• No results found

– externe mobiliteit van een APB van de provincie naar de provincie

In document Provincieraadsbesluit (pagina 56-59)

§1.Deze vorm van mobiliteit houdt in dat een personeelslid van een APB van de provincie wordt aangesteld in een vacante betrekking van de personeelsformatie:

- die in dezelfde graad of in een andere graad van dezelfde rang is ingedeeld, na een procedure voor interne mobiliteit;

- die in een graad van een hogere rang is ingedeeld, na een bevorderingsprocedure.

Ze wordt verwezenlijkt door deelname van personeelsleden van een APB aan de procedure voor interne mobiliteit, een bevorderingsprocedure of een combinatie van de beide bij de provincie.

§2.De vacante betrekkingen van provinciegriffier en financieel beheerder kunnen niet ingevuld worden door deze procedure.

Artikel 107:

deelname-voorwaarden

Voor de deelname aan deze procedure komen de volgende personeelsleden van een APB van de provincie in aanmerking:

Wie kan deelnemen?

1. de vast aangestelde personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, ongeacht hun administratieve toestand

2. de contractuele personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen, als ze aan een van de volgende criteria beantwoorden:

ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure zoals vermeld in titel 3.1. tot en met 3.4., en ze hebben de inloopperiode beëindigd

ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature (volgens de regels van toepassing op het moment van de selectieprocedure op basis waarvan de aanstelling gebeurde) en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen (ongeacht of ze deze functie nu nog uitoefenen of

§1.De aanstellende overheid beslist bij de vacantverklaring van een betrekking bij interne mobiliteit en/of bevordering of ze ook een beroep doet op de externe mobiliteit. In voorkomend geval deelt ze haar beslissing mee aan de APB’s van de provincie, samen met het verzoek om de vacature intern bekend te maken overeenkomstig de regels die daarvoor op het APB van toepassing zijn..

§2.De regels over het vacaturebericht, over de wijze van kandidaatstelling en over de termijn voor de kandidaatstelling die van toepassing zijn bij de

Artikel 109:

kandidaturen

§1.Alleen kandidaten van een APB van de provincie die voldoen aan alle voorwaarden worden toegelaten tot deze selectieprocedure.

§2.De aanstellende overheid, beoordeelt de geldigheid van de ingediende kandidaturen.

§3.Voor de aanvang van de selectieprocedure worden de kandidaten die niet tot de selectieprocedure worden toegelaten schriftelijk (per brief of e-mail) op de hoogte gebracht van de weigering, met vermelding van de reden van weigering.

Artikel 110:

specifieke bepalingen aanstelling

§1.De aanstellende overheid beslist over de aanstelling. Ze bezorgt een kopie van de aanstellingsbeslissing aan het APB van herkomst van de kandidaat.

§2.De aanstellende overheid bepaalt de datum of de termijn van indiensttreding van het geselecteerde personeelslid.

§3. Het personeelslid dat overkomt van een APB legt bij zijn indiensttreding opnieuw de eed af.

Artikel 111:

andere bepalingen

Voor het overige zijn de bepalingen van hoofdstuk 4.3.2. (interne mobiliteit) en hoofdstuk 4.3.3. (bevordering) van toepassing.

Artikel 112:

administratieve anciënniteiten en

arbeids-voorwaarden

§1.Het personeelslid dat overkomt van een APB van de provincie als gevolg van deelname aan een procedure van interne mobiliteit, behoudt na zijn aanstelling in de nieuwe betrekking de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking, uitsluitend als aan de nieuwe betrekking dezelfde functionele loopbaan verbonden is.

Indien daarentegen het personeelslid aangesteld wordt in een betrekking van dezelfde rang waaraan een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, dan behoudt het personeelslid zijn schaalanciënniteit en wordt het met die schaalanciënniteit ingeschaald in de daarmee overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan.

§2.Het personeelslid dat overkomt van een APB van de provincie als gevolg van deelname aan de bevorderingsprocedure, wordt ingeschaald op het niveau van de eerste salarisschaal die verbonden is aan de functionele loopbaan van de nieuwe betrekking. De schaalanciënniteit van de betrekking van waaruit het personeelslid van het APB naar de provincie is overgekomen kan niet in rekening worden gebracht: de schaalanciënniteit neemt opnieuw een aanvang in de nieuwe betrekking bij de provincie.

Andere voorgaande diensten kunnen enkel binnen de perken van rechtspositieregeling in aanmerking worden genomen.

De regeling van de gegarandeerde salarisverhoging bij bevordering naar een graad van een hoger niveau is ook van toepassing op het personeelslid dat als gevolg van een bevordering naar een graad van een hoger niveau overkomt van een APB.

§3.In afwijking van §1 wordt ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij het APB gevaloriseerd werd in de schaalanciënniteit, alleen gevaloriseerd in de schaalanciënniteit voor zover de provincie die valorisatieregeling ook heeft voor haar eigen personeel.

Ervaring in de privésector of als zelfstandige die bij het APB gevaloriseerd werd in de geldelijke anciënniteit, wordt alleen gevaloriseerd in de geldelijke anciënniteit voor zover de provincie die valorisatieregeling ook heeft voor haar eigen personeel.

§4.De niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit die het personeelslid verworven had bij het APB, worden volledig in aanmerking genomen voor de vaststelling van de niveau-anciënniteit en de dienstanciënniteit.

§5.De regels voor de vaststelling van de graadanciënniteit na aanstelling in een andere graad bij de toepassing van de procedure van interne mobiliteit, zijn ook van toepassing op het personeelslid dat overkomt van het APB en dat aangesteld wordt in een andere graad.

Na bevordering neemt de graadanciënniteit in de nieuwe graad een aanvang.

Afdeling 4.3.4.2 - gezamenlijke selecties en gemeenschappelijke

In document Provincieraadsbesluit (pagina 56-59)