• No results found

Zantedeschia: Invloed van warmwaterbehandeling en ontsmetting (koud of warm) op wegvallen

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 195-197)

13.9.1

Inleiding

Dit is het verslag van de derde en laatste proef waarbij is onderzocht of Erwinia in de knol door een knoldompeling in formaline (koud) of een warmwaterbehandeling met of zonder formaline te doden is.

13.9.2

Materiaal en methode

Materiaal : Zantedeschia ‘Black Magic’, aangetaste knollen, maat 14/20 rotting is gaande, veel knollen erg zacht en stinken

Ontvangst materiaal : 6 maart 2003 Bewaartemperatuur vanaf ontvangst : 17°C

Voorwarmte : 10 dagen 30°C (álle knollen ook behandeling 1, 2 en 3)

Plantdatum : 11 april 2003

Medium : gestoomde (steriele) potgrond

Kastemperatuur : 18°C

behandelingen:

1 controle, knollen droog planten in gestoomde grond (ook 1 week 30°C voorwarmte) 2 0,5% formaline (15 min) (ook 1 week 30°C voorwarmte)

3 1,0% formaline (15 min) (ook 1 week 30°C voorwarmte) 4 4 uur 45°C zonder formaline (1 week 30°C voorwarmte) 5 4 uur 45°C met 0,5% formaline (1 week 30°C voorwarmte) Per behandeling 20 knollen, elk op 15 cm pot (steriel)

13.9.3

Proefresultaten

Ten op zichte van de twee voorgaande proeven (waarvan één oriënterend) waren deze knollen zwaar ziek. De verwachting was dat misschien de helft van de knollen al zou zijn weggevallen vóór het planten.

13.9.3.1 Opkomst

Behandeling 2, 3 en 4 kwamen sneller op dan behandeling 1 (controle) en 5 (wwb met formaline). Hiervoor is geen duidelijke verklaring. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat de controle traag opkwam omdat vele knollen erg ziek waren en maar net aan overleefden. De late opkomst van de wwb mét formaline zou veroorzaakt kunnen zijn doordat dit tegen de schadegrens van de knollen aan zat.

Tabel 153. Datum opkomst, gemiddelde lengte (cm) van de planten op 10 juni en op 7 augustus, % uitval in 2003, % uitval in 2001 en % uitval gemiddeld over deze twee jaren.

Behandeling opkomst lengte juni lengte aug % uitval ‘03 % uitval ‘01 gemid uitval

1 Controle 24 mei 12.6 19.3 50 25 37.5

2 0,5% formaline 5 mei 27.0 35.8 30 20 25.0

3 1,0% formaline 4 mei 14.0 17.9 40 20 30.0

4 4u45°C zonder form. 7 mei 28.6 34.8 25 10 17.5

5 4u45°C in 0,5% form. 20 mei 20.8 37.5 25 10 17.5

13.9.3.2 Lengte planten

Half juni was er een groot verschil in plantlengte. De planten waren in 4 categorieën in te delen; 1) niet opkomen

2) opkomen met een kleine spruit en in die fase blijven steken (10 cm blad) 3) opkomen maar duidelijk korte planten (20-30 cm)

4) opkomen en normale planten (50 cm lengte)

Drie behandelingen gaven langere en betere planten dan de controle: koud ontsmetten in 0,5% formaline, een wwb met of zonder formaline.

Begin augustus zijn de planten nogmaals gemeten. In die tussentijd is een enkele plant alsnog weggevallen maar zijn de meeste planten langer geworden.

De goede behandelingen zijn goed gebleven en de slechte behandelingen slecht maar de verschillen zijn iets groter geworden.

13.9.3.3 % uitval

Bij het percentage uitval in 2003 (niet statistisch verwerkt) was te zien dat dezelfde behandelingen die meer lengte gaven dan de controle (behandeling 2, 4 en 5) ook minder uitval leken te hebben dan de controle. Wanneer beide percentages uitval van 2001 en 2003 samen worden verwerkt (statistisch) blijkt dat dezelfde behandelingen (2, 4 en 5) over beide jaren heen betrouwbaar minder uitval gaven dan de controle.

13.9.4

Samenvatting proefresultaten

- Een koude ontsmetting in 0,5% formaline en een warmwaterbehandeling (4 uur bij 45°C met of zonder 0,5% formaline in het bad) gaven minder uitval door Erwinia aan een partij die zwaar aangetast was door deze bacterie.

Hoewel deze behandelingen in twee jaren een duidelijk positief effect hadden (voorkomen van een gedeelte van de uitval) waren de behandelingen niet afdoende, de bacteriën op/in de knol werden niet voor 100% gedood.

13.10 Conclusie en discussie

Een warmwaterbehandeling (wwb) van 4 uur bij 45°C met één week voorwarmte bij 25 of 30°C werd door vijf verschillende Zantedeschiacultivars behoorlijk goed verdragen. In één van de proeven gaf een wwb van 4 uur bij 45°C bij één cultivar een opbrengstreductie. Blijkbaar ligt de behandeling dicht tegen de grens van wat het gewas verdragen kan. De warmwaterbehandelingen zijn uitgevoerd vlak voor planten. Eénmaal zijn knollen in december behandeld. Daarbij trad duidelijk een opbrengstreductie op. Omdat bij andere voorjaarsgeplante gewassen een wwb kort na het rooien ook nadelig kan zijn is dit niet verder onderzocht. Een partij met een Erwinia-aantasting ging soms beter groeien door deze behandeling. Het toevoegen van formaline aan het bad had geen duidelijk positief of negatief effect.

Bij een door Erwinia-aangetaste partij kon uitval door Erwinia worden verminderd door een koude

ontsmetting in formaline of een warmwaterbehandeling met of zonder formaline. De behandeling was echter nooit in staat om alle Erwinia te doden en uitval te voorkomen.

De eindconclusie is daarom dat een warmwaterbehandeling met of zonder formaline in staat is om uitval door Erwinia in een aangetaste partij te verminderen maar niet te voorkomen. Het is geen betrouwbare methode om een partij vrij te maken van in de knol aanwezige Erwinia.

14 Zantedeschia: Drogen en bewaren

14.1 Inleiding

Na het rooien en tijdens de bewaring kan Zantedeschia nogal last hebben van wegrotten van knollen door Erwinia of uitval door verstenen of uitdrogen. Het is bekend dat mechanische beschadiging uitval door wegrotten en verstenen bevordert. Ook is bekend dat de manier van drogen en bewaren hierop van invloed is. Hoe groot deze invloed is en welke aspecten het zwaarst wegen is niet bekend.

In dit onderzoek zijn gedurende drie jaren knollen in het najaar gerooid, op verschillende wijze gedurende één week gedroogd en daarna bij verschillende temperaturen bewaard. In april zijn de knollen vervolgens geplant om de invloed van het drogen en de bewaring op de groei te onderzoeken.

14.2 Materiaal en methode

In dit onderzoek is gebruik gemaakt van Zantedeschia albomaculata en Z. ‘Treasure’ (3 jaren) en Z. ‘Mango’, Z. ‘Cameo’ en Z. ‘Black Magic’ (elke 1 jaar). De knollen zijn in april geplant en eind oktober, begin november gerooid. De cultivars zijn steeds één week na elkaar gerooid en gedroogd om van dezelfde droogopstelling gebruik te kunnen maken. De knollen zijn gedurende één week bij 17°C gedroogd. Gedurende die week hebben de knollen geen ventilatie gehad (afgesloten kist), weinig ventilatie (knollen los in gaasbak) of veel ventilatie (voor droogwand). Na de week bij 17°C zijn van elke behandeling knollen bij 9, 13, 17 of 20°C gezet voor de bewaring tot aan planten eind april. Op een aantal momenten vanaf rooien tot planten zijn de knollen gewogen om het gewichtsverlies te bepalen en eventuele uitval door rot of verstening. Eind april zijn de knollen buiten geplant en eind oktober weer gerooid. Daarna heeft de opbrengstbepaling

plaatsgevonden. De proeven vonden plaats bij PPO Bloembollen te Lisse. De details zijn bij de desbetreffende proef weergegeven.

14.3 Zantedeschia: Invloed van drogen en bewaren op uitval,

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 195-197)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN