• No results found

VIJF komen op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,

onder andere tijdens de bloei van gewassen (EZ 2013h). Sinds 2014 verplicht de Nederlandse wetgeving ondernemers een gewasbeschermingsplan op te stellen als ze van plan zijn gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken (EZ 2013e). In het gewasbeschermingsplan geven ondernemers aan op welke manier in hun bedrijf uitvoering wordt gegeven aan goede gewas-

beschermings praktijken en geïntegreerde bestrijding bij de teelt van gewassen. In 2015 zal dit een gewas- beschermingsmonitor achteraf zijn.

5.3 Ecosysteemdiensten in de

Hoeksche Waard

De Hoeksche Waard is een grootschalig akkerbouw- gebied. Karakteristiek voor het landschap zijn de kleinschalige inpolderingen en bedijkingen. Er is hier vanaf 2004 een groot aantal initiatieven ontplooid die expliciet of meer impliciet waren bedoeld om bij te dragen aan de groenblauwe dooradering (GBDA) (zie voor overzicht: H-WodKa 2014). Als inrichtingsconcept kreeg de GBDA een prominente plaats in de uitvoerings- programma’s Nationaal Landschap Hoeksche Waard (Zuid-Holland 2007). In de GBDA onderscheiden we grofmazige dooradering als dijken en kreken en fijnmazige dooradering in de vorm van watergangen. Aanvankelijk stond bij de groene dooradering één dienst centraal: de regulatie van plagen door natuurlijke vijanden (LTO 2008). Later werd bodembiodiversiteit voor regulatie van bodemziekten en waterberging toegevoegd en meer recentelijk is er ook aandacht voor bijen en akkervogels (LTO 2014).

Productie van akkerbouwgewassen is in dit akkerbouw- gebied op vruchtbare grond in de huidige situatie de ecosysteemdienst met de hoogste score (figuur 5.1). De andere ecosysteemdiensten scoren matig tot voldoende.

5.3.1 Regionaal en lokaal beleid

Voor dit gebied ligt er een streekvisie (Commissie Hoeksche Waard 2009; SWOH 2012) waarin een aantal prioritaire ontwikkelingen is vastgelegd. In dit gebied is gekozen voor robuuste kreken, groene dijken, duurzame landbouw, leefbare dorpen, vitale economie, integrale ontwikkeling van de Noord- en Zuidrand van de Delta en voor een samenhangend wegennet.

Landbouw

In de streekvisie krijgt landbouw ruimte om zich verder te ontwikkelen in de richting van schaalvergroting en/of specialisatie, mits dit bijdraagt aan behoud of versterking van de kernkwaliteiten van het landschap. Er zal een verdere tendens zijn naar streekeigen producten (zoals

Hoeksche chips). Daarbij wordt ingezet op een verbrede landbouw (uitbreiding van GBDA). De verwachting is dat het akkerbouw- en veeteeltareaal licht zal afnemen in vergelijking met de actuele situatie. Vanwege de goede bodemkwaliteit worden hier hoog renderende gewassen geteeld en is het niet waarschijnlijk dat laag renderende biomassagewassen op grote schaal zullen worden geteeld. De verwachting is dat ook de bodemkwaliteit licht zal toenemen. In de streekvisie zullen door de toename van de GBDA ook natuurlijke plaagregulatie en bestuiving toenemen, evenals de refugia voor fauna. Natuur, landschap, waterbeheer

In de streekvisie wordt gekozen voor een verdere uitbouw van het krekenstelsel tot een robuuste landschappelijke structuur voor natuur, waterberging en recreatie, met behoud van de primaire functie voor waterafvoer en -aanvoer. Er wordt gekozen voor een stapeling van functies.

De regio wil de dijken uitbouwen tot groene zones in het landschap, met extra ruimte voor recreatieve functies, verbrede landbouw, landelijk wonen (op beperkte schaal) en langzaam verkeer (wandelen en fietsen). In het landschapbeheerplan (2012) geeft de regio aan te streven naar een fijnmazige dooradering van 170 hectare in 2014 en 700 hectare in 2030. Dit komt overeen met 5 procent van het akkerbouwareaal (circa 14.000 hectare). Er wordt gestreefd naar samenhang tussen beheer van akker- randen en watergangen (H-WodKa 2014). De verwachting is dat dit een toename zal opleveren van de water- kwaliteit (dus de ecosysteemdienst waterzuivering) en een lichte toename van de waterregulatie. Als onderdeel van de fijnmazige dooradering kunnen ook permanente grasstroken worden aangelegd (deze kunnen resulteren in een lichte toename van de klimaatregulatie). Daarnaast wordt nog een aantal dijktrajecten versterkt (IenM & EZ 2013).

Economie, wonen, recreatie

Er blijft een druk vanuit Rotterdam om aan de noordkant van de Hoeksche Waard een groot bedrijventerrein te leggen (Commissie Hoeksche Waard, 2009). De regio streeft naar een integrale ontwikkeling van de noordrand, waarbij de aanleg van een regionaal bedrijventerrein en voorgenomen woningbouw rond de kernen wordt gecombineerd met de opbouw van een robuuste groenblauwe structuur, met daarin diverse regionale voorzieningen op het gebied van vrije tijd, sport en cultuur.

De Hoeksche Waard is een belangrijke groene long voor de omliggende stedelijke gebieden en wordt gezien als een enorm potentieel voor de dagrecreatie, die zich met name richt op water en natuur (Commissie Hoeksche Waard 2009). In de streekvisie wordt gestreefd naar een gecombineerde ontwikkeling van watersport,

63

5 Uitruilen tussen of stapeling van ecosysteemdiensten op gebiedsniveau |

VIJF VIJF

woningbouw, verblijfsrecreatie en landschaps-

ontwikkeling in de Zuidrand van de Delta, met Numans- dorp als regionaal nautisch centrum en Piershil en Strijensas als locaties voor kleinschaliger toeristische voorzieningen. Er kan een toename van de recreatie worden verwacht.

5.3.2 EU-beleid

GLB

In de Hoeksche Waard wordt een kleine afname verwacht van het areaal aardappel/tarwe en geen toename van de (melk)veehouderij en de daarmee samenhangende teelt van grasland en voedergewassen. Het areaal luzerne zou eventueel kunnen toenemen als onderdeel van de equivalente maatregel voor ecologische

aandachtsgebieden (Den Belder et al. 2014; zie figuur 5.1). Nationaal beleid en bestaande financieringsinstrumenten zijn niet geschikt gebleken voor de grootschalige

realisatie van duurzame akkerranden in een groenblauw netwerk (H-WodKa 2014). Hierin kan verandering komen met de inwerkingtreding van het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB 2014-2020). In

het GLB worden de directe betalingen (Pijler 1) gekoppeld aan vergroening. Om voor de vergroeningspremie (30 procent van de totale betalingsrechten) in aanmerking te komen, kan een ondernemer kiezen uit een aantal vergroeningsmaatregelen (EZ 2014b; EZ 2014c; H-WodKa 2014).

Permanente grasstroken verbeteren de water- en bodemkwaliteit door verminderde uitspoeling, natuurlijke drainage en erosiebescherming. Groene stroken in plaats van braak dragen bij aan de vastlegging van koolstof (H-WodKa 2014). Akkerranden ingezaaid met bloemen kunnen ook plaagonderdrukking en bestuiving ondersteunen (LTO 2008) en dus lichte toenames van deze ecosysteemdiensten veroorzaken. Ook slootoevers, waarvoor een onderhoudsplicht geldt en die door de agrariërs worden onderhouden, kunnen met een aangepast beheer ecologisch en landschappelijk veel aantrekkelijker worden gemaakt en bijdragen aan de waterkwaliteit, plaagbestrijding en bestuiving, en culturele ecosysteemdiensten. In deze variant gaan we ervan uit dat aan percelen grenzende watergangen ook onder het EU-beleid voor de ecologische aandachts- gebieden (EFA) gaan vallen. Dit zal een lichte toename van de waterregulatie opleveren.

Figuur 5.1 Productiediensten Voedsel aardappel-graan Water Biomassa Voedsel melk-vlees Regulerende diensten Bestuiving Natuurlijke plaagbeheersing Waterregulatie-flauwe oevers Bodemvruchtbaarheid Afvalzuivering-verminderde emissies Klimaatregulatie Culturele diensten Habitatfunctie Recreatie en toerisme Esthetische diensten (wonen)

0 2 4 6 8 10 Rapportcijfer Bron: PRI pbl.nl Situatie 2014 Met regionaal en lokaal beleid Met EU-beleid

Effect van beleid op levering van ecosysteemdiensten in Hoeksche Waard

In de Hoeksche Waard scoort in de huidige situatie vooral de productiefunctie voedsel (aardappel en graan) hoog. Regulerende en culturele diensten scoren matig tot voldoende. Onder invloed van zowel het EU­beleid als van de ambities uit de streekvisie zal de levering van regulerende en culturele diensten toenemen. De productie van voedsel zal hierdoor afnemen.

VIJF