• No results found

welzijn op het werk, milieu en duurzaamheid

In document Provincieraadsbesluit (pagina 114-119)

Artikel 270:

WMD

Elk personeelslid neemt kennis van de beleidslijnen en doelstellingen inzake WMD (welzijn op het werk, interne milieuzorg en duurzaamheid) en werkt constructief mee aan de realisatie ervan. De procesbeschrijvingen die het zorgsysteem documenteren en die gebundeld zijn in het WMD-handboek worden strikt toegepast.

Artikel 271:

recht op waardige behandeling

§1.De personeelsleden respecteren de persoonlijke waardigheid van iedereen. Dit geldt zowel in de omgang met de andere personeelsleden als in de contacten met klanten, leveranciers, cursisten, leerlingen, ouders van leerlingen en het publiek.

§2.De personeelsleden brengen de nodige eerbied op voor eenieders waardigheid, gevoelens en overtuiging. Zij onthouden zich ten aanzien van iedereen van elke vorm van discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstemming, leeftijd, seksuele geaardheid, genderidentiteit, genderexpressie, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst.

§3.De personeelsleden dienen zich ten opzichte van iedereen met wie ze beroepshalve in contact komen te onthouden van kwetsende, denigrerende of aanstootgevende houding, kledij en taalgebruik.

Artikel 272:

persoonlijke bescherming

§1.De personeelsleden moeten zich onthouden van alles wat schade kan berokkenen aan hun eigen veiligheid, aan die van collega's of aan derden.

§2.Bij de uitoefening van hun functie dienen ze de nodige voorzorgs-maatregelen te nemen die schade en/of letsel aan henzelf en aan anderen kan voorkomen.

§3.De personeelsleden gebruiken de door de provincie ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit laatste is zelfs verplicht indien het voor bepaalde taken of bij gebruik van bepaald materiaal of materieel zo door de welzijnswet of productvoorschriften is voorzien.

Artikel 273:

werkkledij

§1.Het personeel kan verplicht worden tot het dragen van werkkledij of uniform, zeker wanneer dit door bepaalde rechtsnormen wordt opgelegd.

§2.Het personeel kan verplicht worden aangepaste werkkledij of herkenningstekens te dragen, waardoor zij door of voor buitenstaanders duidelijk identificeerbaar zijn als provinciepersoneelslid.

§3.Het is de personeelsleden, die er reglementair toe gehouden zijn een uniform te dragen, onder geen enkele omstandigheid toegelaten op persoonlijk initiatief het uniform of delen ervan te wijzigen, te reduceren, aan te vullen of te beschadigen.

§4.Buiten de diensttijd is het verboden het uniform respectievelijk de herkenningstekens te dragen.

§5.Overeenkomstig de wettelijke bepalingen zorgt het provinciebestuur voor het aanschaffen van de uniformen, de uitrusting, de werk- en personeelslid psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.

§2.Onder pesterijen op het werk wordt verstaan: een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen, buiten of binnen de dienst of onderwijsinstelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een personeelslid bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met de vormen van discriminatie zoals opgesomd in artikel 271

§2.

§3.Onder ongewenst seksueel gedrag wordt verstaan: elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van het personeelslid wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

§4.GPOSGW kan niet toegelaten of getolereerd worden. De personeelsleden moeten afzien van elk ongewenst gedrag tegenover de andere personeelsleden, en tegenover de gebruikers van de diensten en onderwijsinstellingen.

§5.De personeelsleden die van oordeel zijn het slachtoffer te zijn van dergelijk ongewenst gedrag, kunnen zich wenden tot de vertrouwenspersonen of de bevoegde preventieadviseurs van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.

Artikel 275:

middelen-misbruik

§1.In een afzonderlijk reglement werden regels uitgewerkt inzake het bezit en het gebruik van middelen en werden tevens procedures vastgesteld voor het beoordelen van het (dis)functioneren van personeelsleden als gevolg van het gebruik van middelen.

§2.Onder middelenmisbruik wordt verstaan: het gebruik van middelen dat leidt tot werkgerelateerde functionerings- of veiligheidsproblemen.

§3.Wanneer een personeelslid niet normaal functioneert en wanneer dit duidelijk te wijten is aan middelenmisbruik (alcohol, medicatie, drugs,…) zal zijn eerste evaluator hem/haar wijzen op het niet-funtioneren.

§4.Wanneer deze problemen zich herhaaldelijk voordoen wordt het personeelslid verplicht doorverwezen naar de sociale begeleiding van het provinciebestuur.Er wordt het personeelslid de kans geboden om zich te laten begeleiden en verzorgen. Daarnaast worden ook concrete schriftelijke afspraken gemaakt tussen de eerste evaluator, de sociale begeleiding en de betrokkene i.v.m. de nazorg.

§5.Op advies van het departement personeel en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, kan de deputatie een financiële steun verlenen voor therapeutische ondersteuning van het betrokken personeelslid. Het personeelslid spreekt in eerste instantie zijn eigen mutualiteit en/of hospitalisatieverzekering aan en stelt pas nadien de vraag naar extra financiële tussenkomst.

Hoeveel steun verleend wordt en met welke looptijd, is dossierafhankelijk, en moet steeds gemotiveerd worden. Er wordt een schriftelijk bewijs gevraagd van de verleende hulp of begeleiding. Tussenkomsten worden beperkt tot 50 % van de kosten en dit voor een maximum. van 750 euro.

§6.De terugbetaling van de in §5 voorziene kosten is eenmalig en gebeurt onder de voorwaarden van succesvolle werkhervatting na behandeling.

Indien het personeelslid er naderhand niet in slaagt om opnieuw op hetzelfde niveau te presteren gebeurt de terugbetaling niet of dient het personeelslid het ondertussen ontvangen bedrag terug te betalen.

Artikel 276:

materiaal en materieel

§1.De personeelsleden dienen het door het bestuur ter beschikking gestelde materiaal en materieel op een dusdanige wijze te gebruiken dat zij de kwaliteit van het werk bevorderen en het imago van de provincie niet schaden.

§2.De personeelsleden gebruiken het ter beschikking gestelde materiaal en materieel volgens de juiste instructies of handleidingen.

§3.De personeelsleden dienen in de meest ruime zin zorg te dragen voor het door het provinciebestuur ter beschikking gestelde arbeidsmaterieel, de materialen en de voertuigen.

Al deze zaken mogen niet worden meegenomen, noch buiten de diensttijd worden gebruikt, noch voor derden worden aangewend, tenzij de directe leidinggevende omwille van functionele en werkgerelateerde redenen, daartoe zijn/haar uitdrukkelijke toestemming heeft verleend.

§4.In afwijking op §3, 2de lid, is het de personeelsleden die een draagbare computer, PDA of een mobiele telefoon ter beschikking hebben, toegelaten deze mee te nemen naar huis en buiten de werkuren te gebruiken, dit volgende de richtlijnen zoals opgenomen in het arbeidsreglement of dienstnota's.

§5.Al het ter beschikking gestelde arbeidsmaterieel, de materialen en de voertuigen blijven eigendom van de provincie en mogen niet vervreemd worden.

Hoofdstuk 4.5.4: telewerken

Artikel 277:

definitie

Telewerken kan omschreven worden als "het flexibeler maken van werk naar plaats (op een andere site, van thuis uit of op een andere werkplek) en eventueel naar tijd, waarbij gebruik wordt gemaakt van informatie- en communicatietechnologie." Telewerken is geen recht, maar ook geen plicht.

Artikel 278

voor wie?

§1.Iedere medewerker met telewerkbare taken in het takenpakket, mag telewerken.

§2.Personeelsleden die voltijds werken, kunnen maximum 2 dagen per week telewerken. Deeltijds werkenden en leidinggevende functies kunnen maximum 1 dag per week telewerken.

Artikel 279:

te vervullen modaliteiten

§1.Ieder personeelslid dat wil telewerken, dient een aanvraag in door middel van onderstaande procedure:

§2.De telewerkovereenkomst wordt voor contractuele personeelsleden beschouwd als een bijlage aan de arbeidsovereenkomst, voor statutaire personeelsleden is de telewerkovereenkomst een eenzijdige akte.

Aanvraagprocedure

1. In overleg met de eerste evaluator vult het personeelslid eenmalig in tweevoud de telewerkovereenkomst in.

2. De telewerkovereenkomsten, ondertekend door het personeelslid en diens eerste en tweede evaluator, worden naar de personeelsdienst opgestuurd 3. De personeelsdienst stuurt de telewerkovereenkomsten naar het MAT-lid van

de directie van het personeelslid

4. Bij een positieve beslissing van het MAT-lid, heeft het personeelslid de goedkeuring om te telewerken gedurende 1 jaar. Beide

telewerkovereenkomsten worden teruggestuurd naar de personeelsdienst.

5. Het telewerken wordt minstens geëvalueerd tijdens het opvolggesprek 6. Bij wijzigingen in de telewerkovereenkomst, wordt de aanvraagprocedure

opnieuw opgestart. Zo niet, wordt deze stilzwijgend verlengd voor 1 jaar.

Artikel 280:

modaliteiten

§1.Met uitzondering van het eventueel ter beschikking stellen van een draagbare computer en/of mobiele telefoon stelt het bestuur geen faciliteiten voor telewerken ter beschikking.

De ter beschikking gestelde apparatuur wordt door de telewerker uitsluitend voor professionele doeleinden gebruikt.

Er is geen forfaitaire vergoeding voorzien voor kosten die gepaard gaan met telewerken.

§2.Het personeelslid dat telewerkt zorgt voor veilige, rustige, ergonomische en aanvaardbare werkomstandigheden.

§3.Voor een personeelslid dat telewerkt wordt de arbeidstijd voor die dag (of

In document Provincieraadsbesluit (pagina 114-119)