• No results found

opvangverlof voor adoptie of pleegvoogdij

In document Provincieraadsbesluit (pagina 190-196)

Artikel 481:

adoptie en pleegvoogdij

§1.Het personeelslid krijgt op zijn verzoek opvangverlof als een minderjarig kind in zijn gezin wordt opgenomen met het oog op adoptie of pleegvoogdij.

Het opvangverlof bedraagt ten hoogste zes of ten hoogste vier weken naargelang het opgenomen kind de leeftijd van drie jaar nog niet heeft bereikt of al bereikt heeft. De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind een handicap heeft.

Als slechts een van de samenwonende partners adopteert of de pleegvoogdij uitoefent, kan alleen die persoon het verlof genieten.

§2.De uitoefening van het recht op opvangverlof neemt een einde op het ogenblik waarop het kind de leeftijd van acht jaar bereikt tijdens de opname van het verlof.

§3.Het opvangverlof moet opgenomen worden in een aaneengesloten periode.

§4.De uitoefening van het recht op opvangverlof moet een aanvang nemen binnen twee maanden die volgen op de inschrijving van het kind als lid van het gezin van de werknemer.

§5.Het recht op omstandigheidsverlof, zoals bepaald in artikel 520 §1, 2° of geboorteverlof, zoals bepaald in artikel 522 §1, wordt in voorkomend geval in mindering gebracht van het recht op adoptieverlof.

Artikel 482:

te vervullen formaliteiten

§1.Het personeelslid dat gebruik wenst te maken van het recht op opvangverlof dient het hoofd van personeel ten minste één maand voor de opname van het verlof hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen.

§2.De kennisgeving dient de begin- en einddatum van het verlof te vermelden.

§3.Het personeelslid dient uiterlijk op het ogenblik waarop het verlof ingaat aan het bestuur de documenten te verstrekken ter staving van de gebeurtenis die het recht op dit verlof doet ontstaan.

Artikel 483:

salaris statutair personeel

Tijdens het opvangverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn salaris.

Artikel 484:

salaris contractueel personeel

§1.Tijdens het opvangverlof voor adoptie behoudt het contractuele personeelslid gedurende de eerste drie dagen afwezigheid zijn salaris.

Gedurende de overige dagen afwezigheid geniet het een uitkering in het kader van de ziekteverzekering.

§2.Tijdens het opvangverlof voor pleegvoogdij behoudt het contractuele

Afdeling 5.4.4.3 - pleegzorgverlof

Artikel 485:

pleegzorgverlof

§1.Het personeelslid dat is aangesteld als pleegouder heeft het recht om maximum zes dagen per kalenderjaar van het werk afwezig te zijn voor de vervulling van verplichtingen en opdrachten of om het hoofd te bieden aan situaties die voortvloeien uit de plaatsing in zijn gezin van één of meerdere personen die in het kader van die pleegzorg aan hem zijn toevertrouwd.

§2.De aanstelling als pleegouder dient een officiële aanstelling te zijn door de rechtbank, door een door de gemeenschap erkende dienst voor pleegzorg, door de diensten van l'Aide à la jeunesse of door het Comité Bijzondere Jeugdbijstand.

§3.De soorten verplichtingen, opdrachten en situaties hebben betrekking op de volgende gebeurtenissen die specifiek verband houden met de pleegzorgsituatie en waarbij de tussenkomst van de werknemer vereist is:

 Alle soorten van zittingen bij de gerechtelijke en administratieve autoriteiten die bevoegd zijn voor het pleeggezin

 Contacten van de pleegouder of het pleeggezin met de ouders of voor het pleegkind en de pleeggast belangrijke derden

 Contacten met de dienst voor pleegzorg

In andere dan de hiervoor vermelde situaties geldt het recht op afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen slechts voor zover de bevoegde plaatsingsdienst een attest aflevert dat verduidelijkt waarom dergelijk recht noodzakelijk is.

Artikel 486:

§2.Het personeelslid dient het bewijs te leveren dat hij pleegouder is aan de hand van de formele aanstellingsbeslissing en van de gebeurtenis die zijn afwezigheid op het werk rechtvaardigt.

§3.Indien het pleeggezin bestaat uit twee werknemers die beiden aangesteld zijn als pleegouder, dient elk van hen een verklaring op erewoord te bezorgen aan zijn werkgever waarin wordt aangegeven hoe het aantal dagen pleegzorgverlof onder hen wordt verdeeld.

Artikel 487:

salaris statutair personeel

Tijdens het pleegzorgverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn salaris.

Artikel 488:

salaris contractueel personeel

Tijdens het pleegzorgverlof geniet het contractuele personeelslid een uitkering ten laste van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Hoofdstuk 5.4.5 : ziekteverlof

Afdeling 5.4.5.1 - algemene bepalingen

Artikel 489:

algemene bepalingen

§1.Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of wegens een ongeval, anders dan een arbeids(weg)ongeval of beroepsziekte krijgt ziekteverlof.

§2.Voor het statutaire personeelslid wordt een periode van ziekteverlof ten belope van het totaal aantal ziektekredietdagen gelijkgesteld met dienstactiviteit.

§3.Het contractuele personeelslid valt voor de betaling gedurende de afwezigheid na de regeling gewaarborgd loon onder het stelsel van de wetgeving op de ziekteverzekering.

Artikel 490:

controle op ziekte

§1.Het personeelslid met ziekteverlof staat onder het toezicht van een geneeskundig controleorgaan.

§2.De provincieraad bepaalt de algemene regels voor de ziektecontrole in een afzonderlijk reglement.

Artikel 491:

samenloop met andere

afwezigheden

§1.Het ziekteverlof maakt geen einde aan:

 het stelsel van zorgkrediet

 het thematisch verlof

 de stelsels van loopbaanonderbreking

 het verlof voor deeltijdse prestaties

 het onbetaald verlof

 de stelsels van de halftijdse vervroegde uittreding

 de vrijwillige vierdagenweek.

Het personeelslid blijft de voor zijn verminderde prestaties verschuldigde wedde ontvangen.

§2.De dagen onbetaald verlof die samenvallen met ziekteverlof worden niet als ziekteverlofdagen beschouwd

Artikel 492:

§1.Het statutaire personeelslid heeft recht op ziekteverlof volgens een stelsel van ziektekredietdagen. Voor opgenomen ziektekredietdagen wordt het gewone salaris betaald.

§2.De ziektekredietdagen worden toegekend in de vorm van een krediet van 21 werkdagen op grond van een gemiddelde werkdag van 7 uur 36 minuten per jaar volledige dienstactiviteit.

§3.Bij aanvang van de statutaire tewerkstelling wordt onmiddellijk een krediet van 63 dagen toegestaan. Aanvullende ziektekredietdagen worden nadien toegestaan voor het vierde en de daaropvolgende jaren die recht geven op ziektekrediet.

§4.De respectievelijk 21 en 63 werkdagen worden verminderd in evenredigheid met de tijdens de beschouwde periode van respectievelijk 12 en 36 maanden niet verrichte prestaties, wanneer het statutaire personeelslid in de loop van die periode :

1° één of meer van de volgende verloven heeft verkregen : - de halftijdse vervroegde uittreding ;

- de vrijwillige vierdagenweek ; - het verlof voor opdracht ;

- het verlof voor deeltijdse prestaties;

- het onbetaald verlof (niet contingent werkdagen);

- het verlof voor (volledige of deeltijdse) onderbreking van de beroepsloopbaan (inclusief thematische verloven);

- het voltijds of deeltijds zorgkrediet

- het verlof voor verminderde prestaties wegens ziekte met uitzondering van het verlof na een arbeidsongeval, na een ongeval op de weg van en naar het werk en na een beroepsziekte;

2° afwezig is geweest wegens ziekte, met uitzondering van het verlof wegens ziekte naar aanleiding van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk en een beroepsziekte;

3° op non-activiteit of in disponibiliteit is geplaatst.

§5.Als deze berekening leidt tot een niet geheel getal wordt het aantal ziektekredietdagen waarop het personeelslid recht heeft afgerond naar boven, tot het eerstvolgende gehele getal.

Artikel 493: dienstanciënniteit geen geheel getal is wordt de dagbreuk afgerond naar beneden naar de dichtstbijzijnde halve of gehele dag.

Artikel 494:

overname opgebouwde ziektekrediet-dagen

Ziektekredietdagen, opgebouwd als statutair personeelslid, bij een of meerdere vorige publieke werkgevers, worden eveneens in rekening gebracht. De berekening gebeurt op dezelfde wijze als voor de periodes in dienst van het bestuur, en met aftrek van de bij de vorige publieke werkgever(s) opgenomen ziektedagen.

Artikel 495:

omzetting vakantiedagen in ziektekrediet-dagen

De vakantiedagen die het statutaire personeelslid niet heeft kunnen opnemen als gevolg van een langdurige ziekte, worden toegevoegd aan het nog beschikbare ziektekrediet. Als langdurige ziekte geldt een totale afwezigheid wegens ziekte, gedurende een kalenderjaar, van meer dan 3 maanden.

Artikel 496:

uitputting saldo ziektekrediet-dagen

§1.Zodra het bestuur heeft vastgesteld dat een statutair personeelslid zijn ziektekrediet heeft opgebruikt, en als het betrokken personeelslid nog altijd ziek is, kan het bestuur het personeelslid doorverwijzen naar de federale medische dienst Medex die bevoegd is voor de eventuele verklaring tot definitieve ongeschiktheid, met het oog op een eventuele vervroegde pensionering om gezondheidsredenen.

§2.Het statutaire personeelslid dat tijdens een opdracht bij een buitenlandse regering, een buitenlands openbaar bestuur of een internationale instelling op pensioen werd gesteld wegens invaliditeit en een pensioenuitkering van die overheid of die instelling ontvangt, kan vooraleer het ziektekrediet, vermeld in artikel 492 is opgebruikt, definitief ongeschikt worden verklaard.

Artikel 497:

ziekteverlof niet aan te rekenen op ziektekrediet-dagen

§1.Verlof wegens arbeidsongeschiktheid wordt toegestaan voor de duur van de afwezigheid naar aanleiding van:

1° een arbeidsongeval;

2° een ongeval op de weg naar en van het werk;

3° een ongeval van gemeen recht, veroorzaakt door de schuld van een derde;

4° een beroepsziekte;

5° de vrijstelling van arbeid van het zwangere personeelslid of het personeelslid dat borstvoeding geeft en dat werkt in een

schadelijk arbeidsmilieu, nadat vastgesteld werd dat geen aangepaste of andere arbeidsplaats mogelijk is;

6° de dagen afwezigheid wegens ziekte die zich voordoen binnen zes weken voor de werkelijke bevallingsdatum. Bij de geboorte van een meerling wordt die periode verlengd tot acht weken.

Die dagen afwezigheid worden niet aangerekend op het beschikbare ziektekrediet, vermeld in artikel 492, behalve voor de toepassing van artikel 496, wat de afwezigheden, vermeld in dit artikel §1, 1° tot en met 4°, betreft.

In afwijking van de bepaling van het voorgaand lid worden de in §1, 1°, 2° en 4° bedoelde afwezigheden:

 vóór de consolidatiedatum niet aangerekend op het ziektekrediet waarop het personeelslid krachtens artikel 492 recht heeft

 na de consolidatiedatum niet aangerekend op het ziektekrediet waarop het personeelslid krachtens artikel 492 recht heeft wanneer de bevoegde federale geneeskundige dienst een bestendige invaliditeit heeft vastgesteld, behalve wanneer het bestuur kan aantonen dat de afwezigheid geen verband houdt met de in 1°, 2° of 4° bedoelde afwezigheid

na de consolidatiedatum wel aangerekend op het ziektekrediet waarop het personeelslid krachtens artikel 492 recht heeft wanneer de bevoegde federale geneeskundige dienst geen bestendige invaliditeit heeft vastgesteld en er tevens gedurende de herzieningsperiode geen sprake is van een bewezen onvoorzienbare verergering waardoor een herziening gerechtvaardigd is, behoudens wanneer het personeelslid het tegendeel kan bewijzen.

§2.In de gevallen waarin de afwezigheid door de oorzaken, vermeld in

§1, 1° tot en met 4°, te wijten is aan een verantwoordelijke derde partij, ontvangt het statutaire personeelslid het salaris alleen als voorschot, dat nadien verrekend wordt op de door de derde verschuldigde vergoeding en dat op de derde te verhalen is.

Om het salaris als voorschot te kunnen verkrijgen, moet het personeelslid zijn bestuur in alle rechten, vorderingen en rechtsmiddelen laten treden die de getroffene kan doen gelden tegen de persoon die verantwoordelijk is voor het ongeval, tot het bedrag van het salaris.

Artikel 498:

arbeidsongeval

§1.Een contractueel personeelslid dat het slachtoffer wordt van een arbeids(weg)ongeval of beroepsziekte geniet tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid een vergoeding conform de wettelijke regeling van toepassing op de statutaire personeelsleden.

§2.In afwijking van §1, kan het contractueel personeelslid tijdens deze periode de toepassing inroepen van artikel 3bis van de wet van 3 juli 1967, indien deze regeling gunstiger is.

In document Provincieraadsbesluit (pagina 190-196)