• No results found

OVORM: SIGNATUUR M

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVORM: SIGNATUUR M"

Copied!
152
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reprod uctie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

This fibn is supplied hy the KITLV only on condition that neither it nor part of it is flirther reproduced without first obtaining the perlnission of tlle KITLV which reserves the right to I1lake a charge for sllcll reproduction. If the Inaterial fillned is itself in copyright, the perlnission of the owners of that copyright will also he required for such reproduction.

Application for pennission to reprodllce should he made in writing, giving details of the proposed reprodllction.

SIGNATUUR

M C OVORM:

SHELF NUMBER MICROFORM:

MMETA 1233

(2)
(3)
(4)

"KASSIAN"

EN ANDERE VERHALEN

(5)

" KASSIA EN ANDERE VERHALEN N"

DOOR

A. H. VAN DER FEEN

(P. DE SINCLAIR)

N.V. A. W. BRUNA Be ZOON'S UITGEVERS-MIJ. - UTRECHT MC:\IXXX

(6)

I< SSIAN!

Karel Revius voelde het stage ronzebonken van den trein wat pijnlijk in het achterhoofd; de bekleede wand van de coupé met zijn strak bollende capitonneering bood geen verkwikkend rustpunt; zoo bIc f hij, wat ineengezakt maar overeind zitten, keek met halfgesloten oogen door het raampje van het portier.

Daar ijlde het nachtelijk buiten geruischloos in vage vormen voorbij, soms plots doorstreept door felle slierten licht van lantaarns in dorpen of stations; een enk I eenzaam huis met het donkere deurvlak tusschen twee verl:chte ramen, draaide weg .,Is een wonderlijk triest gelaat; heel ver hing dreigend boven den einder een rosse gloed als van een feIlen brand.

Revius bepeinsde, dat dit wellicht Parijs zou zijn.

Non, tegenover hem, scheen te slapen. Ze zag bleek; hij had op haar verzoek de halve kap van de lamp, boven in het rijtuig, neergetrokken; door het blauwe gaas verzeefde het schijnsel tot en valen schemer en in die onklare deemstering lichtte het gezichtje met de gesloten oogen chier verontrustend wit en

teertjes.

't Is waar, ze was óp van al de feestelijkheden, die hun huwf'- lijksdag vooraf waren gegaan en dan vandaag met de cmofes van de trOll\ plechtigheid zelf.

Och, och, wat huilde ze toch!

AI dadelijk die uitbarsting, nog in de trouwzaal. toen h1ar moeder als eerste haar gelukwenschte en later aan het collation bij dien toast van haar oom John en dan bij 't afscheid ...

(7)

6 KASSIAN

Bij het onopgemerkt voorbijgaan van een troepje gasten had hij met een lichtelijk ironisch medelijden hooren zeggen: "Dat élrme bruidje heeft het maar moeilijk."

't Had hem toch wel wat wrevelig gemaakt, nu ja ... bruids- tranen, dat hoorde er eenmaal bij en dan cen eenige dochter, die voor goed hct oudcriijk huis verlaat ...

Maar zoo'n wanhopig gesnik en zoo langdurig ... ! Natuurlijk, de buitenstaanders hadden er om gegnuifd en gegrinnikt te zijnen koste.

Enfin, maar niet meer aan dcnkcn, dat was nu voorbij en nu was Non zijn vrouw, .. Mcvrouw Revius-Woudenberg.

Hij glimlachte even.

Toch spijtig, dat ze nu zoo bleek en behuild er uit zag;

't maakte haar leuke kindersnoctje triest.

Gek, zijn heele leven had hij tegen zoo'n huwelijksreis als hij nu maakte, aangekeken als de gelukzaligste ervaring, die eCII man kan beschoren worden; nog afgeschciden van de lijfelijke in bezitneming van het meisje, dat je liefhebt.

Maar juist het reizen op zichzelf, het aldoor samen zijn, vrij.

on bespied, onbezorgd. knus met zijn beidjes in de koesterendè weelde van een luxe-coupé wegijlen in den f1uweelen na.:ht naar een vreugdeland ...

Hij zuchtte even.

Zoo was het toch niet heelemaal. dat zag hij nu wel in; troII- wens, al die feestjes en pretjes voor je huwelijksdag vergden ook te veel van je uithoudingsvermogen; dat voelde hij zelf ook;

zijn hoofd bonsde.

Ja. Non sliep nu blijkbaar; geen oogenblik verried een trilling van haar wimpers, dat ze wakker was. en ze ademde ook zoo rustig.

Des te beter. dan kwam ze wellicht tot kalmte.

Hij zou nu anders toch wel zin hebben om haar eens wakker te maken en in zijn armen te dodeinen. misschien viel ze dan wel

KASSIAN 7

in slaap met haar hoofdje tegen zijn borst ... zijn vrouw was ze nu toch, zijn vrouwtje, met een sterken klemtoon op dat

"tje" . .. dat grijze reispak stond haar allerliefst en die hoed ... waar was die? ... 0, boven in 't net had ze hem gelegd op haar manteltje.

Hij glimlachte, toen hij bedacht, dat dit nu de eerste kleeren van haar waren, die hij betalen zou; 't ontroerde hem even.

Och, mevrouw Woudenberg ... Mama, ... hm, daar moest

"ij nog wat aan wennen ... die was heusch kiesch genoeg, maar ze kwam er ruiterlijk voor uit, dat het haar niet con- venieërde Non een uitzet te geven, zooals het behoorde ... nu ja, ,dat sprak toch ook immers vanzelf, een officiersweduwe zonder fortuin ... hij had haar dadelijk gerustgesteld en alles, wat Non's uitzet betrof voor zijn rekening genomen en ook de instuif en het diner met de getuigen en het collation vandaag;

Non mocht niet het gevoel krijgen, dat alles op een koopje ging.

Non was er wel erkentelijk VOOr geweest, "tc ontroerd om er over te spreken", had haar moeder hem gezegd ... Non uitte zich niet zoo gemakkelijk, dat had hij al eens meer meenen op tI.' merken ... heel anders dan haar moeder ... !

Hij glimlachte.

D·e kinderlijke uitgelaten blijdschap van mevrouw Wouden- berg, toen hij ineens die veereIl boa voor haar kocht, welke ze in zijn tegenwoordigheid zoo bewonderd had... tóch wel aardig ...

Tja, Mama Woudenberg ... grappig zooals het kon loopen.

Hij herinnerde zich, hoe Huisveld hem altijd plaagde met die

"Indische weduwe", toen hij cr pas aan huis kwam. En zoo gek was het niet. Mama zag er nog heel goed uit en ze was ook maar een paar jaar ouder dan hij ... drie en vijftig werd ze ...

cn nu was hij per slot van rekening nog met de dochter getrouwd en Non was twee en twintig.

Vijftig en twee en twintig!

(8)

8 KASSIAN

Huisveld had heusch heel ernstig het hoofd geschud. toen hij van de stoute onderneming hoor<le en hem gewezen op een strofe uit The Passionate Pilgrim.

Crabbed age and youtl!

cannot live together.

Enfin ... maar hij had het er dan toch maar op gewaagd!

God ja, als hij alles zoo eens overdacht, dan had hij toch nog geboft ... al wa die bofferij wel een beetje laat gekomen.

Zijn heele leven had hij nooit iets van wederli fde bij een vrouw voor hem bespeurd.

Behalve dan bij Marictje ... dat was waar ... en daar zou hij haar ook altijd dankbaar voor blijven ... 't lieve kind ...

. . . Grcîce à loi une robe a passé dans ma vie, had hij meer- malen gedacht, wanneer ze zoo in volle overgave in zijn armen lag ... och ja, dat afscheid ... wat was ze wanhopig ... toch zielig ... hm ... enfin, dat was nu voorbij ... een afgeslotell hoofdstuk van zijn leven ... mocht hij nu niet meer aan denken.

Maar zoo in gezelschap van <Iames uit zijn kring had hij zich nooit op zijn gemak gevoeld; altijd vermoedde hij een stille spot om zijn persoon en zijn uiterlijk, zijn platte dikke neus en zijn fletse blauwe oogen.

Een damesschuwe vrijgezel ... ja, dat was hij jaren lang ge- weest ... en onhandig was hij en verlegen en achterdochtig.

0, dat wist hij zelf ook heel goed.

Tot ineens bij de Woudenbergs zijn zon was opgegaan!

Zoo innemend en hartelijk en gastvrij was Non's moeder -dadelijk geweest, dat echt Indisch-gastvrije, wat bruyant en sterk-aandringend, maar toch ook zoo warm-vriendschappelijk;

hij hael er zich onmiddellijk thuis gevoeld.

J a

en zoo was on toen in zijn leven gekomen; ze waren begonnen met amen Ie musiceeren; hij sjouwde er telkens heen met zijn cello. Zoo muzikaal als ze begeleidde zoo vol, a -~

KASSIAN 9

zaam . " en die ontroerend gevoelige aanslag van haar ... ! God ja, ze waren begonnen met het bekende Praeludium van Bach ... dat herinnerde hij zich nu ineens ... het Praeludium van hun levensgeluk was het geworden ... dat zou hij haar straks toch eens zeggen.

"Heb je lekker geslapen, Pop?" vroeg hij, toen ze wat later haar oogen opsloeg en even wat verward rondkeek.

"Ik geloof het ... " antwoordde ze met een wat triesten glim- lach. "Waar zijn we?"

"Ik denk al dicht bij Parijs, kindje ... Zul je blij zijn, hè?"

Ze knikte.

"Zeg Pop," sprak hij dan, zich naar haar toebuigend, "weet je wat ik zooeven bedacht?" en als ze ontkennend het hoofJ schudde: "liet eerste wat we samen gespeeld hebben, was het Praeludium van Bach en zonder dat we dat toen vermoedden is dat het Praeludium van ons Levensgeluk geworden, hè? .. Mevrouw Revius-Woudenberg ... !"

Hij had haar beide handen gegrepen en zijn stem beefde van ontroering.

Ze s~oeg haar oogen neer en knikte; ,dan maakte ze haar handen los lIit zijn wat knellenden greep, hief het hoofd op en keek naar het bagagenet boven haar.

"Ik zal mijn hoed vast ... "

HIj was haar al voor, nam hem wat voorzichtig-onhandig er uit en gaf hem haar aan.

"Dankje ... "

Ze was opgestaan, begon in het midden van den coupé voor de spiegel in den zijwand, den hoed op te zetten.

Revius sloeg <Ie lampekap weer omhoog.

Non's slanke jonge figuurtje stond nu in het warm gele licht tegen het donker wijnrood der coupé-bekleed ing.

Hij keek er even roerloos naar, maar zijn blik volgde cle soepele lijnen van haar gracievolle meisjeslijf, dat met omhoog

(9)

10 KASSIAN

geheven armen zacht wiegde bij het deinen van den trein. Dan plots, in hevig begeeren, trok hij haar achterover, kuste wild haar mond.

Even of ze schrok door het onverwachte, uiae ze een zwakke kreet, de handen aan de neervallende annen krampten in het ledige; een oogenblik, dan drukte haar rechter zijn gelaat weg van het hare.

Doch hij liet haar niet dadelijk los.

"Pop," fluisterde hij wat heesch, "ik mag je nu toch wel kussen ... je bent toch van mij ... "

Ze wrong zich los, knikte dan, zonder hem aan te zien.

"Ik ... ik heb wat hoofdpijn, Karel .. al de emoties .. en .. "

Hij hoorde haar stern weer beven.

"Ja ... ja .. ." gaf hij maar haastig toe, terwijl hij wat terug- trad " ... is ook zoo hoor ... je moet wat rust hebben, hé kindje?" en dan om snel af te leiden, want vóór alles wilde hij een nieuwe huilbui voorkomen. "Met dat hoedje heb je 't toch erg getroffen, hé?"

Ze knikte, stond weer voor den spiegel.

"Ja ... een schat van een hoed," antwoordde ze zacht, maar de beving in haar stern was nu toch weg.

Hij glimlachte slimmig achter haar rug: dat trucje had hij al geleerd in zijn korte huwelijkservaring.

Toen hij haar in het manteltje hielp, moest hij zich toch weer 'bedwingen om niet even zijn lippen te drukken achter een der kleine oortjes, waar een losgeliarteld vlijt je van haar glanzf'nd blauwzwart haar zich speels om het ronde vleezige lell tje had gelegd en zijn hart klopte feller, toen zijn blik de lijnen volgde van de even gebogen hals, die neC'rwaarts zich verbreedend, wegzonk in een lokkend mysterie, achter het even doorzichtig waas van fijnwitte kanten.

Een oogenblik later zat ze echter weer teO'enover hem b en begon ze haar handschoenen aan te trekken.

KASSIAN 11

Toen ineens besefte hij, met wrange spijt om het onherroepe- lijk voorbije, dat de spoorreis nu weldra ten einde zou zijn en in geen enkel opzicht beantwoord had aan zijn illusie van het samen wegzweven in zoete verinniging door f1uweelen nachten naar een zonneland van geluk!

Een illusie, die nog was blijven toeven, zoolang Non tegenover hem had gezeten zÓl1der hoed en mantel; dan had de coupé ten- minste bijwijlen nog geleken op een knus klein kamertje, waarin ze getweeën uren aaneen ongestoord tezamen mochten zijn ...

Maar nu ...

Hij keek even wrevelig toe, terwijl Non enkel aandacht had voor de drukknoopjes van haar handschoenen.

Dan ineens, wat bruusk, doch zonder iets te zeggen, stond hij op, trok zijn demi uit het bagegenet, schoot die aan, zette zijn hoed op, rengde forsch het schuifdeurtje open en trad in den zijgang.

De herrie en 't jachtend dringen en Joopen over de tochterige perrons, het wachten in de kille visitatiezaaJ en het haastige meeloopen buiten in de volle straat achter den witkiel met de bagage, op zoek naar een vrije taxi, was toch wel opfrisschentl en verkwikkend geweest, na de urenlange beslotenheid in den dompigen en staag wiegschokkenden trein.

Nu reden ze dan door Parijs in een kleine roode taxi, die doortrokken was van benzinegeur.

Hij greep het handje, dat op haar schoot lag; het glacé voelde wat kil en elootlsch, maar hij omsloot het met zijn groote sterke vingers en hield het vast tot ze, na een zoekende aarzeling van den chauffeur, stil hielden voor den al donkeren ingang van het hOtel.

De bediende, die hen voorging, knipte vlug de lichten aan.

"Voilà m'sieur dame ... on va monter les bagages, .. " en hij

(10)

12 KASSIAN

vertrok, moest in de deuropening al uitwijken voor den huis- kne·cht, die de suitcase en de twee valiezen binnenbracht.

Revius keek tevreden rond; hij had tijdig besproken, mooie kamers gevraagd; ze hadden nu een suite van twee vertrekken met een badkamer; de kamer waarin ze stollden was een soort salonnetje, gestoffeerd met een beetje 'n tooneelachtige over- daad van draperieën en spiegels, een popperig Louis XVI ameu- b!ementje, een divan en een damesschrijfbureautje, een pom- peuze electrische kroon met flonkerende bobèches; op den vloer een dik, kleurig tapijt; de slaapkamer met de lits-jumeaux en verdere meubels in acajou, was ruim en frisch en ook de bad- kamer in wit marmer met gouden biesjes, zag er zindelijk en keurig onderhouden UIt.

Het kamermeisje kwam nog aandragen met een stapeltje handdoeken.

Of meneer en mevrouw morgenochtend gewekt wilden wor- den? vroeg ze, toen ze heenging.

"Non, merci .. ," antwoordde Revius kortaf met een wat schuwen blik naar Non, die van hem afgewend, een photo be- keek, welke op het schrijfbureau stond.

Even later waren ze alleen.

"Hoe vind je 't hier, Pop?" vroeg hij, op haar toetredend; hij legde zijn handen op haar schouders.

,,0 ... wel netjes," antwoordde ze, zonder zich om te wenden, dan ineens deed ze eenige passen zijwaarts en betastte als onderzoekend een der overgordijnen voor het raam.

.. Hij za~ h.aar even zwijgend na, dan wendde hij zich om, trok zIJn demI UIt en hing die onder ~.ijn hoed op den kapstok.

"Nog moe?" vroeg hij dan met hartelijke opgewektheid.

Ze had zich nu omgekeerd.

"Gaat nogal," antwoordde ze mat.

"Hoofdpijn gezakt?"

Ze knikte.

KASSIAN 13

Wat traag zette ze haar hoed af, trok haar manteltje uit.

Revius was op de kamerdeur toegetreden, draaide den sleutel om; het slot klikte.

En toen dat gebeurde zag hij in den spiegel hoE' Non op dat geluid met een plotselinge beweging omzag.

"Wat i5 er?" vroeg hij glimlachend, en als ze niet dadelijk antwoordde: "Schrok je?"

"Nee, toch niet."

Ze hing haar hood en mantel nu op.

Revius sloeg haar even wat onzeker gade.

Nu was de intimiteit van het alleen zijn toch wel volkomen, veel inniger nog dan straks in de coupé; nu was het werkelijk in een kamer, dat ze tezamen waren, een kamer met de deur op slot ...

Hij keek naar de ramen, waarvoor het kamermeisje de zware pluche overgordijnen straks zorgvuldig had dichtgeschoven; hij keek ook, door de openstaande deur, naar het bed in de slaap- kamer: de sprei was er afgenomen, de dekens voor de hoofè- kussens teruggeslagen.

Eensklaps trad Non op hem toe.

"De sleutels ... " sprak ze, "dan ga ik de koffers uitpakken."

"Zou je dat nog wel doen?" vroeg hij, met zijn rechterhand in zijn zak tastend, terwijl zijn linker 11.1ar uitgestoken handje greep en even vasthield. ,,'t Is al zoo laat."

"Ik moet toch ... de toiletartikelen en zoo ... " sprak ze, hem t:ven wat schuw aanziende en dan haastig: "En 't is ook beter voor de kleeren . " dat ze wat uithangen."

"Zooals je wilt kindje"; hij liet haar hand los.

Hij had eigenlijk lust 0111 zijn colbert en zijn vest uit te gooien maar er was iets, dat hem weerhield dit te doen.

Wat aarzelend trad hij op Non toe.

"Kan ik je helpen?" vroeg hij.

"Nee, heusch niet," antwoordde ze.

(11)

14 KASSIAN

Hij bleef bij haar staan; ze lag geknield voor een der valiezen, die ze geopend had en gespte nu met haar fijne witte handjes de banden los, die de kleeren tezamen hielden.

Weer, evenals straks in den trein, volgde zijn blik begeerig de slanke lijning van heur hals en rug en toen hij tersluiks even bukte, zag hij in het décolleté van haar blouse de zachte zwel- ling van haar borsten.

Een fel verlangen zwol in hem om haar plots ach terover te trekken, haar te betasten en zijn lippen te drukken op den kleinen rooden mond, die als een rijpe vrucht lokte in het kindergezichtje met de zielvolle donkere oogen.

"Pop ... " begon hij wat heesch, maar hij kwam niet verder en ze scheen hem niet te hooIen; ze bleef bezig, zocht naar dingen, die ze blijkbaar niet vinden kon en hij was bang O!II

haar naam nog eens zó6 te zeggen, met die hoorbare beklem- ming van hartstocht in zijn stem.

Maar in dat geknield liggen van haar zag hij nu plots ook iets ... hij wist het zelf niet recht ... ies dat denken deed aan een devote smeeking ... het was in de lijnen van het ganschc figuurtje ... maar bovenal in de witte handjes, die schenen te beven.

Verward trad hij van haar weg, ging op en neerIoopen in het salonnetje, telkens tot aan de deur der slaapkamer en dan weer terug, met groote snelle passen.

Zijn denken roesde eerst met vreemde uitschotten, een on- samenhangende wirwar van lijfsbegeerlijke visioenen, van felien wrevel, van een keelkroppend medelijden met Non.

Tot hij eindelijk, meer beheerscht, begon te raisonneeren en zijn stappen door de kamer minder groot werden en rustiger.

1(0111, kom ... hij moest wat geduld hebben ... ze kwamen nu juist van een lange reis ... Non's moeheid ging al wat over en de hoofdpijn wa gezakt, zei ze ... straks als ze klaar was met uitpakken ... dan zou hij eerst eens gezellig met haar gaall

KASSIAN 15

babbelen ... en als ze dan naast elkaar op den divan zaten ...

Maar toen ineens drong het ook tot hem door, <lat het toch eigenlijk iets abnormaals was, een absurditeit, dat hij met zoo- veel voorzorgen en omzichtigheid zou moeten trachten, datgene van zijn vrouw te verkrijgen, waar hij niet alleen recht op had volgens geldende burgerlijke begrippen, maar dat ook als een vanzelfsprekendheid behoorde voort te vloeien uit hun weder- 7ijdsche neiging tot elkaar.

Hij begreep dit niet recht. .. 't was waar, hij herinnerde zich wel allerlei theorieën over dat onderwerp ... de sexueele moraal. ..

de neiging der ge::lacht n tot elkander ... ook in romans had je soms van die gecompliceerde gevallen en de slotsom van al die moderne en ook klassieke auteurs was, meende hij, wel altijd deze, dat in normale omstandigheden een vrouw zich nimmer aanbiedt... dat ze haar lijfsbegeeren uit een soort ocr-instinct in samenhang met allerlei cultuurinvloeden zoo lang mogelijk verbergt achter een voorgewende onwil of schaamte en dat ze veroverd wil worden.

En indien dat laatste waar was ... aan een verovering gaat immers een strijd vooraf.

Die conclusie maakte hem rustiger. Als het dàt was ... Non had bovendien Indisch bloed in haar aderen.

Hij wist zoo vervloekt weinig van de psychologische zijde van het vraagstuk, had zich daar nooit voor geïnteresseerd. Doch het leek hem geenszins onmogelijk, dat juist dat Indische bloed naar excessen haakte en heviger accenten eischte dan cen koele Westerling gewoon was onder zulke omstandigheden te demon- streeren. Maar, godbewaarme, hij kon toch niet als een tijger, die met fonkelende oogen brullend zijn wijfje vervolgt ... !

Nee, nee, dat zou hem niet afgaan... dat was te zot...

te zot...

Als hij het eens rustig met haar besprak, haar overtuigde, dat het nu eenmaal een natuurlijke plicht was... een volkomen

(12)

16 KASSIAN

zedelijk en normaal gevolg van hun man-en-vrouw zijn ...

desnoods zou hij het streng objectief, koel nauwkeurig en physio- logisch onberispelijk kunnen uitdrukken, zooals Strindberg het ergens tegen een vrouw zegt ...

Hij lachte ineens wat schamper voor zich heen.

Groote hemel, en je gevoel zegt je juist, dat het allerlaatste, wat je onder die omstandigheden moet doen is: er over te praten.

Kom, kom, en niet zoo zwaarwichtig er over denken ook .•.

wat bliksem nog toel

Non bleef intusschen maar steeds geknield VOOr het geopende val ies liggen en treuzelde ... treuzelde ... haalde traag kleeding- stukken te voorschijn, vouwde ze uit ... weer op ... legde ze weer neer. " opende een toiletnecessaire ... sloot hem, zonder er iets uit te nemen ... bleef dan weer eenige oogenblikken ...

of ze peinsde ... begon dan traag opnieuw ... met nu toch wel zeer opvallende doelloosheid.

Hij zag het nog eenige oogenblikken aan, dan, plots beraden, trad hij op haar toe.

"Pop," sprak hij op rustigen en zachten toon, en als ze, zonder om te zien het hoofdje even luisterend wendde: "Pop, kindje, het wordt zoo laat en ik verlang er zoo naar, dat je bij me komt ... in mijn armen ... vrouwtje, kom je?"

Zijn stem beefde nu toch.

Haar kleine handen lagen doodstil op het witte gooo en ook roerloos, maar als geknakt, bleef het gebogen lijfje.

Een oogenblik.

Dan, zonder iets te zeggen, stond ze eensklaps op.

Hij strekte zijn handen naar haar uit, maar ze week terug.

"Karel .. ." sprak ze dan bevend, "toe ... wees niet boos op me, maar ... laat me. " laat me vannacht nog alleen ... "

"Wat zeg je? " ."

Zijn stcm was bijna toonloos en zijn mond bleef even geopend:

KASSIAN 17

Non had nog een stap achtcruit gedaan; uit haar witte gezichtje staarden haar donkere oogen groot van angst.

Hij bracht een hand naar zijn hoofd.

"Non .. ." begon hij dan, aarzelend en zacht, als nog niet begrijpend, maar dan ineens, terwij I zijn stem hoog en schorrig uitschoot: "Waarom? Waarom? ... Wat is dat ... dat ... wat bedoel je daarmee?"

,.Ik ... e ... ik voel me niet heelemaal goed ... ," stamelde ze.

"Nee ... ,dat's niet waar!" barstte hij uit. "Je liegt ... ik ... je ... "

Ilij hijgde, stikte bijna in zijn woorden, zijn vuisten balden zich, een felle hoestbui overviel hem, deed hem reutelend gieren naar lucht.

Non bleef staan waar ze stond, roerloos, maar het gezichtje was verwrongen van angst.

Ineens, bruusk, trad hij op haar toe, kwam vlak bij haar.

"Wat scheelt je dan?" vroeg hij heesch en stootend. "Geef antwoord! ... Wat scheelt je dan? .. Als je ziek bent, kan er een dokter komen ... Geef dan antwoord ... Antwoord dan!tI

~chreeuwde hij plots vlak in haar gezicht.

Haar gansch lijfje trild , maar toch wist ze nog haar stem te beheerschen, toen ze antwoordde: "Ik lieg heusch niet, Karel, als ik zeg, dat ik me niet zoo heel goed voel ... "

"Zoo," antwoordde hij smalend en zijn stem beefde nu van woede. "Zoo ... en waar zetelt dat akelige gevoel dan ... hè? .. Je bent mijn vrouw ... weet je dat ... ? Ik kan eischen ... ik kan ... "

Ilij wendde zich eensklaps van haar af, ging weer heen en weer loopen in de kamer, de lippen opeen geklemd; de adem siste door zijn neus.

,.Ik heb je alleen gevraagd ... " sprak ze zacht en moeilijk, "of je me vannacht nog alleen wil laten ... of je wat ... gedul,t met me wilt h bben ... ik ... "

Kassian.

(13)

18 KASSIAN

"Geduld!" onderbrak hij haar eensklaps en het klonk nu als een bittere kreet van smart. ,,0 ... dat is ... " en hij maakte een wanhoops-gebaar met beide armen omhoog; maar dan ineens zich weer beheerschend, sprak hij op een toon van kort bevel:

"Ga daar zitten ... we zullen praten ... ik ... e ... wil weten."

Hem aldoor aanziend met haar groote angstoogen, trad ze langzaam naar den aangewezen stoel bij de tafel, nam er op plaats; hij bleef staan, tegenover haar, steunde met ~ijn handen op de tafel, die tusschen hen in was; die tafel trilde.

"Je hebt iets, dat je me verzwijgt ... " sprak hij, haar sterk aanziende, terwijl hij vergeefs poogde de onvastheid van zijn stem te bedwingen, "ik heb het gevoeld ... de heele reis door .. ,

<:n al eerder, .. ma~r ik ontgaf het me ... heb het weggepraat hij mezelf als 't me kwam hinderen ... maar het ging nooit heel cm aal weg ... ik voel het nu ... die reis is een marteling geweest. " God ... God ... wees eerlijk .. ." en als ze haar oogen neersloeg: "Nee, kijk me aan ... wees eerlijk ... je ver- bergt iets VOor me, hè? .. Wat is het? .. Zeg hd!"

"Ik verberg je hellsch niets, Karel .. ." sprak ze bevend; "ik vraag je alleen maar ... om me te sparen ... vannacht,. ,"

"Te sparen ... 1" herhaalde hij, wanhopig. "Te sparen ..•

God nog toe .. , 't kan niet erger, ., te sparen, terwijl je,., Och, je weet niet eens wat je zegt ... !"

,,'t Is misschien niet zoo makkelijk om de juiste woorden te vinden, . ," sprak ze bijna fluisterend.

"Nee. " zegt dat wèl!" viel hij schamper uit.

"Ik ben nu heusch niet in een stemming," vervolgde ze nog even, met hoorbare moeite haar stem beheerschend, "en dan ... "

Haar stem beaaf zich; ze verborg plotseling haar hoofdje in haar armen op tafel en begon hartstochtelijk te snikken.

Hij keek naar de zwarte toef haar, die op de ontbloote onder-

<'rlnen lag, naar het schokken van het ranke lijfje, maar hij gevoelde nu geen deernis.

KASSIAN 19

In hem krampte een woede van teleurstelling.

"Ja.,. janken!" beet hij haar toe, ,,·dat kun je ... janken ...

den godgansehelijken dag heb je niks gedaan dan snikken en snotteren .. , om god weet wat voor een misselijke reden", en geen seconde heb je eens 0111 mij gedacht ... in de trouwzaal niet". aan 't collation niet, waar ik de risée was van alle gasten, .. in den trein niet, waar je, godbetert, je oogen dicht- deed, toen je eindelijk was uitgejanktl"

Ineens liep hij om de tafel naar haar toe, trok haar ruw ach terover.

"Toe, stel je niet zoo an " , wees ten minste eerlijk. ,." en en als ze angstig, als verwerend haar arm ophief: ,,0, ,. ik zal je niet vermoorden, . , ik zal je niet aanraken ... maar ik wil uat je spreken zult .. , Je hebt me bedrogen. , , beken het!","

"Nee ., nee. ,." snikte ze, "bedrogen heb ik je niet"."

"Nou ja ... bedrogen," viel hij uit, "dat moest er goddorie cok nog bijkomen .. , maar je hebt me voorgelogen" , je hebt gezegd, dat je van me hield, .. "

"Nee ... !" kreet ze en ze stond eensklaps op, steunde haar bevende hand op de stoelleuning en hem dan aanziende met rlots iets heel sterks in haar blik: "Nee,., dat heb ik nooit gezegd, , . !"

"Wat blief je?"

Hij deed onwillekeurig een stap achteruit.

"Nee .. ," herhaalde ze dan bevend, maar op hartstochtelijken toon. "Nee. ,. dat heb ik nooit gezegd ... nooit .. , dat is niet vaar, .. Je hebt l11e alleen gevraagd of ik je vrouw wilde worden en dààr heb ik ja op gezegd, , ,"

Hij keek haar een oogenblik aan, zonder een woord te kunnen uitbrengen, dan ineens liet hij zich neervallen op een stoel en een wezenloos lachje kwam op zijn gezicht.

"God allemachtig .. , dat's 't nieuwste, , ,"

,,0 Karel, ik weet heel goed, dat ik daardoor verplichtingen

(14)

20 KASSIAN

op me heb genomen ... en daar zal ik me ook heusch niet aan onttrekken .. ." ging ze voort, "zoo bedoelde ik het niet, maar alleen van avond .. :'

"Ja, schei maar uit, schei maar uit ... " onderbrak hij, met zijn hand afwenkcnd op vermoeiden toon en dan een elleboog op tafel zettend en zijn hoofd steuncnd met zijn hand, sloot hij even zijn oogen en dacht na.

Non praatte nog door, maar hij luisterde niet mcer, liet de bete kenis van haar woorden niet meer tot hem doordringen.

Hij moest dit uitdcnkcn ... till the bitter end ... en hij gevoelde, dat hij dit nu ook zou kunnen, objectief in betrekkelijke kalmte en nuchterheid, nu eerst zijn hartstocht en daarna zijn woede was bekoeld, verstijfd door de ijskoude klaarheid van haar simpel antwoord: "Ik h b nooit gezegd, dat ik van je hield ... maar alleen, dat ik je vrouw wilde worden ... " God nog toe!

Hij lachte ineens luidop.

Non stond roerloos, nog op dezelfde plaats als zooeven, maar schrok op van dien lach.

" on ... " sprak hij dan en zijn stem klonk nu wonderlijk rustig en lichtelijk spottend. "Het heeft geen zin, dit gesprek langer voort te zetten, maar ik verzoek je vriendelijk me op twee vragen te antwoorden en de eerste is: Als je niet van me hield, waarom heb je me dan getrouwd?"

Ze sloeg nu haar oogen neer voor zijn eerlijk vragend en blik en boog het hoofd.

"Ik heb geen hekel aan je ... " sprak ze dan zacht.

"Dat is geen ant\ oord, dat weet je wel", merkte hij koel- tjes op.

Ze aarzelde evcn en dan, zonder van houding te veran- deren:

"Ik .. , e ... er waren zooveel omstandighe<:len, die , .. en Ma zei ... "

"Je moeder? . , ." sprak hij verrast. "Och zoo, .. "

KASSIAN 21

Hij keek even peinzend voor zich heen, lachte dan weer schamper,

"Enfin, dank je ... en nu de tweede vraag, Aan wie dacht je zooeven, toen je met zoo'n hartstochtelijken triomf uitriep, dat je nooit gezegd had, dat je van me hield?"

Een schok ging door haar tenger meisjeslijfje; ze klemde de lippen ep elkaar en ecn opstijgende bloedgolf kleurde plots haar bleek en ontdaan gezichtje.

,,0, ik wil niet indiscreet zijn," sprak hij met een nauw hoor- bare ironie in zijn toon, ,tde naam interesseert me zelfs niet, maar ik zou graag willen weten of ik... dat goed heb be- grepen."

Roerloos met neergeslagen oogen bleef ze voor hem staan, vele pijnlijke seconden, de kleine vuisten krampachtig gebald.

Revius stond op, lachte even, bitter,

"Zoo ... 't is goed, .. dankje,"

Dan, zonder verder iets te zeggen, trad hij toe op het valies, dat nog geopend op den vloer lag, nam het op en bracht het naar de slaapkamer, sjouwde ook de andere bagage daar naar toe; vervolgens trad hij in de badkamer, deed zijn colbert, vest en boord af, hield zijn hoofd eenige oogenblikken onder de kraan, stak zijn armen tot aan de ellebogen in het ijskoude water, deed zijn kleeren aan en kwam terug in de voor- kamer, waar hij Non nog roerloos starend bij de tafel vond staan.

"Non .. ," sprak hij, ,,'t Is half drie" je bagage is <laar alle- maal, je kunt naar hcd gaan," en als ze staan bleef en hem niet begrijpend aanzag: "Kom, nu niet zoo apathisch, je verstaat me wel."

Hij pakte haar bij den arm en duwde haar in de slaap- kamer. "Vooruit, .. doe de deur van binnen maar op slot."

"En jij dan?" vroeg ze nu, zich plotseling omwendend met iets angstigs in haar blik en stem.

(15)

22 KASSIAN

"Dank je voor je belangstelling," antwoordde hij schamper.

"Ik slaap op den divan ... wel te rusten."

En hij sloot de deur.

11.

Toen Revius den volgenden morgen wakker werd op een ongeweten uur, hield na een korte inspanning om zich te oriën- teeren, zijn nog loome geest zich het eerst en het langst bezig met een verwondering over het feit, dat hij onder deze om- standigheden zoo lekker had kunnen slapen.

Hij sprong van den divan, zag een zwakke blauwe lichtreflex van het daglicht aarzelen aan den gordijnrand, maar toen hij die gordijnen met twee forsche rengen had weggeschoven, stond de dag ineens klaar in de kamer.

En gelijkelijk stond toen ook de heele toestand weer helder voor zijn geest ... hij hier, in 't salonnetje, maar half uitgekleed op den divan .. en daar, achter die gesloten deur in de slaap- kamer, Non. " zijn vrouw ... 1

Hij stond een oogenblik stil en keek naar die deur met ge- fronste wenkbrauwen.

"De toestand is volstrekt niet ingewikkeld," hij zei die woor- den ineens hardop.

Doch dadelijk glimlachte hij daar zelf om ... ja, ja, dat was de slotsom geweest, gisterenavond, van een scherp-logisch, nuchter-objectief denken ... en die conclusie had hij toen her- haald ... vele malen ... telkens weer ... tot hij er blijkbaar mee in slaap was gevallen en ze nu ineens weer boven alle andere gedachten uitschoot.

Hij knikte en bewonderde zich zelf eVen om die helderheid van inzicht onder zulke fatale omstandigheden, maar dnn drong het tot hem door, dat het toch veeleer iets abnormaals was, dat hij zoo nuchter-logisch denken kon.

KASSIAN 23

Een toestand van redelooze wanhoop, van half waanzinnige smart zou toch eigenlijk een veel meer voor de hand liggende en ook natuurlijker reactie zijn op dit ongehoorde avontuur.

Hij schudde het hoofd, haalde dan zijn schouders op en toen tastte hij in het zakje van zijn uitgeworpen vest naar zijn hor- loge.

lIet stond stil.

Hij glimlachte opnieuw, wijl hij dit niet-opwinden gisteren- avond toch weer wèl heel natuurlijk vond; snel, tusschen duim en vinger herstelde hij he verzuim. Maar hoe laat was het?

Hij peinsde even, trad dan toe op de telefoon, met de bedoe- ling het te vragen.

Maar hij bedacht zich, <Ian zou hij luid moeten spreken ...

•.. mogelijk, dat op de corridor juist een kamermeisje liep.

Als het slot van de deur bij het omdraaien van den sleutel klikkend terugsprong, fronste hij eensklaps zijn wenkbrauwen en onwillekeurig keek hij in den spiegel, waarin hij gisteren- avond, toen nog zonder te willen begrijpen, gezien had, hoe pijnlijk Non opschokte bij dat geluid.

Vervloekt!

Hij trad weer terug naar den divan, liet er zich op neervallen en wat ineengezakt, de kin op de borst, bleef hij een poosje roerloos zitten.

Het nu eensklaps weer zoo fel schrijnend leed wond een snoer om zijn borst; hij haalde kort en stootend adem.

Maar dit gevoel werd ondragelijk, hij klemde zijn lippen op elkaar, balde zijn vuisten, zijn oogen staarden groot en angstig naar beneden.

Dan begon hij begeerig te zinnen op te voren tóch wel valsch geweten troost, maar het leidde even af, verzachtte... en misschien ... nu ja ... wàs het nu werkelijk onherroepelijk zoo?

Oordeelde hij toch niet een beetje al te eenzijdig? Non was werkelijk moe geweest, doodop... en overspannen... dat

(16)

24 KASSIAN

huilen aldoor wees trouwens toch ook op een ziekelijke nervo- siteit .... en dan, in zoo'n toestand nemen de dingen vaak vormen aan ... groeien uit tot ver over de grenzen der realiteit . .. tot verschrikkelijke, onoverkomelijke dingen. Maar als de geest dan tot rust is gekomen, slinken diezelfde dingen vanzelf weer tot onbeduidendhc<len.

En als Non IlU eens, net als hij, rustig had geslapen en straks door die deur daar zou binnenkomen ...

Hoe zou dat binnenkomen zijn?

Hij richtte het hcofd op en in zijn oogen kwam een glans van stille verrukking om het heerlijke bedenksel.

Ja . .. ja... een beetje verlegen zou ze kijken, maar met iets schelmsch in haar blik, als van een kind, dat tevoren de vergevingsgezindheid al peilt in de berisping.

Ineens klopte zijn hart feller.

En in een heerlijk négligé zou ze komen ... de armen naar hem uitgestrekt en in de oogen een lokking .. .

Eensklaps brak zijn denken af: achter de deur der slaap- kamer had hij eenig gerucht gehoord.

Hij stond op, de oogen angstig gericht op die deur; drie schreden de(}d hij in die richting, dan bleef hij besluiteloos staan, liep toen snel op zijn teenen cr naar toe en luisterde.

Maar hij hoorde niets.

Of toch?

Als hij eens tikte ... ze kon toch eens iets noodig hebben ...

Groote God, verbeeld je, dat ze eens een zenuwtoeval had ge- kregen en er in gebleven was ... 1

Een angstvisioen filmde als razend voor zijn brein.

Hij strekte zijn hand lIit naar de deurkruk, dan plots hoorde hij haar kuchen.. loopen ... haar schreden kwamen af op de deur.

Hij deinsde achteruit, stond ruggelings tegen de tafel, toen die deur geopend werd.

KASSIAN 25

Non trad binnen, geheel gekleed als den avond te voren.

Ze zag er wanhopig verwaakt en ontdaan uit met dikke wallen onder de blijkbaar nog roodgehuilde oogen.

Ze knikte even, zei bijna onhoorbaar:

"Karel. "

llij had plotseling naar zijn laarzen gegrepen, begon die, op den divan gezeten, aan te rijgen; zijn stem had hard en onver- schillig geklonken.

Want één blik in haar treurige donkere oogen, die nu zoo moe en mat stonden, had hem plots herinnerd aan den triomfan- telijken gloed in diezelfde oogen op dat eene moment, gisteren- avond ....

De stilte hing even als een schier onduldbare drukking in de kamer.

Hij trok en rukte aan zijn veters, of hij plots erge haast had.

"Heb je ... e ... heb je wat geslapen?"

Hij vroeg het ineens, norsch en stootend, zonder haar aan te zien, gebukt als hij zat, naar zijn laarzen.

"Nee ... "

Ze zei het in een bevende fluistering en als hij opkeek zag hij hoe haar gezichtje weer stond op den aanvang van een huilbui en tegelijk, in een glimp, zag hij langs haar heen de onbeslapen ledikanten.

"Zoo. " jammer."

Hij zei maar iets in behoefte om zijn eigen stem te hooTen en dan ineens als het steunend, schokkend halen weer bellO'l van een komend gesnik, viel hij met een woedende vloek donderend uit: "Hou op met dat verdomde huilebalken ... daar word is misselijk van!"

En die uitval, waarvan ze zichtbaar schrok, had toch het gewenschte effect: het gezichtje werd plotseling strak bedwon- gen met iets in de uitdrukking der oogen van een kind, dat met slaag bedreigd wordt, als het nog één kik durft te geven.

(17)

26 KASSIAN

Hij had zijn laarzen nu aan, stond op en zonder verder notitie van haar te nemen, trad h ij op de telefoon toe, belde.

Dan luisterend en sprekend met een nog boozen, maal af- wezigen blik, die langs haar ging:

"Quelle heure? .. Comment? . .. Six heures et quart .. , Merci. Hallo, attendez .,. faites monter un déjcuner thé .. , oui ... un, ... de suite. , , hm " ,"

Hij hing de microfoon op en zich dan dadelijk tot Non wen-

<lend, sprak hij kort, zakelijk, terwijl hij echter vermeed haar aan te zien:

,,'t Is kwart over zes; de trein gaat om half acht. , . je hebt gehoord, ik heb je ontbijt besteld."

"De trein ... ? Gaan we weg?" vroeg ze op angstigen toon.

"We?" herhaalde hij. "Nee, jij gaat weg, naar je moeder; ik blijf .. , maar ik zal je naar 't station brengen."

Ze zweeg, maar <Ie groote donkere oogen bleven angstig op hem gericht.

"En dan. , .?" vroeg ze zacht.

"Wat .. en dan?" vroeg hij nu geforceerd korzelig.

En als ze geen antwoord gaf, vervolgde hij op denzelfden toon:

"Wat er verder gebeurt, zal de tijd leeren; ik wensch niet met je samen te blijven."

Ze trad haastig op hem toe.

"Karel ... " begon ze angstig smeekend, en ze strekte een hand naar hem uit.

Maar hij deed, haar ontwijkend, een stap terug, schudde energiek het hoofd, terwijl hij haar nu ven, wat verwilderd aanzag.

"Nee, nee ... het heeft geen zin om verder van gedachten te wisselen en nog minder 0111 te trachten het op een ac oordje te gooien. Hoe gauwer je weg bent, hoe beter het voor ons beiden is,"

KASSIAN 27

Ze wilde hem in de rede vallen, strekte opnieuw haar hand als smeekend naar hem uit, doch hij sneed dit ineens af door met stemverheffing te vervolgen:

"Zoek je kleeren en de rest bij elkaar en laat mij de suit-case;

onderwijl kun je ontbij ten; om zeven uur zal de taxi voor zijn."

En haastig, zonder verder iets te zeggen, verliet hij de kamer.

Beneden in 't hötel was de dompige, zwoele atmosfeer van nog niet geluchte kamers in den morgen; het geurde er zwaar en wat onfrisch naar koffie; een slordige kamermeid stond te praten met een knecht, die een stofzuiger hanteerde;

in de ontbijtkamer, waar een enkel lampje in den kristallen kroon triest gloeide in het bleeke daglicht, stonden de stoelen op de tafels en twee meiden lagen er geknield, voerden een druk gesprek en wreven met lappen het linoleum; in <Ie leeszaal poetste een jongen de koperen stangen der courantenhangers, op een trapje stond een monteur in een blauwe kiel en morrelde aan een lamp.

Wat ontstemd trad Revius terug op het portaal en toen hij juist de lift van boven zag komen, liet hij hem stilhouden, stapte er in en liep een oogenblik later op straat.

Hij ademde diep. , .diep . , .

De morgen was als een koele dronk: het had geregend, het asfalt glom,

"Hè ... hoe friseh ... hoe frischl"

Hij zei het binnensmonds en in zijn oogen kwam een glimlach van genot.

Doelloos, maar veerkrachtig stapte hij voort, de lange rechte straat af met zijn hooge vuilgrauwe gevels; daartusschen stond de luchtstreep, bleekblauw met wit doorzonde wolken; het ver-

keer aarzelde nog; cr gingen allerdaagsche men chen \ ':tt haastig naar hun werk; nu en dan zoemde een auto langs hem,

(18)

28 KASSIAN

een tramomnibus; verder op schoot het al woeliger verkeer van een boulevard voorbij.

Een vrouw met een lang fransch brood in haar hand deed hem denken aan het ontbijt, <lat hij nog was misgeloopen.

Enfin, dat kwam straks wel terecht, eerst moest dit voorbij zijn ... lieve God, wat een ervaring! ... Als hij nu nog dacht aan die illusies van hem tijdens die treinreis van gisteren ...

't Kon gauw verkeeren ... maar zó6 iets ... dat was toch wel een unicum ... was hij zelfs in boeken nooit tegengekomen ...

La Femme et Ie Pantin ... nee, dat \vas wat anders ... was het maar zoo, dan kwam het in orde met een flink pak slaag ...

jassus ... ! Enfin, maar hij verdomde het dan toch om er zich nu verder overstuur over te maken ... rustig uitdenken moest hij 't en kalm overwegen ... natuurlijk, daar was nog allerlei beroerdigheid in te voorzien, maar voorloopig ... als ze maar eerst weg was ...

Gek, dit gevoel en dat zoo loopen redeneeren tegen je zelf ...

dat toch wel een beetje vechten was tegen je zenuwen, die telkens dreigen opstandig te worden .. . dat kende hij toch ...

had hij meer doorleefd ... maar wanneer?

o

ja ... een jaar of wat geleden, toen hij die operatie moest ondergaan. "Niet gevaarlijk, maar een beetje pijnlijk," had de dokter gezegd en om negen uur moest hij zich maar in het ziekenhuis melden.

Toen liep hij ook zoo, net als nu, veel te vroeg al op straat. . gut ja ... ook 111 teen leege maag ... om de narcose ... .

Hij lachte.

Narcose kwam er nu niet bij te pas, je kon een vergelijking nooit zoo ver doorvoeren, maar de rest klopte wel: Niet ge- vaarlijk, maar ('en beetje pijnlijk.

Goddank, dat hij tenminste over de emoties om dat gehuil heen \ as ... <lat had hem e<.:rst toch z66 ontroerd ... in de trouw- zaal, toen ze daar begon te scheien ... hij had het nog nooit

KASSIAN 29

van haar gezien ... hm ... maar ze had hem gelegenheid ge- geven om er zich tegen te harden ... lieve God ... nou!

Enfin, nu deed het hem niks meer ... ja toch, 't maakte hem kriebelig ... en zij werd er leelijk door ook. Dom ... dat had hij haar maar eens moeten zeggen, wie weet of dan .. .

Hij keek op zijn horloge, keerde om.

Als hij nu langzaam terugging, dan zou het misschien net zoowat tijd zijn, als hij weer bij het hötel kwam.

Hij tronste even zijn wenkbrauwen.

En dan?.. Naar boven, naar haar tue ging hij niet ...

asjeblieft geen scènes meer ... daar had hij genoeg van ... hij moest zich maar een beetje bevriezen, gevoelloos maken .. . kijk, daar had je de operatie weer ... dus toch een narcose .. . hm ... een auto-suggestieve geestelijke gevoelloosheid ... jawel zoo iets ... enfin, de operatie was ook meegevallen ... oeje ...

hij rilde nog als hij er om dacht ... maar gevaar was er niet bij ... nee ... anders zou hij hier nu niet rondstappen ...

0, daar was een bakker .. , lekkere broodjes, die halve maan- tjes. Of Non nog wat zou gegeten hebben ... ? Toch wel een beetje zielig, zooals ze daar nu alleen ...

Hij maakte plots een beweging van ongeduld.

Allemachtig, ja, dàt m~st er nog bijkomen... medelijden met haar! Nee, nee, zoo gek was hij nou nog niet! Als er sprake zou zijn van medelijden, dan zou hij zelf toch het eerst ... .

Daar was het hotel al weer ... of niet? ... Ja toch ... hm .. . hij zou nog maar even in de hall gaan ... daar stond een bank .. . hoe laat wa 't nu? Nog tien minuten ... bliksems, ja ... en de taxi moest hij nog bestellen I

Hij ging op met de lift, liep naar het kantoortje en gaf order voor een taxi.

Wat schuw keek hij in de leeszaal, of Non daar wellicht al wachtte ... zijn hart bonsde ... nee, gelukkig, er was niemand ... hij trad even binnen, bladerde, haastig en doelloos in een dik

(19)

30 KASSIAN

adresboek; dan, toch te onrustig om daar te blijven, ging hij maar weer naar beneden en nu, langs de trap afdalend, floot hij zoo'n beetje tusschen zijn tanden, maar het werd geen wijsje.

Juist toen hij benedcn kwam reed de bestelde taxi voor: 't be- zorgde hem een hartklopping.

Vooruit ... maar nict doordenken ... op je tanden bijtcn zei de dokter ... pijnlijk, maar nict gevaarlijk.

Hij beval -dcn huisknecht de bagage van 89 te halen, twec valiezen, de suit-case moest er blijven en ... e ... zeg aan mcvrouw, dat dc taxi voor is ... en dat ik benedcn wacht.

De taxi-chauffeur boog zich wat ongeduldig opzij.

"Pour vous, m'sieur?"

"On va vcnir", antwoordde Revius.

Grootc hcmel, wat beefde zijn stem ..• dat hij zijn zenuwen nu toch nict bctcr baas was. Waar bleef Non nu toch? ... Hm ja, de lift moest ecrst naar boven ... en dan dc boodschap ...

dat eischte toch een paar minuten .•. vcrbeeld je, dat ze eens icts gekrcgcn had ... een flauwte ... een zcnuwtoeval ... had hij straks ook al ecns gedacht ... Maar wonderlijk snel filmde nu ineens als mogelijkheid een heele banaal-sentimenteele roman door zijn denken.

Non ziek ... hij paste haar op •.. dag en nacht ... ze was op 't randje van 't graf ... ssst ... ze slaapt ... ze herstelde op een divan voor t' open raam. .. tuin met maneschijn en kam- perfoelicgeur '" glimlach van dankbaarheid ... "Ik heb altijd van je gehoudcn, Karel ... maar ... "

Hij slikte iets weg van aandoening, dan ineens kreeg hij een schok.

Achter hem suisde de lift, die omlaag kwam ... de glimmende stang zonk weg.

Ineens zag hij Non's bruine schoentjes ... haar grijze rok ...

de valiezen ... dan haar gezichtje ... de donkere oogen, die hem even aanzagen, droef-verwijtend.

KASSIAN 31

Hij wendde zich snel af, liep naar de taxi, deed het portier open.

Non stapte in, zonder iets te zeggen; even stond hij met zijn voet op de tree, om haar te volgen, dan plots, trad hij terug.

"Nee, de bagage binnenin," bcval hij kort, als de huisknecht de valiezcn voorop wilde zetten en als het gebeurd was, sloot hij zelf het deurtje en ging naast den chauffeur zitten.

" ous allons?" vroeg deze.

"Gare du Nord."

Dan reden ze weg.

De drukte op straat en het handig manoeuvrecren van den chauffeur door het woelig en hurrie-achtig verkecr, leidde Revius wat kalmeerend af.

Nou ja ... 't ergste was nu wel geledcn ... in de vestibule van het slation was geen gelegenheid om te praten en de trein zou wel klaar staan ... Goddank, dat hij nog net bijtijds op de gedachte kwam 0111 voorop te gaan zitten ... anders ... Licve deugd ja, gisterenavond, juist in die taxi, die hen naar het hotel bracht, had hij toch zoo stellig gemecnd ... toen hij aldoor haar handje vasthicld ... iets te bespeuren van innighcid harerzijds ...

nou ja, larie ... omdat hij zoo graag wou bespeurcn .. . hij wist het drommels goed, als hij eerlijk was tegenover zichzelf, hij had háár hand gegrepen en niet omgekeerd en hij had zich tegen háár aangevlijd en niet zij tegen hem ... nee, nee ... van haar was niets uitgegaan ... niets dan ... ja ... lijdelijk verzet of hoe je het noemen wou ... vooruit maar, nog even "durch- halten" en dan was 't geleden ... de pijn viel tot nu toe mee ...

Of zij nu daar binnen weer zou zitten huilen? Omkijken decd hij liever nict ....

Een toegeschoten porteur opende vlug het deurtje van de taxi, greep dadel ijk de val iezen.

fILe train pour la Hollande .. " zei Revius. Hij had zijn geld

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

maken, doordat we begonnen waren met volgens gissingen den verticalen afstand tot d e aardop- pervlakte n het v rminderen daarvan door de stijging te gaan

Eens hebben wij fier de dag gegroet Vóór de sombere tocht naar beneden W ij hebben niet meer de levensmoed Om weer naar het licht te treden.. werd allereerst háár

Deze fIlm is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

nationalit~it terug te krijgen en niet in het gevang te komen wegens desertie, zou ik onder de mobilisatie vallen en onmiddellijk worden opgeroepen. Dan zou ik op wacht

(fot Oesin). Jij beroerde vlegel. Kwee klla, ja! Een goeie taal om iemand uit tc scllelde. Ik zou werachies wel eens willen weten hoeveel moeders di jongen

lossen. Dc onmiddellijk afgege- ven • chotrn der schietvaardig l11archeerl'nde manschappen hadden klaarblijkelijk .1ICCC blijkcn d gevonden blo dspor n. Vol rens

(Schooluitgave).. Een schreeuw, zooals een bok dien zou uiten, wanneer hij een hevigen aanval van kiespijn krijgt. De gamelanspelers hielden verschrikt op en

Want door het plotselinge vertrek van Hendriks was de tijgerjager 'n beetje op den achtergrond geraakt Doch Bram begreep, dat bij een eerstvolgende ontmoeting de