• No results found

3 Aanleiding en opzet marktanalyse

3.5 Concurrentiesituatie op de relevante retailmarkten

3.5.2 Zakelijke netwerkdiensten

133. In deze paragraaf beschrijft het college zijn bevindingen ten aanzien van de retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten.

Marktafbakening

134. Tot de productmarkt van zakelijke netwerkdiensten behoren klassieke huurlijnen,

datacommunicatiediensten (VPN) en dark fiber (inclusief lichtpaden). Het college maakt hierbij geen onderscheid naar markten op basis van verschillen in productkenmerken, zoals capaciteit(sgaranties), service levels en onderliggende infrastructuren. De markt voor zakelijke netwerkdiensten is nationaal (zie Annex B.7).

Aanleiding en opzet marktanalyse

Concurrentieanalyse

135. In Annex B.8 is geconcludeerd dat er in afwezigheid van ULL-regulering een risico bestaat dat KPN AMM heeft op de retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten. In Q2 2011 is het geschatte marktaandeel van KPN gelijk aan 55-60 procent [vertrouwelijk: XXX procent] (zie paragraaf B.8.2.1 in Annex B.8). In Q1 2012 is dit 55-60 procent [vertrouwelijk: XXX procent] Dit is ongeveer gelijk gebleven.

136. In de markt voor zakelijke netwerkdiensten werd op basis van onderzoek van Roland Berger een daling van KPN’s marktaandeel voorzien tot 40-50 procent in 2014. Uit de analyse komt naar voren dat KPN prospectief eind 2015 over een hoog marktaandeel van 80-85 procent zou beschikken in afwezigheid van regulering. Met de nieuwe observatie voor Q1 2012 veranderen deze projecties niet en in aanwezigheid van regulering wordt voor 2015 een marktaandeel van KPN verwacht van 45-50 procent [vertrouwelijk: XXX procent] (zie onderstaande tabel). In afwezigheid van regulering wordt het marktaandeel van KPN in 2015 geschat op 80-85 procent. Dit is even hoog als de inschatting van het huidige marktaandeel van KPN in afwezigheid van regulering.

Q4 2008 Q4 2009 Q4 2010 Q4 2011 Prospectief 2015 met regulering Prospectief 2015 zonder regulering

Totaal aantal aansluitlijnen 161.580 164.661 167.113 158.410 156.539** 156.539**

KPN [65-70%] [60-65%] [55-60%] [55-60%] [45-50%] [80-85%] Tele2 [5-10%] [5-10%] [10-15%] [10-15%] [15-20%] [0-5%] Vodafone [5-10%] [5-10%] [10-15%] [5-10%] [10-15%] [0-5%] BT [5-10%] [5-10%] [0-5%] [0-5%] [0-5%] [0-5%] Eurofiber [0-5%] [0-5%] [0-5%] [5-10%] [10-15%] [5-10%] Overig [10-15%] [10-15%] [10-15%] [10-15%] [10-15%] [0-5%]

Tabel 1. Aandelen op retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten* (opgemaakt op 4 juli 2012 - definitief) [vertrouwelijk]

*: aantallen en aandelen kunnen enigszins verschillen van de tabel in de Annex B.8; dit wordt veroorzaakt door correcties door een aantal partijen van eerdere rapportages aan de structurele marktmonitor

**: het aantal aansluitingen neemt af omdat met glas minder aansluitingen nodig zijn

137. In het navolgende analyseert het college de concurrentiesituatie opnieuw, maar dan in

aanwezigheid van ULL-regulering, teneinde vast te stellen in welke mate de voordelen die KPN heeft worden weggenomen door ULL-regulering en deze regulering in de komende reguleringsperiode bijdraagt aan concurrentie op de retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten.

Marktaandelen

138. De positie van KPN op de retailmarkt voor internettoegang is tot stand gekomen in

aanwezigheid van ULL-regulering en WBT- en WHL-regulering. In de afgelopen reguleringsperiode

was sprake van (inmiddels deels vernietigde) regulering van de markten voor WBT en WHL.60 De

huidige marktaandelen op de retailmarkt voor internettoegang zijn dus niet alleen tot stand gekomen in aanwezigheid van ULL-regulering, maar ook in aanwezigheid van (inmiddels deels vernietigde) WBT- en WHL-regulering.

139. In de huidige markt, dus in aanwezigheid van regulering, beschikt KPN in Q1 2012 over het hoogste marktaandeel, namelijk 55-60 procent [vertrouwelijk: XXX procent]. Prospectief schat het college het marktaandeel van KPN in aanwezigheid van regulering eind 2015 in op 45-50 procent [vertrouwelijk: XXX procent].

140. In afwezigheid van regulering heeft KPN de mogelijkheid om geen HKWBT/HL-diensten te leveren of uitsluitend onder voorwaarden die het voor afnemers onaantrekkelijk dan wel onmogelijk maakt om op basis daarvan met KPN te concurreren op de onderliggende retailmarkten. Het college acht het bovendien aannemelijk dat KPN de prikkel heeft om dit gedrag selectief dan wel naar alle afnemers te tonen (zie ook hoofdstuk 6).

141. Indien KPN inderdaad de facto levering weigert, heeft dit naar verwachting van het college een direct en een indirect effect op het marktaandeel van KPN op de retailmarkt voor zakelijke

netwerkdiensten. Het directe effect is het effect dat als gevolg van leveringsweigering een aantal retailleveringen nu alleen door KPN kan worden uitgevoerd. Dit effect is volgens het college beperkt, omdat het aantal extern geleverde HKWBT/HL-diensten van KPN (die niet geleverd zouden kunnen worden op basis van ULL-toegang, ODF-access (FttO) toegang en onafhankelijke glasaanbieders) slechts een beperkt deel van de markt vormt.

142. Het indirecte effect van toegangsweigering is echter aanzienlijk groter. Dit komt voort uit het multi-site karakter van de vraag. Afnemers van ULL kopen vaak complementair HKWBT/HL-dekking in gebieden waar zij geen ULL afnemen. Voor een deel van deze complementair ingekochte

HKWBT/HL-diensten is geen alternatief van andere aanbieders beschikbaar. Het gevolg is dat retailaanbieders die een enkele locatie niet kunnen ontsluiten, een heel contract met verschillende aansluitingen mislopen. In dat geval zal een groot deel van deze contracten toevallen aan KPN die als enige partij een landelijk dekkend netwerk heeft.

143. Uitsluitend ULL-regulering zal naar het oordeel van het college niet leiden tot de voorspelde daling van KPN’s marktaandeel naar 48%. Het hierboven beschreven indirecte effect van

60

Bij uitspraak van 3 mei 2011 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven het besluit Marktanalyse Wholesale-breedbandtoegang van 19 december 2008 (kenmerk: OPTA/AM/2008/202717) vernietigd. Daarbij is bepaald dat de rechtsgevolgen van dit besluit in stand kunnen blijven, behoudens voor zover het besluit betrekking heeft op WBT Hoge Kwaliteit (HK).

Aanleiding en opzet marktanalyse

regulering is namelijk voor een groot deel verantwoordelijk voor die daling. Het prospectieve marktaandeel van KPN zal in aanwezigheid van ULL- en ODF-access (FttO)-regulering en zonder HKWBT/HL -regulering naar schatting van het college eind 2015 daarom ten minste tussen de 60-75 procent bedragen, en mogelijk hoger. Dit marktaandeel wijst op zichzelf reeds op een risico op AMM van KPN op deze markt.

Controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur

144. In de retailanalyse (Annex B.8) heeft het college geconcludeerd dat KPN, in afwezigheid van ULL-regulering, controle heeft over een niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur. KPN beschikt als enige partij over een landelijk dekkend kopernetwerk en over het grootste glasvezelaansluitnetwerk. 145. Tele2 kan, als de grootste afnemer van ontbundelde toegang op koper 75-80 procent

[vertrouwelijk: XXX procent] van de bedrijvenlocaties in Nederland aansluiten. Volledige replicatie van KPN’s actieve netwerk op basis van ULL-toegang is evenwel niet rendabel. De investeringen van alternatieve aanbieders om ontbundelde toegang af te nemen op kleine MDF-centrales waar het aantal potentiële klanten gering is, is onvoldoende rendabel. Zodoende is volledige replicatie van KPN’s kopernetwerk niet haalbaar.

146. Ook een volledige replicatie van de glasvezelnetwerkdekking van KPN [vertrouwelijk: XXXXX XXXXX] is op basis van gereguleerde ODF-access (FttO) toegang niet mogelijk. De partij met de meeste potentie om toe te treden op de ODF-access (FttO) markt (Tele2) heeft aangegeven dat de business case voor de afname van ODF-access (FttO) in grote mate bepaald wordt door de prijs van ODF-access (FttO) en de kosten om een dergelijk FttO-gebied te ontsluiten. Hierbij is van groot belang dat de locaties waarop ODF-access (FttO) afneembaar is, eenvoudig (tegen beperkte investeringen) kunnen worden ontsloten. Uit de opgevraagde gegevens van KPN van de locaties [vertrouwelijk: XXXXX] waarop ODF-access (FttO) kan worden afgenomen, blijkt dat hiervan 80 procent van deze locaties bestaande MDF-locaties betreft (zogenaamde MB-locaties) en 20 procent bestaat uit speciale glaskasten op bedrijventerreinen (zogenaamde MA-locaties). Op ongeveer 35 procent van de MB-locaties [vertrouwelijk: XXXXX] is Tele2 reeds aanwezig ten behoeve van de afname van MDF-toegang (ULL). De verwachting is dan ook dat maximaal voor deze locaties tijdens de komende reguleringsperiode er afname van ODF-access (FttO) kan plaatsvinden. Dit betreft maximaal 54 procent (= 290/404 * 77 procent) van de netwerkdekking van KPN voor de MB-locaties. Er blijft dus nog een groot deel van de glasnetwerkdekking van KPN (minimaal 46 procent + het deel op de MA-locaties (ingeschat op 5-10 procent), dus totaal 50-55 procent) niet te repliceren op basis van ODF-access (FttO). Dus dezelfde redenen voor Tele2 om niet uit te rollen naar alle MDF-locaties gelden voor de (potentiële) uitrol naar ODF-access (FttO) locaties. Op een aantal bedrijvenlocaties waar alternatieve aanbieders geen dekking op koper hebben, is wel een glasalternatief beschikbaar. Van de bedrijvenlocaties in gebieden zonder alternatieve aanbieders op koper bevindt ongeveer 11 procent zich in de nabijheid van glas van alternatieve aanbieders (op een afstand van minder 250 meter).61

61

Bron: berekening van het college op basis van netwerkgegevens van partijen en een bedrijvenbestand van Cendris.

147. De kabelaanbieders hebben op de zakelijke markt beperktere geografische dekking dan op de consumentenmarkt. De oorzaak hiervan is dat coaxnetwerken van oudsher zijn uitgerold naar

residentiële gebieden, en niet naar bedrijventerreinen.62 Gezamenlijk hebben de kabelaanbieders een

dekking met hun coaxnetwerken van 70 procent van de bedrijvenlocaties.63

148. Afnemers van ULL en de eigenaren van glasvezelnetwerken bieden ook toegang aan andere aanbieders in de vorm van WHL en WBT. Dat wil zeggen dat ook andere aanbieders op de retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten actief kunnen zijn zonder zelf over een netwerk te beschikken en zonder zelf MDF-access af te nemen van KPN. Dit betekent dat in principe voor circa 90 procent van de bedrijvenlocaties op basis van ontbundelde toegang op koper en via glas een aanbod van andere partijen dan KPN beschikbaar is.

149. In de praktijk blijkt dit echter niet volledig op te gaan. Glasvezelaansluitingen zijn niet in alle gevallen een volledig alternatief voor koperaansluitingen. Bijvoorbeeld voor afnemers van relatief lage snelheden die nog niet direct op een glasvezelaansluitnetwerk zijn aangesloten. In dat geval zijn de kosten van een glasaansluiting vaak te hoog. Weliswaar is er op een deel van de locaties wel coax beschikbaar, maar kabelaanbieders zijn niet met een extern aanbod actief op de wholesalemarkt voor WBT en WHL en beperkt actief op de retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten (waarbij de

kabelaanbieders een marktaandeel van 0-5 procent [vertrouwelijk: XXX] hebben.

150. De voordelen die KPN geniet door haar controle over moeilijk te repliceren infrastructuur zijn relevant door het multi-site karakter van de vraag. Een afnemer van zakelijke netwerkdiensten vraagt altijd om meerdere vestigingen te ontsluiten. Gemiddeld bestaat een VPN-contract uit acht aan te sluiten bedrijvenlocaties. Hoe groter het aantal bedrijvenlocaties, des te groter de kans dat één van deze locaties alleen door KPN ontsloten kan worden. Deze kans neemt nog verder toe nu multi-site contracten in toenemende mate (87 procent van de multi-site contracten in 2011) ook

glasvezelaansluitingen bevatten en KPN de grootste netwerkdekking heeft op glasvezel.

151. Onderzoek van het college heeft uitgewezen dat een groot deel van de VPN-klantcontracten aansluitingen heeft in een gebied waar alleen KPN HKWBT/HL-diensten over koper levert (B-gebied). Bij KPN is dat [vertrouwelijk: XXX procent], maar bij Bbeyond (onderdeel van Tele2) is dat

[vertrouwelijk: XXX procent] van de contracten. Bij Vodafone omvat [vertrouwelijk: XXX procent] van de VPN-contracten ten minste één aansluiting in een B-gebied. Voor VPN-klantcontracten van Vodafone met meer dan vijf lijnen geldt dat [vertrouwelijk: XXX procent] van de klantcontracten ten minste één aansluiting in een B-gebied omvat.

152. Het totaal aantal betrokken aansluitingen in contracten met ten minste één aansluiting in een B-gebied is bij KPN [vertrouwelijk: XXX procent] van de installed base, en bij Vodafone [vertrouwelijk: XXX procent] van het totale aantal aansluitingen. Dit betekent dat Vodafone [vertrouwelijk: XXX

62

Dialogic 2010.

63

Bron: berekening van het college op basis van netwerkgegevens van partijen en een bedrijvenbestand van Cendris.

Aanleiding en opzet marktanalyse

procent] van haar installed base zou kunnen verliezen als zij geen kopertoegang zou krijgen tot B-gebieden.

153. Op zakelijk glas (FttO) is de dekking van KPN meer dan twee keer zo groot als van Tele2, KPN’s meest nabije concurrent op de ZND-markt. Op minder dan 250 meter heeft KPN een dekking van 85-90 [vertrouwelijk: XXX procent], terwijl Tele2 slechts een dekking heeft van 35-40

[vertrouwelijk: XXX procent]. Ook op zakelijk glas bestaat er dus een grote afhankelijkheid van KPN voor het aansluiten van geografische gespreide locaties ten behoeve van het vervullen van multi-site contracten. Ook het verwachte effect van ODF-access (FttO) regulering in het wegnemen van dit netwerkdekkingsvoordeel van KPN op glasvezelnetwerken gedurende de komende

reguleringsperiode is beperkt (zie randnummer 41). Daarbij is met name van belang dat ook kleine verschillen in netwerkdekking een versterkend effect hebben in het kunnen aanbieden van multi-site klanten. Zo geeft een verschil in netwerkdekking van slechts 10 procent (voor het aansluiten van acht locaties) al een 50 procent kleinere kans om al deze locaties te kunnen aanbieden.

154. Het college komt tot de conclusie dat ook in aanwezigheid van ULL-regulering KPN kan profiteren van voordelen ten opzichte van haar grootste concurrenten op de retailmarkt door de controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur. Deze voordelen dragen bij aan het risico op AMM van KPN.

Verticale integratie en schaal- en breedtevoordelen

155. In de retailanalyse (Annex B.8) heeft het college geconcludeerd dat KPN in afwezigheid van ULL-regulering voordelen heeft die voortvloeien uit de hogere mate van verticale integratie ten opzichte van haar concurrentie. Ook heeft het college geconcludeerd dat KPN beschikt over schaal- en breedtevoordelen, die KPN kostenvoordelen bieden.

156. Het college is van oordeel dat de kostenvoordelen die KPN heeft uit verticale integratie, schaal- en breedtevoordelen voor een deel geremedieerd worden door de verplichting voor KPN om

kostengeoriënteerde tarieven voor ontbundelde toegang te hanteren. Door de kostengeoriënteerde tarieven kunnen concurrenten van KPN voor dezelfde prijs ULL-diensten afnemen als KPN’s eigen retailtak. Echter, KPN kan haar vaste kosten nog steeds over een groter klantenbestand verdelen. Hiernaast spelen breedtevoordelen nog steeds een rol omdat de kosten van de afname van ULL, die als bouwsteen kan dienen voor zakelijke netwerkdiensten, internettoegang en vaste telefonie, hetzelfde zijn ongeacht of ULL als bouwsteen dient voor één of alle drie de retaildiensten. KPN behoudt dus schaal- en breedtevoordelen ten opzichte van concurrenten in aanwezigheid van ULL-regulering.

157. De combinatie van de voordelen uit haar netwerkdekking en de kostenvoordelen uit schaal- en breedtevoordelen geven KPN een voorsprong op de markt voor zakelijke netwerkdiensten. Deze voordelen dragen bij aan het risico op AMM van KPN.

Conclusie

158. Het college concludeert dat er in aanwezigheid van ULL-regulering nog steeds een risico is op AMM van KPN op de retailmarkt voor zakelijke netwerkdiensten.

159. Deze conclusie baseert het college allereerst op het marktaandeel van KPN. KPN beschikt in Q4 2011 over een hoog marktaandeel van 55-60 procent [vertrouwelijk: XXX procent]. Dit aandeel is de afgelopen reguleringsperiode licht gedaald. In aanwezigheid van alle regulering zou dit

marktaandeel naar inschatting van het college weliswaar verder dalen naar [vertrouwelijk: XXX procent], maar zonder WBT- en WHL-regulering zou het marktaandeel van KPN hoger zijn, naar schatting tussen 60-75 procent. Een dergelijk marktaandeel wijst erop dat er nog steeds een risico is dat KPN over AMM zou beschikken.

160. Hiernaast concludeert het college dat ULL-regulering de voordelen van KPN die voortvloeien uit de controle over niet gemakkelijk te repliceren infrastructuur en kostenvoordelen die voortvloeien uit verticale integratie, schaal- en breedtevoordelen slechts gedeeltelijk heeft weggenomen. Het multi-site karakter van de vraag speelt hierbij een belangrijke rol. Deze conclusies ondersteunen dus dat er ook in aanwezigheid van ULL-regulering op de markt voor zakelijke netwerkdiensten nog steeds een risico op AMM van KPN bestaat.

161. Om deze redenen vormt de concurrentiesituatie op de retailmarkt voor zakelijke

netwerkdiensten, in aanwezigheid van ULL-regulering, aanleiding om te onderzoeken of KPN over AMM beschikt op de WBT en WHL-markten.