Het schuldentijdperk breekt aan

De Vlaamse middenklasse is ongetwij- feld de grootste verliezer van de afgelopen decennia. Ze betaalt de flaters van de falende bestuurdersklasse. Sinds Di Rupo in decem- ber 2011 in het zadel klom, heeft hij al een saneringsoperatie van 18 miljard euro ach- ter de rug, terwijl de infrastructuur van dit land negentiende-eeuws aandoet en er op de grote maatschappelijke uitdagingen – die onze sociale zekerheid zullen ontwrichten – zelfs nog geen begin van een antwoord is geformuleerd. Dat belooft.

De middenklasse kraakt en begeeft onder zoveel lasten. De spanningen die hierbij ont- staan, kunnen verstrekkende gevolgen heb- ben. Ook in Nederland betalen kleine onder- nemers de crisis. “Voor een politieke partij of politicus die zich de neergang van deze groep oprecht aantrekt, breken goede tijden aan”, schreef NRC Handelsblad onlangs.

Voeg aan die lasten een stevige Brusselse en Waalse factuur toe en dan besef je hoe de

Vlaamse middenklasse ervoor staat. De ver- arming slaat toe. Marc de Vos – directeur van het Itinera Institute – ziet het schuldentijd- perk aanbreken: “Onze welstand en welvaart steunen deels op illusie of op roofbouw, ten koste van de volgende generatie. We gaan de komende jaren moeten verarmen.”

De arbeidersklasse staat er daarente- gen een stukje beter voor. Fabrieken gaan wel dicht, maar tegelijkertijd keert vanuit China industrie terug naar Europa, omdat de Chinese lonen stijgen en de transportkos- ten hoog oplopen. Door de vergrijzing wordt onze arbeidsmarkt steeds krapper. Tegelij- kertijd wachten tienduizenden knelpuntva- catures op een invulling door geschikte werk- nemers. Intussen wordt de arbeidersklasse in de watten gelegd door een ‘corpulente’

sociale zekerheid, gefortuneerde vakbonden, weelderig rijke sociale organisaties en links georiënteerde partijen, die al decennia aan de macht zijn.

De middenklasse wordt vertegenwoordigd door partijen die hen al decennia brandschat- ten. De stijgende inflatie, de bankencrisis en

de miljarden verslindende Europese instel- lingen worden aan de middenklasse doorge- rekend. Volgens de Zwitserse bank USB is de euro goed geweest voor de elites en de mul- tinationals, maar zijn vooral de mensen uit de middenklasse – en ook wel uit de arbei- dersklasse – die er in de zeventien eurolan- den financieel zo’n dertig procent op zijn ach- teruitgegaan. De jeugdwerkloosheid is alleen maar toegenomen. Het verval van de midden- klasse heeft niet alleen economische, maar ook politieke en sociale gevolgen. De midden- klasse maakte de bloei van de liberale demo- cratie mogelijk, terwijl de uitholling van deze klasse juist het gevolg is van het falen van par- tijen als de CD&V en de Open Vld. Aristoteles wist al dat democratie het best gedragen kan worden door de schouders van een grote mid- denklasse. Grote verschillen in rijkdom binnen een bevolking leiden, volgens hem, slechts tot politieke instabiliteit.

Een politieke stem voor de middenklasse

Andy Haldane – bestuurder van de Bank of Engeland – stelt dat de financiële crisis vanaf 2008 ongeveer evenveel schade als een wereldoorlog heeft aangericht. Deze cri- sis is in eerste instantie een noodzakelijke cor- rectie, maar zijn stelling bevat toch een kern van waarheid. De internationale crisis heeft enorme schade aangericht. Er is nood aan een wederopbouw. Iedereen beseft natuur- lijk dat de lasten door de Vlaamse midden- klasse zullen moeten worden gedragen. Aan de middenklasse moet bijgevolg een nieuw perspectief worden geboden. Doordat de Vlaamse traditionele beleidspartijen zich met Vlaanderen weinig verbonden voelen, wor- den de maatschappelijke en economische problemen slechts halfslachtig aangepakt.

De Vlaamse kiezer heeft dat door en wordt met de dag cynischer over de politiek-econo- mische bestuurlijke elite. De middenklasse moet weer een stem krijgen in het debat. Ze wil niet meer alleen facturen betalen, ze wil mee beslissen over hoe dit land fundamenteel moet worden hervormd. De N-VA heeft een helder verhaal – net als het Vlaams Belang – en geniet electoraal succes. Kiezers geloven dat de N-VA het verschil kan maken. Maar in NRC Handelsblad lezen we in een interview met Bart de Wever: “Maar mensen worden door de andere partijen bang gemaakt en daar is bij Vlamingen niet zo veel voor nodig:

grote politieke omwentelingen zijn niet aan ons besteed. Wij gaan dan eerst iets drinken, iets eten en we zien wel.”

Ik hoop dat de dadendrang bij de N-VA toch wel wat verder rijkt dan die van Lamme Goed- zak. Bij heel wat mensen staat het water finan- cieel-economisch aan de lippen. Het geloof in de bestuurlijke elite is nooit zo laag geweest.

De kans dat binnen de Belgische structuren crisissen kunnen worden opgelost en beleids- beslissingen op lange termijn kunnen wor- den genomen, is zowat nihil. N-VA krijgt van de kiezer een ferme electorale bonus. De Vlaams-nationale partij zal er moeten voor zorgen dat haar woorden niet hol klinken.

2014 wordt een kantelmoment. De N-VA zal federaal vergaande hervormingen dienen door te drukken en zal Vlaanderen econo- misch op de kaart moeten zetten. Ze zal daar- bij iedere medestander dienen te mobiliseren, want als ze er niet in slaagt de Vlaamse mid- denklasse een alternatief te bieden, dreigt ze de electorale woestijn te worden ingestuurd en dan zal de middenklasse fundamenteel verarmen. Vlaanderen zal verarmen.

JB

De komende weken gaat de federale regering op zoek naar 2,8 miljard euro. Dit

is nodig, want de opbrengsten uit nieuwe belastingen werden ferm overschat en de conjunctuur deed het een flink stuk slechter dan verwacht. De belastinginkomsten zullen dit jaar ruim 2,3 miljard euro lager uitkomen dan verwacht. Ook in de sociale zekerheid is er een ‘gat’, ruim 600 miljoen euro. Veel besparingen zullen er niet aan te pas komen, want daar is politieke moed voor nodig. Nieuwe lasten zullen vooral op de Vlaamse middenklasse worden afgevuurd.

DOOrstOkeN kaart

Twee derde van de Vlamingen gelooft nog in België, aldus een peiling van VTM en De Morgen. Waarna Bart de Wever in het VTM-Nieuws op het matje geroepen werd om het te komen uitleggen.

Stel dat morgen zou blijken dat een kwart van de Fransen niet meer in Frank- rijk gelooft, een kwart van de Duitsers niet meer in Duitsland of een kwart van de Amerikanen niet meer in de VS, wat een sensationeel nieuws zou dat niet zijn? In België doet men al triomfantelijk als maar een derde van de bevolking niet meer in het eigen land gelooft.

Daar komt nog bij dat die peiling door- stoken kaart was. Want zoals Johan vande Lanotte in het VTM-Nieuws reageerde (waarschijnlijk per ongeluk): men hoeft geen slechte Belg te zijn om een goede Vlaming te zijn.

Dus ook omgekeerd. Als men volgende keer vraagt of de Vlamingen in Vlaande- ren geloven, zou dat ook wel eens een tweederdemeerderheid kunnen opleve- ren. Alleen, dat past iets minder goed in het kraam van onze «kwaliteitsmedia». Die vraag zal nooit gesteld worden.

WreDe straf

“Het Belgisch federalisme is uniek in de wereld. De twee volkeren die in België samenleven - Vlamingen en Walen - zijn erin geslaagd om in verschillende stap- pen, en steeds in onderling overleg, een unitaire staat om te vormen naar een fede- rale staat. We hebben dit steeds gedaan in vreedzaam overleg en met respect voor elkaars gevoeligheden en belangen. Mis- schien kunnen sommige elementen van het Belgische federalisme u inspireren of zijn ze zelfs bruikbaar om uw problemen op te lossen.” Die lofzang was vorige week in het Servisch Parlement van Bosnië-Her- zegovina te horen. Gewoonlijk komt zo’n onzin uit de mond van belgicisten of, erger, fanatieke Brusselaars, maar dit keer rolden die ronkende woorden uit de mond van Jan Peumans. Terwijl zijn partijgenoten aarzel- den tussen “totale autonomie” en “confe- deralisme”, zingt hij de lof van het Belgi- sche federalisme. Ja, de Serviërs moeten misschien gestraft worden voor de wreed- heden die zij in Bosnië en Kroatië hebben gepleegd. Maar mogen we toch voor enige mildheid pleiten? Moeten zij écht het Bel- gische federale model op hun dak krijgen?

(4)

Cumul

Het stond vorige week in alle kranten:

bijna 90 procent van alle - en het zijn er veel - parlementsleden van N-VA cumuleert een lokaal mandaat van burgemeester, schepen of gemeenteraadslid. CD&V en Open Vld vol- gen op de hielen.

Bij het Vlaams Belang is er een cumul voor 78 procent van de parlementsleden, maar daar moet bij opgemerkt worden dat dat lokaal om een gewoon mandaat als gemeenteraadslid gaat en geen enkel uitvoerend mandaat. Het valt op dat een aantal in het oog springende N-VA-Kamerleden daardoor de jongste maan- den wat uit het zicht zijn verdwenen. Wellicht heeft dat alles te maken met het uitoefenen, sinds kort, van hun tweede job als burgemees- ter of schepen. En ja, als men twee jobs uit- voert, kan men er maar één goed doen, al lopen de wedden gewoon door.

Theo Francken uit Lubbeek, bijvoorbeeld, die onlangs slechts heel even in het nieuws kwam door zijn grote steun uit te spreken voor Mohamed Ridouani als mogelijke opvolger van Louis Tobback. Of Sara Smeyers (OCMW- voorzitter én schepen te Aalst), Sofie de Wit (burgemeester Aartselaar), Jan Jambon (bur- gemeester Brasschaat), Bert Maertens (bur- gemeester Izegem), Bert Wollants (schepen Lier)…

Twee jobs, dus. Schrikken zij er dan van dat heel wat burgers dat soort signalen niet meer kunnen noch willen volgen van een partij die wil inzetten op de “kracht van de verande- ring”? Was dat nu net niet wat men vroeger altijd aan de traditionele partijen verweet?

Roddels uit de Wetstraat

Dossier

27 maart 2013

4

welijkheid van informatie die wordt over- gemaakt en besproken. Zo was er vorige woensdag een hoorzitting in de commissie Landsverdediging met topgeneraals van de veiligheidsdiensten van het leger, met Alain Winants van de staatsveiligheid en vertegen- woordigers van de legervakbonden over de aanpak van extremisme en extremisten tijdens de rekrutering van nieuwe militairen.

Helaas hebben de Kamerleden een slechte reputatie in het geheimhouden van derge- lijke informatie. Vorige vrijdag kon men in Het Laatste Nieuws flink wat details over die zitting lezen, nadat die eerder in La Libre Belgique waren verschenen. Het ligt dan ook voor de hand dat heel wat mensen niet al te graag komen getuigen of spreken voor par- lementaire commissies, ook niet als die dan zogezegd besloten zijn.

Gegarandeerd ligt nadien toch alles open en bloot op straat.

Stille kracht

Als het goed is, zeggen we het. Eén van de verrassende ‘backbenchers’ van de N-VA is de Dentergemse burgemeester Koenraad Degroote. Hij valt niet meteen op, want een bescheiden man. Hij probeert zijn job als bur- gemeester - al heel lang - goed te doen, maar ook als Kamerlid.

Zijn interesse gaat vooral uit naar alles wat met veiligheid en politiediensten te maken heeft. Vrij geregeld ondervraagt hij met een stevige dossierkennis de bevoegde minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken, in een vriendelijke, maar directe en

zelfs kordate stijl. Het is eens wat anders dan de talrijke camerazoekers en tafelspringers.

Hoffelijkheid

Het gebeurt wel eens dat Kamerleden hof- felijk zijn tegenover elkaar. Zo werd dinsdag de commissie Financiën en Begroting voorge- zeten door de Franstalige ecologist Gilkinet en kwam de nieuwe minister Koen Geens vragen beantwoorden. De voorzitter heette hem van harte welkom in de commissie, in zeer behoor- lijk Nederlands. De minister was even attent en antwoordde de voorzitter in correct Frans.

Altijd raar, maar toch mooi. Het moet gezegd dat er heel wat praatbarakkers zijn die in die zin een waardige inspanning leveren. Men zal het hem misschien niet aangeven, maar VB- kuitenbijter Filip de Man zal als voorzitter van de commissie Landsverdediging zijn Frans- talige collega’s altijd vlot en in mooi Frans te woord staan, ook al antwoorden ze hem niet in het Nederlands. Dat is nogal wat anders dan PS-bullebak André Frédéric, voorzitter van de commissie Binnenlandse Zaken, die nauwe- lijks een min of meer op Nederlands gelijkend woord uitgebraakt krijgt. Hoffelijkheid en stijl passen niet meteen in het politieke arsenaal van de PS. We herinneren ons nog levendig de PS-voorzitster van de commissie Seksueel Mis- bruik, Karine Lalieux, die zelfs de Nederlandse namen van de leden niet eens uitgesproken kreeg. Bert Schoofs van het Vlaams Belang werd steevast ‘meneer Skoof’ genoemd. Naar verluidt moest Bert dan altijd aan zijn NSV-tijd terugdenken, toen de goegemeente hem min- zaam ‘Skoefie’ noemde.

70 jaar geleden:

het drama van Mortsel

“Berlijn; Verlängerte Feldstrasse Lichterfelde Süd.

“Mijn beste kinderen, ja dat dat gekomen is dien angst door die ramp in Antwerpen maar nu gij verhuist zijt, zal den schrik wel uit u beiden verdwijnen.” “Het zijn moordenaars die om zulke zaken naar hier komen; ik heb het nog gezegd en geschreven ik wenschte dat zij verongelukte… Het doet ons deugd als wij eenen zien naar beneden stuiken. Hij krijgt ons niet dood dien verdoemden jampot of Amerikaan.”

Dit schrijft mijn grootvader in de lente van 1943 aan mijn ouders die in de omgeving van de Mechelse Centrale Spoorwegwerkplaats wonen, maar die na het drama van Mortsel verhuizen uit schrik voor geallieerde bombar- dementen, die een jaar later inderdaad 450 Mechelaars zullen doden. En die “verdoemde jampot” (Brit) krijgt mijn grootvader in maart 1945 wel dood.

Er is over het gruwelijke bombardement van Mortsel al zoveel geschreven dat ik er maar weinig kan aan toevoegen. Achille Rely heeft begin de jaren negentig met “Bommen op Mortsel” en “Geen oorlogskruis voor Mortsel”

het bombardement tot in de kleinste details beschreven, met namen, foto’s en de ver- dere lotgevallen van veel piloten inbegrepen.

Pieter Serrien heeft vijf jaar geleden met

“Tranen over Mortsel” alle herinneringen opge- tekend van bejaarde mensen die het allemaal hebben meegemaakt.

Je leest hun relaas met moeite met droge ogen, want vele levens zijn soms tot vandaag door die vreselijke minuten getekend. De meeste mensen slagen erin met hun leven ver- der te gaan en de herinnering aan de gebeur- tenissen een plaats te geven, maar vanaf een zekere leeftijd gaat geen dag voorbij zonder dat ze aan de gruwel terugdenken.

De foute kant van de lijn

In zijn “De kering van het tij” gaat de bekende Amerikaanse historicus Paul Kennedy dieper in op de periode januari 1943-juni 1944. Het is geen boek over veldslagen of frontervarin- gen. Hij gaat na hoe de geallieerde strategische doelen met veel fouten en opnieuw proberen in de dagelijkse praktijk vergemakkelijkt wor- den door de mensen achter het front, door de technici die oplossingen vinden waarmee de enorme Amerikaanse overmacht aan mensen en middelen in een suprematie op het slagveld wordt omgezet.

Het boek gaat over de technische innovaties die de slag op de Atlantische Oceaan helpen winnen, waardoor miljoenen soldaten en hun

materieel in Groot-Brittannië arriveren. Het gaat over de technologische vernieuwingen die de geallieerde bommenwerpers en jacht- vliegtuigen het overwicht in de lucht verzeke- ren, waardoor eerst einde 1943 de luchtoor- log gewonnen wordt, zodat bij de landing in Normandië in juni 1944 de Luftwaffe afwe- zig is.

Kennedy noemt Mortsel maar één keer bij naam (en dan nog in een voetnoot) maar uit zijn hele verhaal blijkt duidelijk dat het bom- bardement juist voor de overgang tussen blind bommen gooien en meer gesofisticeerdere aanvallen gebeurt; al is dat een magere troost voor de vele doden in april-mei 1944 langs de spoorwegknooppunten en de werkplaatsen in Brussel, Mechelen, Hasselt, Leuven, Kortrijk en Gent. Mortsel ligt duidelijk nog aan de foute kant van die dunne lijn.

Het slachtoffer van een legerpolitiek

Het bombardement op Mortsel op maan- dag 5 april 1943 is onder andere het gevolg van interne Amerikaanse discussies. De 8ste Air Army heeft met veel overmoed besloten de Duitse oorlogsindustrie uit te schakelen en neemt reusachtige risico’s vergeleken met de voorzichtige Britten, die al in hun vierde oorlogsjaar zijn. De Amerikaanse bevelheb- bers kijken niet op een slachtoffer meer in de eigen rangen.

Ze laten bij dag bombarderen. De Ameri- kaanse vliegtuigen worden door massale zwer- men Duitse jachtvliegtuigen en Flak, opgesteld aan de Duitse grens, als mussen uit de lucht geschoten. Mortsel is een uitstekend doel, met beperkte risico’s voor de Amerikanen, want de luchtverdediging in de bezette landen stelt getalsmatig niet veel voor, al zijn de Duitse piloten gestationeerd in Wevelgem en Rijsel bijzonder ervaren.

Tot in de tweede helft van 1943 missen de Britse en Amerikaanse bommenwerpers meestal hun doelwitten, zeker wanneer het

weer niet al te best is en wanneer bewolking het zicht belemmert. Zij vliegen te hoog en hun navigatieapparatuur is weinig verfijnd. De meeste Amerikanen zijn ongelooflijk groen en jong; in veel vliegtuigen zit er nauwelijks iemand die ouder is dan twintig jaar. Zodra er een paar Duitse jagers opduiken, is het paniek en dan worden de bommen zo vlug mogelijk gelost om te vluchten.

Dat is ook het geval in Mortsel, omdat Britse Spitfires de Amerikanen maar tot Gent bege- leiden. In Washington is men begin 1943 niet gelukkig met die zware menselijke en materi- ele verliezen bij de eigen luchtmacht. Er wordt zelfs een ogenblik aan gedacht een deel van de luchtvloot naar de Stille Oceaan te zenden, waar betere weercondities zijn. De bevelheb- bers van de 8ste Air Army hebben er dus alle belang bij om het nut van hun aanwezigheid in Groot-Brittannië te bewijzen. Mortsel is in ons land het eerste en het grootste slachtof- fer van die politiek. Doelwit zijn de Erla-fabrie- ken aan de Vredebaan, de terreinen van de oude Minerva-fabrieken, waar beschadigde Duitse jachtvliegtuigen hersteld worden. “De aanval… leverde uitstekende resultaten op.

Onze toestellen hebben de doelwitten mid- denin getroffen”, luidt het geallieerde persbe- richt. In werkelijkheid weten de geallieerden waarschijnlijk beter.

Vooral de wijk Oude God krijgt de volle laag.

Om 15.30 uur sterven 936 mensen, waaronder 209 kinderen. Er zijn 1.342 soms zeer zwaar gewonden. Bijna 1.300 huizen liggen in puin.

“Het Vlaamsche Land” (de gestolen Gazet van Antwerpen) van woensdag 7 april - de krant van 6 april is al gedrukt - kopt: “De afschu- welijke en onzinnige terreuraanval op de stad Antwerpen 2007 doden 509 gewonden 130 vermisten”.

De cijfers kloppen niet met de treurige rea- liteit, maar ze getuigen toch niet van de over- drijving die men dikwijls in oorlogsberichten vindt. De krant voegt er een editoriaal bij: “Luis- ter niet naar hun woorden maar zie naar hun daden!” Het drama van Mortsel - ingelijfd bij Groot-Antwerpen sinds 1 januari 1942 - jaagt een schok door het land. Dagenlang schrijven de oorlogskranten over niets anders. Overal worden steunlijsten geopend. De Duitse pro- paganda grijpt de bombardementen aan voor een zware campagne met affiches: “Is dat het loon voor de duizenden die vielen in 1940 om den Britschen aftocht te dekken?” “Dat is mensenslachting” en “Europa’s moeders en kinderen beschuldigen”, met de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwentoren op de achtergrond in plaats van de passende Heilig-Kruiskerk te Mortsel.

De begrafenis van de eerste slachtoffers op vrijdag is een gebeurtenis waar de top van de

collaboratie - Hendrik Elias o.a. - aanwezig is, naast kardinaal Van Roey. Opvallend is de bloe- menkrans van “La Ville de Liège aux victimes de la lâcheté anglo-saxonne”. Overigens, de col- laboratie speelt nog een rol in Mortsel en wat later in de gebombardeerde straten van andere Vlaamse gemeenten. Altijd zijn de jongens en de meisjes van de Vrijwillige Arbeidsdienst massaal aanwezig. De meisjes koken, wassen en plassen en steunen de slachtoffers waar ze maar kunnen. De jongens graven slachtoffers op en ruimen puin naast brandweermannen en andere vrijwilligers. Het zijn traumatiserende ervaringen voor allen. Ik geloof graag het ver- haal dat sommige leden van de VAVV dienst nemen in het Duitse leger uit woede over de verschrikkingen die ze hebben gezien.

Zinloos

Ook vandaag worden over Mortsel dingen verteld die wat moeten bijgesteld worden. Je hoort nog altijd zeggen dat de Amerikaanse

“Vliegende Forten” de Erla-fabrieken niet eens hebben geraakt. Dat klopt niet helemaal. De fabriek bestond uit drie afzonderlijke hallen. De grote centrale hal 1 brandde volledig uit en de kleinere hal 2 werd voor het grootste deel ver- woest. Onder de 936 doden waren wel dege- lijk 307 Erla-arbeiders.

De meeste arbeiders kenden het risico dat ze in die fabriek liepen, maar dikwijls was dat het enige alternatief om de verplichte opei- sing naar Duitsland te vermijden. En daar was het niet minder gevaarlijk, zoals het lot van mijn grootvader heeft bewezen. Nauwelijks een paar weken na het bombardement werd er in Mortsel al terug gewerkt.

Hetzelfde scenario een jaar later in de rest van Vlaanderen. Op het moment van de geal- lieerde invasie waren de spoorlijnen al weer hersteld. Het waren de duizenden geallieerde jachtvliegtuigen die de aanvoer naar het front hebben verhinderd, niet de grotendeels zinloze tapijtbombardementen die duizenden Vlaamse mensen om het leven hebben gebracht. Mijn vader, een erkend verzetsman, werd woest als hij dacht aan “de onvermijdelijken tol van onze bevrijding” zoals de Londense radio het noemde.

Nog twee randbemerkingen. De gruwel van Mortsel was voor veel menselijke gieren het sein om te plunderen en te stelen. Getui- gen verklaarden dat de Duitsers meerdere plunderaars hebben neergekogeld. En ik was verbaasd toen ik las dat er in het toenmalige Mortsel nog één Franstalige school was (10 doden) en een tweetalige (vooral Franstalig) betaalschool, Sint-Vincentius (103 doden).

Requiescat, requiescat.

J

AN

N

ECKERS Volgende week: Waterloo 2015

10 procent

Zo groot is het gemiddelde aantal afwezi- gen tijdens de plenaire zittingen van de Kamer.

Aan het aantal uitgebrachte stemmen kan men afleiden dat er doorgaans zo’n 130 à 140 praatbarakkers op hun stoel zitten. Tien pro- cent heeft klaarblijkelijk altijd wel een reden om afwezig te zijn. Zonder weddeverlies wel te verstaan, want ook daarvoor is een leuke rege- ling uitgewerkt. Op jaarbasis mag men een bepaald aantal zittingen ‘missen’ zonder wed- deverlies te lijden. Het is een publiek geheim dat flink wat parlementsleden dat goed uitkie- nen en net boven de toegelaten grens blijven.

En dan spreken we niet eens over de commis- sies. Daar is geen afwezigheidsmarge voor- zien, wat geregeld tot gevolg heeft dat men niet geldig kan vergaderen omdat de dames en heren democratisch geplebisciteerden van het soevereine volk gewoon niet komen opda- gen. Sommigen komen zelfs niet af om hun ingediende vragen te stellen. In de commis- sie Justitie van vorige week waren vier vra- gen over eenzelfde onderwerp geagendeerd.

Alleen Peter Logghe van het VB was aanwezig en moest als enige zijn vraag stellen. Fraai is anders. Jawel, arbeiders, bedienden en amb- tenaren moeten daartegen wel stipt op hun job zijn of ze kunnen het vergeten. Hebben de parlementairen een voorbeeldfunctie? Mon oeil!

Zo lek als een zeef

Het gebeurt geregeld dat bepaalde Kamer- commissies een besloten zitting organiseren.

Dat heeft dan alles te maken met de vertrou-

(5)

Actueel 27 maart 2013 5

Echo’s uit de Koepelzaal

Verwachtingen

Terwijl Jan Peumans (N-VA, voor wie het soms onduidelijk mocht zijn) in een Servische enclave de lof van het Belgisch federaal model stond te zingen, werd de plenaire woensdag- zitting van het Vlaams Parlement voorgezeten door Marijke Dillen (VB). Eerste ondervoorzit- ter Veerle Heeren (CD&V) was met de com- missie Wonen op werkbezoek in Londen. Op het programma stond een actualiteitsdebat over de uitlatingen van Geert Bourgeois (zie ons nummer van vorige week). Zowel Open Vld, Groen, LDD als het VB wensten te weten of de N-VA nog zinnens is de zesde staatsher- vorming uit te voeren. Wouter Beke (CD&V) liet trouwens al weten dat die staatshervorming voor hem voorlopig al ver genoeg gaat en dat er andere, meer dringende problemen op een oplossing liggen te wachten. Vergissen we ons, of hebben we dat liedje nog horen kwelen?

Dode mussen

CD&V-fractieleider Koen van den Heuvel speelde het spel iets subtieler. Hij kwam in de loop van de voorbije week aanzetten met het enigszins belegen en bestofte Vlaamse Hand- vest (de zogenaamde aanzet tot wat ooit een Vlaamse grondwet zou kunnen worden) van de meerderheid. Maar enkele oppositiepartijen zouden ondertussen reeds werken aan een eigen alternatieve tekst. In de preambule van dat Vlaamse Handvest wordt Vlaanderen letter- lijk ‘een deelstaat van de federale staat België’

genoemd. N-VA-fractieleider Matthias Diepen- daele ziet daarin geen graten, want voor veran- dering vatbaar: ‘Voor ons is het vooral belang- rijk dat Vlaanderen in de tekst erkend wordt als natie.’ In het zichzelf bezatten met grote woor- den en ferme slogans is de Vlaamse beweging altijd erg sterk geweest.

‘Non-debat’ (dixit Bourgeois)

Het debat in de koepelzaal was maar een mager beestje, zoals we al zo vaak hebben meegemaakt. In feite speelden de Vlaamse parlementairen nog eens na wat ze de dagen daarvoor via hun mediavriendjes reeds op het publieke forum hadden weten te brengen. Sas van Rouveroij (Open Vld) ging de economische toer op en haalde zijn meest duistere kristal- len bol tevoorschijn: ‘Ik hoop dat de Vlaming beseft dat de N-VA bereid is om zijn welvaart op te offeren op het altaar van de onafhanke- lijkheid.’ De mensen bang maken, heet zoiets!

De kleine Van Rompuy – die de laatste weken de trappers echt kwijt lijkt te zijn: wellicht ver- loren tijdens het rijden van een Gordel? – was nog veel dramatischer! Volgens hem gaat de N-VA voor niets minder dan het opheffen van de democratische bestuursvorm van dit land.

Hij is daarmee nog maar één stapje verwij- derd van de belegen onzin over de jaren dertig.

Flauw eindspel

Bourgeois had het niet zo lastig om daarna te doen waar hij uitstekend in is: olie op de golven gooien. Sommigen zullen – niet geheel ten onrechte – zelfs zeggen: koud en warm blazen tegelijkertijd. Zo wilde hij vooral niet gezegd hebben dat zijn partij voor separa- tisme gaat: ‘Wij gaan voor het confederalisme.

Precies zoals de CD&V en de Open Vld. Ik ga niet discussiëren over details.’ Het werd zelfs even potsierlijk toen hij zijn eigen partij nog een brevet van goed bestuur wenste mee te geven: ‘N-VA wil de mensen niet in chaos stor- ten. (…) Wij zijn een zeer verantwoordelijke partij. Wij willen ervoor zorgen dat het land bestuurd wordt. De mensen hoeven zich niet ongerust te maken.’

Geloof

Ondertussen kreeg Hans Bonte, de sp.a- burgemeester van Vilvoorde, de kolommen van De Standaard om fors naar de Vlaamse Rege- ring uit te halen. Die doet volgens hem onvol- doende voor zijn ‘snelst groeiende stad van Vlaanderen’. Als je dat leest en niet van gis- teren bent, weet je dat het gaat om uitslui- tend allochtone aangroei en alle problemen die daaruit voortspruiten. Bonte mist vanwege de Vlaamse beleidsmakers visie (maar tussen en ook op de lijnen lees je dat hij vooral geld mist).

Naar aloud rood, paars of gewoon progressief recept wil hij alles oplossen met de geijkte flau- wekul: jeugdcafés, ontmoetingsruimtes, sport- infrastructuur, kleuterparticipatie, basisedu- catie en tutti quanti. Wie had gedacht dat met wat tijd en wat moeite ook bij de linkerzijde het inzicht over de teloorgang van onze westerse samenleving wel zou groeien, is eraan voor de moeite. Of is dat dan toch net wat zij willen?

In zijn ondertussen beruchte interview met De Standaard liet N-VA-kopstuk Geert Bourgeois zich verleden week ontvallen dat als de N-VA in 2014 veertig procent haalt, de partij de Franstaligen haar wil zal kunnen opleggen. Strategisch was het natuurlijk een blunder van formaat, de lat meer dan een jaar op voorhand al op zo’n hoog niveau te leggen. Maar los daarvan is het wel een interessante vraag hoe groot de N-VA moet zijn om incontournable te worden.

Wanneer is de N-VA incontournable?

Is de N-VA met veertig procent van de stem- men incontournable? Carl Devos, naar verluidt nochtans politicoloog, vond van niet, want vol- gens hem moet je daarvoor minstens vijftig procent van de stemmen halen.

In zijn haast om Bourgeois neer te sabelen, vergat hij wellicht dat als het Vlaams Belang de andere tien procent levert, veertig pro- cent voor de N-VA ruimschoots volstaat om wel degelijk de Vlaamse lakens te kunnen uitdelen.

Daar komt bij dat het enige wat echt telt om ergens je politieke wil te kunnen opleg- gen een meerderheid in het parlement is. En om vijftig procent van de zetels te halen, heb je gewoonlijk nog geen vijftig procent van de stemmen nodig. Er kunnen gemakkelijk nog een paar procenten af, dankzij partijtjes zoals PVDA+ en LDD die al snel enkele procenten onder de kiesdrempel weten vast te houden.

We kunnen het nog een beetje verder door- drijven. Neem nu de peiling van Het Laat- ste Nieuws van verleden week, waarin N-VA

Incontournable en incontournable

Overigens is de hele discussie over het aan- tal procenten dat de N-VA dient te halen om haar wil aan de Franstaligen te kunnen opdrin- gen bijzonder surrealistisch. De PS haalde bij de federale verkiezingen van 2010 niet meer dan 36,8 procent van de stemmen in het kleinere landsdeel van België, en kan van- daag toch over heel België almachtig de plak zwaaien via de federale regering. Waarom zou een partij die in 2014 veertig procent van de stemmen haalt in het grotere landsdeel van België dan haar wil niet aan de Franstaligen kunnen opleggen? Of dat zelfs niet mogen proberen te doen?

Recept voor een

overwinningsnederlaag

Over peilingen gesproken: Geert Bourgeois had al meteen het ongeluk dat zijn interview in DS gepubliceerd werd op precies dezelfde dag als een peiling in Het Laatste Nieuws. En

onafhankelijkheid. Een overwinning veran- dert immers snel in een overwinningsneder- laag als de lat op voorhand te hoog gelegd wordt. Het is natuurlijk één ding als «de pei- lingen», de media en je tegenstanders je lat zo hoog duwen dat je er onmogelijk nog over raakt, maar als je eigen kopstukken in inter- views hun hoofd verliezen en de lat op astro- nomische hoogte leggen, dan moet je op de verkiezingsavond geen calimeroschelp meer op je hoofd trachten te plaatsen.

Pijlen eindelijk op de juiste vijand gericht?

Maar het is niet allemaal kommer en kwel in het V-kamp. De laatste weken lijkt het erop dat de N-VA met haar aanval op het ACW (dus ook de CD&V) eindelijk de juiste vijand gevon- den heeft. Het is trouwens al weer een tijdje geleden dat Bart de Wever in een interview nog eens erkenning opeiste voor de manier waarop hij het Vlaams Belang heeft terugge- drongen. Zou het kunnen dat men bij de N-VA

«slechts» 33,8 procent haalde, en Vlaams Belang 11,3 procent. Een simulatie geeft N-VA dan 45 zetels in het Vlaams Parlement, en Vlaams Belang 14 zetels. Dat maakt samen 59 zetels op de 124, weliswaar vier te kort voor een absolute meerderheid, maar CD&V, sp.a, Open Vld en Groen komen in die simulatie samen ook maar aan 64 zetels.

En amper twee zetels overschot voor zo’n bonte regering is niet bepaald comfor- tabel. Zelfs als de traditionele partijen de Franstalige(n) van UF mee in de Vlaamse Regering zouden opnemen – Christian van Eyken als Vlaams minister van Bestuurs- zaken, Binnenlands Bestuur en Vlaamse Rand, iemand? – wens ik hen veel geluk toe om de legislatuur van vijf jaar vol te maken zonder al te veel brokken.

Eén personeelsprobleem dat uitdraait op een onafhankelijk parlementslid in het Vlaams Parlement volstaat om de poppen aan het dansen te krijgen.

met 33,8 procent bleef de N-VA natuurlijk ver onder de veertig procent steken, ook al bete- kent het nog steeds een forse vooruitgang van een dikke vijf procent vergeleken met de laat- ste federale verkiezingen van 2010.

En dit weekend was het alweer prijs, met een peiling van Le Soir waarin de par- tij «slechts» 33,6 procent haalde. Je kunt je trouwens afvragen waar Bourgeois het cijfer van veertig procent vandaan haalde, want tot nu bedroeg de absolute maximumscore van zijn partij in de peilingen zegge en schrijve…

40,1 procent (La Libre Belgique in september 2012). Zelfs voor iemand die nog in opiniepei- lingen gelooft – en wie doet dat nog? – en er dan nog een dikke schep optimisme bovenop doet, klinkt veertig procent nog steeds bijzon- der overmoedig.

Laat ons daarom hopen dat Geert Bour- geois verleden week door Bart de Wever eens goed de levieten gelezen werd, en dan niet omwille van zijn standpunt over Vlaamse

eindelijk begrepen heeft dat het voor haar veel belangrijker is kiezers weg te halen bij CD&V en Open Vld dan bij Vlaams Belang? Dat is de enige manier om in Vlaanderen echt incon- tournable te worden, want een uitwisseling van kiezers tussen N-VA en Vlaams Belang zet wat dat betreft echt geen zoden aan de dijk.

Meer zelfs, als de N-VA het Vlaams Belang zozeer uitzuigt dat voor die laatste partij de kiesdrempel in zicht begint te komen, dan kan ze een V-meerderheid in het Vlaams Par- lement meteen vergeten. Een overdonde- rende veertig procent zal dan niet veel hel- pen. Zolang de traditionele partijen, al dan niet met de nuttige idioten van Groen aangevuld, in het Vlaams Parlement aan een voldoende comfortabele meerderheid geraken, kan je er gif op innemen dat zowel Di Rupo II als Pee- ters III in een mum van tijd op de rails gezet zullen worden. Het is dan maar de vraag wat er in 2019 van die N-VA nog over zal schieten.

F

v

L

RoBAAIS IS AAlSt NIet

Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege heeft, zoals wij allemaal weten, na de carnavalsstoet in de ajuinen- stad aan een geschokte Unesco proberen uit te leggen dat met carnaval alles toe- gelaten is, tot het spotten met de onaan- tastbare Holocaust toe. Dat lijkt een ver- worvenheid van de Aalstenaars te zijn, maar elders in Europa is men niet zo soe- pel in die dingen. Neem nu het carnaval van Robaais (dat onze zuiderburen Rou- baix noemen) op 1 april. Een artiest met de erg Vlaams klinkende naam Verbeke had voor die stoet een integraal gesluierde reu- zin geschapen met de kunstzinnige bedoe- ling twee werelden in la douce France car- navalesk dichter bij mekaar te brengen, maar groot was zijn ontgoocheling toen hij van de Robaaise carnavalisten moest ver- nemen dat zijn reuzengrote “miss Boerka”

niet mocht meespelen. Zou het kunnen dat Franse moslims een tikkeltje minder ver- draagzaam zijn dan Vlaamse N-VA’ers?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

„Intussen vragen de in- woners maar één ding,” zegt Van- raes, „dat ze kunnen terugkeren naar hun huizen en opnieuw hun leven in handen nemen. Hoewel velen moe zijn

Amateurkunstenaars van alle slag vinden een thuis in Fameus vzw, geboren uit de versmelting van het Huis voor de Amateurkunsten, Liefhebber en het Fonds voor Talentontwikkeling..

Het echte afscheid was zo intens, zo intiem maar tegelijk ook zo opgewekt.Ikhebvoorhengetolktomdat de twee artsen hen niet altijd begrepen, en heb dan samen met mijn ouders voor

Deze kan worden geadresseerd aan het hoofd Openbaar Vervoer van de stadsregio, de heer E.. De brief kan per e-mail

waar overigens niks van klopte, want het was niet de ambitie van de minister-president zelf mee aan de federale tafel te gaan zitten, maar overleg moest er zeker zijn omdat wat

Een Willem-Frederik Schiltz (Open Vld) zag dat helemaal anders, de overgang naar nieuwe en betere dingen is net goed voor de economie en als het maar leuk wordt uitgelegd aan

Burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen maken be- kend dat zij in de periode van 16 augustus tot en met 22 augustus 2014 de volgende aanvragen voor een

Burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen maken be- kend dat zij in de periode van 16 augustus tot en met 22 augustus 2014 de volgende aanvragen voor een