• No results found

OVORM: SIGNATUUR M

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVORM: SIGNATUUR M"

Copied!
91
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITL V. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor r eproductie.

Indien op het originele materiaal auteursr echt r ust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houd ers van dit auteursrecht.

Toestemming voor repr oducti e dien t men schriftelijk aan te vragen.

This filln is supplied by the KITLV only on condition that neither it nor part of it is filrther reproducetl without first obtainin

o

tlle permission of the KITL V which reserves the right to Inake a charge for s lIch reprodllction. If the Inaterial fiilned; itself;n copyright , the p er1nission of tlle

o~vllers

of that copyright will also be required for sllch reproduction.

Application for p ennissiol1 to reprodllce should be 1nade in writing, g iv ing detail s of the proposel[

reprodllction.

SIGNATUUR

M C OVORM:

S H EL F N U MBER MIC ROFORM :

MMETA 058 9

(2)

/

7

, )

(3)
(4)
(5)

ARNOLD EN ZIJN VRIENDJES

(6)

ARNOLD EN ZIJN VRIENDJES

Tau ... °tk 1"11 .l"llg I1 111' d,' lla I~' I t 'I'.

(7)

111111/1/11111111111111111111111111111111111111

BIBLIOTHEEK VOOR JONGENS

EN MEISdES

11111111111111111111111111111111111111111111111

ARNOLD

EN ZIJN VRIENDJES ~

DOOR R. L. LUBBERTS

GEiiLUSTREERD DOOR

W. HARDENBERG

TWEEDE DRUK

(Lc ftijtl 8-1!! jtl:lr.)

ALKMAAR

N. V. VITO.Mij. GEBR. KLUITMAN

~

.

(8)

Gentustr. Jongensboeken van R.

1.

Lubberts:

In prachtband à f 1.20.

Ing. in gekleurd omslag à f 0.75.

(Leeftijd 8-12 jaar.)

OP "DE HEEZE", 2e druk.

Geïllustreerd door W. Hardenberg.

ARNOLD EN ZIJN VRIENDJES, 2e druk. Geïllustreerd door

W. Hardenberg.

EERSTE HOOFDSTUK.

"We moeten een nieuwen loopjongen hebben, Van der Steen!"

Jan Kobu pier, de oude bediende in de be.

kende kruideniers. en galanteriezaak "In het Blauwe Varken," - welk buitengewoon dier op het uithangbord stond afgebeeld - stak zijn grijsgelokte hoofd door de deuropening in het kleine kantoor, waar de eigenaar van den win.

keI, Arnoldus Hendrikus Van der teen, zich met de boekhouding bezig hield. Toen er geen antwoord volgde, herhaalde Jan Kobus pier zijn mede de !ing.

Van der teen werkte onverpoosd verder, zon·

der zich de moeite te getroo ten aan de woor·

den van den ouden man eenige aandacht te ehenken.

Jan Kobus pi r chudde eenige malen mee·

'\ arig h t oude hoofd, zood at hem de grijze lokken om zijn voorhoofd fladderden, en begon te glimlachen.

"We moeten een nieuwen loopjongen hebben, meneer Van der teen!"

Van der 'teen legde than de pen neer, wend.

de zijn hoofd om en keek den ouden man vriendelijk aan.

,,\Vaarom Jan?"

"Omdat Gerrit p me zoopa gezegd heft:

(9)

6

"de complementen van mijn vader en dat ik me niet langer voor dat hongerloon behoef dood te werken."

"Zoo'n onopgevoede, brutale vlegel! En hoe"

veel verdiende die jongen. Jan?"

,Drie tuiver , menccr Van der teen."

" eel g ld "oor zoo'n ;1,lP, die cr de kantje een beetje afliep!"

,,\ e I l!eld wa het niet. De jongen deed goed zijn best en ... "

,,\\ e kunnen een ander n jongen krijgen, Jan. voor minder geldI"

"Wie?"

"Die zal wel komenI"

,,\\fanneer?"

"Zoo spoedig mogelijk!"

,,\ ie moet de boodschappen nu bezorgen?"

"Zijn er veel te bezorgen?"

"Noga)!"

"Vraag het zoontje van Roos: die doet h t wel!"

"Die doet h t niet! Ik heb hem al gevraagd."

" raag dan het zoontje van buurman tijn."

"Die doet h t ook niet. Er zit nik anders op.

dan de oude Bette te vragen en die doet het voor ze tig cent per dag."

"Ze tig cent, maar Jan."

"Er zit nik and r. op."

,,'t Is te veel .~ Id, Jan. Je moet dadelijk zien een anderen jongen te krijgen,"

"Ik heb geen tijd; er ta at al volk op me te wachten. B tt is toevallig in den winkel. Laat ze on dan de eer te dagen helpen, dan kan ik intu ehen een uitzien!"

,,'t Is een ver" lende zaak. \\'a die Gerrit Siep een goede jongen'?"

"Hij zit vol kuren en treken, maar doet zijn

j

werk tamelijk goed."

"Hoeveel geld wil hij hebben?"

"Dertig cent per dag en 's morgens en 's avonds een boterham."

"Is de jongen razend?"

"Beneden dien prij krijgt u niemand."

"Ik kan mijn zaak beter verkoopen."

"Meneer moet het dan maar met z'n eigen o\-erleggen. Ik heb niet langer tijd."

"I Bette in den winkel, Jan?"

"Ja!"

,,'tuur ze even bij me!"

Eenige oogenblikken later trad een oud, ge.

bogen vrouwtje met ondeugende, flikkercnde oogjes het kantoortje binncn.

De heer Arnoldus Hendrikus Van der Steen lag zijn vulpen even neer, draaide zijn Iceren kantoorstoel een kwart om en mat het vrouwtje met imponeerendc blikken.

"Ilm, hm!" zei de heer Van der Steen.

"Je behoeft me niet zoo gek aan te kijken, Van der teen. Of zie je ict bijzonders aan me?"

Van der teen ehraapte zijn keel, peelde met zijn horlog ketting, fron te zijn wenk.

brauwen en schoot eenige imponeerende blik.

ken naar h t rouwt je tegenover hem.

Maar Bette was onkwct baar. ,,\\'at is cr Van d r Stecn? \\ aarom kijk je mij zoo aan? Moet je wat van me hebben'? Zcg het dan a jcblicft gauw, want ik h b niet veel tijd."

.. Zeg eens, vrouw Slamp!"

"Noem mij Bctte!"

"Vrouw Slamp, zou u voor dertig cents per dag onze boodschappen \\ iJlcn bezor~cn?"

"Wat ze~ je'? oor dertig ccnt '? Geen prake vanl k Zal mijn oude beenen voor jou plezier

(10)

8

verslijten. Maar je hebt immers Gerrit Siep en dat is een goede jongen."

"Dat laat u maar aan mij over, om over te oordeelen, vrouw lamp!"

"Zeg je nou u tegen mij, Van der teen?"

"Wil u voor veertig cents de boodschappen bezorgen, vrouw Slamp?"

"Neen!"

"Hoeveel moet u dan hebben?"

"Zestig cent. en !.leen eent minder. 'k Doe 't liever niet. Maar om je uit den nood te redden.

Een mensch moet iet voor zijn medemensch over hebben."

,,'t Is te veel geld, vrouw Slamp."

"Zestig cent, en dan zonder flauwe kunsten;

geen u meer zeggen en geen vrouw Slamp. Je kent me nu al veertig jaar, Van der teen.

Vroeger zei je altijd "Bette" en nooit vrouw Slamp. Je prak me aan als een gewoon mensch, maar wat er den laatsten tijd met je gebeurd i , mag de lieve tijd weten."

Van der teen luisterde met ontzetting toe.

Deze toe praak drong sle hts druppelsgewijze tot heIl?: door; een roode blo kleurde vliegens- vlug zIJn bolle wangen, zijn mollige vingers beefden op den rand van den toel.

"Er uit! Er uit! Durf je nog blijven taan'(

Er uit, zeg ik je!"

"Ja, ja, ik ga al! Je bch ft me cr niet uit te gooien, Van der teen!

Dat had je goede moeder nog een moeten beleven, dat je oude Bette de deur uitgooide.

Je moeder wa een goede vrouw rnold en je broer \V.illem een beste vent, ~aar jij 'bent me geen kmp ,"oor den neu waard. Goedendag, hou je maar goed'"

Van der Steen bleef een oogenblik stokstijf zitten, zijn handen balden zich tot vuisten, zijn breede borst hijgde, zijn groene oogen schoten vonken.

Daarop streek hij zieh over het voorhoofd.

,,\Vat een brutale heks, wat een tooverkol! Om mij dat te durven ze~gen, mij, meneer Van der Steen.

't I ongehoord, dat zeg ik! Zoo'n menseh moest men geen half ons koffieboonen meer willen erkoopen, geen lood!"

1aar dan gaat ze naar Prins en dat mag niet.

Hoe komt ze er bij om mij bij Willem te ver.

gelijken? Willem, - die er tilletjes van door.

gegaan is om muzikant te worden.

En ik, die de zaak heb uitgebreid, zou mij met Willem willen vergelijken? Waar zou die jongen tegenwoordig zitten? Zou hij nog leven?"

Langzamerhand keerde an der Steen kalmte terug. Hij peinsde nog eenigen tijd en treek zich nu en dan met de hand over het voor- hoofd.

,,'t I dwaa heid om me over zoo'n vrouw boo te maken, - dwaasheid! Zoo'n mensch kan mij niet beleedigen.

10eder was zoo dwaa, haar te verwennen, toen ze hier meid wa. Dit zijn de gevolgen, Nu ontziet ze zich niet. mij op een dergelijken toon toe te spreken.

'loeder zei, da t ik Y illem moe t zien op te

~poren en ik h b ook moeite gedaan, zeker!

k Heb ver eheiden keeren handel reiziger gevraagd, of ze ook iets van hem vernomen hadden.

Maar ad ertenties plaat en in groote bladen - zooal vader deed, alles aan de groot klok

(11)

10

hangen - merci. Dat doet meneer Arnoldu Hendrikus Van der teen niet. Daar past hij voor."

Jan Kobus pier tak zijn grijze hoofd in de deuropening.

, Meneer!"

,,\Vat is er, Jan?"

"Bette wil het doen voor zeventi~ cent ."

"Laat ze naar den koekoek loopen. I Iet is een ondeugende vrouw."

"Kwaad is ze, maar goed te vertrouwen."

,,'k Wil ze niet in dienst hebben."

"De waren moeten bezoT/:!d worden, een par~

tijtje platte borden bij den notari , een wasch~

kom bij den dokter, een theeserYie bij Jan en, twee pond ,uiker bij den apotheker, twee schil~

derijtjes bij Prin '."

,,\Vat zeg je, bij Prin ?"

"Ja, Prins uit de Achterstraat."

,,0, dat dacht ik wcl. Johan Prins zal hier wel niet koopen. l1ij kan h t niet go d hebben dat ik de kruidenierszaak er bij h bopgezet." ,

"Die waren moeten b zorgd worden en ik heb geen tijd. \Vil u het dan doen?"

, 1aar Jan, hoe kan ik de waren nu gaan rondbren,gen. tel je voor, meneer Van der

teen. Dat gaat toch niet."

"Dan zal ik het doen en moet u de klant n bedienen."

"Dat heb ik in geen vijf jar n gedaan. Hrt ta at be list niet."

., 'roet!er deed u het w 1. \\'aarom nu ni t meer? En Prin in de \\ïlhclminastraat doet het toeh ook."

"Je wilt me toch, hoop ik niet bij Prins ver~

ge)jjken'~" ,

"Volstrekt niet, maar er moet iets op gevon~

den worden. De menschen wachten op hun waren."

"Neem dan in vredesnaam Gerrit Siep maar weer."

"Goed, dan zal ik hem even laten roepen. U moet weer een partijtje platte borden bestellen, tien tellen voor de wa chtafcl, u weet wel, dat goedkoope goedje, dat heeft nog al wat aftrek.

En dan, de koffie en de suiker raken op. \\ e moeten kaneel hebben. 'k Zal even een lijstje klaar maken."

" tuur Gerrit Siep strak even bij me!"

Twintit! minuten later trad Gerrit Siep, een dertienjarige jongen met vroolijk, lachend ge.

zicht en tijve, borstelige, bruine haren, in het kantoor.

"Jan zei, dat ik even hier moest komen."

Lachend bleef hij op den drempel taan.

.,Zet je pet af!"

Lachend nam Gerrit zijn hoofddeksel af.

"Lach niet!"

"Dat kan ik niet laten!"

"Waarom lach je?"

"Ik lach bijna altijd. 1ijn vader lacht ook en mijn moeder ook."

"Dat i een dwaze gewoonte. Jn mijn kantoor wordt nooit gelachen."

"Zoo!" Gerrit nam in één oogopslag het kan.

toortje op. "Wat is er van uw dienst? Heb ik dat niet fijn gezegd? Vader zei, dat ik het zoo moest zeggen."

De heer Arnoldus Hendrikus Van der teen keek Gerrit eenige econden strak aan, maar be.

reikte even weinig resultaat al eenigen tijd ge.

leden bij Bette.

(12)

Gerrit begon te lachen.

"Als je in mijn dienst wilt blijven, moet je je netjes ~edragen."

"Dat zal ik."

"Niet altijd lachen."

,Dat doe ik toch."

"Voortaan zeggen: "meneer Van der teen."

Gerrit lachte. "Dat zei m'n vader ook al.'

"Wat zei je vader?"

"Vader zei, dat je graag "meneer" wou heeten."

"Zool Nu, ik heb er recht opl"

,,'t Kan mij niet schelen. Ik wil wel meneer zeggen, :10 der Steen."

,,~Ioeveel geld moet ie h bb en? Twintig cents en s morgens en' avonds een boterham?"

"Neen, dat i niet afge proken. Dan ga ik weer naar hui. Voor zoo'n loon."

"Je bent brutaal."

,,'t Is tegen de afspraak."

"Hoeveel moet je dan hebben?"

"Dertig ccnts cn boterhammc~. Jan zei dat 't l.!oed wa. 1ijn vader zei, dat ik mee; aan klompen vcrsleet, dan ik hicr verdiende."

"N.ou, nou, hm. hm, 't i vreeselijk ve J geld Zal Je dan ook altijd zeggen, al je de bood;

chappen bezorgt: "de complimenten van meneer Van der Steen?"

"JaweIl" Gerrits groote, grijze kijkers straalden van genot.

"Heb j.~ dat vroeger ook altijd gezegd?"

"Neen!

"Wat zei je dan?"

"Dat zeg ik niet!"

"Waarom nict?"

"Zoomaar nict!"

"Zeg het, dan krijg je dat stukje appel, dat

daar op dat schoteltje ligt."

"Nou, 't is niet veel bijzonder . Maar 'k zal het zeggen. 'k Zei vroeger altijd: "De com~

plimenten van den dikken Arnoldl"

Een oogenblik scheen het, of Van der Steen in hevigen toorn zou opstuiven, zijn bolronde gelaat gloeide, zijn handen beefden, maar hij be~

dwong zich.

"Ik geloof, dat jij je best zult doen, Gerrit.

Je moet vlug je boodschappen bezorgen, geen kattckwaad uithalen, niet met de jongens gaan voetballen en de mand niet aan den kant van den weg laten staan, zooals je wel eens meer gedaan hebt. Voor nette mensehen neem je de pet af."

"Wat zijn nette menschen?"

"De burgemeester, de dokter, de dominée en anderen."

"Voor m'n meester neem ik ook m'n pet af."

"Dat' heel goed!"

Jan stak zijn oude hoofd door de deurope~

ning. "Is u klaar met Gerrit, meneer Van der Steen? De men chen wachten op de boodschap~

penI"

"Een oogenblik, JanI" Van der Steen vervolg~

de: "Dus je pet afnemen I"

"En al ik beide handen vol heb?"

"Ja, dan behoef je het niet te doen!"

"En als ik de eene hand in den zak heb?"

"Dan trek je haar er uit? Je mag niet met de mand zwaaien, want dan kun je de borden of zooiets breken."

"Dat weet ik wel. Ik doe het vandaag niet voor den eersten keer."

"Nou dan, dag Gerritl"

"Dag, Van der Steen!"

(13)

14

"Wat moet je zeggen?"

,,'k Weet niks."

"Beu je 't nou al weer vergeten? Meneer Van der Steen!" Dag Gerrit!" . "

"Dag Van der Steen!"

Toen Gerrit het kantoortje had verlaten, her.

vatte meneer Van der teen zijn bezigheden.

N u en dan za~ hij op en keek door hèt ven.

ter naar de voorbijganger .

,-,Wat. zie ik? Wa dat Prins? Prins uit de Wllhelmma traat? Mijn lieve hemeltje wat ziet dat heer er deftig uit. 1anchetten aan' en dat in de week. Al ik dat no~ deed, maar ...

~Vaarom zou ik het ook niet doen? Al die P~l.ns h~t kan, kan ik het zeker. 'k Ben het aan miJn eIgen wa~rdi,gheid verplicht. Al ik op Zondag een WIt vest draag, mag ik door de weck , el manchetten dragen."

Jan Kobus pier trad in het kantoor. "Me"

neer. \ an der teen, de oude tuinman \Villem Vergiet vraagt, of u even bij hem wil komen"

"Waar is hij, Jan?" . ."In den tuin. I Jij i bezi,g de aardb ziën te , 'leden."

"Wa dat zoo noodig, Jan?"

"Ja, dat wa zeer noodig. Als ze niet ge, ied worden, komen cr geen vruchten."

"Ja, dat kan .zijn. \Vat wil de man van mij?"

"Dat weet Ik niet. IIij vroeg, of u even kwam,"

"Nou, ik kom. Laat hem maar een oogenblik wachten."

"HiJ' wacht nl'et. 1 U me . t k 'omt, .'1aat I liJ'

weg." .,

"Laat hem dan gaan!"

"Neen, dat moet u ni t doen. 't 1 een <'oed

tuinman en we krijg n nooit zoo'n goeden weer terug. 't 1 de vierde al in drie jaar."

"Nou, ik ga. hm, hm. Zeg, Jan! Hoe zou je er over denken, als ik ook door de week man.

chetten <'in<' dra <'en?"

Jan glimi;chte.'"' "Dat zou 'k prachtig vinden,"

"Zou .ie 'werkelijk?"

.,Ja, zeker!"

De tuin achter het hui zag er tamelijk ver.

waarloo d uit. De vrllchtboomen, than in vol.

len bloei, waren in jaren niet ge noeid, eenige heesters groeiden wild op, gras groeide door de grindsteenties op het voetpad.

Slecht. een klein aardappelveld, eenige bedden tuinboonen en een bed aardbeziën waren net onderhouden en ,taken gunstig bij het andere gedeelte af.

Langzaam, met de handen op den rug, trad Van der Steen tatig naderbij.

"Goeden middag, Vergieti"

"Je moet het tuinpad laten wieden en die hee ter en die vruchtboom en laten snoeien, Van der teen."

,,\Vat zeg je. man? Je moet? Van moeten is hier geen sprake."

"Dan moet ie het gra. op dat bleekveld laten maaien, verder die frambozenstruiken laten op.

binden."

"Geen sprake vanr'

"Als je 't ni 't doet. moet je maar naar een anderen tuinman omzien. Ik wil hier niet tot spot van Jan en alleman v or tuinman pelen.

De men ch n geven mij de . chuld!"

"Maar \ ergietI"

"Je weet het nu en ie moet gauw besli en.

Ander ga ik weg."

(14)

"Maar Willem, dat kost veel

~eld.

En waarom

zou ik het doen?"

"Voor ,ie

ei~en.

De menschen spreken er schande van. Ze

ze,~~en,

je moet eens zien, hoe de tuin van den rijken Van der teen er uitzietI"

" Wa t zeg,f.!en ze, 'Vi1lem ?"

"Ben je doof? Ze zeggen, dat de rijke Van der teen het wel betaleL kan!"

"Zoo, zoo, ja, ja, hm, hml" Van der teen streek zich glimlachend lang zijn wel,f.!evulde wangen. ,,'t Kost veel geld, WiJlem!"

"Och wat, geld! t Is een schandaal, zooal de tuin er tegenwoordi,f.! uitziet. Vroeger, toen je moeder 110,q leefde, was het de mooiste tuin van de heele

traat. En die rozen, die er in tondenl Waar zijn die gebleven? Alles is verwaarloo d."

"Ja, ja, moeder Wa royaal, te royaal."

,Menseh, praat me er niet van. Je moeder was een ,f.!oede vrouw! De heele buurt

ze,~t

het. \VU.

lem lijkt meer op je moeder, dan jij, Van der Steen."

"Je bent brutaal. VergietI"

.. Ook al goed, dan maar brutaal! En omdat ik brutaal b n, zal ik je even zeggen, hoe ik over je denk. Je Zor,tH alleen VOor je eigen. Je heele leven ben je lui ,f.!e\\'eest. Je voert geen steek uit! En toch word je rijk. En aan wien h b je dat te danken? Aan Jan Kobus Spier, een werb ezel, een goedzak van een kerel, een vent, die den hemelIlier op aarde aan jou verdiend heeft. Een man met een helder ver 'tand en een gO den kijk op de zaken. Een vent, die je trouw blijft, omdat hij h t je moeder b loofd heeft.

Kijk me maar niet zoo nijdig aan. Ik b n niet bang VOor je. 'k Wil je tuinman niet langer wezen, meneer Van der Steen. Ik kan ook op

17

" brood verdienen. De een andere.

plaa~

!kIJllier verdien, zullen me twee kwartjes, d\eV 1 is \Villem, meneer Van niet rijk

~~~er alle~~

jou chuld,.

da~l'~e ~~~e

der . gen teen. er van door i /"t

rle~aan.

'b Ja, Ja,. ' or Je IKJ"'''k IJ

m~

Jong' ik jel Ik ben

~~e~ a~g '~eneer'

Van der

ze '. t zoo

VemJl1H~

aan,

maar nle

teen!" .

, . ge minuten la ter m Toen Van

de~

teen

e~~;en

leuning toei. ge.

de huiskamer m den rI de wild opqroeICnde zeten, door hedt

vek~~kt~ah~j

inwendig nog van hee ter staar e,

d · den woede. d g onaangeroer m h"

De koffie st.on no _ <zijn sigaar had IJ

<1rooten por el men pot ,

fat n uitqaan. d'e man tegen mij

durf~

,'t I. ontzettend, wat d I Ik

be~rijp

niet,

w~ar

Je' te zeggen, ontzetten 'haalt Àls ik me met hij den moed vandaan 'k' hem neerge lagen.

tijdig

bedwo~ge~

hl

a~, ~a~O~derling,

dat hij ook Ja dat had Ik. t 5 oc

al' over \ViIlem

'kPr:~r

naam niet gehoord. En In jaren heb d ' al twec reer. l' Ik en Eerst die oude Bette,

van aag nu.. \Vïlcm ergiet. 'k

en nou die

~dlOte

hl b 'k me opgewonden.

"Foei,

focffl~ wh~t

st koud laten worden n dat

Zou de ko Ie aa .

zou J. ammcr wezen... Jan Jan zou hier d' man o v e r . M ht

\Vat praatte Je < ak regeeren? 't oe de baa.

we~en

e.n de

ld~

hij zich da t zelf wel, wat. MIS

~h\C~

\crbee Jan kent zijn

za~en,

dat maar het 15

~~et

zoo. de klanten tot Vriend te i waar en

hl~

weet <1 de eigen ehap, zeker.

houden. Dat IS

e~nl

,;,oe de zaak. Ik weet de M aar 1 'k Arnuttl ben de ril 7.1..Jzie 'Van II \ nCJJI . tJ'e~ :l

(15)

18

handelsreizi~ers bij den neu te ner:nen en de firma' . Ik kan koopjes doen, al memand an- ders! Ik bezorg de corre pondentie , zorg voor de boekhouding ...

r ... emd, dat vandaag zoo\'ed over \\ iIlem gc<

proken wcrd. \Vaar zou die jongen tegenwoor<

di!! zittcn?

] J e lan~ is bet al geleden, dat hij zoo plot. e-

Iin~ verdwccn ... \Vaeht een cven ... Het \ 'as geloof ik in 18 ... en nou hebben wc 19 ... , al

t

"ce<enotwintig jaar. Jonf.!en, jongen, waar blijft de tijd! En in al dien tijd hcbben we niks van hem vernomen, niks!

Ilii heeft zijn \erdiende loon! \\'as dat een optred n tegen vader? \Vas dat een taal? 'k Bcurijp nog nict. dat vader zoo kalm blcef, toen

\\ iIlem dergclijke inuw durfdc zcggen. atllur<

lijk gaf ik "ader gelijk. natuurlijk! ...

-De oudelui hebben bet zich vreeselijk aange- trokken. Vader is er nooit weer van bovenop gekomen. .. Vreemd. dat we nooit mcer iet.

\;.10 \'iJlem gch ort! hcbben! \Yat een tijfkop was ie. ook al in zijn jonge jaren! 't loest al- tijt! bij hcm buigen of breken. En ader was ook een ,aroote stijfkop! ...

loeder gaf in stilte \\ïIJem gelijk en ze heeft het mij, g loof ik, nooit verge,· n, d'lt ik vader gelijk gaf ...

\'illem leek OP moedcr. Dat zei die Veruict ook. Ja ... 't is zoo ... Ik ben anders dan \Vil- lcm. l! lukkiU! -' I. ik niet zoo ~'as. als ik ben, z ti dc zaak nict zoo florecren en dat doet z !"

Lanl!zamcr land wcrd Van der teen kalmer, de hoo!:!TOnde uloed op zijn bolronde I-!claa t ver<

minderde.

Behaaulijk slurptc hij zijn kopje koffie. "L k.

19

ker, lekker! Die Si ent je zal Jan toch niet van dezelfdc koffie geven! Zoo'n oud mensch heeft zooiets niet noodig ...

Ik verwen Jan niet, waarom zou ik ook. Ik ben aan deze koffie gewend en Jan niet! Jan eet bij Sientjc in de kcuken. Natuurlijk, daar is zijn p-Iaats. Die dwaze Vergiet beweerde, dat ik Jan ni ct goed behandelde. Jan i tevreden en dat is de hoofdzaak. 't Gaat Vergiet en de an.

deren geen zicr aan. Dat zeg ik!"

Van der Steen stak een nieuwe igaar aan, trok eenige keeren, zoodat de blauwe damp in spiraalvormige wolken om zijn vollemaansgezicht kringelde.

"Nou ~a ik eens even naar den winkel. 't I goed, mij zoo nu en dan eens te laten zien. De men. chen zouden hcusch het idée krijgen, dat Jan de baas is. En dat mag niet!"

Van der Steen ging naar dcn winkel. Jan 'tond achter de toonbank en bediende glim.

lachend de klanten. een boerenknccht, een oud vrouwtje en twee dienstmei je ..

"Goeden middag!" groette meueer Van der Steen.

"Goeden middal!, meneer!" groette Jan terug.

De anderen zeiden niets.

De boerenknecht leunde met zijn eene eUe.

boo):! op de toonbank, draaidc zich halfom en keek Van der teen rccht in 't gelaat.

,,'t I goed weertjc, Van der tcen."

"Ja, ja, dat is het. 't Is goed weer!"

"Zeg, Van der teen, die pruimtabak, die ik hier laatst gekocht heb, kun je wel terugkrijgen.

Die deugt niet."

"Ik verkoop alleen goede waar, Jori I"

"Bij Prins i ze beter en goedkooper!"

2*

(16)

20

"Dat kan niet."

"Dat kan be t. Ik heb al aan Jan gezegd, d~t ie een beter soort je moet bestellen en dat Ik ander bij Prins ga koopen."

"Hij meent die pruimtabak '.'an . en Co., die

u besteld hebt," ~limlachte Jan.

Die heb jij me op~e(!even, Jan."

" h '"

"Neen, meneer, heusc niet. ..

"Jan!" 1eneer van der teen sperd zIJn 0 .l!en wagenwijd open en fixeerde ~ijn ouden bedi,?nde.

"Ja. meneer, herinnert u zIch maar een.

"Ik zal dien '. en o. eens op zijn nummer zetten."

Gerrit iep kwam fluitende den winkel binnen.

"De complimenten van den dokter zijn m~~

vrouwen dat cr in de wa chkom een bar. t ZIt en dat ze hem niet hebben wil. 'k Heb hem weer meegenomen. De complimenten va'l den apotheker zijn mevrouwen dat de koffieboonen niet zoo lekker waren al, anders. Er zat een vcrbrand boon in. Dat! Van der Steen, meneer.

meen ik." Jcrrit nam ~Iimlach nd de pet af.

Jonnen Jan wat is d'r zoo pa in de \\'i1hel~

~ina'" tr~at e~n grap ~ebeurd. De koe van boer Teuni wa, 10 gebroken en die is bij Prins in den winkcl gcstoven. J lij heeft de weeg chual op zijn horens acnomcn en i zoo de straat op"

gemarcheerd. 'k Heb mc een aap gelachen, Ze,!!, Jori , ie moet je broek eens laten oplappen. Er zit een winkelhaak inl"

Jori bromde iet binnensmond en de dienst"

meI Je be!:!onnen te gieh len.

Van der teen glimlachte: "Gerrit is een j.!rap"

penmak r. Ilo gin/4 h t verder m t die ko '?

Heeft hij den boel in Prins zijn \\ inkel een beetje door elkaar gegooid?"

"Nou, dat kun ie begrijpen, u begrijpen. De ba eule onder teboven getrapt, een zak erwten, een bu poederchocolade, een kan olie, alles door den winkel.

Prins tond voor de toonbank. Hij i er over~

heenge prongen, ander had de koe hem op de

horen genomen." " .,

"Zoo, zoo, dat had ik wel eens WIllen Zlcn, lachte Van der teen.

"Zoo'n magere ,charminkel als Prin koe w I door de ruiten go ien, maar zou dat niet zoo gemakkelijk gaan,

teen," lachte Joris.

kon de met jou an der Van der Steen glimlachte, maar niet van harte.

"Dat ,geloof ik ook niet, J ri !"

Jan Kobus Spier reikte de dien tmeisjes de waren over: "Uoe ~aat het met Karel, Lize?"

vroeg hij, zich tot een der meisjes richtende.

,,0, 't ~aat vandaag wat beter. De dokter heeft zijn been gezet. IUj moet vijf weken ligg n."

"Ja, ja, die jeugd, die jeugd!" zei Jan, zijn hoofd chuddende.

,,\Vat i er met Kar I gebeurd?" vroeg Van der teen nieuws(!ierig.

"Kar I h eft zijn poot gebroken!" antwoordde Gerrit iep.

"Foei Gerrit!" glimlachte Van der teen.

"Zij.l been dani"

"Uoe kwam dat?"

"IIij liep over de dakgoot en

de lde errit mede. er afgevallen,"

"Zulke kwajong m toch. Zulke treken beb.

ben wij toch nooit uitgehaald, Jan," lachte Van der Steen.

" een, mijnheer," glimlachte de oude bediende.

(17)

22

"Als je altijd zoo dik ~eweest bent, als nu, zou dat ook niet ~emakkelijk gaan," lachte Joris.

Van der teen trok zijn voorhoofd in rim~

pels, Jan reikte Joris de ~ewenschte rooktabak over.

"Goedenda~, Jani" zei Joris.

Van der Steen beet zich op de lippen. ,,'t 1 vreemd, dat ze Jan zoo vriendelijk behandelen en net doen, of ik er niet ben," mompelde hij.

"Zei je wat, Van der teen?" vroeg Gerrit, die bezig was verschillende waren in een korfje te pakken.

"Neen, Gerritl Vertel me no~ eens een beetje over die koe!"

"Die koe? Dat was een ~ewone koe met twee horens op den kop en een staart van achteren."

Jan schoot in een lach. "Die Gerrit, die Gerrit!"

Van der Steen werd bloedrood in zijn gezicht.

"Moet jij daar om lachen, Jan? Ik vind dat geen antwoord op mijn vraag. Ik laat me door zoo'n kwajongen niet voor 't lapje houden!"

"Ik houd u niet voor 't lapje, meneer Van der Steen," zei Gerrit heel onderdanig. Maar hij kon niet b letten, dat zijn heldere oo(!en on~

deugend flikkerden.

"De politie heeft de koe opgevangen en de weeg chaal van den kop genomen. 1 cr weet ik niet! Nou, adjuu , ik !:!a er vandoor!" En flUltend liep Gerrit den winkel uit.

"Jij moet den jongen meer netheÎll leeren, Jan!" bromde Yan der 'teen.

"Ja, meneer, maar dat i een heele kunst. En 'k heb wat anders te doen."

" ind jij ook, Jan, dat we den tuin moeten

opknappen?"

"Ja, 't i wel noodi~! Jammer, dat de oude Vergiet den boel er bij neergegooid heeft. \Ve krijgen niet gemakkelijk zoo'n goed werkman terug."

"De vent brutali eerde mij en dat komt niet te pa . Ik vind, dat zoo'n man in aanmerking moet nemen, dat ik Van der Steen ben. meneer

an der teen.

Hij lachte me in mijn gezicht uit en dat komt niet te pa . De lui, die ik in mijn dien 't heb, zullen me beleefd behandelen, allen, niemand uit~

gezonderd."

Van der teen keek Jan . cherp in de oogen.

"Daar heeft u gelijk aan. ZeJ.! meneer, hoe lang i het al geleden, dat \VilIem zoo plotse.

Jin~ verdween'?"

Van der teen keek verrast op. ,,\ illem? Be~

gin jij nu ook al over \Villem'? Dat is twee~en~

twintig jaar geleden."

"Zoo, is dat al zóó lang geleden'? \\'aar die tijd toch blijft hè'? Twee~en.t\ intig jaar ge.

leden! Ik wa toen nog in de kra ht van mijn '!ven, een flinke jongen, al zeg ik het z H, En nou ,~egin ik zoo'n beetje af te takelen. Ja, ja, de tIJd staat niet stil. Dus twcc<cn<twintÎ.!.! j,lHr

~clcde11, \Veet u no~ wel, dat hij altijd vol kuren en grappen zat, vol echte jonl!en~streken

~n dat hij mij zoo graag cen beetje voor 't lap~

Je mocht houden':> 'k llicld toch ,,'cel \ an dcn

jon~en, al lachte hij mij 'oms uit. En wat kon de jo~gen pr,aehtig vioobpelen, Jon~en, wat kon hIJ p~aehhg spelen! Al hij op zijn kamertje speelde, hep de heele traat vol volk. En als hij tot elf uur doorspeelde, blev 11 ze allen tot elf uur staan. 1uziek was zijn lust en zijn I venl

(18)

Ik begrijp nog niet, waarom uw vader er zoo tegen wa en hem met geweld dokter wou laten worden.

Hij had een tegenzin in de studie, al zat er een knappe kop op. En u'v vader had een vreeselijken hekel om hem muzikant te laten worden. Hij vergeleek hem met die Duitsche hoornblazers, die hier zoo nu en dan komen blazen. .. En een klaps wa hij verdwenen .. . Hij kwam niet weer van 't gymnasium teru,!:! .. . In welke kIa zat hij ... meneer?"

"Wat zei je?"

"In welke kla van 't gymnasium zat Willem, toen hij er van door ging?"

"Dat weet ik niet en kan me niet schclen. 'k I leb vandaag al genoeg van Willem hooren

preken."

Meneer Van dcr teen opende de deur der huiskamer cn wierp ze met een schok in het slot om een tijdlaM brommend de kamer op en neer te stappen, waarna hij een boozen brief ging chrijven aan de firma . en o.

TWEEDE IIOOFD TUK.

Arnoldus lIendrikus Van der teen had zich lichamelijk cn geestelijk ontwikkeld tot den mensch, dien hij in zijn jonge jaren beloofde te zullen worden.

Als knaap had hij blijken gegeven van zeer beperkte vcrstand lijke vermogens.

Met kun t, n vliegwerk, door ,!:!ere,!:!elde bij.

Ic sen, had hij de openbare lagere ehool door.

loopen. leehts drie eigen chappen waren bij hem in voldoende, zelf buitensporige mate aanwezig, n.l. een abnormale lust in lekker eten, een overdreven behaagzueht en een buitensporige zelfzucht.

\ rienden had hij nooit gehad.

Zijn jongere broer, \\ illem, daarentegen wa algemeen bemind geweest. Door zijn opgewekten aard, helderen. vrijm edigen oogopslag cn rond· bor tig karakter mocht iedereen hem gaarne lijden. Daarenboven wa hij een der knap te leerlingen, waarom zijn vader be loot hem voor dokter te laten opleiden.

Arnoldu Hendriku was dit een doorn in het oog.

Toen bleek, dat \Villcll1 merkwaardigen aanleg

\'oor het viool. pel bleek te bezi tten, moedigde hij zijn broer aan, zieh hierin verder te ontwik.

kien. 1 egelijkertijd zette hij zijn vader tegen

\ViIlem op, met het bekende gun tig gevolg.

\\'ilIem verwaarloo de zijn Ie sen, bIe f in de vijfde klas van het gym na ium zitten en vcr.

dween denzelfden dag.

Toen an der teen den a vond van den dag, waarop we met hem kennismaakten van de h cr nsoeieteit, om If uur huiswaart ' keerd, zaten Jan Kobus pier en d oude meid Sientje Verlaat bij een kommetje koffi . Jan lag lui ach.

tero"er in zijn rieten lcuningsto 1, een ignar in den mond en de courant in de hand. Sientje stopte kou en.

Van der Steen bleef een oo~enblik in den winkel en keek door de ~ kleurde ruitjes in de k uk n.

"Ga verknoeien, koffiedrink n zoo laat in den

(19)

avond, mijn igaren rooken. Ah, zoo, moet het dien weg op! Daar zullen we een stokje voor steken!" Hij opende de keukendeur en bleef op d n drempel taan.

"Goeden avond!"

"Ook goeden avond, meneer." Jan vouwde de courant op en keek an der teen aan.

"Iloe laat moet je morgen vroeg er uit, Jan?"

"Den gewonen tijd, om ze uur/"

,,\\ ordt h t dan geen tijd om naar bed te gaan?"

Jan glimlacht , maar antwoordde niet.

ientje kuchte eenige keeren en zei: ,,'t Is een buitengewone dag, \ an der teen. Ik ben van.

daag ze tig jaar en daarom drinken Jan cn ik een extra bakje koffie, maar 't i ,gezet van mijn centen en de sigaar, die Jan rookt, heb ik hem .gekocht bij Prin ."

"Zoo, zoo, hm hm, ik zei het maar zoo. Blijf dan nog maar een tijdje zitten, maar niet te lanf,l, want julli bidjes wordt al een dagje

uder."

"Er zijn tw e bricven ingekomen, meneer. Ik heb ze op de tafel in de kamer .gelegd. \Vil u ze nog even inzien?"

"Neen, dat kan morgen vroeg wel gebeuren!"

"Doe u 't dadelijk. Daarom ben ik zoo lang opgebleven. Al het een belangrijke brief is, kunt u hem \'an avond nog beantwoorden. De eene is van S. en Co., en de andere komt uit Frankrijk."

" Tit Frankrijk'? 1isschien vlIn een wijnfirmu.

- 'k Zal ze nog even inzien."

Van der teen begaf zich naar de hui kamer, stak de gaslamp aan, ging in den leer n leuning- stoel zitten, kreeg een lekk re sigaar uit den

27 koker en nam de brieven op.

"Van S. en Co. en de andere ... waremdel, uit Frankrijk ... Parij nota-bene. Ik geloof, dat Prin wel 'nooit brieven uit Frankrijk zal ont-

vangen." ..

Met zijn zakme opende hIJ de enveloppe.

Langzaam vouwde hij ze open ...

Parijs. .. Mei 19 ...

Be te Arnoldu !

" lijn hemeltje, een brief van Willem, v~m

\Villem, wel lieve tijd, dat is toch merkwaardIg!

\ andaag werd er zooveel over hem ge proken en nu komt zijn brief. Dat is een voor. po kscl geweest. Laat me eens zien, vat hij te vertel- len heeft. Dus hij Ic -ft nog... .

,,'t Is twee-en.twintig jaar geleden, dat Ik mijn ouderlijk hui verliet. Vader en 'oeder zijn beiden overleden, naar men mij he~.ft meegedeeld. Waar ehijnlijk h b ik door mIJn onbe ui de, onverge f1ijke daad veel tot h~m

do d bijgedra/.!cn. 't 'pijt me thans \:. rschnb kelijk. maar wat hIpt dat. Ik heb mIJn booze hoofd gevolgd. 1i chien ware het beter ge.

wee t indien ik den wil van vader had op.

devol{;d en dokter was geworden. Dan zat ik

~p dit oogenblik ergens in Nederland als een wel gezeten, mis 'chi n geëerd burger op een of ander dorp. Nu lig ik ziek, doodziek te Parij, de mooiste. heerlijkste stad op de wereld. Ik hcb mijn do I bereikt. 'k Ben op.

geleid op 't con ervatorium te Parij en naar 't oordeel der pers ben ik een zeer bekwaam

"ioH t. 'k Heb herhaaldelijk groote successen gehad. 'k Heb \ cel geld \'crdi nd, maar door

(20)

verkeerde speculatie weer verloren. 'k Ben getrouwd gewee t; mijn vrouw i echter rccd jaren geleden gestorven. 'k Heb een zoon, ArnoId geheeten, naar mijn vader. Hij is edert zijn ze de jaar up de kost ehool te Achthovén bij meneer P. 11 ij wil ingcnieur worden. Beste rnoldus . " ik ben ziek, cr.~

ziek en zal waar 'chijnlijk maar eenige dagcn meer lcyen. ~u verzo k ik je vricndelijk voor mijn jongen te will n zorgen. Ik kan h m nict mecr helpcn; mijn geld i op. chrijf me a <

jeblieft, p. o. dat jc aan mijn vcrzo k wilt voldoen. Duizend groeten

Je broer

\\ illem."

Drie keeren la' Van der teen dezen brief.

Toen legde hij hem geopend voor zich op de tafel. Langen tijd bleef hij hem bekijken, m t een onnoozele uitdrukkin~ op zijn gczicht.

"Zoo, zoo, hm, hm!" bromde hij eindelijk.

"Du daarom, daarom! Om zijn zoontjc, mijn neefje, op te voeden, hm, hm! Een bedelbrief du "

Er wcrd aan de deur geklopt.

"Kom binnen, Jan!"

De oude bediende stond op den drcmpel.

"Zal ik den bri f nog even naar de po t brengen? Dan gaat hij morgen vroc~ mct de eer te po t weg."

"JanI"

"Meneer?"

,,\\ eet .ic, van wie die Parij ehe brief ?"

"Neen!"

"Raad eens/"

,,'k Raad het nooitI"

" Van \\ illem!"

29

cl neld e naderbij.

W

'n

?" De ou e man ?"

"Van I em. S ag ik hem even lezen.

o

meneer \ an der. te n, t;'1 "d Welzeker

" V' an der teen dacht cemgcn t'J

h na." I" ,

. r .

hï Lees em maar. waarom met. I IC.r I .I·

atte de oude man den Met bevcnde vmgers

ht"

te lezen. AI spoe<

brief aan en begon zac )es

zï1n oogen zichtbaar di d werdcn dikke trancn In . ti

,., .. madere wan;.-;en.

en roldcn over ~I.ln f "'Dus zl'ck' erd zieklOl O d · e Jondcn " ' " ..

,. , IC arm . ,... e't dadelijk naar Parl1_ en Van der. teen, JC ffido 'onden daat. Mis chien zien hoe h t met en J

P' ,..,

, dt hij niet weer beter.

wor .. ?"

Ik naar ParI] . h d vóór zijn

"Ja zckcr. wil hem toc no,.,

do'~d

spreken?" . d cenige seconden:

Van der Stcen prakkl~ecr e Ik denk er niet aanl

"Gaat u niet?"

" t"

"Neen.

Dan ga ik." "

"Je zult hct wel laten. leen het me."

" ccf me het rcisgeld, of :>k Denk er nic.t a~~."

is h t vcrplicht.

::Waarom?" "

WilIcm i uw bro r: k ?"

" h b ... t h mct mee te ma en.

"DDnar

,I

'k

l

h~t

bij icmand ander.s lckenen

an Z.l 1 I . t g t ga Ik I ' za

M~rgcn da~clijk.

A s'ku

~le hc~a ~ó'ór

Zijn dood hem wel vmden en . '~,I

nog sprek n. Da~ zal Ik. "

"Je zult hct mc! doe~,.,

\Vie zal me dwmgen.

)k." . J g me maar weg. Ik ben

"Dat kan u met. aa Cl d delïk een betere zestig jaar, maar kan mor"en a J

(21)

b.ctrekkin~ krijgen bij Prin,. Deze heeft me \ cl tIen keer aan~eboden bij hem in de zaak te komen."

<1 ~an der teen werd ,bloedrood in zijn bolle

... ezlcht. "Nou, .ga dan: k zal de rei betalen"

"Da!lk u wel, maar 'k zou liever zien dat'u

zelf ~m.!!." ,

,,\Vaarom?"

."\ illem i uw eeniq broer. 0, ik kan het mij met voor tellen."

"Ik ga in ~een geval. Hij heeft zijn verdiende loon."

,,0, hoe durft u dat zeggen en tc.gen mij nog wel: Ne! of ik niet weet, wie in deze nare ge~

'chledenls de ware . ehuldige i ."

,,\Vat m~en je daarmee?" Van der teen s~ond haastHl yan den toel op en zag zijn bc<

dlCnde boos aan.

. "Dat beh~ef ik u niet te zggen Voelt u dan ntks YOo,~, dlcn armen jongcn?"

"Neen.

. "Ik beg~ijp het niet. • TOU , als u nict \\ iJ. zal Ik gaan .. t J. ecn hccle reis \'oor cen ouden man al Ik ben. Ik weet niet eens, hoe ik er zal

komen. \Veet u dat?" _C

"Neen!"

. "Dan zal ik ~orgen \"Toeg even op het station mformeeren. \\ aar woont \\ïllem? Zijn adre-;

sta,~~ o,nder aan den brief ... straat TO • 69

p.I.lTIJs. k Zal he,m wel \ inden, al ken ik geen

\\ ?ord ,. Fran ch. k Vraag mec ter Lang, of hij mIJ. \\ I.Hem - adre even in het FransclÎ op een paplCrt~e z t en dan laat ik dat aan e n politie~

agent. ZIen: Er zullen toch wcl politieagenten zijn?"

"MIS ehlen wel."

"En wat mo t ik \\ illem zeggen? \Vil u mij

geen brief mee~ev~n? Wat moet ik zeg~en v~~

den kleinen rnold? zal toeh voor hem zorgen?

"Dat weet ik nog niet."

Jan Kobu Spier' magere gelaat werd vuur~

rood.

"Wat zegt u?" riep hij uit. ,,\Veet u dat nog niet? \Villem heeft toch recht op een deel van de erfeni , en de kleine jon,gen toeh ook?"

,.Dat weet ik niet. Vader hceft geen te tament gemaakt en toen vader overleed was \ViIlem ner<1ens te vinden. Bovendien waren er meer sch~lden dan batcn. Ik heb de zaak uitgebreid en wat ik heb. heb ik aan mijzelf te danken."

.,Aan u alleen?"

.,Jal"

"Zoo. als u niet voor den jongen zorgt, zal ik \'001' hem zorgen. En dan moet u naar een anderen bediende omzien."

"Hoe \ 'i1 jij dat doen, voor zoo'n jonaen zorgen?"

"Dat " mijn zaak."

Jan Kobus· pier zaU thans bleek van ontroerinf!.

. .Ik

ua

naar bed. meneer. Denk er nog eens over na. Ik hoop. d'lt u op uw hsluit tet'uf!komt ... "

Dien na ht sliepen nf> h Jan. nöch Van der Steen. Den he len tijd lag Jan over de reis te prakkizeeren, Hij werd zenu\ 'achtig bij de .f.!e~

daebte aan al cic moeilijkheden. die hij zou moeten o\'erwinnen.

\ an d r Steen wa onrustig; onophoudelijk draaide hij zichan de ene op de andere zijde.

Toen hij den yolf!enden morgen opstond. had hij be,loten. den zoon van zijn broer \VilIem tot zich te nemen.

(22)

32

DERDE HOOFDST K.

eertien dagen later, op een \Yinderigen \Voen ~ dagmiddag, k erdc de oude Jan Kobu pier van zijn grootc. buitenlands hc reis terug. Toen hij door de " tra ten liep, een weinig voorovergebukt, k k n vcr ch iden mcn. h n hem nieuwsgierig na.

elen groettcn hem vriendelijk. Enk len wi ~

ten wclke rei' hij gemaakt had, kenden het doel van zijn tocht en branddcn van nieuw gierigheid.

Zc wilden graa,!:! hijzonderheden weten, hem graag onderHagen, maar h t ern tige gezicht van den ouden man weerhield hen.

De winkel stond vol volk, toen hij binnen~

trad. "an der Steen stond achter de toonbank mct een tuurseh, onvriendelijk gezicht. De men~

bchen maakten grapje., zondcr zich veel om hem te bekommeren.

Zijn gezicht klaarde op, toen hij zijn oudcn bediende ontwaardc.

"Zie, daar h b jc Jani" kwam het er bijna vriendelijk uit.

. lIen wendden h t hoofd om. "Zoo, Jan, h b Je een goedc reis gehad'?" vroeg Joris, die met

crrit iep ,!:!rapjc maakte.

, Jan antwoordJc niet. maar verzocht Vun cl r Steen cven mee naar de huiskamcr te gaan.

,110e gaat het 111 t \ 'ilIcm?" totterde Van dcr tcen.

"Hij i dood I"

an der teen chrok, zijn gczieht werd vuur~

rood. daarop dood~bleek.

"Dat had ik nict \'erwacht. Ik dacht, dat hij mij en b etje bang wou mak n."

"Ik zal u later dc rci in bijzonderheden mee~

deelen. \VilIem i een week na mijn aankom t kalm en rustig op zijn kamer overledcn. Het deed hem veel genoegen mij nog te zien en heeft mij verzocht ti tc groetcn. 'k Hcb hem gczegd, dat ti voor zijn zoon zou zorgen en dat deed hcm plezier, 0, zo 'n plezier. Ik zal zijn zoon van de ko t chool halen cn hier brcngcn. De jongen weet nog niet, dat zijn vader overleden i . 't Ging alles zoo vlug."

Van der teen liep de kamer op en neer, met de haneIen, waarover twee reu aehtige, kakeb bonte manchetten, op den rug.

"Dus dood, toeh dood. 't Spijt me toch, dat hij dood i , al hield ik nooit vecl van \\; iIlem."

"Zal ik morgcn naar Achthoycn gaan, of wil u den jongen halcn?"

"Ik zal Arnold halen. 'k Zal hem dan eIadelijk aan zijn Yer tand brcm~en, dat het met dien on~

zin om voor ingcnicur te . tudeeren uit moet zijn. Hij komt hier in de zaak ed helpt de w.ucn rondbrengen. Hij kan mij bij de boek~

houding h lpen n ander werk verrichtcn."

Jan Kobu" pier perde zijn oogen waden wiJ'd

\IT ? " ,..,

opcn: ,,'V at zegt u .

.'?Ja: zeker! Die studie is onzin. Hij kan van

m~~ nIet verlangen, dat ik yoor der!!e1ijken onzin

m~.!n centen yeggooi. I Tij mag blij wezen, dat ik mlf over hem ontferm."

"Nou, eItlt,i. 1an, ook. van later zorg. Als hij maar cerst hIer lSo k 'md het mooi van u dat u hem wil afhalen. 'k Zal me even verkle~den dan zal ik het "crk in den winkel wecr opvat;

ten.

r

Ioc h bt u het gehad?"

", i t al t~ be't.. 't \Verk ging me onhandig af. k Ben bil). dat JC cr weer bent.

Aruoltl cn zijn vri ndjes. 3

(23)

Die Gerrit Siep i wel handig, maar erg ei.~en.

zinni" En netheid kun je dien jongen niet leeren.

Hij k~n niet leeren, meneer te zeggen. Y,ind je niet, dat deze manchetten me goed staan?

Van der Steen trekte zijn hlmden uit en toon.

de Jan twee kakelbonte manchetten.

Jan glimlachte en dacht aan \\ iIIem. "MooiI"

zei hij eindelijk.

"De men ehen zijn hier cr~ onbeleefd, Jan.

Sommigen . taan me met open mond nan te Cfapen anderen gichelen den heel en tijd. 'vVaar.

~m d~en ze dat? Doen ze dat bij jou ook?"

Neen 't i mij nooit opgevallen."

::Zoo, 'zou er iet bijzonder aan me te zi~n zijn? Je hebt de lui toch niet verteld, waar Je heen Cfeweest bent en dat ik niet wou?"

Ze"" zullen wel ~'eten. dat ik naar Parijs ge.

w~~st ben, maar ze weten niet, dat u niet wou.

Ik heb verteld. dat u zich niet lekker gevoelde en mij verzocht had om te ~aan."

"Zoo, dat i goed! Ik heb den tuin een beeti,e laten opknappen. 't Ko. tte veel !.!eld, maar t

was noodzakelijk. De mensehen in de soos <;prakcn er . chande van."

. ,Zoo. dat is goed!"

"Dat de lui er schande van praken?"

Neen, dat u den tuin h bt laten opknappen.

M~ar ik ga me verkleeden."

Van der Steen bleef nog eenif!e oogenhlikken in aedachten verzonken staan.

Toen hij hoorde roepen: "Kom je nog. Van der teen," keerde hij naar den \Vink'l terug.

Den volgenden dag begrrf meneer Arnoldus Ilendriku \ an der tcen zich op r is naar de

35 tad Achthoven.

Hij had zich op zijn sierlijkst uitgedost. Zijn witte vest tak fel af bij de zwarte broek en zwarten rok. Een lichtbruin fantasiehoedje stond onva t boven zijn bruinrood gelaat.

Over zijn buik troonde een massief gouden ketting; de manchetten taken een handbreed onder de ja mouwen uit.

Meneer Arnoldus Hendrikus Van der Steen kocht een kaartje en nam in een 2e klas coupé plaat, waar een tweetal netgekleede heeren zich onledig hielden met sigarenrooken.

Van der Steen tikte aan den hoed. mompelde een "goedenmiddag heeren" en vlijde zich in een hoekje.

Toen de trein zich in beweging zette, keek hij het raampje uit, geeuwde eenige keeren, zag op zijn horloge en tuurde met half toegeknepen oogen naar ziin medereizigers.

,',Wel heb ik van m'n leven! Heb ik niet de eer, meneer Van der Steen voor me te zien?"

Verrast loeg Van der Steen zijn zware ooa.

leden op. Een der heeren keek hem reeht in 't gelaat, met vroolijk lachende oogen .

"Ja, ja, hm, hm, dat is zoo! Met wien heb ik, heb ik ... ?"

"Kent u me niet meer? Ik ben de vertegen.

woordiger van . en Co., reiziger in tabak en sigaren! Mag ik u even voorstellen, mijn vriend K. uit tratum. reizigel in wijnen van de firma P. - Meneer V ~\U der teen, kruidenier n teven één der eminentste per onen uit Zoelen."

"Ho, ho. hm hml" zei Van der . teen, terwijl een glimlach zijn holle wanj:!cn ver. ierde. " 'le.

neer vleit me."

"Geen prake van. Ik heb van u ~ehoord, 3-

(24)

veel ~ehoord zelf . immers lid van den raad? '

"Neen, neen, hml hml" . ,

" iaar u heeft kans het te worden. l1s chlen den een of anderen tijd zelf wethouder. Zoo moet het zijn. Voor de belangrijkste betrekkin- gcn de bekwaamste per onen.,'. 'fu seh n .. twee haakje , ik heb een mon tertJe 19aren bIJ m.e.

- ubliem, eer. te kwaliteit en goedkoop. Mag Ik er u een van offreeren?"

De vertegenwoordiger ,'an de firma . uit Kil.

der nam uit het net boven hun hoofden ccn ele<1ant ta ehje. opende het en bracht cr een ki tje uit te voor ehijn, zocht ecnigcn tijd en pre, enteerde beide heeren een igaar.

Dc heer Arnoldu'i Henuriku zette zijn ~ezicht

in een ernstige plooi, ,tak de sigaar aan en rook<

te. .,Hm, hm. nict kwaad,... een goed merk!

Hoc duur?"

De handel reiziger noemde den prij. .. iet duur, hè?" wendde hij zich tot zijn \ ri end.

,. potQoedkoop!" antwoordde deze.

,.Ja, ja, hm, hm, nog niet zoo bvaad. ,maar potgoedkoop i ander ," meende \ an der Steen.

Nu ontwikkelde de heer . en verbazende welbe praaktheid. De woorden r I en over zijn lippen, zoodat Van der Steen zich inwendig over zulk een radheid van tong verbaasdc cn na eenige minuten geluisterd te hebb 11, t\\ cc duizend

igaren be telde.

"Op rei?" vroeg de handelsreiziger, toen hij de order had opg t ekend in zijn zakboekje.

Van der Steen knikte toe temmend.

,,\ oor zaken?"

" een, een familieaangelegenheid. Heeft u mijn broer \Villem gekend?"

37

"Gekend, neen, maar veel van gehoord."

"Hij i overleden te Parij ."

"Och zoo!" De vertegenwoordij!er van de firma S. en o. trok een meewarig gezicht.

Van der Steen kuchte en zag zedig voor zich.

"Ja, ja, een treuri~e zaak. Hij laat een zoontje na, dat OP de kostschool te Aehthoven i . En nu j!a ik dat zoontje halen."

"Mooi zoo! gaat dat zoontje tot u nemen.

Edel, meneer Van der teen. Zoo mag ik het hOOTen. i niet alleen een eminent persoon, maar ook een edel men ch."

Van der Steen bloosde, glimlachte en kuchte eenige keeren.

"Op welke kostschool is dat neefje van u, meneer?"

"Op de kostschool van meneer P."

"Fameu ! Dat is een bekende. Die leidt op voor alle vakken. Een beste ko t ·chool. maar ecn dure."

"Ja, ja, hm, hml Ik wou mijn neef in de zaak nemen."

"Zoo, dat is braaf van u."

Aan het eerstvolgende tation tapten de heeren uit en lieten \ an der 'teen in zijn eentje in de coupé achter om over de vriendelijke woorden na te denken. die de vertegenwoordiger \'an de firma S. en 0 hem gezegd had en bij zichzelf te overle~~en, wat hij tegen den vreemden me- neer, den directeur zou moeten zeggen.

In de restauratie aan het tation te Aehthoven vroeg hij den kellner, in welke straat de ko t- school t vinden was. Maar de kellner was nog pa eenige maanden in de stad, had wel eens

(25)

over een kostschool hooren spreken, die zich in de Emmastraat bevond.

Toen \ an der Steen den jongen man vriende<

lijk bedankte, zonder om cen fooi te denken, waarop de kellner naar zijn meening h t volste recht had, wierp deze Arnoldu Hendrikus een minder vleiend ch Idwoord na, waarop de heer Van der tcen zich omkeerde en vroeg: "Zei u wat?"

"Ik meende, dat u iets ergeten had."

"Iets vergeten?" Van der teen keek rond, op de toonbank, op de tafels, doorzocht in allerijl alle zakken, maar miste niets.

"U vergist u."

De kellnerchaterde van pret en de buffetjuf<

frouw hield een zakdoek voor den mond.

Van der teen verliet de restauratie, binnens<

mond brommende over de onopgevoedh id van ommige menschen.

N a drie politieagenten, twee dienstmeisjes en een traatwerk r naar den weg gevraagd te heb<

ben, stond hij eindelijk voor een ta tig gebouw met groote vensters, en bloempotten op de kozijnen.

Boven de versierde voordeur stond met groote letters: "Ko tschoor' en daaronder met kleine letters: "voor jonge dames." Maar Van der teen las leeht de groote letters en belde aan.

Een oude juffrouw opende de deur. ,Wat wen eht u?"

"Mag ik den directeur even spr 'k n? Ik b 'TI

an der Steen, meneer Arnoldus Hendrikus Van der teen uit Zoelen."

"Ik zal de directrice even vragen. of ze u kan ontvangen. Ze heeft juist Ie . Komt u even binnen."

Ze liet Van der Steen in een klein kamertje,

waar c~n tweetalleeren toelen naast een kleine tafel tonden.

"Gaat u zitten."

Van der teen voldeed aan dit verzoek.

Na eenige oogenblikken trad een tatige, veer<

tig<jarige dame met grooten neus en scherpe, grijze oogen in het vertrek.

"Met wien heb ik het genoegen?"

"Ik ben meneer Arnoldus Hendriku Van der teen uit Zoelen."

"Wat wenseht u?"

Van der Steen bracht zijn gezicht in een droef- geestige plooi, kuchte eenige keeren en zei: "Ik kom u een droeve tijding brengen."

De dame schrok.

"Arnold vader i dood."

De dame werd doodsbleek en hield zich aan een stoel vast.

"Mijn hemel, wat verschrikkelijk."

"Ja, zegt u dat wel."

.. 0, 0, wat een verlie , wat een verlie I"

.. Zegt u dat wel."

.Maar hoe is dat in vredesnaam zoo plotseling gekomen."

"Hij wa den laatsten tijd niet erg lekker. Hij schreef me tenminste, dat hij wel niet lang meer zou leven."

"Hij heeft u geschreven en wij wi ten van niets. 0, mijn arme Arnold. Wat zal hem dat een verdriet doen."

"Ja, dat zal h t zeker. Maar ik zal voortaan voor hem zorgen."

" oor wien wil u zor~cn, vuor Arnold?"

"Ja zeker, ik neem hem bij mij in de zaak.

Dat moet hij voor lief nemen."'

.. Maar man, ho komt u 'r bij, ArnolJ in Je

(26)

zaak te nemen?"

"Ja, ik ben niet van plan veel geld uit te geven."

De dame zette een lorgnet op den neu en be~

keek haar bezoeker eenigen tijd met alle aan~

dacht.

"Meent u, wat u zegt."

"Ja zeker!"

De dame deed een pas achterwaarts: "Voelt u zich wel lekker?"

" Uitmuntend."

"Maar wat bedoelt u toch in vredesnaam er mee, om Arnold in de zaak te nemen."

"Hij wil ingenieur worden, maar dat kost me te veel geld."

"Wie wil ingenieur worden?"

"Arnold."

"Wie, mijn man?"

"I u met dien kleinen jongen getrouwd?"

"Mijn man i hoofd van de M. . L. O.~

chool en volstrekt ~cen kleine jongen."

"Heet uw man Arnold?"

"JaI"

,,0, lieve tijd, dan heeft cr een vergissing plaats gehad."

De dame h rademde: ,,0, man, wat heeft u mij een schrik aangejaagdI"

"Arnold i toch hierI"

"Welke Arnold?"

"Arnold Van der teen, een zoon van \Villem van der teen uit Parijs."

.. \Vat zou di hier doen?"

"Op de ko t chool."

"Een jongen op deze ko·t chool? 't Is een ko t~

school voor jonge dame. kan toch, hoop ik, lezen? 't taat boven den ingang."

,,0, mevrouw, neem me niet kwalijk." Van der teen stond op, maakte een linksche buiging, en stond na weinige seconden op de straat.

Hii wi eh te zich de zweetdruppeltjes van het voorhoofd.

"Dom van me, dat ik niet beter uit mijn oogen heb gekeken. 0, wat dom! Die kellner heeft me in het ootje genomen. Maar hoe krijg ik nu het

jU! te adre ? Mis chien weet die dame wel, waar de kostschool van den heer P... te vinden is.

Hij belde weer aan.

Dezelfde oude juffrouw opende de deur.

Toen ze het roode gelaat van Van der Steen

za~, schrok ze en riep: "Maar man, wat moet je nu nog?" En met een bons wierp ze de deur in 't lot ...

Een politieagent kende het juiste adres.

"Meneer, ziet u dat hui, daar links van dien lantaarnpaal? Ja? Daar laat u link om, dan loopt u door tot een sigarenwinkel. Daar laat u weer links om. Dan twintig meter verder slaat u re eh ts om."

"Dank u weIl" totterde Van der Steen. "Links om, links om, rechts om, links om, links om, rechts om!"

Eindelijk, na herhaalde malen een verkeerde straat inge lagen en door ver chillende menschen op den rechten weg geholpen te zijn, had Van der teen zijn doel bereikt, en zat hij op den directeur te wachten in cen klein kamertje ...

Een kleine, grijze heer met kaal hoofd trad binnen. I lij keek met strenge, flikkerende oogen den bezoeker aan, die plotseling het idée kreeg, dat hij dertig jaar jonger was geworden cn op

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sabtu hen gadeslaand met glinsterende oogen. H et was niets nieuws, een dergelijke uitbarsting, ver- telde abtu, en juist voor mijn bezoek waren dergelijke

maken, doordat we begonnen waren met volgens gissingen den verticalen afstand tot d e aardop- pervlakte n het v rminderen daarvan door de stijging te gaan

Eens hebben wij fier de dag gegroet Vóór de sombere tocht naar beneden W ij hebben niet meer de levensmoed Om weer naar het licht te treden.. werd allereerst háár

Deze fIlm is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV.. Dit

nationalit~it terug te krijgen en niet in het gevang te komen wegens desertie, zou ik onder de mobilisatie vallen en onmiddellijk worden opgeroepen. Dan zou ik op wacht

(fot Oesin). Jij beroerde vlegel. Kwee klla, ja! Een goeie taal om iemand uit tc scllelde. Ik zou werachies wel eens willen weten hoeveel moeders di jongen

Toen hij haar in het manteltje hielp, moest hij zich toch weer ' bedwingen om niet even zijn lippen te drukken achter een der kleine oortjes, waar een

lossen. Dc onmiddellijk afgege- ven • chotrn der schietvaardig l11archeerl'nde manschappen hadden klaarblijkelijk .1ICCC blijkcn d gevonden blo dspor n. Vol rens