• No results found

Crocus: Verfijning, ontwikkeling ziektebeeld

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 76-79)

6.5.1

Inleiding

De oorzaak van het verschijnsel verfijning is nog steeds onbekend. Het onderzoek van de afgelopen jaren heeft aangetoond dat een verschil in bewaring en plantgoedbeheer niet de oorzaak zijn van verfijning. Ook is nogmaals aangetoond dat een fytoplasma of potyvirussen als oorzaak kunnen worden uitgesloten. Een eerste chemische analyse van zieke en gezonde knollen leverde geen duidelijke aanwijzing op dat daar de oorzaak gezocht zou moeten worden.

In dit onderzoek is vastgesteld hoe de verfijning zich in de loop van het seizoen ontwikkeld. Daarvoor zijn planten vanaf planten periodiek gerooid.

Daarnaaast zijn visueel gezonde knollen afkomstig uit de voorgaande proef (paragraaf 6.4) geplant om de ziekteontwikkeling op het veld te volgen. Daarbij zijn knollen die afgelopen seizoen één, twee of drie maten zijn gegroeid apart geplant om vast te stellen of de mate van groei van invloed is op verfijning.

6.5.2

Materiaal en methode

6.5.2.1 Veldproef

Materiaal, start zomer 1996 : - Crocus ‘Dorothy’, maat 8/+, herkomst 1 - Crocus ‘Prins Claus’, maat 8/+, herkomst 2 Bewaring zomer ’96 en ‘97 : - ‘Dorothy’: bij herkomst 1 en PPO

- ‘Prins Claus’: bij herkomst 2 en PPO Bewaring kwekers (zomer ’96 en ’97) 23°C aflopend naar 17°C

Bewaring PPO (alle jaren) 23°C Plantgoedbeheer voor 97-98 en 98-99

Plantmaten ‘Dorothy’ (per behandelingnr.) : 11= 8/+ uit 8/+ 12 = 7/8 en 8/+ uit 7/8 13 = 4/5 uit 8/+

14 = 60% 7/+ + 40% 4/5 uit 60% 7/+ + 40% 4/5 15 = 7/8 en 8/+ uit 4/5

16 = 5/6 uit 8/+ (productie) Plantmaten ‘Prins Claus’ (per behand. nr) : 32 = 7/+ uit 7/+

33 = 4/5 uit 7/+

34 = 60% 7/+ + 40% 4/5 uit 60% 7/+ + 40% 4/5 35 = 6/+ uit 4/5

36 = 5/6 uit 7/+ (productie) Plantgoedbeheer 1999-2000

Van beide cultivars zijn van behandeling 11 t/m 15 en 32 t/m 35 alle visueel gezonde knollen maat 6/+ geplant.

Daarnaast zijn van behandeling 16 en 36 apart geplant:

- 6/7 uit 5/6 (één maat gegroeid) - 7/8 uit 5/6 (twee maten gegroeid) - 8/+ uit 5/6 (drie maten gegroeid)

Plantdatum : 28 september 1999

6.5.2.2 Schuur/kasproef

Materiaal : Crocus chrysanthus ‘Dorothy’

Gezondheidstoestand : - gezond, aankooppartij

- visueel gezonde knollen uit ziek partij

- visueel zieke knollen

Geplant : 10 knollen op 15 cm pot

Plantdatum : 15 oktober 1999

Koeling : 8w9°C + 4w5°C + 4w2°C

Behandeling ná de koeling : in de kas vanaf 2 februari 2000 bij 12°C Beoordeling : vanaf aanvang koeling is circa elke 3 weken van

elke behandeling één pot beoordeeld. Dit heeft plaatsgevonden tot 19 april 2000.

6.5.3

Proefresultaten

6.5.3.1 Veldproef

Op 13 maart 2000 werden de eerste planten met gele bladpunten zichtbaar. Een week later (20 maart) waren er al veel meer planten met gele bladpunten. Op 25 april bleken alle veldjes voor meer dan 90% planten met gele bladpunten te bevatten. Na het tellen van het aantal vefijnde planten bij een aantal veldjes zijn de overige veldjes niet meer geteld omdat ze er allemaal hetzelfde uitzagen en de aantallen vrijwel gelijk waren.

6.5.3.2 Schuur/kasproef

De plantmaat van de drie types knollen was helaas niet gelijk. De aangekochte partij was maat 7/8, de visueel gezonde knollen uit de zieke partij hadden maat 8/+ en de zieke knollen waren niet groter dan 5/6. Het verschil in aantal spruiten per knol (tabel 58) is naast de verfijning ook door de plantmaat beïnvloed. Duitdelijk zichtbaar is dat het aantal spruiten per knol vanaf planten al bepaald is en niet veranderd gedurende het seizoen. Variaties in tabel 58 moeten worden toegeschreven aan variaties in de monsters. Tabel 58. Aantal spruiten per knol per datum.

Partij

datum gezond visueel gezond ziek

3-11 2.5 3.7 1.8 24-11 3.0 4.3 1.8 15-12 3.5 5.3 1.5 5-1 3.4 6.0 1.5 19-1 3.0 5.4 1.3 8-2 2.7 5.6 1.7 29-2 3.4 5.4 2.3 22-3 3.6 5.5 1.2 19-4 3.4 5.5 1.7

De beworteling van de gezonde en zieke knollen was altijd goed (tabel 59). Van de visueel gezonde knollen waren er soms knollen die minder goed waren beworteld (minder en kortere wortels). Dit was in de periode van 3 november t/m 19 februari 2000. De verschillen waren klein.

Tabel 59. aantal goed bewortelde knollen per datum (maximaal 10). Partij

datum gezond visueel gezond ziek

3-11 7 7 9 24-11 10 6 8 15-12 10 8 10 5-1 9 7 10 19-1 10 8 10 8-2 10 10 10 29-2 10 10 10 22-3 10 10 10 19-4 - - - - = afgestorven wortels

Er waren geen duidelijke verschillen tussen de knollen uit de verschillende partijen in wortellengte en spruitlengte (tabel 60). Over de bladlengte (ook genoteerd bij spruitlengte) is nog wel iets te melden over de visueel gezonde knollen.

De potten zijn 2 februari ingehaald en bloeiden rond 16 februari. Vanaf dat moment werden verschillen zichtbaar tussen knollen bij de partij visueel gezonde knollen. Bij de visueel gezonde knollen bleek circa 70% van de knollen verfijnd te zijn en 30% gezond. De gezonde knollen hadden veel langer blad dan de verfijnde knollen en later een goed leeggezogen oude knol en minder dochterknollen. De gezonde knollen bloeiden goed, de verfijnde knollen niet of nauwelijks.

De zieke knollen gaven vreemd genoeg wel vrij lang blad (vergelijkbaar met de gezonde knollen) maar wel met gele bladpunten en ze zogen de oude knol niet goed leeg en vormde soms veel kleine knollen maar vaak ook maar één enkele dochterknol.

Tabel 60. Wortel- en spruitlengte (cm) per type knol en beoordelingsdatum.

wortellengte spruitlengte

datum gezond visueel gezond ziek gezond visueel gezond ziek

3-11 0.2-2 0.2-2.5 0.4-2 1-1.5 1-1.5 1-1.5 24-11 7-11 2-11 3-12 2.5-4 2.5-4.5 3.5-5 15-12 13-14 9-15 10-12 6-7 5-8 6-7.5 5-1 14-17 13-16 13-15 9.5-11 9-11 9-11 19-1 14-17 10-17 12-14 9-12 9-13 10-13 8-2 12-18 13-18 13-16 15-16 11-17 13-15 29-2 - - - 25-30 1) 22-30 22-3 - - - 40 2) 40 19-4 - - - - 3) -

1) Knollen met 4 of 5 spruiten Æ bladlengte 29-30 cm Knollen met meer spruiten Æ bladlengte 19-22 cm 2) Knollen met 4 of 5 spruiten Æ bladlengte 40 cm Knollen met meer spruiten Æ bladlengte ca. 30 cm 3) Knollen met lang blad hebben oude knol goed leeggezogen Knollen met kort blad hebben oude knollen niet goed leeggezogen

6.5.4

Samenvatting resultaten

6.5.4.1 veldproeven

- Het verloop van de verfijning in de partijen ‘Dorothy’ en ‘Prins Claus’ is in de loop van vier jaren als volgt geweest: Na één jaar telen zijn geen verfijnde knollen gevonden. Na twee jaren telen zijn bij beide partijen enkele verfijnde knollen gevonden (0 tot 5%). Na het verwijderen van deze visueel zieke knollen en het planten van de visueel gezonde knollen bleken deze visueel gezonde knollen tijdens het derde jaar telen (vorig jaar) voor 6 tot 60% ziek te zijn (vooral 30 tot 60%). Dit percentage ziek is vastgesteld aan de hand van de visueel zieke gerooide knollen (herkenbaar aan stevig aan elkaar vast zittende knollen op een oude niet-leeggezogen knol). Tijdens deze proef (vierde jaar) bleken alle visueel gezonde knollen voor meer dan 90% ziek te zijn. Dit is beoordeeld aan het groene blad op het land in april/mei 2000. Plantgoedbeheer bleek hier geen invloed op te hebben. De afwijking kan blijkbaar symptoomloos in de knol aanwezig zijn. Dit verklaart waarom een partij zo snel van licht aangetast tot zeer zwaar aangetast kan raken.

6.5.4.2 schuur/kasproef

- Verschillen tussen gezonde en verfijnde knollen (in de partij visueel gezonde knollen) werden pas vanaf de bloei zichtbaar.

- Omdat de knolmaat van de verschillende partijen vooraf niet gelijk was (niet gelijk gemaakt kon worden) kunnen de verschillen in aantal spruiten per knol niet aan verfijning worden toegeschreven.

- Een aantal visueel gezonde knollen had een wat slechtere beworteling (minder en kortere wortels). Dit waren mogelijk de verfijnde knollen.

- Tijdens de bloei ontstond verschil in bladlengte tussen gezonde en verfijnde knollen bij de partij visueel gezonde knollen. De gezonde knollen hadden langer blad, zogen de oude knol goed leeg en gaven iets minder dochterknollen. Daarnaast bloeiden de gezonde knollen goed en de verfijnde knollen matig of niet.

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 76-79)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN