• No results found

Wat zijn de (welvaart)consequenties van de CCCTB, met een ECA als optie?

4.1 De CCCTB

4.1.2 Wat zijn de (welvaart)consequenties van de CCCTB, met een ECA als optie?

Is de angst voor verlies van belastinginkomsten van de lidstaten gegrond wanneer de CCCTB wordt ingevoerd? Er is een aantal studies gedaan naar de consequenties voor de belastingopbrengsten wanneer de CCCTB in werking zou treden. Aangezien de resultaten van die studies uiteenlopen, is tot op heden geen duidelijk beeld geschetst van de precieze gevolgen ervan.

De EC heeft vanuit het perspectief van de bedrijven berekend wat de eventuele kostenbesparingen zijn wanneer wordt overgegaan tot de CCCTB. Door het uniforme systeem zouden de nalevingskosten met zeven procent kunnen afnemen. Daarnaast wordt het voor vennootschappen veel gemakkelijker en goedkoper om uit te breiden naar andere EU-landen. Voor een grote onderneming zullen de kosten met gemiddeld 62 procent afnemen. Al met al komen de besparingen voor de bedrijven binnen de EU volgens de EC uit op drie miljard euro.218

Een studie van Ernst & Young, in opdracht van Ierland, heeft aangetoond dat invoering van de CCCTB zal leiden tot een substantiële herverdeling.219 Bettendorg, Devereux, De Mooij, Loretz en Van

der Horst concluderen dat in het meest gunstige geval de welvaartswinst voor de gehele unie 0,08 procent van het BBP zal bedragen.220

Oestreicher en Koch vergelijken in een onderzoek hun resultaten met de studies van Devereux en Loretz221 en Fuest222. De resultaten komen overeen wanneer de winnaars en verliezers van het

CCCTB voorstel uit de bus komen. De landen met relatief hoge belastingen winnen, landen met scherpe tarieven verliezen. Nederland en Ierland horen dus bij de grote verliezers, Italië en Polen bij de winnaars. Het onderzoek van Fuest toont aan dat Nederland en Ierland gemiddeld zestig procent van hun vennootschapsbelasting zullen verliezen, terwijl het onderzoek van Oestreicher en Koch uitkomt op ‘slechts’ elf procent.223 Over het geheel genomen tonen de cijfers van Oestreicher en Koch dat een

verlies aan belastinginkomsten binnen de EU van 4,56 procent te verwachten valt. Het onderzoek van Fuest toont een verlies aan inkomsten van 22 procent, terwijl het onderzoek van Devereux en Loretz juist een toename van belastinginkomsten noteert van twee procent.224

218 Europese Commissie, ‘Vragen en antwoorden over de CCCTB’, MEMO, nr. 171 (2011).

219 Europese Commissie lanceert voorstel voor Europese vennootschapsbelasting, http://www.ey.com/NL/nl/Newsroom/NEWS_Europese-Commissie-lanceert-voorstel-voor-Europese- vennootschapsbelasting--CCCTB-_180311, geraadpleegd op 10 oktober 2013.

220 L. Bettendorf e.a., ‘Corporation tax’, Economic Policy, (2010), pp. 539-542.

221 M.P, Devereux en S. Loretz, ‘The effects of EU formula apportionment on corporate tax revenues’, Fiscal Studies, nr. 29 (2008), pp. 1–34.

222 C. Fuest, T. Hemmelgarn en F. Ramb, ‘How would formula apportionment in the EU affect the distribution and the size of the corporate tax base? An analysis based on German multinationals’, International tax and public finance, nr. 14 (2007), pp. 605–626.

223 A. Oestreicher en R. Koch, ‘The revenue consequences of using a common consolidated corporate tax base to determine taxable income in the EU member states’, Pubic finance analysis, nr. 1 (2011), pp 88-89 224 Ibidem, pp. 95-96.

79

Henk Vrijburg denkt dat de welvaartsvoordelen van de invoering van de CCCTB beperkt zullen zijn. Ten eerste zullen de welvaartsvoordelen niet eerlijk verdeeld worden: het ene land zal er meer van profiteren dan het andere land. De theorie van Bucovetsky en Wilson, genoemd in hoofdstuk twee, liet eenzelfde beeld zien. Sommige landen zullen hun belastinggrondslag moet verbreden, wat kan leiden tot extra belastinginkomsten, maar ook aan daling in het BBP. Andere landen daarentegen moeten hun belastinggrondslag inkrimpen. Daarom zal de moeilijkheid in het maken van nieuwe afspraken liggen bij het creëren van een situatie waarbij elk deelnemend land beter af is dan in de oude situatie. Een oplossing hiervoor zou zijn dat het mogelijke surplus wat wordt behaald door samen te werken, deels wordt aangewend om landen zoals Ierland en Nederland uit te kopen. Of dit politiek haalbaar is betwijfelt Vrijburg echter.225 In hoofdstuk twee werd hier ook al op gewezen:

belastingafspraken zullen weinig succesvol zijn wanneer ze niet gepaard zullen gaan met forfaitaire transfers voor landen die erop achteruit zullen gaan in een nieuwe situatie.

Wanneer het tot een versterkte samenwerking van een select aantal landen zou komen, is dat volgens Vrijburg niet zonder risico. De kans bestaat dat tussen de groep die samenwerkt en de groep landen die buiten de samenwerking blijft frictie ontstaat. Dit als gevolg van eventuele welvaartsverliezen bij een van de groepen, doordat landen binnen en buiten de samenwerking met elkaar kunnen concurreren. Dit kan eventuele samenwerking in de toekomst bemoeilijken.226

In een discussiepaper van het CPB wordt ook op het gevaar gewezen dat een ECA tot een status quo situatie kan leiden. Een ECA zou kunnen leiden tot een succesvolle samenwerking, waardoor de samenwerkende landen niets aan de huidige samenstelling willen veranderen. Een ECA zou echter ook een positieve werking kunnen hebben voor een bredere samenwerking in de toekomst. Een beleidsverandering kan gepaard gaan met hoge kosten, wat landen kan weerhouden van een koerswijziging. Wanneer (vergelijkbare) landen tonen dat een koerswijziging gepaard gaat met welvaartswinsten, kunnen landen over de streep worden getrokken.

Waarom vallen de voordelen van een eventuele invoering van de CCCTB zo bescheiden, of zelfs negatief, uit? De vennootschapsbelasting bedraagt gemiddeld maar 3,5 procent van het BBP, en een fractie daarvan is afkomstig van de multinationals. Daarnaast pakt de CCCTB niet de voornaamste verstoringen aan die de marginale investeringsbeslissingen zullen beïnvloeden. De kosten van kapitaal zijn nauwelijks toegenomen. Bettendorg, Devereux, De Mooij, Loretz en Van der Horst schrijven dat een model waarbij het vennootschapstarief volledig wordt geharmoniseerd grotere welvaartswinsten

225 D.A. Aalbregtse en P. Kavelaars, Naar een Europese winstbelasting?, Deventer: Kluwer 2010, p. 273. 226 D.A. Aalbregtse en P. Kavelaars, Naar een Europese winstbelasting?, Deventer: Kluwer 2010, pp. 280-281.

80

zou opleveren. Zij pleiten daarom voor een systeem waarbij de tarieven worden geharmoniseerd in combinatie met een geconsolideerde heffingsgrondslag.227

In de volgende deelparagraaf wordt bekeken welke effecten de CCCTB heeft, naast de welvaartsimplicaties uitgedrukt in cijfers, op de uitdagingen rondom de vennootschapsbelasting binnen de EU. Is inderdaad nog een gedeeltelijke harmonisatie nodig van de tarieven, of volstaat de CCCTB?