• No results found

Triteleia: Invloed van een warmwaterbehandeling met of zonder formaline op woekerziek

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 177-182)

12.6.1

Inleiding

In deze vierde en laatste proef is onderzocht of een warmwaterbehandeling (wwb) uitgevoerd begin augustus (kort na rooien) wel effectief is tegen woekerziek. Vanuit de praktijk wordt gemeld dat een wwb wél effectief is tegen woekerziek maar dat deze vaak kort na rooien wordt uitgevoerd. Er is één knolmaat behandeld, gegroeid uit twee verschillende maten.

12.6.2

Materiaal en methode

Materiaal : Triteleia ‘Koningin Fabiola’, woekerziek partij

Behandelingen : - controle

- 4 uur 45°C zonder formaline - 4 uur 45°C + 0,5% formaline

Plantmaat : - 4/5 gegroeid uit 3/4

- 4/5 gegroeid uit 5/6

Rooidatum knollen : 21 juli 2002

Bewaring : 23°C

Voorwarmte : 2 weken 30°C

warmwaterbehandeling : 4 uur 45°C

Datum warmwaterbehandeling : 8 augustus 2002

Plantdatum : 30 oktober 2002

Ontsmetting vóór planten : geen

Rooidatum : 15 juli 2003

12.6.3

Proefresultaten

Op het veld waren bij alle behandelingen kleine blaadjes (sprietjes) te zien naast de grote bladeren. Daardoor leek het erop dat in alle behandelingen woekerziek aanwezig was.

12.6.3.1 Geoogste knollen

Een warmwaterbehandeling (wwb) met of zonder formaline gaf meer knollen (clusters) dan de controle (tabel 134). Omdat er 125 knollen per veldje zijn geplant kan worden gesteld dat na een wwb alle knollen zijn geoogst terwijl bij de controle gemiddeld 7% uitval heeft plaatsgevonden. Naast de hoofdknollen zijn nog veel kleine knollen en kralen geoogst.

12.6.3.2 Totaal oogstgewicht

Bij het totaal oogstgewicht is te zien dat een wwb mét formaline een groter totaal oogstgewicht gaf dan de andere behandelingen, ongeacht het uitgangsmateriaal. Gemiddeld was het oogstgewicht 5 maal groter dan het plantgewicht. De groei is dus erg goed geweest.

12.6.3.3 Aantal gezonde knollen

Bij plantmaat 4/5 uit 5/6 zijn meer gezonde knollen geoogst dan bij 4/5 uit 3/4. De knollen 4/5 uit 5/6 met een wwb zonder formaline gaven veruit de meeste gezonde knollen. Het aantal gezonde knollen bij 4/5 uit 3/4 werd niet beïnvloed door de behandeling.

12.6.3.4 Aantal en percentage zieke knollen

Bij het aantal zieke knollen waren alleen hoofdeffecten zichtbaar. Maat 4/5 uit 5/6 gaf minder zieke knollen dan 4/5 uit 3/4. Daarnaast gaf een wwb mét formaline méér zieke knollen dan de controle of een wwb zonder formaline.

Bij het percentage zieke knollen was te zien dat veruit het hoogste percentage zieke knollen is gevonden bij 4/5 uit 3/4 (ongeacht de behandeling). Bij 4/5 uit 5/6 had de wwb met formaline het hoogste percentage ziek, de controle daarna en de wwb zonder formaline het laagste percentage ziek.

Tabel 134. Totaal aantal geoogste knollen (125 geplant), totaal oogstgewicht (g, 179 g plantgewicht), aantal gezonde, aantal zieke en percentage zieke knollen gemiddeld per behandeling.

plantmaat behandeling totaal aantal totaal gewicht aantal gezond aantal ziek % ziek

4/5 uit 3/4 geen wwb 115 860 22 93 81 4/5 uit 3/4 wwb – form 121 878 23 98 81 4/5 uit 3/4 wwb + form 128 957 19 109 85 4/5 uit 5/6 geen wwb 117 841 39 78 66 4/5 uit 5/6 wwb – form 127 892 56 71 56 4/5 uit 5/6 wwb + form 126 915 32 94 75 LSD 8.9 6.7

12.6.3.5 Bloemen

Op 20 juni 2003 zijn de bloemen in één keer geoogst. Ze zijn visueel gesorteerd in dikke, normale en dunne stengels.

Bij het totaal aantal bloemen waren er twee hoofdeffecten. De knollen maat 4/5 uit 5/6 gaven meer bloemen dan de 4/5 uit 3/4. Verder gaven de knollen die een wwb hebben gehad meer bloemen dan de knollen zonder wwb.

Er waren weinig dikke stelen. De behandelingen waren daarop niet van invloed.

Bij het aantal normale stelen waren twee hoofdeffecten. Maat 4/5 uit 5/6 gaf meer normale bloemstelen dan 4/5 uit 3/4. Verder gaf een wwb meer normale stelen dan geen wwb.

Bij het aantal fijne stelen was er één hoofdeffect; maat 4/5 uit 5/6 gaf meer fijne stelen dan 4/5 uit 3/4. Tabel 135. Totaal aantal geoogste bloemen, aantal grove, aantal normalen en aantal fijne bloemen gemiddeld per behandeling.

plantmaat behandeling Totaal aantal aantal dik aantal normaal aantal dun

4/5 uit 3/4 geen wwb 104 14 32 59 4/5 uit 3/4 wwb – form 131 16 38 78 4/5 uit 3/4 wwb + form 125 12 40 73 4/5 uit 5/6 geen wwb 147 13 40 94 4/5 uit 5/6 wwb – form 151 12 52 87 4/5 uit 5/6 wwb + form 157 11 52 95

12.6.4

Samenvatting proefresultaten

• Een warmwaterbehandeling van 4 uur bij 45°C met of zonder 0,5% formaline was, evenals vorig jaar, bij toepassen vrij snel na rooien (begin augustus) niet in staat om woekerziek te doden. Het lijkt er

daardoor op dat het tijdstip van koken niet van belang is.

• Hoewel dezelfde plantmaat is gebruikt dit jaar waren er duidelijk verschillen afhankelijk vanuit welke maat ze waren gegroeid.

• Door een wwb zijn meer knollen geoogst. Na een wwb zijn álle knollen geoogst, bij de controle heeft enige uitval plaatsgevonden.

• Het totale oogstgewicht was na een wwb mét formaline groter dan bij de andere behandelingen. • De meeste gezonde knollen zijn geoogst bij plantmaat 4/5 uit 5/6 na een wwb zonder formaline. Bij

4/5 uit 3/4 waren de behandelingen niet van invloed op het aantal gezonde knollen.

• Het percentage zieke knollen was het hoogst bij 4/5 uit 3/4 ongeacht de behandeling. Bij 4/5 uit 5/6 gaf een wwb met formaline het hoogste percentage zieke knollen en een wwb zonder formaline het laagste percentage.

• Maat 4/5 uit 5/6 gaf meer normale bloemstelen dan maat 4/5 uit 3/4. Daarnaast gaf een wwb meer normale bloemstelen dan geen wwb.

12.7 Conclusie en discussie

De veroorzaker van woekerziek was tot voor kort alleen de bacterie Rhodococcus fascians (vroeger Corynebacterium fascians genoemd) maar blijkt ook zeer waarschijnlijk veroorzaakt te kunnen worden door de bacterie Erwinia herbicola (nieuwe naam Pantoeae agglomerans). Verschillende malen is deze bacterie in woekerziekmonsters van zowel Triteleia als Dahlia gevonden. Een infectieproef uitgevoerd binnen een ander project is niet geslaagd waardoor er geen 100% zekerheid bestaat dat Erwinia herbicola woekerziek veroorzaakt.

Een warmwaterbehandeling (wwb) was niet in staat om een partij Triteleia vrij te maken van woekerziek. Dit ondanks de vrij forse wwb van 4 uur bij 45°C, eventueel mét 0,5% formaline. Ook het tijdstip van de wwb, voor planten in oktober of snel na rooien begin augustus was daarop niet van invloed.

Wel is gevonden dat de plantmaat van invloed is op de visuele aantasting van de knollen bij het rooien. Na het planten van een kleinere maat werd een hoger percentage gezonde knollen geoogst.

Omdat een aantal bedrijven in de praktijk geen last heeft van woekerziek ontstaat de vraag hoe dat mogelijk is. Het eerder gesuggereerde tijdstip van de wwb is niet van invloed gebleken. Mogelijk heeft het toch met de selectie van het plantgoed te maken. Het lijkt erop dat vooral na gebruik van kleine plantmaten er visueel minder woekerziek aanwezig is. Ook het uitzoeken van van de knollen, alleen visueel gezonde knollen planten, had een te verwachten positief effect. Hoewel het uitzoeken in een ziek partij effect had leek het niet erg effectief.

Een warmwaterbehandeling kon soms wel voor minder uitval en, mede daardoor, voor een betere knolgroei zorgen.

Hoewel het niet voor 100% vast staat dat Erwinia herbicola de veroorzaker is van woekerziek in Triteleia zou dit wel een aantal zaken kunnen verklaren. Ten eerste kan dit de verklaring zijn waarom het vaak niet lukt om Rhodococcus te isoleren uit knollen met woekeringen. Ten tweede kan dit een verklaring zijn waarom een warmwaterbehandeling tegen woekerziek bij lelie wel (Rhodococcus) en bij Tritleia niet werkt (Erwinia), namelijk een verschil in gevoeligheid voor een warmwaterbehandeling tussen de twee

verschillende soorten bacteriën.

Voor alle duidelijkheid is het zeer wenselijk om door middel van een infectieproef aan te tonen dat Erwinia herbicola de (mede-)veroorzaker is van woekerziek in Triteleia (en Dahlia).

13 Zantedeschia: warmwaterbehandeling tegen Erwinia

13.1 Inleiding

Aantasting van Zantedeschiaknollen door Erwinia vormt een van de grootste problemen/bedreigingen voor de Zantedeschiateelt. Onderzoek uit Nieuw Zeeland geeft aan dat knollen maximaal een

warmwaterbehandeling (wwb) van 1 uur bij 48°C overleven, evenals 20 min bij 50°C en 10 min bij 52°C. Verder constateerde men een grote doding (geen 100%) van Erwinia carotovora carotovora (E.c.c.) na meer dan 1 uur 48°C. De conclusie vanuit het Nieuw Zeelandse onderzoek was dat een wwb bij Zantedeschia tegen Erwinia niet effectief is. Daar tegenover staan onderzoekresultaten uit Schotland (Erwinia in aardappel) waarbij E.c.c. in buisjes na 30 minuten bij 45 en 47°C 100% gedood werd evenals na 10 min bij 48 en 49°C. Erwinia carotovora atroceptica (E.c.a.) ging iets eerder dood. Evenals uit onderzoek in Nieuw Zeeland bleek dat doordringen de warmte in grote knollen lang duurde. Bij een grote knol (zift 16 = 5 cm diameter) duurde het circa 68 minuten om het hart van de knol op te warmen van 5°C tot 60°C. Daar staat wel tegenover dat Erwinia zich alleen in buitenste 3 mm van de knol bevind, die veel sneller op temperatuur is.

Verwacht wordt dat met de Nederlandse kennis over warmwaterbehandelingen en voorwarmte er meer mogelijk is om Zantedeschia een warmwaterbehandeling te geven zonder schade. Hiermee zou het dan mogelijk moeten worden om partijen voor het afleveren te behandelen waardoor de kans op uitval tijdens de snijbloemen- of potplantenteelt minimaal zou zijn. Dit zou een stap voorwaarts zijn in het beheersen van de Erwinia.

In de paragraafken 13.3 t/m 13.6 zijn de resultaten weergegeven van het onderzoek naar de gevoeligheid van Zantedeschia voor een warmwaterbehandeling.

Op het moment dat bleek dat Zantedeschia vrij zware warmwaterbehandelingen goed kon verdragen is onderzoek gestart naar de mogelijkheden om Erwinia in de knol te doden. Deze resultaten zijn weergegeven in paragraaf 13.7 t/m 13.9.

13.2 Materiaal en methode

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende maten leverbare Zantedeschiaknollen. Voor een aantal proeven zijn knollen gebruikt uit een partij dat ernstig was aangetast door Erwinia.

De knollen zijn het eerste jaar in december geleverd en hebben vrij kort na het rooien of vlak voor het planten een behandeling ondergaan. In alle volgende jaren zijn de knollen alleen vlak voor planten behandeld. Voor de warmwaterbehandeling hebben de knollen één week voorwarmte bij 25°C gehad. De warmwaterbehandeling bestond veelal uit 45°C gedurende 1, 2, 4 of 5 uur met of zonder 0,5% formaline. De knollen zijn eind april geplant en eind oktober gerooid. Na het rooien en drogen zijn de oogstgegevens bepaald.

Voor de doding van de bacterie in de knol zijn de knollen na de warmwaterbehandeling in een kas gezet, geplant in een steriele pot in gestoomde grond. Een Erwiniabesmetting zou daardoor veroorzaakt moeten worden vanuit de knol.

Alle proeven zijn uitgevoerd bij PPO Bloembollen te Lisse. De details zijn bij de desbetreffende proef weergegeven.

13.3

Zantedeschia: Gevoeligheid van knollen voor een

In document Teelt bijzondere bolgewassen (pagina 177-182)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN