• No results found

Mans Galis was begin 1942 in Australië aan gekomen. Er was al geen sprake meer van, dat ze vanuit Darwin nog naar Indië zou kunnen gaan om zich bij haar man, Klaas Galis, te voegen. Klaas Galis kwam met honderdduizend andere Nederlanders in een Japans interneringskamp terecht.58 Slechts rond de 1500 Nederlanders wisten vóór de capitulatie Australië te bereiken.

58 Na de internering ging bestuursambtenaar K.W. Galis (1910-1999) terug naar Nieuw-Guinea. Naast zijn

bestuurlijke taken ontwikkelde Galis een wetenschappelijke belangstelling voor oudheden, talen en etnografische bijzonderheden van het eiland. Hij publiceerde hierover in Bijdragen tot de Taal- Land- en Volkenkunde en een groot deel van zijn rapporten zijn in typoscript bewaard gebleven in het Rijksarchief in Den Haag. Tot 1962 zou hij in Nieuw- Guinea blijven. De rest van zijn leven zou hij zich bezighouden met het schrijven van de Bibliographie van Nederlands-

31

De plaatselijke autoriteiten bepaalden dat Mans Galis, met oog op het voortdurende oorlogs- gevaar, door moest reizen naar Adelaide. Ze vond er een tijdelijk onderdak in een guesthouse van Shell. Met hulp van het Nederlandse consulaat kreeg zij werk bij de opvang van vluchtelingen die Australië hadden weten te bereiken. Daar was met een te kort aan alles en konden ze alle hulp gebruiken. 59

De Nederlandse vluchtelingen trokken met de Amerikaanse generaal Douglas McArthur, die uit de Filippijnen was verdreven, mee naar Melbourne. Mevrouw Galis vertrok ook die kant op en meldde zich daar op het KNIL-hoofdkwartier. Ze wilde zichzelf graag nuttig maken en omdat ze een aardig woordje Engels sprak werd ze op 8 mei 1942 aangenomen: eerst bij de voorlich- tingsdienst, daarna bij de zojuist opgerichte Nederlandse inlichtingendienst, Netherlands Forces

Intelligence Service.60

De Nederlandse regering was in 1940 met koningin Wilhelmina gevlucht naar Londen. De regering in Nederlands-Indië was net zo overvallen door het Japanse geweld, als de Nederland- se regering in mei 1940 door de snelheid van de Duitse opmars. Minister-president Gerbrandy had eerder opdracht gegeven aan de koloniale regering een selecte groep van topambtenaren en militairen, waaronder luitenant gouverneur-generaal H.J. van Mook en de toenmalige ma- joor Spoor, een organisatie op te zetten in Australië die informatie zou verzamelen over de vij- and. Zo ontstond er in 1942 ook een kleine Nederlands-Indische regering in ballingschap onder leiding van Van Mook. Van Mook behalve koloniaal bestuurder ook minister van Koloniën was in de regering van minister-president Gerbrandy. Eerst was de officiële naam van het Neder- lands militair bureau dat alle over Indië en alle eventueel uit Indië verkregen berichten zou verzamelen en analyseren, Marine en Leger Inlichtingendienst, maar vanaf juni 1942 was de naam NEFIS al in zwang.61

De NEFIS had als hoofdtaak het verkrijgen en vergaren van gegevens en informatie over de vijand die van belang waren voor de strijd tegen Japan en voor het herstel van het Nederlandse gezag in het Indonesische eilandenrijk. Er waren drie afdelingen: de geografische afdeling NE- FIS-I met als hoofd majoor Spoor die als prioriteit had: het verzamelen van zoveel mogelijk ge- gevens betreffende Nederlands-Indië en vervolgens de resultaten ter beschikking stellen aan de Nederlandse en geallieerde strijdkrachten. De veiligheidsafdeling NEFIS-II had als hoofd luite- nant-ter-zee eerste klasse J. A. F. H. Douw van der Krap en hield zich in de praktijk vooral bezig met het controleren van de strijdkrachten op mogelijke lekken en onbetrouwbare elementen. Na een reorganisatie in 1943 kwam er een nieuwe afdeling, NEFIS-III. Sectie III voerde ‘Special Operations’ uit en had als doel het uitzenden van commando’s in vijandelijke gebied. Deze af- deling viel in 1943 onder leiding van majoor Spoor, hij trainde agenten in Camp Columbia bij

59 Spoor-Dijkema, Achteraf kakelen de kippen, 17.

60 Informatie over de Australische jaren van de koloniale regering in ballingschap geraadpleegd via de website, http://www.archievenwo2.nl/thema-overzicht/nederlands-indie/nederlands-bestuur-tijdens-woii/ned-indische- regering-ballingschap-.

61 L.J. de Jong, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog Deel 11 C (Den Haag 1989).

32

Brisbane.62 Tijdens de Tweede Wereldoorlog in Azië was hij verantwoordelijk voor het sturen van

agenten per onderzeeboot, die werden afgezet op Java en Ambon om spionagewerk te verrich- ten voor de geallieerden.63

De NEFIS begon met vijf, zes officieren, maar binnen enkele maanden waren er zo’n duizend werknemers voor de dienst. Mans Galis kreeg een baan als archivaris. Majoor Spoor besprak in mei 1942 vrijwel dagelijks geheime zaken op het kantoor van de NEFIS. Daar kwam Mans Galis Simon Spoor tegen. In haar memoires schrijft ze dat Simon Spoor haar opviel door zijn ‘Brits gevoel voor humor’.64

Dit was het begin van haar vriendschap met de topmilitair Spoor, een vriendschap die al snel zou uitgroeien tot een vaste relatie. Als archivaris voerde Mans Galis werkzaamheden voor Spoor uit en fungeerde ze, zo lijkt het, meer en meer als klankbord en vertrouweling. Ze leerde steno, waar ze trots op was, maar ze schrijft dat Spoor het toch handiger vond als ze de door hem gedicteerde dictaten meteen uittikte, want dan kon hij het zelf meteen lezen.65

Twee maanden na haar overhaaste vertrek uit Indië leidde ze een totaal ander leven. Ze woonde alleen in een pension vlakbij haar werk. De overgang van ‘njonja controleur’ in Indië naar zelfstandig werkende vrouw in Australië was groot, schrijft ze in haar herinneringen.66

Begin juni 1942 zag Mans Galis, Simon Spoor opnieuw tijdens een verjaardagspartij. Het was, schrijft zij, ‘voor het eerst een gezellige bijeenkomst met de nieuwe kennissen’.67 Mans Ga-

lis kwam Simon Spoor geregeld tegen rond de Dutch Club in Melbourne. Mans Galis veroverde een vaste plek in de kringen die nadachten over de toekomst van Nederlands-Indië. Dat was een kleine Hollandse kring die af en toe leuke dingen met elkaar deed – een concert van het Melbourne orkest in de Town Hall of een enkele keer een film. Deze groep bestond onder andere uit de heren Van Hoogstraten, Quispel (hoofd NIGIS), Spoor (NEFIS) en Kremer (een burger afkomstig uit het onderwijs).68

De gemeenschappelijke ervaringen in oorlogstijd hebben tussen Mans Galis en Simon Spoor een blijvende band gevormd. Allebei hadden ze een partner die de oorlogsjaren in Japanse in- ternering doorbracht. Simon Spoor was getrouwd met Rika Cornelia Kroeze. Uit een eerder hu- welijk met Louise Anna Marie Ooms was een zoon geboren, André Spoor (de latere hoofdredac- teur van het NRC Handelsblad). Mans Galis schrijft in haar herinneringen niets over de situatie die ontstond. Er kan slechts gissenderwijs iets over worden gezegd, maar het moet vast door hun hoofd gespeeld hebben dat zij een partner in een interneringskamp hadden. Dat Spoor

62 De Jong, Het koninkrijk der Nederlanden, Deel 11 C, 51-52; R.J.J. Stevens, ‘Manipulatie van informatie? De rol van de Nederlandse militaire inlichtingendienst ten tijde van het Nederlands-Indonesische conflict 1945-1949’, in: Politieke

opstellen 11/12 (1992) 1-20, aldaar 1.

63 Voor de studie over de operaties van de NEFIS in bezetgebied: J.J. Nortier, Acties in de Archipel; de intelligence – operaties

van NEFIS-III in de Pacific-oorlog (Franeker 1985).

64 Spoor-Dijkema, Achteraf kakelen de kippen, 24.

65 Ibidem, 84-85. Stenografie, kortweg steno, is een methode om gesproken tekst op te schrijven in hetzelfde tempo waarin ze uitgesproken wordt.

66 Spoor- Dijkema, Achteraf kakelen de kippen, 4. 67 Ibidem, 24.

33

een nieuwe relatie aanging in de oorlog was geen uitzondering. Nogal wat militairen en amb- tenaren hadden tijdens de oorlogsjaren in Australië of elders een nieuwe relatie opgedaan. Van Mook bijvoorbeeld, kreeg een relatie met zijn secretaresse maar keerde terug bij zijn echtgeno- te, A.D. Maureau.69 Voorlopig ontmoetten zij elkaar in 1942 nog niet regelmatig. Spoor ging die

maanden bovendien helemaal op in zijn werk en zat meer in Merauke, het enige stukje vrij Ne- derland aan de zuidoostkust van Nieuw-Guinea, een strategische plaats voor geheime militaire operaties in de aanval tegen de Japanners, dan in Melbourne.70

In juli 1944 verhuisde de NEFIS een nieuwe behuizing in Camp Columbia bij Brisbane, in het ten zuiden van Brisbane gelegen Wacol. Ook Mans Galis verhuisde naar de nieuwe verblijf- plaats. Ze ging wonen in de c-area, een voor vrouwelijke medewerkers ingericht en met prikkel- draad omheind deel van Camp Columbia. Hoewel het voor haar zeker wennen was – zij moest haar flat in een van Melbourners mooiste straten inruilen voor een simpel kamertje in een army

hut – schikte zij zich opnieuw in haar nieuwe bestaan.71

In de herinneringen van Mans Spoor zijn persoonlijke notities over haar tijd in Australië schaars, ze schrijft vooral over Spoor in verband met zijn afwezigheid. Desondanks getuigt de kleine hoeveelheid gepubliceerde brieven van een hartelijke en intieme verstandhouding: een relatie van gelijken. In de schaarse uurtjes die ze met elkaar doorbrachten, voerde Mans werk- zaamheden voor hem uit en werd, zo lijkt het in 1942, de vruchtbare bodem gelegd voor een serieuze relatie tussen Mans Galis en Siem Spoor.72