• No results found

Crocus: Invloed van planttijdstippen (o.a erg vroeg) en gebruik van Pseudomonaden op aantasting

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 113-126)

gebruik van Pseudomonaden op aantasting door Pythium en

knolopbrengst

7.6.1

Inleiding

Dit is de derde proef waarin is onderzocht of extreem vroeg planten (half augustus) een aantasting door Pythium kan voorkomen. In dit onderzoek is voor het eerst het effect van Pseudomonade-bacteriën tegen Pythium onder veldomstandigheden onderzocht. Verschillende Pseudomonaden blijken antagonistische te werken tegen Pythium op laboratoriumschaal. In dit onderzoek is de werking onder veldomstandigheden onderzocht.

7.6.2

Materiaal en methode

Materiaal : Crocus ‘Flower Record’, zift 8/9 Ontvangst knollen : 3 augustus 2001

Ontsmetting knollen na aankomst : 15 min. in 0,5% formaline Bewaartemperatuur : 23°C tot planten

Knolontsmetting voor planten : geen

Behandelingen : 1 geen Pythium (controle) 2 wel Pythium

3 wel Pythium, Pseudomonas 1 = cocktail, stam: 1 + 60 + 101

4 wel Pythium, Pseudomonas 2 = biosurfactant, stam 101 5 wel Pythium, Pseudomonas 1 giet = cocktail + aangieten

daarmee

Aangieten : 1 en 2 maanden na planten en begin maart, begin april

Plantdata : 14 augustus 2001

26 september 2001

Rooidatum : 18 juni 2002

Details proefopzet:

Pseudomonas: 8 liter oplossing/behandeling (melkwit troebel). Per dwarsregel 200 ml oplossing over knollen gegoten.

Bij aangieten met Pseudomonaden over het veld ná planten: 1 liter oplossing, 250 ml per veldje. Deze 250 ml verdunnen tot 5 liter water en dat over veldje gieten.

Pseudomonas stam 101 produceert een biosurfactant (oppervlaktespanning verlagende stof). De andere stammen produceren stoffen die giftig zijn voor Pythium.

7.6.3

Proefresultaten

Op 12 februari 2002 begonnen de behandelingen die in augustus waren geplant te bloeien. Twee tot drie weken later begonnen de andere behandelingen te bloeien. De vroeg geplante knollen kwamen eerder op, bloeiden eerder en hadden eerder een vol gewas gevormd.

Op 6 mei 2002 begonnen de eerste kleurverschillen te ontstaan tussen de veldjes als gevolg van Pythium. Vanaf 13 mei zijn wekelijks de veldjes op afsterven (geelverkleuring) beoordeeld.

7.6.3.1 Stand

Het gewas stond tot begin afsterven over het algemeen er zeer goed bij, veel donkergroen blad.

Voor de stand is het percentage groen blad beoordeeld. (10 = 100% groen blad, 5 = 50% groen blad, 1 = minder dan 10% groen blad). Het afsterven is toegeschreven aan een Pythiumaantasting (gezien het grillige beeld) maar is niet door opgraven van wortels onderzocht.

In tabel 88 is te zien dat op 13 mei de stand van Pythium en ‘Pseudomonas 1 giet’ slechter was dan van de controle.

Op 21 en 27 mei was de stand van de controle het beste. De behandelingen met Pseudomonas waren beter dan Pythium alleen.

Op 3 juni was de controle het groenste en was er geen verschil meer tussen Pythium en de Pseudomonas- behandelingen.

Er was geen verschil in stand (Pythiumaantasting) tussen knollen geplant in augustus of september. Tabel 88. Stand van het blad op verschillende tijdstippen gemiddeld over de plantdata.

behandeling 13 mei 21 mei 27 mei 3 juni

geen Pythium (controle) 9.75 9.50 8.75 5.62

Pythium 8.25 4.62 3.00 1.37

Pythium + Pseudo 1 8.88 7.62 5.87 2.37

Pythium + Pseudo 2 9.00 7.12 5.50 2.37

Pythium + Pseudo 1 giet 8.75 7.12 5.62 2.12

LSD 0.89 2.04 2.21 1.64

7.6.3.2 Oogstgewicht

In grote lijnen gaf de controle (geen Pythium) de hoogste kg opbrengst, gevolgd door de Pseudomonas- behandelingen. De Pythiumbehandeling gaf de laagste opbrengst. De behandelingen met Pseudomonaden konden het negatieve effect van de Pythium verminderen. Het verschil tussen de controle en ‘Pseudomonas gieten’ was net niet betrouwbaar. Ook was het verschil tussen Pythium en Pseudomonas 2 net niet

betrouwbaar.

Er was geen effect van de plantdatum op het totale oogstgewicht.

Tabel 89. Totaal oogstgewicht (g), totaal aantal geoogste knollen en gemiddelde knolgewicht (g) gemiddeld over de plantdata. (Plantgewicht was 2820 gram, 200 stuks geplant)

behandeling Totaal gewicht totaal aantal gew/knol

geen Pythium (controle) 4513 732 6.16

Pythium 3634 716 5.08

Pythium + Pseudo 1 4034 727 5.54

Pythium + Pseudo 2 3937 710 5.56

Pythium + Pseudo 1 giet 4128 761 5.42

LSD 386 31 0.47

7.6.3.3 Aantal geoogste knollen

In tabel 89 is ook het aantal geoogste knollen weergegeven. Er zijn 200 knollen (8/9) per veldje geplant. De vermeerderingsfactor was circa 3,5 wat goed is.

‘Pseudomonas gieten’ gaf meer knollen dan de overige behandelingen met Pythium, alleen de controle verschilde niet betrouwbaar. De plantdatum was niet van invloed op het aantal geoogste knollen.

7.6.3.4 Gemiddeld knolgewicht

Het gemiddelde knolgewicht van de controle was het grootste. Het gemiddelde knolgewicht van Pseudomonas 2 was groter dan van de Pythiumbehandeling maar de andere twee Pseudomonas-

behandelingen gaven geen groter gemiddeld knolgewicht dan de Pythiumbehandeling. De plantdatum was niet van invloed op het gemiddelde knolgewicht.

7.6.3.5 Maatverdeling

De hiervoor genoemde gegevens over het gemiddelde knolgewicht waren ook te zien in de aantallen per maat. Er waren geen behandelingenseffecten op de aantallen maat 4/5, 6/7, 7/8 en 8/9. Bij maat 5/6 gaf de controle minder knollen van deze maat dan de andere behandelingen. Bij maat 9/10 was te zien dat de Pythiumbehandeling minder knollen van deze maat gaf dan de andere behandelingen. Bij maat 10/+ was te zien dat de controle het grootste aantal van deze maat gaf. De plantdatum was niet van invloed op de maatverdeling.

Tabel 90. Maatverdeling per behandeling gemiddeld over de plantdata.

behandeling 4/5 5/6 6/7 7/8 8/9 9/10 10/+

geen Pythium (controle) 73 157 176 126 89 62 29

Pythium 96 179 176 107 70 40 17

Pythium + Pseudo 1 87 173 180 109 84 52 18

Pythium + Pseudo 2 87 165 175 106 78 52 18

Pythium + Pseudo 1 giet 91 181 175 114 95 52 22

LSD ns 16 ns ns ns 11 6

7.6.4

Samenvatting proefresultaten

• Dit was een geslaagde Pythiumproef omdat in de Pythiumbehandelingen in het voorjaar het

karakteristieke pleksgewijze aantasting van Pythium is waargenomen. De controle behandeling bleef lang groen en stierf vrij snel egaal af.

• In grote lijnen is het grootste oogstgewicht verkregen bij de controle. De drie Pseudomonas- behandelingen gaven een lager totaal oogstgewicht maar wel een groter oogstgewicht dan de Pythiumbehandeling. De Pseudomonasbehandelingen voorkwamen een gedeelte van het negatieve effect van Pythium.

• Het aangieten met Pseudomonas gaf meer knollen dan de andere Pseudomonasbehandelingen of Pythiumbehandeling.

• Het gemiddelde knolgewicht van de controle was groter dan van de andere behandelingen. Het gemiddelde knolgewicht van Pseudomonas 2 was groter dan van de Pythiumbehandeling. De overige Pseudomonasbehandelingen zaten daar tussenin.

• Bij de maatverdeling gaf de controle wat minder kleine knollen (5/6) en wat meer van de grootste maten (9/10 en 10/+).

De Pseudomonasbehandelingen gaven meer knollen maat 9/10 dan de Pythiumbehandeling. • De plantdatum was niet van invloed op de opbrengst.

• Het toepassen van Pseudomonaden op deze wijze leek perspectief te bieden hoewel de groei nog niet zo goed was als wanneer er geen Pythium aanwezig was.

7.7 Crocus: Invloed van planttijdstippen (o.a. erg vroeg) en

gebruik van Pseudomonaden op aantasting door Pythium en

knolopbrengst

7.7.1

Inleiding

Dit is de vierde proef waarin is onderzocht of extreem vroeg planten (half augustus) een aantasting door Pythium kan voorkomen. In dit onderzoek is voor de tweede maal het effect van Pseudomonade-bacteriën tegen Pythium onder veldomstandigheden onderzocht. In de eerste proef was een duidelijk positief effect van de bacteriën tegen Pythium zichtbaar.

7.7.2

Materiaal en methode

Materiaal : Crocus ‘Flower Record’, zift 7/8 Ontvangst knollen : 9 augustus 2002

Ontsmetting knollen na aankomst : 15 min. in 0,5% formaline Bewaartemperatuur : 23°C tot planten

Knolontsmetting voor planten : geen

Behandelingen : 1 geen Pythium (controle) 6 wel Pythium

7 wel Pythium, Pseudomonas 1 = cocktail, stam: 1 + 60 + 101

8 wel Pythium, Pseudomonas 2 = biosurfactant, stam 101 9 wel Pythium + Ridomil Gold 20 kg/ha (metalaxyl-m 480 g/l) 10 wel Pythium + dompelen knollen in Pseudomonas 1

Plantdata : 21 augustus 2002

26 september 2002

Rooidatum : 12 juni 2003

Details proefopzet:

Pseudomonas: 8 liter oplossing/behandeling (melkwit troebel). Per dwarsregel 200 ml oplossing over knollen gegoten.

Pseudomonas stam 101 produceerd een biosurfactant (oppervlaktespanning verlagende stof). De andere stammen produceren stoffen die giftig zijn voor Pythium.

De behandeling ‘aangieten op het veld’ is ten opzichte van vorig jaar weggelaten omdat deze methode erg veel water vergt. Dit jaar zijn knollen gedompeld in Pseudomonas omdat dit een veel eenvoudigere toepassing zou kunnen zijn.

7.7.3

Proefresultaten

Op 3 maart 2003 begonnen de behandelingen die in augustus zijn geplant te bloeien. Eén week later begonnen de andere behandelingen te bloeien. De vroege geplante knollen kwamen eerder op, bloeiden eerder en hadden eerder een vol gewas gevormd.

Op 22 april werden de eerste gele blaadjes zichtbaar die op een Pythiumaantasting duiden. Door het relatief koele weer zette de aantasting niet door. Op 19 mei 2003 begonnen de eerste duidelijke kleurverschillen te ontstaan tussen de veldjes. Op dat moment en de twee weken daarna is een standcijfer voor het gewas gegeven.

Ten opzichte van de afgelopen jaren was er een matig strenge winter met 3 vorstperioden (december, januari en februari) waardoor de knollen pas laat opkwamen en gingen bloeien. Doordat de temperatuur t/m half mei vrij gematigd was hielden alle behandelingen lang groen blad. Het afsterven ging vanaf 19 mei heel erg snel.

7.7.3.1 Stand

Het gewas stond er tot het begin van afsterven over het algemeen zeer goed bij met veel donkergroen blad. Voor de stand is gekeken naar het percentage groen blad. (10 = 100% groen blad, 5 = 50% groen blad, 1 = minder dan 10% groen blad). Het afsterven is toegeschreven aan een Pythiumaantasting (gezien het grillige beeld) maar is niet door opgraven van wortels onderzocht.

In tabel 91 is te zien dat op 19 mei de behandelingen zonder Pythium en met Ridomil er beter bij stonden dan de overige behandelingen ongeacht de plantdatum. Een week later op 26 mei hadden de behandelingen zonder Pythium en met Ridomil nog steeds de beste stand. Daarnaast was de stand van de veldjes waarbij Pseudomonas 2 en een knoldompeling in Pseudomonas 1 was gebruikt beter dan de behandelingen met alleen Pythium. Op de laatste beoordelingsdatum had de behandeling zonder Pythium én geplant in september de beste stand. Planten in augustus zonder Pythium en planten in september met Pythium én Ridomil gaven een minder goede stand maar beter dan van alle overige behandelingen.

Er was geen verschil in stand (Pythiumaantasting) tussen knollen geplant in augustus of september. Tabel 91. Stand van het blad op verschillende tijdstippen gemiddeld per behandeling.

planten behandeling 19 mei 26 mei 2 juni aug. geen Pythium (controle) 10.0 9.8 3.3

aug Pythium + Ridomil 9.0 7.8 1.3

aug Pythium 6.75 3.3 1.0

aug Pythium + Pseudo 1 7.0 4.3 1.0 aug Pythium + Pseudo 2 8.0 6.0 1.0

aug Pythium + dompelen 8.0 6.5 1.0

sept geen Pythium (controle) 10.0 10.0 4.8 sept Pythium + Ridomil 9.5 9.5 3.0

sept Pythium 7.8 6.0 1.0

sept Pythium + Pseudo 1 7.8 7.3 1.0 sept Pythium + Pseudo 2 7.5 6.8 1.0

sept Pythium + dompelen 8.3 7.3 1.0

7.7.3.2 Oogstgewicht

De knolgroei was redelijk goed, de beste behandelingen zijn over de kop gegroeid.

Het totale oogstgewicht van de behandelingen zonder Pythium waren het grootste, daarna de

behandelingen met Pythium + Ridomil. De laagste opbrengsten zijn verkregen bij Pythium met of zonder Pseudomonaden. Het toepassen van Pseudomonaden gaf dit jaar geen hogere opbrengst ten opzichte van de behandelingen met alleen Pythium. Het planttijdstip was dit jaar niet van invloed op de

gewichtsopbrengst.

Tabel 92. Totaal oogstgewicht (g), totaal aantal geoogste knollen en gemiddeld knolgewicht gemiddeld per behandeling. (Plantgewicht was 1400 gram, 200 stuks geplant)

planten behandeling tot gew. tot aantal gew/knol aug geen Pythium (controle) 2933 304 9.7 aug Pythium + Ridomil 2720 312 8.7

aug Pythium 2365 309 7.7

aug Pythium + Pseudo 1 2417 311 7.8 aug Pythium + Pseudo 2 2525 310 8.2

aug Pythium + dompelen 2496 315 7.9

sept geen Pythium (controle) 3085 494 6.3 sept Pythium + Ridomil 2876 494 5.8

sept Pythium 2363 480 4.9

sept Pythium + Pseudo 1 2434 463 5.3 sept Pythium + Pseudo 2 2395 462 5.2 sept Pythium + dompelen 2342 478 4.9

7.7.3.3 Aantal geoogste knollen

Bij het aantal geoogste knollen was alleen een groot effect zichtbaar door de plantdatum. Planten in augustus gaf een veel kleiner aantal geoogste knollen dan planten in september. In één van de twee vorige proeven gaf planten in augustus ook minder knollen dan planten in september maar niet zo extreem als dit jaar. De overige behandelingen (met of zonder Pythium) waren niet van invloed op het aantal geoogste knollen.

7.7.3.4 Gemiddeld knolgewicht

Bovenstaande had tot gevolg dat er twee effecten waren bij het gemiddeld knolgewicht.

Ten eerste was de plantdatum van invloed. Planten in augustus gaf een zwaardere knol dan planten in september. Daarnaast gaf de controle zonder Pythium gemiddeld de zwaarste knollen. Pythium + Ridomil gaf minder zware knollen maar wel zwaarder dan de Pythiumbehandelingen met of zonder Pseudomonas 1 of knoldompeling in Pseudomonas 1. Er was geen verschil tussen Pseudomonas 2 en Ridomil maar Pseudomonas 2 verschilde niet met de ander Pseudomonasbehandelingen en alleen Pythium.

7.7.3.5 Maatverdeling

In tabel 93 is te zien dat planten in augustus meer knollen maat 10/+ gaf dan planten in september. Dat was in een voorgaande proef waarbij minder knollen werden geoogst na planten in augustus ook het geval. Daarnaast gaf geen Pythium de grootste aantallen 10/+, gevolgd door de behandeling met Ridomil. Het toevoegen van Pseudomonas aan Pythium gaf niet meer knollen maat 10/+.

De grootste aantallen 9/10 zijn verkregen door te planten in augustus (ongeacht de behandeling) of in september zonder Pythium of met Ridomil.

Planten in augustus zonder Pythium of met Ridomil gaf minder knollen 8/9 dan alle andere behandelingen. In september planten met Pythium met of zonder Pseudomonaden gaf meer knollen 7/8 dan de andere behandelingen.

Planten in september gaf meer knollen maat 6/7 dan planten in augustus. Daarnaast gaf geen Pythium meer knollen 6/7 dan Pythium met of zonder Pseudomonaden.

Planten in september gaf meer knollen maat 5/6 dan planten in augustus. Daarnaast gaf geen Pythium en Ridomil, beide toegepast in september meer knollen maat 5/6 dan de andere behandelingen.

Planten in september gaf meer knollen maat 4/5 dan planten in augustus.

Planten in september gaf meer knollen <4 dan planten in augustus. Daarnaast gaf geen Pythium en Ridomil minder knollen <4 dan Pythium en Pythium + Pseudomonas 1.

Tabel 93. Maatverdeling per behandeling gemiddeld over de plantdata.

plant behandeling <4 4/5 5/6 6/7 7/8 8/9 9/10 10/+

aug geen Pythium (controle) 1 10 34 48 50 40 60 63

aug Pythium + Ridomil 2 14 42 41 59 45 63 46

aug Pythium 9 23 45 43 49 58 55 26

aug Pythium + Pseudo 1 5 21 54 36 52 59 57 28

aug Pythium + Pseudo 2 6 18 51 40 40 59 70 26

aug Pythium + domp 5 20 52 41 56 54 57 32

sept geen Pythium (controle) 15 70 141 63 56 68 61 20

sept Pythium + Ridomil 21 86 137 55 59 69 54 13

sept Pythium 30 102 124 50 75 62 34 3

sept Pythium + Pseudo 1 36 111 109 54 72 69 33 7

sept Pythium + Pseudo 2 28 95 113 50 74 66 33 5

sept Pythium + domp 36 107 115 48 69 69 30 5

In tabel 94 zijn de aantallen geoogste knollen per plantdatum uitgezet, los van de Pythiumbehandelingen. Daar is te zien dat planten in augustus niet alleen meer knollen 10/+ maar ook meer knollen 9/+ en 8/+ en 7/+ gaf. De aantallen 6/+ zijn gelijk. De aantallen 5/+, 4/+ en totaal aantal (= 4/+ + <4) zijn groter na planten in september dan na planten in augustus.

Hieruit blijkt duidelijk dat planten in augustus meer knollen van de grote maten opleverde (7/+) terwijl planten in september meer knollen <7 gaf.

Tabel 94. Gemiddeld aantal knollen per plantdatum in de ‘op’-maten en het verschil tussen de maanden. Plantdatum 10/+ 9/+ 8/+ 7/+ 6/+ 5/+ 4/+ totaal augustus 37 97 150 201 242 289 306 311 september 9 50 117 184 238 361 456 484 verschil 28 48 33 16 5 -72 -150 -173

7.7.4

Samenvatting proefresultaten

- Dit was een geslaagde Pythiumproef omdat in de Pythiumbehandelingen in het voorjaar het

karakteristieke pleksgewijze aantasting van Pythium is waargenomen. De controle behandeling bleef lang groen en stierf vrij snel egaal af.

- Het grootste totale oogstgewicht is verkregen bij de behandelingen zonder Pythium. De behandelingen waarbij Pythium én Ridomil door de grond waren gewerkt leverde een lager totaal oogstgewicht op. Het kleinste oogstgewicht is verkregen door de overige behandelingen. Het toevoegen van Pseudomonaden door de grond of een knoldompeling daarin kon het negatieve effect van Pythium niet compenseren, dit in tegenstelling tot vorig jaar waarin wel een duidelijk positief effect van Pseudomonas is waargenomen. Een mogelijke oorzaak zou kunnen zijn dat het groeiseizoen relatief lang koel is geweest waardoor er weinig van de planten (het wortelgestel) werd gevergd. Toen half mei de omstandigheden warmer werden stierven alle behandelingen snel af.

- De plantdatum had een heel sterke invloed op het aantal geoogste knollen. Planten in augustus gaf veel minder knollen dan planten in september. Dit is in een voorgaande proef ook waargenomen maar minder extreem.

Planten in augustus gaf meer knollen maat 7/+ dan planten in september. Planten in september gaf meer knollen <7, vooral meer knollen maat 4/5 en 5/6.

- Bovenstaande is van invloed op het gemiddeld knolgewicht. Planten in september gaf gemiddeld lichtere knollen dan planten in augustus. Daarnaast gaven de behandelingen zonder Pythium gemiddeld de zwaarste knollen, de behandelingen met Ridomil lichtere knollen en de behandelingen met Pythium met of zonder Pseudomonas de lichtste knollen.

7.8 Crocus: Invloed van planttijdstippen (o.a. erg vroeg) en

gebruik van Pseudomonaden op aantasting door Pythium en

knolopbrengst

7.8.1

Inleiding

Dit is de vijfde en laatste proef waarin is onderzocht of extreem vroeg planten (half augustus) een aantasting door Pythium kan voorkomen. In dit onderzoek is voor de derde maal het effect van

Pseudomonade-bacteriën tegen Pythium onder veldomstandigheden onderzocht. In de eerste proef was een duidelijk positief effect van de bacteriën tegen Pythium zichtbaar, in de tweede proef niet.

7.8.2

Materiaal en methode

Materiaal : Crocus ‘Flower Record’, zift 8/9 Ontvangst knollen : 1 juli 2003

Ontsmetting knollen na aankomst : 15 min. in 0,5% formaline Bewaartemperatuur : 23°C tot planten

Knolontsmetting voor planten : geen

Plantdata : 13 augustus 2003

24 september 2003

Schema behandelingen:

Beh plantdatum Pythium Pseudomonas 1 13 aug - - (Ridomil Gold)

2 13 aug + -

3 13 aug + Pseudomonas 1

4 13 aug + Pseudomonas 2

5 13 aug + Ridomil Gold

6 24 sept - - (Ridomil Gold)

7 24 sept + -

8 24 sept + Pseudomonas 1 9 24 sept + Pseudomonas 2 10 24 sept + Ridomil Gold Details proefopzet:

Pseudomonas 1 = cocktail van stammen nl: stam 60 en 101 Pseudomonas 2 = biosurfactant producent, stam 101

Geen Pythium: geen Pythium toegevoegd, grond behandeld met 1 l/ha Ridomil Gold (metalaxyl-m 480 g/l). Pseudomonas: 8 liter oplossing/behandeling (melkwit troebel). Per dwarsregel 200 ml.

7.8.3

Proefresultaten

7.8.3.1 Opkomst en bloei

Rond 9 februari was de opkomst en begin bloei van de behandelingen die in augustus zijn geplant. Op 16 februari was er begin tot volle bloei van de 1e plantdatum en was er opkomst van de 2e plantdatum.

Op 24 februari was er volle bloei bij de 1e plantdatum en begin bloei bij de 2e plantdatum.

Op 15 maart was er begin uitbloei bij de 1e

plantdatum en volle bloei bij 2e

plantdatum. Op 29 maart waren alle veldjes uitgebloeid.

Op 3 mei waren de eerste tekenen van afsterven zichtbaar.

7.8.3.2 Stand

Het gewas stond tot het begin van het afsterven er over het algemeen zeer goed bij met veel donkergroen blad. Vanaf het begin van afsterven is wekelijks het gewas beoordeeld op percentage geel blad.

Voor de stand is gekeken naar het percentage groen blad. (10 = 100% groen blad, 5 = 50% groen blad, 1 = minder dan 10% groen blad). Het afsterven is toegeschreven aan een Pythiumaantasting (gezien het grillige beeld) maar is niet door opgraven van wortels onderzocht.

Op 11 mei was er nog geen betrouwbaar verschil in afsterven tussen de verschillende behandelingen. Op 17 mei was het blad van de controle behandeling (zonder Pythium) en de behandeling met Ridomil groener dan dat van de andere behandelingen. Er was geen effect van de plantdatum.

Ook op 24 mei was de gewasstand van de controle en Pythium+Ridomil behandeling beter dan van de andere behandelingen (ondanks dat Pythium+Ridomil september planten laag lijkt). Er was geen effect van de plantdatum.

Op 2 juni was er ook alleen een hoofdeffect. Geen Pythium gaf een betere stand dan wel Pythium ongeacht de toevoegingen.

Op 7 juni was het gewas zo ver afgestorven dat er geen verschillen meer waren.

Samenvattend: Pythium zorgde bijna altijd voor een slechtere stand dwz eerder afsterven van het gewas hoewel het toevoegen van Ridomil het gewas nog wat langer groen hield dan de andere

Tabel 95. Stand van het blad op verschillende tijdstippen gemiddeld per behandeling. planten behandeling 11 mei 17 mei 24 mei 2 juni aug geen Pythium (controle) 9.3 9.0 7.8 3.8

aug Pythium + Ridomil 10.0 9.8 8.5 4.3

aug Pythium 9.0 6.8 4.3 1.8

aug Pythium + Pseudo 1 9.0 6.5 4.3 1.8

aug Pythium + Pseudo 2 9.3 7.0 4.0 2.3

sept geen Pythium (controle) 10.0 10.0 9.0 5.0

sept Pythium + Ridomil 9.8 9.0 6.5 2.5

sept Pythium 9.5 7.8 6.8 2.8

sept Pythium + Pseudo 1 9.3 8.0 5.8 2.3 sept Pythium + Pseudo 2 9.0 8.0 6.3 1.8

LSD ns 1.86 3.09 2.15

7.8.3.3 Oogst

Er waren alleen hoofdeffecten. Volledigheidshalve zijn alle getallen weergegeven (tabel 96). Soms leek het erop dat Pythium+Ridomil in september slecht was maar dat is niet betrouwbaar.

7.8.3.4 Oogstgewicht

De knolgroei was goed. Gemiddeld over de hele proef (waarin veel Pythium zat) was het oogstgewicht 3700 g, ruim tweemaal het plantgewicht (1830 g).

Planten in september gaf een groter totaal oogstgewicht (3864 g) dan planten in augustus (3522 g). Daarnaast was er een behandelingseffect. Knollen gegroeid op grond zonder Pythium of Pythium+Ridomil hadden een groter oogstgewicht dan de knollen geteeld op grond met Pythium waaraan wel of geen bacteriën waren toegevoegd.

7.8.3.5 Totaal aantal knollen

Planten in augustus gaf meer knollen dan planten in september. Daarnaast gaf planten in grond zonder Pythium meer knollen dan alle andere behandelingen waar Pythium in de grond zat. Verder gaf Pythium+Ridomil meer knollen dan Pythium+Pseudomonas 2.

7.8.3.6 Gemiddeld knolgewicht

Planten in september gaf gemiddeld een zwaardere knol dan planten in augustus. Daarnaast gaf geen Pythium gemiddeld de zwaarste knol, maar niet zwaarder dan Pythium+Ridomil. Pythium+Ridomil gaf een zwaardere knol dan alleen Pythium of Pythium+Pseudomonas 1. Er was geen verschil tussen Ridomil en Pseudomonas 2.

Tabel 96. Totaal oogstgewicht (g), totaal aantal geoogste knollen en gemiddeld knolgewicht gemiddeld per behandeling. (Plantgewicht was 1830 gram, 200 stuks geplant)

planten behandeling totaal gewicht totaal aantal gew/knol aug geen Pythium (controle) 4010 720.2 5.56

aug Pythium + Ridomil 4105 711.5 5.77

aug Pythium 3146 677.2 4.64

aug Pythium + Pseudo 1 3102 683.5 4.55 aug Pythium + Pseudo 2 3245 690.0 4.70 sept geen Pythium (controle) 4503 738.0 6.10 sept Pythium + Ridomil 3773 680.5 5.54

sept Pythium 3771 683.0 5.53

sept Pythium + Pseudo 1 3554 657.0 5.39 sept Pythium + Pseudo 2 3718 636.2 5.85

7.8.3.7 Maatverdeling

Effect plantdatum

Planten in september gaf meer knollen <4, 4/5, 9/10 en 10/+ maar minder 5/6 en 6/7.

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 113-126)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN