• No results found

Mijn man kon zijn troepen niet in de steek laten’

In 1948 verslechterde de politiek-militaire verhoudingen tussen Holland en revolutionaire Indone- sië nog meer. Mans was helemaal overwerkt geraakt en zat in Holland bij haar familie in Groningen bij te komen.

M’n man zei in 1948: ga jij naar Nederland, dan wordt het voor mij ook makkelijker om ertussen uit te breken. Ik ging naar Van Mook en zei: Geef je me je erewoord dat Siem me binnenkort achter nakomt? Dat kon Van Mook niet. Toen annuleerde ik de reis. Daarna

122 De Moor, De Generaal, 279-280.

123 Spoor-Dijkema, Achteraf kakelen de kippen, 201. Dit zegt ze in een interview met het Algemeen Dagblad zie: P. Honings en R. Rotman, ‘De generaal die eigenlijk violist had willen worden’ in: Algemeen Dagblad, 3 mei 2008. Geraadpleegd via de website, https://www.7decemberdivisie.nl/pdf/interview_weduwe_generaal_spoor.pdf.

54

trad oud-minister Beel aan als gouverneur. Hij gaf mij zijn erewoord dat Siem me achterna zou komen.124

Uiteindelijk vertrok Mans Spoor in april 1949 per boot Oranje naar Nederland het plan was dat Spoor met zijn vliegtuig zou volgen. ‘Op de kade van Amsterdam zal hij je opwachten, beloofde Beel’, aldus mevrouw Spoor. Simon Spoor gebruikte zijn echtgenote in de poging weg te komen uit de kolonie. Maar haar man stond niet in Amsterdam. Telkens dienden zich nieuwe zaken aan in Indonesië die naar de mening van Spoor waarschijnlijk onmogelijk aan een ander over- gelaten konden worden. In het interview met het Reformatorisch Dagblad zei Mans Spoor dat zijn brieven steeds wanhopiger werden: ‘Elke vrijdag belde ik hem op. Ik zei: Je hebt het zo moeilijk, ik kom terug. Siem zei dan: Doe het niet, want je bent m’n enige wapen. Ik wil hier weg’.125

Drie dagen na het Van Roijen-Roem-akkoord126, waarmee de weg naar soevereiniteitsover-

dracht ingeslagen werd, schreef generaal Spoor zijn vrouw over zijn worsteling met het politie- ke akkoord. Mans was niet bij hem dus kon niet achter de gordijnen meeluisteren. Spoor had vanwege, ‘de ellende van de laatste dagen’ niet de moed gehad te schrijven:

Het gevecht met jezelf, de boel erbij neer te smijten en aan de andere kant de mogelijkheid de chaos af te dammen, de soldaten eruit te halen, niet te deserteren van hen die niet weg kunnen. Het hele gedoe is walgelijk.127

Spoor schreef aan Mans over de strijd die hij in zijn eentje had moeten voeren: ‘De algehele capitulatie van de Nederlandse delegatie, de gevechten met Van Roijen, het verraad in eigen boezem…’ Spoor kon er verder niets meer over zeggen want in zijn hoofd was het nog een grote warboel en de ‘weg voor mij is nog niet klaar en duidelijk’.128

Mevrouw Spoor schrijft over deze periode – om te laten zien dat Spoor zelfs in zijn verloren positie iets groots had: ‘Mijn man moest langs al zijn troepen om de woedende militairen tot bedaren te brengen. Zij hadden het gevoel dat alles voor niets is geweest. Die kerels wilden mui- ten’.129

Ze wisten beiden toen nog niet dat deze verschrikkelijk zware en eenzame dagen, de laatste dagen van zijn leven zouden zijn. Op 25 mei 1949 stond Mans Spoor op Schiphol om in een post- vliegtuig haar man samen met generaal Kruls op te halen in Indië. Mans luisterde dus niet naar het advies van haar man om in Holland te blijven. Samen zouden ze op de boot terug naar Hol- land gaan zodat generaal Spoor kon uitrusten en de Ronde Tafel-conferentie in Den Haag kon

124 Vogelaar, ‘In de clinch met kakelende kippen’, in: Reformatorisch Dagblad. Over dit voorval sprak ze ook uitgebreid met Marten van den Oever en Jos Janssen (Stichting Stobbe).

125 Idem.

126 Onderhandelingen van het Roijen-Roem-akkoord vonden plaats vanaf 7 mei 1949. De overeenkomst bood uitzicht op een definitieve politieke oplossing van het conflict.

127 Spoor-Dijkema, Achteraf kakelen de kippen, 273-274.

128 Ibidem, 273-274. Alle citaten in deze alinea zijn afkomstig uit dit tekstgedeelte. 129 Interviewmateriaal met mevrouw Spoor (Stobbe 2007).

55

bijwonen.130 Ze hadden zich allebei erg verheugd op een lange bootreis terug. Zodat ze samen

konden zijn en waarbij Spoor zich goed kon voorbereiden op deze conferentie. Vlak voor haar vertrek werd Kruls aan de telefoon geroepen. Hij kwam ‘lijkbleek terug: ‘mijn man was over- leden, 47 jaar oud, drie maanden voordat hij met pensioen zou gaan’, aldus mevrouw Spoor.131

Voor generaal Spoor was het Roijen-Roem-akkoord een bittere pil omdat het een genadeslag toebracht aan alles wat hij had willen bereiken. De politieke overeenkomst met de Verenigde Staten van Indonesië had tot gevolg dat de militaire inspanningen er niet meer toe deden. Mid- den in die turbulente ontwikkelingen kreeg generaal Spoor kreeg een paar dagen na een lunch ernstige hartklachten. Twee dagen later overleed hij volkomen onverwacht op 25 mei 1949.

‘Dood-gewerkt’, schreef Beel de hoge vertegenwoordiger van de Kroon in Batavia aan de regering in Den Haag. Dat de legercommandant uitgerekend op dit moment overleed vonden velen op zijn minst vreemd. De geruchtenmolen kwam na de plotselinge dood van de generaal onmiddellijk op gang. Tot op de dag van vandaag bestaat het gerucht dat Spoor vergiftigd zou zijn bij zijn laatste lunch in Batavia.132

130 Spoor-Dijkema, Achteraf kakelen de kippen, 274. De Ronde Tafel-conferentie zou beslissen over de voorwaarden waaronder de Verenigde Staten van Indonesië onafhankelijk zou worden.

131 Vogelaar, ‘In de clinch met kakelende kippen’, in: Reformatorisch Dagblad.

132 J. Morriën, ‘Indonesisch blad wil gezamenlijk onderzoek’, in: De Waarheid, 15 augustus 1984. De krant citeert Westerling als bron: ’De mensen rond de opperbevelhebber geloven aan vergiftiging. Volgens sommige Indonesiërs zou hij gewond zijn geraakt bij een aanslag tijdens een bezoek aan Sumatra. Volgens anderen inderdaad vergiftigd’. Ritmeester R.M. Smulders geeft kort verslag van de lunch in Een stem uit het veld (1980). Pas later in interviews is Smulders min of meer overtuigd geraakt van de vergiftiging. Wat aanvankelijk slechts een mogelijkheid was groeide later uit tot een vaststaand feit. Op verschillende internetsites valt nog steeds te lezen dat Spoor vergiftigd was. Geraadpleegd via de website: http://www.semarang.nl/verhaal/articles.php?pg=506. Of zie deze andere recente website met zelfde gerucht: http://gdb.bloggertje.nl/note/14597/bijzonderheden-over-de-vergiftiging-van-generaal. html.

Weduwe Spoor bij de begrafenis op het ereveld Menteng Pulo in Batavia, 28 mei 1949. © Nationaal Archief, Dienst Leger Contact, fotograaf onbekend.

56

Mans Spoor heeft de geruchten over een vermeende vergiftiging – waarvoor nooit enige con- crete aanwijzingen zijn gevonden – altijd de kop in gedrukt. De krant Het nieuwsblad voor Sumatra berichtte in 1952 dat mevrouw Spoor besloten had ‘door de telkens opduikende geruchten rond de dood van haar man zich te richten tot het hoofd Militair Geneeskundige Dienst in Indonesië, generaal-majoor dr. L.J. Simons om de onwaarheden op te helderen’. Het bleef echter onder- werp van discussie.133

Mans Spoor moet in grote shock zijn geweest toen ze alsnog in het vliegtuig stapte. In het vliegtuig naar Batavia ontving Mans Spoor een telegram van koningin Juliana en prins Bern- hard die haar hun deelneming met het overlijden van haar man betuigden. Koningin Juliana eindigt haar bemoedigende telegram met de woorden: ‘Houdt op de weg die thans nog voor u ligt steeds zijn voorbeeld voor ogen en verricht uw taak in zijn geest als goede vaderlander’.134

Op zaterdag 28 mei arriveerde Mans in Batavia. De autoriteiten in Batavia konden net genoeg tijdrekken voor de begrafenis zodat zij erbij kon zijn. De kist van haar echtgenoot lag in grote bak- ken met ijsklontjes tegen de hitte. Mans Spoor kon het stoffelijk overschot van haar man niet meer zien het was al in een loden kist gelegd. In een interview blikte ze terug op de vliegtuigreis en zei dat het haar niks kon schelen als het vliegtuig neerstortte: ‘Ik wilde dood’. Mans Spoor blijft zich haar hele leven schuldig voelen: ‘Het grote verwijt aan mezelf, is dat ik ben weggegaan’. Ondanks het feit dat haar echtgenoot niet gesneuveld is tijdens de strijd zag Mans hem wel als oorlogs- slachtoffer. Hij kon zijn troepen niet in de steek laten en dat werd zijn dood is haar eindoordeel. 135

133 ‘De geruchten rond generaal Spoor’s dood’, in: Het nieuwsblad voor Sumatra, 21 januari 1952. Mevrouw Spoor vroeg generaal-majoor dr. L.J. Simons om: ‘openlijk medische tegenspraak te logenstraffen’.

134 Telegram gepubliceerd in: Wapenbroeders. NIMH, Collectie Spoor, Documenten 230.

135 Water van Goud, Indonesische portretten van Jos Janssen en Martin van den Oever (Stichting de Stobbe 2007); Marlet, ‘Achteraf kakelen de kipppen’, in: Trouw, 29 oktober 2004 geraadpleegd via de website: https://www.trouw.nl/home/- achteraf-kakelen-de-kippen-~ad766ee3/.

Weduwe Spoor met haar stiefzoon André Spoor en een onbekende officier, 28 mei 1949. © Nationaal Archief, Dienst Leger Contact, fotograaf onbekend.

57

Na het overlijden van haar man brak een nieuwe fase aan voor de vijfendertigjarige weduwe. Ze koos steeds meer bewust en niet meer noodgedwongen een positie. Ze werd een publieke fi- guur die een rol speelde in de collectieve herinnering aan de dekolonisatie. Terug in Nederland kreeg zij te maken met een andere tijdsgeest die niks wilde weten over goede kolonialen. Maar zij onthield wat de troepen hadden doorstaan en troostte wie zich gekwetst voelde, probeerde plooien glad te strijken en dacht hierbij voortdurend aan de nalatenschap van haar man. In Nederlands-Indië was zij vooral een primair ondersteunende politieke echtgenote. Desalniet- temin was Mans Spoor door de populariteit van haar radiopraatjes publiek bezit geworden. Net als Jackie Kennedy een bepaalde nostalgie naar de vermoorde president op riep, riep mevrouw Spoor in de jaren vijftig een nostalgie op naar de oud-legercommandant.

Tijdens haar werk voor de radio kwam aan bod dat Mans Spoor wat betreft haar werkzaam- heden buitenhuis veel steun kreeg van de mensen in haar Nederlands-Indische omgeving – vooral van de militaire voorlichtingsdiensten, maar dit was een netwerk waar ze in Nederland niet op kon terugvallen. Ze moest zich aanpassen en nieuwe netwerken aan boren. Hetzelfde gold voor haar ervaringen, kennis, vaardigheden, bekendheid met de burgerlijke cultuur want die was Nederlands-Indisch georiënteerd; aan de Nederlandse normen, waarden en omgangs- vormen van de jaren vijftig moest ze wennen.

Toch lukte het Mans Spoor zichtbaar te blijven als publiek figuur nadat zij Indië/Indonesië had verlaten. Dat lukte doordat zij zich een nieuwe rol toe-eigende als ombudsvrouw voor de gerepatrieerden. Haar sociale netwerk van oud-KNIL’ers en bestuursambtenaren uit de voor- malige kolonie kwamen waren daarbij essentieel. Daarbij waren ook nieuwe contacten in Ne- derland van belang.