• No results found

- nachtprestaties en prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen

In document Provincieraadsbesluit (pagina 154-158)

Artikel 376:

toepassings-gebied

Deze afdeling is niet van toepassing op:

1° het hoofd van personeel en de financieel beheerder;

2° de personeelsleden van het niveau A;

3° het kabinetspersoneel.

Artikel 377:

toeslag voor nachtprestaties

§1.Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het personeelslid per uur nachtprestaties tussen 22 uur en 6 uur een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 25% van het uursalaris.

§2.In afwijking van §1 wordt voor de personeelsleden van de brandweeropleiding de toeslag omgezet in inhaalrust. Per uur nachtprestaties tussen 22 uur en 6 uur wordt één kwartier extra inhaalrust toegekend.

§1.Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het personeelslid per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zondag of een feestdag een toeslag op het uursalaris die gelijk is aan 100% van het uursalaris.

§2.In afwijking van §1 wordt voor de personeelsleden van de brandweeropleiding de toeslag omgezet in inhaalrust. Per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zondag of een feestdag wordt één uur extra inhaalrust toegekend.

Artikel 379:

toeslag voor zaterdag-prestaties

§1.Naast de wettelijk voorgeschreven inhaalrust krijgt het personeelslid per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zaterdag een toeslag op het uursalaris van 25 %.

§2.In afwijking van §1 wordt voor de personeelsleden van de brandweeropleiding de toeslag omgezet in inhaalrust. Per uur prestaties tussen 0 en 24 uur op een zaterdag wordt één kwartier extra inhaalrust toegekend.

§3.In uitzondering op §1 wordt voor de personeelsleden die op basis van hun normale uurroosters minimaal 3 keer per maand nachtprestaties (cfr. artikel 354 punt 7) verrichten, of prestaties verrichten waarvan de diensttijd eindigt om of na 22 uur, de in §1 vermelde toeslag bepaald op 75% van het uursalaris.

§4.In afwijking van §3 wordt voor de personeelsleden van de brandweeropleiding, die op basis van hun normale uurrroosters minimaal 3 keer per maand nachtprestaties verrichten of prestaties verrichten waarvan de diensttijd eindigt om of na 22 uur, de toeslag

Artikel 380:

afronding toeslag

Voor de berekening van de in deze afdeling vermelde toeslagen wordt op het totaal aantal uren dat op maandbasis werd gepresteerd het uurgedeelte weggelaten of afgerond tot een uur, naargelang het minder dan of ten minste dertig minuten bedraagt.

Artikel 381:

cumulatie toeslagen

Enkel de extra inhaalrust of de toeslag voor nachtprestaties is cumuleerbaar met de extra inhaalrust of de toeslag voor prestaties op zon- of feestdagen.

Artikel 382:

berekenings-basis van de toeslagen

Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie,de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering, de toelage voor opdrachthouderschap of de mandaattoelage..

Artikel 383:

betaling van de toeslagen

De toelagen voor nachtprestaties, prestaties op zaterdagen, zondagen en feestdagen worden na vervallen termijn betaald.

Artikel 384:

verlies van toelagen bij arbeidsongeval

§1.De personeelsleden die in een stelsel met een vaste beurtrol nacht-, zaterdag-, zondag- en/of feestdagenprestaties leveren en het slachtoffer zijn van een arbeids(weg)ongeval, verliezen slechts de betaling van de onregelmatige prestaties die zij normaal hadden moeten presteren indien zij niet tijdelijk arbeidsongeschikt waren geweest ingevolge het arbeids(weg)ongeval vanaf de 31e dag in een periode van ononderbroken afwezigheid van dertig of meer dagen.

§2.In afwijking van §1, wordt gedurende het verlof wegens arbeidsongeschiktheid ingevolge een arbeids(weg)ongeval toepassing gemaakt van artikel 3 bis van de wet van 3 juli 1967, indien deze regeling gunstiger is.

Afdeling 5.2.3.2 - overuren

Artikel 385:

Onder overuren worden verstaan de uitzonderlijke prestaties die op voorafgaand verzoek van het hoofd van het personeel, het diensthoofd/directeur van de onderwijsinstelling of de eerste evaluator geleverd worden boven op de uren die op grond van de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis door het personeelslid gepresteerd worden.

Wanneer overuren extra verplaatsingen met zich meebrengen, mag de tijd, nodig voor de verplaatsingen, meegerekend worden in het totaal aantal overuren.

Artikel 387:

geen overuren

Kunnen niet als overuren worden beschouwd:

 prestaties op eigen initiatief buiten de diensturen (thuis of op het werk) zonder de voorafgaande toestemming van de eerste evaluator, het diensthoofd, de directeur van de onderwijsinstelling of het hoofd van personeel;

 het omwille van dienstnoodwendigheden wisselen van een vrije dag in het kader van deeltijdse prestaties.

Artikel 388:

compenserende inhaalrust binnen de vier maanden

Het personeelslid dat overuren presteert, krijgt compenserende inhaalrust dat het verplicht binnen de termijn van 4 maanden dient op te nemen. Deze compenserende inhaalrust is gelijk aan de duur van de overuren en wordt genomen in volle dagen, halve dagen of in uren/minuten.

Artikel 389:

regeling nà vier maanden

§1.Als het personeelslid de overuren, door omstandigheden buiten de eigen wil, binnen een periode van vier maanden niet heeft kunnen compenseren en aldus de gemiddelde arbeidstijd groter is dan 38 uur per week voor voltijdse prestaties of dan de gewone arbeidstijdregeling op weekbasis bij deeltijdse prestaties, dan worden deze overuren uitbetaald aan het gewone uursalaris (100%) en zoals van toepassing op datum van de prestatie van de overuren.

§2.Naast het uursalaris wordt, behalve voor personeelsleden van niveau A, extra inhaalrust van 25% toegekend per overuur welke werd gepresteerd op weekdagen tussen 6 en 22 uur.

§3.De extra inhaalrust zoals voorzien §2, kan, op verzoek van de eerste evaluator, door de deputatie uitzonderlijk worden omgezet in een toelage op basis van het uursalaris waarbij erkend wordt dat het tegoed aan inhaalrust door onvoorziene of dwingende omstandigheden dermate is opgelopen dat het opnemen ervan de goede werking van de dienst onherroepelijk in het gedrang brengt.

Artikel 390:

genot van meest gunstige regeling

Als het personeelslid gedurende een periode van vier maanden overuren gepresteerd heeft op verschillende tijdstippen en het totaal aan gepresteerde overuren binnen die periode van vier maanden niet heeft kunnen compenseren met inhaalrust, geniet het voor de nog niet gecompenseerde overuren de meest gunstige regeling van extra inhaalrust of overloon vervat in artikel 389.

Artikel 391:

berekenings-basis van het overloon

Als berekeningsbasis voor het overloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering, de toelage voor opdrachthouderschap of de mandaattoelage..

Artikel 392: De extra inhaalrust of toelage voor overuren (overloon) kan gecumuleerd

Afdeling 5.2.3.3 - verstoringstoelage

Artikel 393:

verstorings-toelage

§1.Het personeelslid dat onvoorzien buiten zijn arbeidstijdregeling of permanentieplicht opgeroepen wordt voor een dringend werk ontvangt, per oproep waarop hij ingaat, een verstoringstoelage. Deze oproep gebeurt door de direct leidinggevende, de eerste evaluator, het diensthoofd, de directeur van de onderwijsinstelling of het hoofd van personeel.

§2.De verstoringstoelage bedraagt vier keer het uurloon.

§3.Als berekeningsbasis voor het uurloon geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie,de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering, de toelage voor opdrachthouderschap of de mandaattoelage..

§4.De verstoringstoelage kan gecumuleerd worden met de regeling voor overuren, vermeld in afdeling 5.2.3.2..

In document Provincieraadsbesluit (pagina 154-158)