• No results found

ZEVEN Water vasthouden spaart ruimte en geld

Bij water vasthouden wordt water vastgehouden in de bodem of in oppervlaktewateren. Van daar uit kan het later bijvoorbeeld worden benut in tijden van watertekort (Massop et al. 2012). Water vasthouden biedt bescherming tegen wateroverlast. Als voldoende water wordt vast gehouden in de bodem van landbouw- en natuurgebieden en in de haarvatenstelsels boven in stroomgebieden (sloten, kleine beken) zijn minder of geen waterbergingsgebieden benedenstrooms nodig. Dat spaart ruimte en kosten. Water vasthouden biedt ook kansen voor het verminderen van watertekorten in landbouw en natuur (Van Hattum et al. 2014). Een maatregel om water vast te houden in de bodem is bijvoorbeeld het verhogen van het organische stofgehalte in de bodem. In oppervlaktewateren is flexibel

waterpeilbeheer is een gebruikte maatregel.

Het draagvlak voor het bovenstrooms vasthouden van water is wisselend. Bij boeren is het vaak gering vanwege de gevreesde natschade. Natuurbeheerders zijn

positiever vanwege de vermindering van verdroging in de bovenstroomse gebieden.

Ook in steden kan water tijdelijk worden vastgehouden. Hoe minder verharding, hoe meer water wordt

vastgehouden in de bodem. Dit kan nog worden bevorderd door het gebruik van doorgroeistenen in bestrating, grasdaken, wadi’s en de aanleg van openbaar groen en water. In veel steden wordt inmiddels de regenwaterafvoer losgekoppeld van het riool en geïnfiltreerd in de bodem.

Net als bij waterberging is weinig bekend over de kosten en baten van het water vasthouden. Omdat geen grond hoeft te worden aangekocht en inrichtingsmaatregelen over het algemeen vrij eenvoudig zijn, mag verwacht worden dat de kosten voor het vasthouden van water lager zijn dan voor het bergen van water.

Vooroevers leveren extra baten tegen lagere kosten Doordat Nederland in een delta ligt, moeten de inwoners zich goed beschermen tegen het water. Het land achter de zeekust (523 kilometer) wordt deels op natuurlijke wijze beschermd door duinen (254 kilometer) en deels door zeedijken (269 kilometer). Daarnaast liggen er in het binnenland langs de rivieren, kanalen en beken enkele duizenden kilometer dijk.

De kustduinen zijn van nature dynamische systemen, waar de laatste jaren door middel van seminatuurlijke zandsuppletie, recentelijk ook met de Zandmotor, kustafslag wordt teruggedrongen of gecompenseerd. Door de zandaanvoer ontstaat tevens ruimte voor meer natuurlijke dynamiek in de duinen zelf. Dijken zijn primair bedoeld om het achterland te beschermen tegen overstroming. Hoewel het civieltechnische constructies zijn, kunnen ook hier ecosysteemdiensten een cruciale rol spelen. Dijkgraslanden dragen wezenlijk bij aan de

sterkte en erosiebestendigheid van de dijk (Rijkswaterstaat 2012b).

Om de waterveiligheid te garanderen worden veel dijken versterkt. Dit is kostbaar en gaat vaak ten koste van landschappelijke waarden (Hendriks et al. 2014). Bovendien ondervinden plannen voor versterking soms maatschappelijke weerstand. In sommige gevallen kunnen vooroevers bijdragen aan de vermindering van overstromingsrisico’s en een alternatief vormen voor dijkverzwaring (Van Loon-Steensma et al. 2012). Natuurlijke voorbeelden in het kustgebied zijn slik- of zandplaten (traditioneel ‘aanwassen’ genoemd als ze tegen een dijk liggen) en schorren of kwelders. In het IJsselmeergebied wordt gesproken over vooroevers. Langs de rivieren kunnen uiterwaarden als zodanig fungeren. Veel natuurlijke voorbeelden van vooroever of voorland vallen onder bescherming van de Natura 2000 en zijn van belang vanwege de biodiversiteit. Voor zeezoogdieren, vissen en (trek)vogels zijn de ondiepe vooroever- en voorlandgebieden van groot belang (Janssen & Schaminée 2003; Janssen et al. 2009). Recent zijn twee studies verschenen naar de mogelijkheden voor een Groene Dollard Dijk (Van Loon-Steensma et al. 2014a) en naar de baten voor natuur en recreatie van innovatieve dijkconcepten in het Waddengebied (Van Loon-Steensma et al. 2014b). Langs de Houtribdijk in het Markermeer wordt geëxperimenteerd met een zandige vooroever, waarop zich een rietvegetatie moet gaan ontwikkelen die in stormsituaties de golfbelasting vanuit het Markermeer op de Houtribdijk moet reduceren (Arcadis 2013;

Ecoshape 2014).

Gebruik van vooroevers waar mogelijk kan flinke besparingen opleveren, naast de maatschappelijke baten die er ook mee worden gecreëerd zoals voor landschap, natuur en recreatie. Een indicatieve studie voor het IJsselmeergebied (Hendriks et al. 2014) laat zien dat tientallen miljoenen euro’s kunnen worden bespaard als vooroevers in plaats van dijkverzwaring worden gebruikt om de waterveiligheid te vergroten.

7.3 Synergiemogelijkheden tussen

water- en natuurbeheer aan de

hand van twee

praktijkvoorbeelden

In dit hoofdstuk worden de mogelijkheden voor het gebruik van ecosysteemdiensten in het waterbeheer en de mogelijkheden voor synergie tussen waterbeheer en natuurbeheer geïllustreerd aan de hand van twee praktijkvoorbeelden. Van Hattum et al. (2014) spreken over het ‘meekoppelen’ van water- en natuurbeleid. Bij het voorbeeld van De Onlanden gaat het om het

85

7 Gebruik van natuurlijk kapitaal in het waterbeheer |

ZEVEN ZEVEN

voorkomen van wateroverlast door waterberging en bij de Houtribdijk om de bescherming van de dijk door een vooroever.

De bij deze praktijkvoorbeelden te beantwoorden vraag is in hoeverre betrokken actoren actief op zoek zijn of waren naar synergiekansen en motieven daarvoor. Welke kansen biedt samenwerking voor beide partijen en voor het natuurlijk kapitaal?

7.3.1 Waterberging en natuurontwikkeling in De

Onlanden

In 1998 zorgde hoogwater in het stroomgebied van het Eelder- en Peizerdiep voor veel overlast, onder andere in de stad Groningen. Zo dreigden het Groninger museum en het academisch ziekenhuis te overstromen. In het gebied De Onlanden liep op dat moment een her- inrichtings project ten gunste van landbouw en natuur. Na de wateroverlast in 1998 is een verkenning uitgevoerd naar oplossingen voor de toenemende risico’s van wateroverlast in Noord-Nederland (Stuurgroep water 2000+ 2003). De stuurgroep adviseerde om circa 3.000 hectare waterberging in de kop van Drenthe aan te leggen. Hiermee kwam het gebied van De Onlanden in beeld. Besloten werd de waterberging en de herinrichting te combineren, waarbij de waterbergingsopgave en de natuuropgave gelijkwaardig werden opgepakt. Tevens werd besloten de landbouw uit het gebied te verplaatsen naar elders. Het ambtelijk credo voor het project luidde ‘Natte natuur voor droge voeten’.

De beleidsopgave voor realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) van de provincie Drenthe is van belang geweest bij het besluit om het gebied voor waterberging aan te wijzen. Uiteindelijk is 2.200 hectare natuur als EHS aangelegd, waarvan 1.700 hectare mede ten dienste staat van waterberging. De waterkwaliteit vormt nog wel een probleem. Natuurorganisaties zijn bang dat door de inlaat van water met een slechte kwaliteit in het gebied de gewenste natuurdoelen niet kunnen worden gehaald.

Onlanden bood veel kansen voor integreren waterberging en natuur

De actoren die betrokken waren bij het gebied zagen, na het besluit van de Stuurgroep Water 2000+ dat er 3.000 hectare voor waterberging nodig was, al snel kansen om een deel van de berging in De Onlanden te realiseren (figuur 7.1). Het gebied bleek om meerdere redenen ideaal voor de waterberging.

Dankzij de omvang van het gebied (1.800 hectare) kon een groot deel van de totale bergingsopgave (3.000 hectare) in een keer worden gerealiseerd. Door waterberging in één groot gebied te realiseren hoefde bovendien maar voor één gebied een inrichtingsplan te worden opgesteld, een MER-procedure te worden doorlopen, financiering te worden gezocht en maar één gebied te worden ingericht. Qua omvang was er geen alternatief gebied met een vergelijkbare omvang voorhanden. Verder speelde mee dat alternatieven lastiger te realiseren waren. Bij één gebied ten noorden van Groningen stond een landbouwgebied op de kaart Figuur 7.1

Ligging waterberging de Onlanden

Bebouwing Water pbl.nl Leekster- meer Paterswoldse- meer Roden Groningen Peize Paterswolde Eelde Leek Zuidhorn Haren 0 5 km

Bron: Top10 Smart (Alterra), PBL

ZEVEN